jaarverslag 2004 abn amro holding n.v. - uab barcelonajaarverslag 2004 abn amro holding n.v. begin...
Post on 24-Sep-2020
5 Views
Preview:
TRANSCRIPT
Jaarverslag 2004ABN AMRO Holding N.V.
Jaarverslag 2004
12.0.3.05
Jaarverslag 2004ABN AMRO Holding N.V.
Jaarverslag 2004
12.0.3.05
ABN AMRO• is een vooraanstaande internationale bank met een rijke historie dieteruggaat tot 1824• is, gemeten naar kernvermogen, de elfde Europese bank en staat op eentwintigste positie op de wereldranglijst• heeft ruim 3.000 vestigingen in bijna 60 landen en gebiedsdelen en teltwereldwijd ongeveer 97.000 medewerkers (FTE’s). Ultimo 2004 bedroeg hetbalanstotaal EUR 609 miljard• staat genoteerd op onder meer Euronext Amsterdam en de New York Stock Exchange.
Onze concernstrategie berust op vijf pijlers:1. Het creëren van waarde voor onze klanten door hen kwalitatief hoogwaardigefinanciële oplossingen te bieden. Oplossingen die zo goed mogelijk aansluitenbij hun huidige behoeften en hun doelstellingen voor de lange termijn2. Een duidelijke focus op:• particuliere en zakelijke klanten in onze thuismarkten (Nederland, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië) en in bepaalde groeimarktenwereldwijd• geselecteerde grote ondernemingen, met de nadruk op Europa, alsmedefinanciële instellingen• private banking-klanten3. Ten behoeve van onze klanten een optimaal gebruik maken van onzeproducten en de capaciteiten van onze medewerkers4. Het concernbreed delen van kennis en ervaring en een optimalebedrijfsvoering5. Het stimuleren van groei door de allocatie van kapitaal en talent volgensde principes van Managing for Value, het door ons gehanteerde model voorwaardecreërend management.
Wij streven naar duurzame groei ten behoeve van alle belanghebbenden bijonze bank: klanten, aandeelhouders, medewerkers en de samenleving. Hierbijlaten wij ons leiden door de ABN AMRO Waarden en Business Principles.
Wij voeren onze strategie uit via een aantal (Strategische) Business Units((S)BU’s), die elk voor een specifiek klant- of productsegment verantwoordelijkzijn, terwijl bankbreed kennis en ervaring worden gedeeld, naar mogelijkhedenvoor standaardisatie wordt gezocht en steeds nieuwe oplossingen wordenuitgewerkt om klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden.Deze (S)BU’s zijn:• Consumer & Commercial Clients dat bijna 20 miljoen particuliere klanten enMKB-relaties wereldwijd bedient. ABN AMRO behoort in haar drie thuismarktentot de top in deze segmenten. De Business Unit New Growth Markets richt zichop andere regio’s met een hoog groeipotentieel
• Wholesale Clients dat geïntegreerde corporate en investment bankingoplossingen aanbiedt aan meer dan 10.000 bedrijven, instellingen en overheden in bijna 50 landen• Private Clients dat private banking-diensten aan vermogende particulieren en families verleent. Ultimo 2004 bedroeg het vermogen onder administratie EUR 115 miljard• Asset Management dat een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld is en vanuit meer dan 20 locaties wereldwijd een vermogen van EUR 161 miljard (ultimo 2004) beheert ten behoeve van particuliere en institutionele beleggers• Transaction Banking Group dat onze productorganisatie is waarin alle activiteiten worden gebundeld die ABN AMRO wereldwijd ontplooit op het gebied van betalings- en handelsverkeer in zowel de particuliere en private banking-markt als de zakelijke markt.
Om concernbreed onze klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden, hebben wij daarnaast de (S)BU-overschrijdende segmenten Consumer (particulier) en Commercial (zakelijk) gevormd. Deze segmenten hebben tot taak om, in nauwe samenwerking met Asset Management, Transaction Banking Group, Wholesale Clients en andere productafdelingen, onze verschillende klantgroepen wereldwijd kwalitatief hoogwaardige oplossingen te bieden.
Dankzij onze relatiegerichte marktbenadering en unieke combinatie van klantsegmenten, producten en geografische markten hebben wij een sterk concurrentievoordeel onder onze klanten in het middensegment. Wij streven ernaar dit voordeel verder uit te bouwen, hetzij door het klantenbestand in het middensegment uit te breiden, hetzij door onze producten te verbeteren.
Profiel
ABN AMRO Holding N.V.
Gustav Mahlerlaan 10
1082 PP Amsterdam
Correspondentieadres:
Postbus 283
1000 EA Amsterdam
Telefoon:
+ 31 (0)20 628 93 93
+ 31 (0)20 629 91 11
Internet:
www.abnamro.com
ABN AMRO Holding N.V., gevestigd te Amsterdam, Handelsregister K.v.K. Amsterdam,
nr. 33220369.
De bank bestaat uit de ter beurze genoteerde onderneming ABN AMRO Holding N.V.,
die haar bedrijf nagenoeg geheel uitoefent via haar volledige dochteronderneming
ABN AMRO Bank N.V., dan wel via de talrijke dochterondernemingen van ABN AMRO Bank N.V.
Colofon
Ontwerp: Eden Design & Communication, Amsterdam
Redactie: Rick Marsland, White Page Ltd.
Fotografie thema ‘Making more possible’: Edwin Walvisch, Heemstede
Druk: De Bussy Ellerman Harms BV, Amsterdam
Productie: Corporate Communications ABN AMRO
Dit verslag is gedrukt op Biotop3
ABN AMRO• is een vooraanstaande internationale bank met een rijke historie dieteruggaat tot 1824• is, gemeten naar kernvermogen, de elfde Europese bank en staat op eentwintigste positie op de wereldranglijst• heeft ruim 3.000 vestigingen in bijna 60 landen en gebiedsdelen en teltwereldwijd ongeveer 97.000 medewerkers (FTE’s). Ultimo 2004 bedroeg hetbalanstotaal EUR 609 miljard• staat genoteerd op onder meer Euronext Amsterdam en de New York Stock Exchange.
Onze concernstrategie berust op vijf pijlers:1. Het creëren van waarde voor onze klanten door hen kwalitatief hoogwaardigefinanciële oplossingen te bieden. Oplossingen die zo goed mogelijk aansluitenbij hun huidige behoeften en hun doelstellingen voor de lange termijn2. Een duidelijke focus op:• particuliere en zakelijke klanten in onze thuismarkten (Nederland, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië) en in bepaalde groeimarktenwereldwijd• geselecteerde grote ondernemingen, met de nadruk op Europa, alsmedefinanciële instellingen• private banking-klanten3. Ten behoeve van onze klanten een optimaal gebruik maken van onzeproducten en de capaciteiten van onze medewerkers4. Het concernbreed delen van kennis en ervaring en een optimalebedrijfsvoering5. Het stimuleren van groei door de allocatie van kapitaal en talent volgensde principes van Managing for Value, het door ons gehanteerde model voorwaardecreërend management.
Wij streven naar duurzame groei ten behoeve van alle belanghebbenden bijonze bank: klanten, aandeelhouders, medewerkers en de samenleving. Hierbijlaten wij ons leiden door de ABN AMRO Waarden en Business Principles.
Wij voeren onze strategie uit via een aantal (Strategische) Business Units((S)BU’s), die elk voor een specifiek klant- of productsegment verantwoordelijkzijn, terwijl bankbreed kennis en ervaring worden gedeeld, naar mogelijkhedenvoor standaardisatie wordt gezocht en steeds nieuwe oplossingen wordenuitgewerkt om klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden.Deze (S)BU’s zijn:• Consumer & Commercial Clients dat bijna 20 miljoen particuliere klanten enMKB-relaties wereldwijd bedient. ABN AMRO behoort in haar drie thuismarktentot de top in deze segmenten. De Business Unit New Growth Markets richt zichop andere regio’s met een hoog groeipotentieel
• Wholesale Clients dat geïntegreerde corporate en investment bankingoplossingen aanbiedt aan meer dan 10.000 bedrijven, instellingen en overheden in bijna 50 landen• Private Clients dat private banking-diensten aan vermogende particulieren en families verleent. Ultimo 2004 bedroeg het vermogen onder administratie EUR 115 miljard• Asset Management dat een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld is en vanuit meer dan 20 locaties wereldwijd een vermogen van EUR 161 miljard (ultimo 2004) beheert ten behoeve van particuliere en institutionele beleggers• Transaction Banking Group dat onze productorganisatie is waarin alle activiteiten worden gebundeld die ABN AMRO wereldwijd ontplooit op het gebied van betalings- en handelsverkeer in zowel de particuliere en private banking-markt als de zakelijke markt.
Om concernbreed onze klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden, hebben wij daarnaast de (S)BU-overschrijdende segmenten Consumer (particulier) en Commercial (zakelijk) gevormd. Deze segmenten hebben tot taak om, in nauwe samenwerking met Asset Management, Transaction Banking Group, Wholesale Clients en andere productafdelingen, onze verschillende klantgroepen wereldwijd kwalitatief hoogwaardige oplossingen te bieden.
Dankzij onze relatiegerichte marktbenadering en unieke combinatie van klantsegmenten, producten en geografische markten hebben wij een sterk concurrentievoordeel onder onze klanten in het middensegment. Wij streven ernaar dit voordeel verder uit te bouwen, hetzij door het klantenbestand in het middensegment uit te breiden, hetzij door onze producten te verbeteren.
Profiel
ABN AMRO Holding N.V.
Gustav Mahlerlaan 10
1082 PP Amsterdam
Correspondentieadres:
Postbus 283
1000 EA Amsterdam
Telefoon:
+ 31 (0)20 628 93 93
+ 31 (0)20 629 91 11
Internet:
www.abnamro.com
ABN AMRO Holding N.V., gevestigd te Amsterdam, Handelsregister K.v.K. Amsterdam,
nr. 33220369.
De bank bestaat uit de ter beurze genoteerde onderneming ABN AMRO Holding N.V.,
die haar bedrijf nagenoeg geheel uitoefent via haar volledige dochteronderneming
ABN AMRO Bank N.V., dan wel via de talrijke dochterondernemingen van ABN AMRO Bank N.V.
Colofon
Ontwerp: Eden Design & Communication, Amsterdam
Redactie: Rick Marsland, White Page Ltd.
Fotografie thema ‘Making more possible’: Edwin Walvisch, Heemstede
Druk: De Bussy Ellerman Harms BV, Amsterdam
Productie: Corporate Communications ABN AMRO
Dit verslag is gedrukt op Biotop3
Jaarverslag 2004ABN AMRO Holding N.V.
Begin februari 2005, op de dag dat ABN AMRO de resultaten over 2004 bekend maakte, introduceerde ABN AMRO voor de eerste maal in haar bestaan een wereldwijde slogan.
‘Making more possible‘ – in het Nederlands ‘Meer mogelijk maken’ – weerspiegelt onze intentie een partnership aan te gaan met onze klanten. Wij helpen hen de uitdagingen het hoofd te bieden en hun doelen te verwezenlijken. Zij kunnen bij ons rekenen op de expertise en het commitment die nodig zijn om hun ambities waar te maken.
‘Making more possible’ benadrukt de kracht van de gevarieerde mix van onze activiteiten. Het is ook een duidelijke boodschap aan onze klanten en medewerkers, over landsgrenzen en Business Units heen. Deze boodschap luidt dat samen meer mogelijk is.
Making more possible
•1_200960_JV_NED.indd 1•1_200960_JV_NED.indd 1 24-03-2005 11:04:4324-03-2005 11:04:43
2
Bericht van de Voorzitter 5
ABN AMRO in een oogopslag 8
Kerncijfers 8
Resultaten in het kort 10
Belangrijke gebeurtenissen in 2004 13
Raad van Commissarissen 14
Audit Committee 17
Nomination & Compensation Committee 18
Corporate governance 22
Corporate governance in Nederland 22
Corporate governance in de Verenigde Staten 24
Rol van aandeelhouders 24
Raad van Commissarissen 26
Raad van Bestuur 27
Concernstrategie 28
Kernactiviteiten 33
Consumer & Commercial Clients 34
• Nederland 35
• Noord-Amerika 37
• Brazilië 41
• New Growth Markets 44
• Bouwfonds 47
Wholesale Clients 50
Private Clients 54
Asset Management 57
Transaction Banking Group 61
Group Shared Services 63
LeasePlan Corporation 65
Group Functions 66
Human Resources 68
Group compliance 71
Inhoud
Inhoud
•1_200960_JV_NED.indd 2•1_200960_JV_NED.indd 2 24-03-2005 11:04:4424-03-2005 11:04:44
3
Risicobeheer 73
Kader voor risicobeheer 73
Risico-organisatie 73
Risicobeheer en interne controle 75
Kredietrisico 75
Samenstelling ABN AMRO kredietportefeuille 77
Voorzieningen 79
Dubieuze en non-performing kredieten 80
Grensoverschrijdend risico en risico op overheden 82
Marktrisico 83
Asset and Liability Management 87
Valutarisico 90
Liquiditeitsrisico 91
Operationeel risico 92
Duurzame ontwikkeling 93
Toetsingsvermogen 95
Bazel II en economisch kapitaal 97
Informatie aandeelhouders 101
Jaarrekening 111
Grondslagen 114
Geconsolideerde jaarrekening 120
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening 124
Vennootschappelijke jaarrekening 172
Toelichting op de vennootschappelijke jaarrekening 173
Belangrijke deelnemingen 175
Overige gegevens 179
Accountantsverklaring 180
Statutaire bepalingen inzake winstverdeling 180
Statutaire bepalingen van Holding en Administratiekantoor inzake aandelen
en stemrechten 181
Voorstel voor winstverdeling 181
Gebeurtenissen na balansdatum 181
International Financial Reporting Standards 182
Overzicht van Amerikaanse corporate governance-regelingen op basis
van de Sarbanes-Oxley Act 2002 183
ABN AMRO Holding N.V. 187
Curricula vitae 188
Organisatie ABN AMRO Bank N.V. 190
Europese Ondernemingsraad 193
Centrale Ondernemingsraad 194
Verklarende woordenlijst 195
Afkortingen 198
Inhoud
•1_200960_JV_NED.indd 3•1_200960_JV_NED.indd 3 24-03-2005 11:04:4424-03-2005 11:04:44
•1_200960_JV_NED.indd 4•1_200960_JV_NED.indd 4 24-03-2005 11:04:4424-03-2005 11:04:44
5
Namens de Raad van Bestuur doe ik u verslag van de resultaten van onze bank in 2004.
Wij hebben een bijzonder goed resultaat behaald in 2004, ondanks het wisselende beeld van
de ontwikkelingen in de markten waarin wij actief zijn. De economische groei was krachtig in
de Verenigde Staten, Brazilië en Azië, maar opnieuw zwak in Europa en vooral in Nederland.
Bovendien viel de Amerikaanse hypotheekmarkt sterker terug dan verwacht.
De baten waren concernbreed hoger – met uitzondering van ons Amerikaanse hypotheek-
bedrijf – terwijl de stijging van de lasten beperkt bleef en de voorzieningen dankzij een
solide kredietbeheer aanzienlijk konden worden verlaagd. Dit alles vertaalde zich in een forse
stijging van onze nettowinst en illustreert eens te meer de waarde van onze gediversifieerde
inkomstenstroom.
Onze eerste vierjarige cyclus, waarvoor wij begin 2001 ambitieuze doelstellingen
formuleerden, is op 31 december 2004 geëindigd. Ik maak graag van deze gelegenheid
gebruik om terug te blikken op onze prestaties in de afgelopen vier jaar. Onze doelstelling
was een positie in de top 5 van onze peer group van twintig banken eind 2004 op basis van
totaal rendement voor aandeelhouders.
Wij zijn er niet in geslaagd tot de top 5 van onze peer group door te dringen. Hiervoor kunnen
drie hoofdredenen worden aangegeven. Ten eerste zijn wij tijdens de vierjarige cyclus
met grotere uitdagingen geconfronteerd dan voorzien, met als gevolg dat onvoldoende
rendement gegenereerd werd. Ten tweede hebben wij de uitwerking van de noodzakelijke
herstructurerings programma’s op onze activiteiten onderschat. En ten derde zijn wij, achteraf
bezien, in onze doelstelling te ambitieus geweest. Dit werd duidelijk toen de wholesale-
markten zich in 2001 tegen ons keerden. Wij voerden de noodzakelijke aanpassingen in
augustus 2001 door en zijn in de daaropvolgende jaren opgeklommen van de onderkant van
onze peer group naar de elfde positie aan het einde van de cyclus.
Wij hebben onze doelstelling wel gerealiseerd in die zin dat wij veel dingen goed hebben
gedaan om deze verbetering tot stand te brengen. Zo zijn onze principes van Managing for
Value in de organisatie verankerd en heeft de verkoop van concernonderdelen die niet tot ons
kernbedrijf behoren, zoals LeasePlan Corporation en Bank of Asia, onze focus verscherpt.
De beoogde vermindering en herallocatie van kapitaal van de Strategische Business
Unit (SBU) Wholesale Clients naar andere Business Units (BU’s) is uitgevoerd. Voorts is
de efficiencyratio ook aanzienlijk verbeterd via herstructureringsprogramma’s in de BU
Nederland en de SBU Wholesale Clients. De SBU Consumer & Commercial Clients hebben
wij versterkt door in het Midden-Westen van de Verenigde Staten en in het zuidoosten
van Brazilië sterke posities te creëren. Daartoe is EAB in New York verkocht en is met de
opbrengst de overname van Michigan National Bank gefinancierd, terwijl in Brazilië Banco
Sudameris is overgenomen. Daarnaast hebben wij de BU New Growth Markets verder tot
ontwikkeling gebracht, onder meer via de uitrol van ons Van Gogh Preferred Banking concept,
waardoor in Azië een sterke autonome groei is gerealiseerd. Wij hebben het bedrijfsmodel
van Wholesale Clients aangepast in die zin dat de focus thans sterker op Europa ligt en de
organisatie meer klantgericht is. De BU Private Clients hebben wij verder versterkt door
in Duitsland Delbrück en Bethmann Maffei over te nemen. Onze vermogensratio’s zijn
ook aanzienlijk verbeterd en er is besloten het verwateringseffect van het stockdividend
Geachte aandeelhouder,
Bericht van de Voorzitter
•1_200960_JV_NED.indd 5•1_200960_JV_NED.indd 5 24-03-2005 11:04:4424-03-2005 11:04:44
6
te neutraliseren. Bovendien hebben wij voortgang geboekt bij het creëren van een sterke
prestatiecultuur en de ontwikkeling van de leiderschaps- en managementvaardigheden van
het toptalent binnen onze organisatie. Ik wil daarom benadrukken dat wij, ook al hebben wij
de topvijf-ambitie niet gerealiseerd, er als organisatie veel beter voor staan dan aan het begin
van 2001. Het streven om deze ambitie te verwezenlijken heeft ABN AMRO namelijk wel veel
sterker gemaakt en de performance van alle bedrijfsonderdelen naar een aanzienlijk hoger
niveau getild.
Onze primaire doelstelling voor de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2008 is
gebaseerd op het gemiddeld rendement op eigen vermogen. Daarnaast houden wij vast
aan de geambieerde positie in de top 5 van onze peer group qua totaal rendement voor
aandeelhouders. De exacte doelstelling voor het rendement op eigen vermogen zal worden
bekendgemaakt nadat wij de jaarrekening 2004 op basis van International Financial Reporting
Standards (IFRS) hebben gepubliceerd.
Dankzij de vooruitgang die in de afgelopen vier jaar is geboekt, bevindt onze bank zich in een
sterke uitgangspositie. In onze strategie bouwen wij voort op onze sterke punten door de
nadruk te leggen op gebieden waar wij nu een voorsprong hebben en in de toekomst sneller
kunnen groeien dan onze concurrenten.
Wij richten ons op die segmenten van ons klantenbestand waar wij een onderscheidende
service aanbieden, waar wij onze lokale merknaam en relaties optimaal benutten en
tegelijkertijd efficiënt gebruikmaken van onze internationale producten en merknaam. Als
wij daar ons uitgebreid en concurrerend productenpakket en onze sectorkennis bij optellen,
dan zal duidelijk zijn dat wij één van de weinige banken ter wereld zijn, en in veel gevallen
zelfs de enige, die dit alles in huis heeft. Deze klanten bevinden zich in principe vooral in het
middensegment van alle markten, te weten middelgrote tot grote zakelijke klanten in de
SBU’s Consumer & Commercial Clients en Wholesale Clients, meer bemiddelde particulieren
in de SBU Consumer & Commercial Clients en private banking-klanten.
Onze focus op het middensegment zal de drijvende kracht achter de groei van de groep
zijn. Wij hebben daarom de (S)BU-overschrijdende segmenten Consumer (particulier)
en Commercial (zakelijk) gecreëerd. Door samenwerking met de (S)BU’s die het
middensegment van de diverse markten bedienen, zullen de hoofden van deze twee nieuwe
bedrijfsonderdelen de groei aandrijven.
Een kernelement van onze strategie is waarde te creëren door het voordeel dat we één
groep zijn, beter te benutten. Hiertoe hebben wij een overkoepelende productorganisatie
voor betalings- en handelsverkeer, de Transaction Banking Group, en Group Services dat
verantwoordelijk is voor de aansturing van diensten en operations in de (S)BU’s en in Group
Shared Services opgezet. Dit zal ons in staat stellen van de wereldwijd binnen onze bank
aanwezige expertise optimaal gebruik te maken en het rendement van onze investeringen op
deze terreinen te verhogen.
Onze ervaringen uit de voorgaande vier jaar, een strategie die voortbouwt op onze huidige
sterke punten, de eerdergenoemde veranderingen in de organisatie, de eind 2004
aangekondigde herstructureringsmaatregelen van Group Shared Services en Wholesale
Bericht van de Voorzitter
•1_200960_JV_NED.indd 6•1_200960_JV_NED.indd 6 24-03-2005 11:04:4524-03-2005 11:04:45
7
Clients (die vanaf 2007 een kostenbesparing van ten minste EUR 770 miljoen per jaar zullen
opleveren) en bovenal onze uiterst bekwame medewerkers vormen een solide basis voor
winstgevende groei en plaatsen ons in een zeer goede positie om onze doelstellingen in de
komende vier jaar te verwezenlijken.
Ik acht het van groot belang te benadrukken dat wij bij het nastreven van onze financiële
doelstellingen onder alle omstandigheden de bestaande wet- en regelgeving zullen naleven.
Intern zullen wij ons laten leiden door de kracht van de ABN AMRO Waarden en Business
Principles om de integriteit bij de uitvoering van onze groeiplannen te waarborgen. Integriteit
en de strikte naleving van regels zijn voor ons en voor de sector als geheel van het grootste
belang: zij helpen ons de functie te vervullen zoals de autoriteiten en de samenleving dat van
ons verwachten. Dit beschermt onze reputatie, die het fundament van ons bestaansrecht
vormt.
De internationale economische vooruitzichten voor de korte termijn laten nog altijd een
gemengd beeld zien. Dankzij de versterking van onze vermogenspositie en de verschillende
onderdelen van onze organisatie in de afgelopen vier jaar zijn wij niettemin goed
gepositioneerd om extra waarde voor onze aandeelhouders te creëren. De aanscherping van
onze strategie zal, in combinatie met onze initiatieven voor batengroei en kostenbeheersing,
bijdragen aan het realiseren van onze doelstellingen voor de komende vier jaar.
Hoogachtend,
Rijkman Groenink
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Amsterdam, 17 maart 2005
Foto
: Ron
Offe
rman
s
“Dankzij de vooruitgang die in de afgelopen
vier jaar is geboekt, bevindt onze bank
zich in een sterke uitgangspositie. In
onze strategie bouwen wij voort op onze
sterke punten door de nadruk te leggen
op gebieden waar wij nu een voorsprong
hebben en in de toekomst sneller kunnen
groeien dan onze concurrenten.”
Zittend: Rijkman Groenink (rechts) en
Wilco Jiskoot. Staand van rechts naar links:
Dolf Collee, Joost Kuiper, Hugh Scott-Barrett en
Tom de Swaan.
Bericht van de Voorzitter
•1_200960_JV_NED.indd 7•1_200960_JV_NED.indd 7 24-03-2005 11:04:4624-03-2005 11:04:46
8
Kerncijfers
ABN AMRO in een oogopslag
Baten (in miljoenen euro’s) Bedrijfsresultaat (in miljoenen euro’s)
Baten in 2004 per (S)BU (in %) Bedrijfsresultaat in 2004 per (S)BU (in%)
Voorzieningen als % van gemiddelde naar risico gewogen activa 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Gemiddelde RGA
(in miljarden euro’s) 143 163 193 212 231 255 279 257 232 239
Voorzieningen
(in miljoenen euro’s) 328 569 547 941 653 617 1.426 1.695 1.274 653
Voorzieningen als % van
gemiddelde RGA 0,23 0,35 0,28 0,44 0,28 0,24 0,51 0,66 0,55 0,27
20.000
15.000
10.000
5.000
0
2000 2001 2002 2003 2004
18.469 18.834 18.280 18.793 19.793
8.000
6.000
4.000
2.000
0
2000 2001 2002 2003 2004
5.267 5.063 5.132 6.208 6.106
C&CC: 52
WCS: 27
PC: 6
AM: 3
LPC: 3
GF: 9
C&CC: 57
WCS: 9
PC: 4
AM: 2
LPC: 4
GF: 24
400
350
300
250
200
150
100
50
0
0,80
0,70
0,60
0,50
0,40
0,30
0,20
0,10
0
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004
Gemiddelde RGA (in miljarden euro’s, l.a.)
Voorzieningen als % van RGA (r.a.)
•1_200960_JV_NED.indd 8•1_200960_JV_NED.indd 8 24-03-2005 11:04:5224-03-2005 11:04:52
9
ABN AMRO in een oogopslag
Nettowinst (in miljoenen euro’s) Rendement op eigen vermogen (in%)
Winst per aandeel (in euro’s) Marktkapitalisatie (in miljarden euro’s)
Koersontwikkeling januari 2004 - december 2004 (in euro’s)
(MSCI en AEX-indices herleid tot koers gewoon aandeel ABN AMRO Holding N.V. op 31 december 2003)
6.000
4.500
3.000
1.500
0
2000 2001 2002 2003 2004
3.097 2.363 2.207 3.161 4.109
40
30
20
10
0
2000 2001 2002 2003 2004
20,5 27,3 20,1 27,7 30,8
4
3
2
1
0
2000 2001 2002 2003 2004
2,04 1,53 1,39 1,94 2,45
40
30
20
10
0
2000 2001 2002 2003 2004
37,2 28,6 25,5 31,2 33,3
ABN AMRO Holding N.V.
MSCI European Banking Index
AEX
25
20
15
10
5
0
jan feb maa apr mei jun jul aug sept okt nov dec
•1_200960_JV_NED.indd 9•1_200960_JV_NED.indd 9 24-03-2005 11:04:5324-03-2005 11:04:53
10
Resultaten in het kort
Onze financiële resultaten over 2004 zijn
door diverse eenmalige posten beïnvloed.
Aan de batenkant betreft dit onder meer
de verkoopopbrengst van Bank of Asia
en LeasePlan Corporation, met een
gezamenlijk effect van EUR 1.051 miljoen
op de baten en EUR 1.057 miljoen op de
nettowinst. Aan de lastenkant gaat het om de
herstructureringskosten met betrekking tot
Group Shared Services en de SBU Wholesale
Clients (effect van EUR 790 miljoen op de
bedrijfslasten en EUR 538 miljoen op de
nettowinst) en de verwachte kosten van de
afkoop van de winstdelingsregeling 2005
op grond van de lopende onderhandelingen
voor de ABN AMRO CAO in Nederland (effect
van EUR 177 miljoen op de bedrijfslasten
en EUR 117 miljoen op de nettowinst). Deze
eenmalige posten zijn in de onderstaande
analyse buiten beschouwing gelaten.
Nettowinst en activa• De nettowinst steeg met 17,3% tot
EUR 3.707 miljoen; bijna alle BU’s droegen
aan deze verbetering bij
• De nettowinst per aandeel bedroeg
EUR 2,21 (2003: EUR 1,94)
• Het geconsolideerde balanstotaal nam toe
met 8,6% tot EUR 608,6 miljard
• De naar risico gewogen activa (RGA)
groeiden van EUR 223,8 miljard ultimo 2003
tot EUR 231,4 miljard ultimo 2004.
Winst en baten• Het bedrijfsresultaat was 3,0% lager. Dit
werd veroorzaakt door de teruggang bij de
BU Noord-Amerika waar het bedrijfsresultaat
met EUR 703 miljoen daalde als gevolg
van de lagere hypotheekbaten en de
waardevermindering van de Amerikaanse
dollar. De aanzienlijke daling van de
BU Noord-Amerika werd echter bijna
volledig goedgemaakt door de sterke groei
van de BU Private Clients, de BU New
Growth Markets, Bouwfonds, de BU Asset
Management en Group Functions
• De totale baten vertoonden een geringe
daling van 0,3% tot EUR 18,7 miljard.
Gecorrigeerd voor de hypotheekbaten in
Noord-Amerika in 2003 en 2004 was sprake
van een stijging van 4,6%. Exclusief de
hierboven genoemde verkooptransacties,
waren de totale baten 5,3% hoger
– Het rentesaldo daalde licht. De lagere
rentebaten van Wholesale Clients werden
grotendeels gecompenseerd door de
hogere rentebaten van de BU Brazilië, de
BU Private Clients en Group Functions
– De opbrengsten uit effecten en
deelnemingen namen toe met EUR 300
miljoen, hoofdzakelijk als gevolg van de
verkoop van ons belang in Bank Austria en
van de verkoop van Executive Relocation
Company in Noord-Amerika (gezamenlijk
effect van EUR 188 miljoen)
– De provisies waren 6,4% hoger door
stijgingen in de BU’s Brazilië, Private Clients,
New Growth Markets, Asset Management
en Nederland
– De stijging van het resultaat uit financiële
transacties kan worden toegeschreven
aan het verbeterde resultaat van de
verschillende onderdelen van Wholesale
Clients, gesteund door hogere baten uit
klantrelaties, betere marktomstandigheden
en, voor wat betreft Private Equity, de
ABN AMRO in een oogopslag
Kerncijfers 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Totaal baten 19.793 18.793 18.280
Bedrijfslasten 13.687 12.585 13.148 Bedrijfsresultaat 6.106 6.208 5.132 Waardeveranderingen van vorderingen 653 1.274 1.695
Waardeveranderingen van financiële vaste activa 2 16 49 Bedrijfsresultaat voor belastingen 5.451 4.918 3.388
•1_200960_JV_NED.indd 10•1_200960_JV_NED.indd 10 24-03-2005 11:04:5324-03-2005 11:04:53
11
verkoop van meer participaties en lagere
afwaarderingen
– De overige baten namen af met EUR 875
miljoen, hoofdzakelijk door de lagere
hypotheekinkomsten van de BU Noord-
Amerika
• Door de combinatie van iets lagere baten en
hogere bedrijfslasten liep de efficiencyratio
licht op van 67,0% in 2003 tot 67,9% in 2004
(69,2% inclusief eenmalige posten).
Lasten• De bedrijfslasten namen toe met 1,1% van
EUR 12.585 miljoen in 2003 tot EUR 12.720
miljoen in 2004. De kostenverlagingen
in de BU’s Noord-Amerika en Nederland
wogen slechts gedeeltelijk op tegen de
kostenstijgingen in de andere BU’s. De
stijging was het grootst in de BU Brazilië als
gevolg van de integratie van Banco Sudameris
en de CAO-salarisverhogingen van 15,4%
en 8,5% per respectievelijk oktober 2003 en
oktober 2004
• De voorzieningen konden sterk worden
verlaagd dankzij de daling van het kredietrisico
in alle BU’s, met uitzondering van de BU New
Growth Markets en Bouwfonds. Vooral
Wholesale Clients en de BU Noord-Amerika
profiteerden van een verbetering van de
kwaliteit van hun kredietportefeuille, alsmede
van vrijval en na afboeking ontvangen posten
• De effectieve belastingdruk op groepsniveau
daalde van 30,6% in 2003 naar 25,9% in 2004.
Vooral in Wholesale Clients en de BU Brazilië
was de effectieve belastingdruk lager, terwijl
de verkoopopbrengst van Bank of Asia en
LeasePlan Corporation belastingvrij was.
ABN AMRO in een oogopslag
•1_200960_JV_NED.indd 11•1_200960_JV_NED.indd 11 24-03-2005 11:04:5424-03-2005 11:04:54
•1_200960_JV_NED.indd 12•1_200960_JV_NED.indd 12 24-03-2005 11:04:5524-03-2005 11:04:55
13
Belangrijke gebeurtenissen in 2004
Januari• Overeenstemming wordt bereikt over de
verkoop van onze Professional Brokerage unit in de Verenigde Staten, nadat in december 2003 reeds een principeakkoord was gesloten
Februari• Tijdens de presentatie van de jaarcijfers
wordt het voornemen tot intrekking van de Nederlandse preferente aandelen bekendgemaakt
• Aankondiging van het voornemen om het belang in Bank of Asia af te stoten
Maart• ABN AMRO maakt deelname aan de
Volvo Ocean Race bekend• A.A. Olijslager wordt voorgedragen
voor benoeming als lid van de Raad van Commissarissen
April• De verkoop van LeasePlan Corporation
aan een consortium onder leiding van de Volkswagen Groep wordt aangekondigd
Mei• ABN AMRO Asset Management besteedt
Investment Operations Services uit aan State Street Corporation
Juni• ABN AMRO onderschrijft, samen met
19 andere financiële instellingen, het VN Global Compact-rapport over de financiële sector
• Introductie van in ABN AMRO Yield Discovery Notes levert recordinleg op
Juli• ABN AMRO sluit een schriftelijke overeen-
komst met de Amerikaanse toezichthouder om het Anti Money Laundering programma voor de dollarclearingactiviteiten van haar kantoor in New York te verbeteren
Augustus• Het voornemen om de beursnotering in
Londen, Frankfurt, Hamburg, Düsseldorf, Zürich en Singapore te beëindigen wordt bekendgemaakt
September• Het corporate governance-beleid voor de
BU Asset Management wordt gepubliceerd• Het eerste duurzaamheidsverslag op
groepsniveau verschijnt. Hierin worden alle initiatieven die onze bedrijfsonderdelen wereldwijd op het gebied van duurzame ontwikkeling ondernemen, beschreven
Oktober• Bekendmaking van het voornemen om
het trustbedrijf aan Equity Trust en de binnenlandse custody-activiteiten aan Citigroup te verkopen
November• LaSalle Bank verkoopt Executive Relocation
Corporation, het bedrijfsonderdeel dat herplaatsers begeleidt, aan SIRVA Inc
• ABN AMRO Capital verricht met de acquisitie van Borstlap een belangrijke investering in het middensegment van de markt
December• Het synergieprogramma van Group Shared
Services wordt versneld en uitgebreid en de organisatiestructuur van de SBU Wholesale Clients aangepast. Hiervoor is een eenmalig bedrag van bruto EUR 790 miljoen ten laste van het resultaat gebracht
• Door brand moet het hoofdkantoor van LaSalle Bank in Chicago tijdelijk worden gesloten
• ABN AMRO Asset Management maakt de verkoop bekend van ABN AMRO Trust Services Company te Chicago aan The Principal Financial Group
ABN AMRO in een oogopslag
•1_200960_JV_NED.indd 13•1_200960_JV_NED.indd 13 24-03-2005 11:04:5924-03-2005 11:04:59
14
ABN AMRO behaalde over 2004 wederom
een zeer goed groepsresultaat. Het
bedrijfsresultaat van Brazilië, New Growth
Markets, Private Clients en Bouwfonds
verbeterde aanzienlijk, maar dit woog niet
volledig op tegen de lagere winstbijdrage
van Noord-Amerika, waar het resultaat werd
beïnvloed door de sterker dan verwachte
teruggang van de hypotheekmarkt. Nieuwe,
ingrijpende efficiencymaatregelen en
lagere voorzieningen dankzij een stringent
kredietbeheer vertaalden zich in een stijging
van de nettogroepswinst met 17,3%. Een
prestatie waar het management en de
medewerkers terecht trots op kunnen zijn.
Jaarrekening en dividendvoorstelDit jaarverslag bevat onder meer de
jaarrekening, die wij na controle door Ernst
& Young Accountants hebben goedgekeurd.
Wij stellen de aandeelhouders voor de
jaarrekening 2004 vast te stellen en de Raad
van Bestuur en de Raad van Commissarissen
decharge te verlenen voor respectievelijk
het gevoerde beleid en het uitgeoefende
toezicht. Bij vaststelling van de jaarrekening
en de winstverdeling ontvangen houders van
gewone aandelen een keuzedividend van
EUR 1,00 per gewoon aandeel van EUR 0,56.
Na aftrek van het vastgestelde interimdividend
van EUR 0,50 resteert een slotdividend van
EUR 0,50 per gewoon aandeel.
Samenstelling Raad van CommissarissenPer 29 april 2004 werd de heer A.A. Olijslager
als nieuw lid van de Raad van Commissarissen
benoemd voor een periode van vier jaar.
Mevrouw drs. T.A. Maas-de Brouwer werd per
dezelfde datum herbenoemd voor een nieuwe
termijn van vier jaar.
Ir. M.C. van Veen en prof. ir. W. Dik treden
per 28 april 2005 af als lid van de Raad van
Commissarissen. De heer Van Veen heeft de
leeftijdsgrens van 70 jaar bereikt. Hij is acht
jaar lid van onze Raad geweest, waarvan de
Raad van Commissarissen
laatste drie jaar als vice-voorzitter. Zijn inzicht
en ervaring zijn van grote waarde gebleken
voor onze Raad. De heer Dik treedt terug
omdat hij de maximale zittingsduur van twaalf
jaar heeft bereikt. Gedurende deze periode
heeft hij steeds zeer actief deelgenomen aan
onze vergaderingen en was hij een uiterst
gewaardeerd lid van onze Raad.
De Raad van Commissarissen doet aan de
aandeelhouders de voordracht tot benoeming
van de mr. R.F. van den Bergh en mr. A. Ruys
als nieuw lid, eveneens per 28 april 2005.
Beiden hebben de Nederlandse nationaliteit
en zijn na een geslaagde carrière in het
Nederlandse bedrijfsleven momenteel
respectievelijk voorzitter en CEO van VNU
nv en voorzitter van de Raad van Bestuur van
Heineken N.V. Daarnaast bekleden zij diverse
bestuurs- en adviesfuncties. De heer Van
den Bergh was bovendien tot 2004 lid van
de Raad van Advies van ABN AMRO. Wij zijn
ervan overtuigd dat de heren Van den Bergh
en Ruys een uiterst waardevolle versterking
van onze Raad zullen vormen. Hun curriculum
vitae staat op pagina’s 188 en 189 van dit
jaarverslag.
De voordrachten en benoemingen zijn in
overeenstemming met de profielschets van
onze Raad die op de ABN AMRO internetsite
is geplaatst. De Centrale Ondernemingsraad
is in kennis gesteld van de vacatures en
voordrachten.
Door de bovengenoemde mutaties bestaat
de Raad van Commissarissen onveranderd
uit twaalf leden. Een overzicht van de
belangrijkste personalia van alle leden van de
Raad van Commissarissen is opgenomen op
pagina 187 van dit jaarverslag en is ook op de
internetsite www.abnamro.com geplaatst.
Mutaties in ABN AMRO topkaderGedurende 2004 heeft de Raad van Bestuur,
in nauwe samenwerking met de Raad van
Commissarissen, de organisatiestructuur
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 14•1_200960_JV_NED.indd 14 24-03-2005 11:05:0024-03-2005 11:05:00
15
van de groep grondig doorgelicht. Naar
aanleiding hiervan heeft de Raad van
Bestuur besloten de groepsstructuur op
een aantal punten te verfijnen, zodat de
bank goed wordt gepositioneerd om haar
strategische ambities te verwezenlijken.
Deze organisatorische aanpassingen en de
nieuwe groepsstructuur, zoals beschreven
in het Bericht van de Voorzitter, zijn door de
Raad van Commissarissen geëvalueerd en
goedgekeurd.
Naast bovenstaande veranderingen werd
tevens de compliance-functie op groepsniveau
versterkt. Hierdoor zal Compliance beter in
staat zijn om, ten behoeve van het hoger
kader, effectief en onafhankelijk toezicht uit
te oefenen op kernprocessen en daaraan
gerelateerd beleid en procedures die de
naleving van sectorspecifieke regelgeving en
gedragscodes (ethische normen, waarden en
business principles) moeten waarborgen.
Binnen ABN AMRO is het Compliance
Policy Committee verantwoordelijk voor de
wereldwijde coördinatie van compliance.
Het houdt toezicht op en neemt besluiten
over belangrijke initiatieven op dit gebied. De
commissie volgt tevens de activiteiten van
Group Compliance. De compliance-functie
binnen ABN AMRO wordt nader beschreven
op pagina’s 71 en 72 van dit jaarverslag.
De taakverdeling binnen de Raad van Bestuur
is als volgt:
• mr. R.W.J. Groenink
voorzitter, verantwoordelijk voor Group
Functions Compliance, Audit en Corporate
Development
• drs. T. de Swaan
Chief Financial Officer (CFO),
verantwoordelijk voor Group Functions
Risk Management, Finance en Legal
• H.Y. Scott-Barrett
Chief Operating Officer (COO),
verantwoordelijk voor Group Functions
Human Resources, Investor Relations en
Corporate Communications, alsmede voor
Transaction Banking Group en Group Shared
Services
• mr. J.Ch.L. Kuiper
BU Nederland, BU Noord-Amerika,
Bouwfonds en het segment Commercial
• mr. C.H.A. Collee
BU Brazilië, BU New Growth Markets,
BU Private Clients en het segment
Consumer
• drs. W.G. Jiskoot
SBU Wholesale Clients (waaronder Private
Equity) en BU Asset Management.
De aanpassing van de organisatie
heeft geleid tot een verschuiving van
verantwoordelijkheden. De nieuwe
organisatiestructuur is weergegeven op
pagina 190 tot en met 192 van dit jaarverslag.
De Raad van Bestuur heeft na overleg
met onze Raad Ann Cairns (Global Head,
Transaction Banking Group), David Cole (COO
Wholesale Clients – Services), Hill Hammock
(COO BU North America) en Erwin Mahne
(Group Risk Management) benoemd tot
Senior Executive Vice President (SEVP).
Als gevolg van deze benoemingen, alsmede
door organisatorische veranderingen en
uittreding, is het aantal SEVP’s met drie
gestegen tot 25.
Plenaire activiteitenDe Raad van Commissarissen heeft in de
verslagperiode zesmaal vergaderd, waarvan
vijf keer in Nederland en één keer op de
hoofdvestiging van ons Braziliaans bedrijf in
São Paulo. Deze laatste vergadering werd
gecombineerd met een gevarieerd informatief
programma. Doel hiervan was de leden
van onze Raad beter inzicht te geven in de
activiteiten van de bank in Brazilië, waar
ABN AMRO met 26.800 medewerkers en
bijna 2.000 vestigingen een toonaangevend
financieel dienstverlener is.
Alle zes vergaderingen werden plenair met
de voltallige Raad van Bestuur gehouden.
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 15•1_200960_JV_NED.indd 15 24-03-2005 11:05:0124-03-2005 11:05:01
16
Voorafgaand aan twee plenaire vergaderingen
kwam de Raad van Commissarissen in
besloten kring bijeen. Bij deze gelegenheden
werden de samenstelling en het functioneren
van zowel de eigen Raad als de Raad van
Bestuur, alsmede de honorering van de Raad
van Bestuur geëvalueerd.
De agenda voor de vergaderingen van de
Raad van Commissarissen werd opgesteld
door de voorzitter en vice-voorzitter van onze
Raad tezamen met de voorzitter van de Raad
van Bestuur. Tot de onderwerpen die met
regelmaat op de agenda stonden, behoorden
specifieke aspecten van de concernstrategie,
de geconsolideerde jaarrekening, de
krediet- en overige risico’s, de (S)BU-
prestatiecontracten, corporate governance en
de organisatiestructuur, het sociaal beleid en
klant- en dienstenstrategieën.
De concernstrategie en de specifieke
strategieën voor de verschillende
geografische markten en klantsegmenten,
alsmede de ontwikkelingen in de (S)BU’s
waren regelmatig terugkerende onderwerpen
van gesprek in het overleg tussen de Raad
van Commissarissen en de Raad van
Bestuur. Tijdens de jaarlijkse evaluatie van
de concernstrategie stemde de Raad van
Commissarissen in met het voornemen
van de Raad van Bestuur om de focus
op particuliere en zakelijke klanten in de
thuismarkten en in bepaalde groeimarkten
wereldwijd, op multinationale ondernemingen
met het zwaartepunt van hun activiteiten in
Europa en op vermogende particulieren te
versterken. Door de distributie van financiële
producten aan deze klantgroepen beoogt de
bank duurzame waarde te creëren voor haar
klanten.
De financiële resultaten van de bank werden
steeds uitvoerig besproken op de laatste
vergadering van onze Raad vóór publicatie
van de kwartaal-, halfjaar- en jaarcijfers.
Hierbij waren ook de verantwoordelijke senior
managers van de bank en interne en externe
accountants aanwezig. Voorafgaand aan deze
vergaderingen kwam het Audit Committee
bijeen. Deze commissie bracht vervolgens
advies uit aan de voltallige Raad van
Commissarissen omtrent de verantwoording
van de financiële resultaten. De uitgebreide
informatie die door de Raad van Bestuur
werd verschaft en door het Audit Committee
met ondersteuning van interne en externe
accountants werd getoetst, gaf onze Raad
duidelijk inzicht in de risico’s en resultaten
van de bank, alsmede in haar vermogens- en
liquiditeitspositie. Niet alleen in absolute
termen, maar ook relatief in verhouding tot
de overeengekomen doelstellingen en in
vergelijking met de peer group van de bank.
In de vergadering van januari 2004 besprak
de Raad van Commissarissen het Group
Performance Contract voor 2004. Dit
prestatiecontract, waarin de doelstellingen
voor het groepsresultaat zijn vastgelegd, werd
goedgekeurd. Tijdens de meivergadering
werd onze Raad uitvoerig bijgepraat door
vertegenwoordigers van de leiding van Group
Risk Management over de uitgangspunten
van en instrumenten voor het beheer van
krediet-, markt- en operationele risico’s.
De Raad van Commissarissen werd
ook regelmatig door de Raad van
Bestuur geïnformeerd over de status
van het onderzoek dat de Amerikaanse
toezichthouder instelde naar de naleving van
de klantacceptatie- en witwasprocedures
door het USD Clearing Centre van de bank
in New York. De Raad van Commissarissen
keurde het nieuwe compliance-beleid en de
compliance-organisatie van de bank goed.
Onze Raad boog zich ook over het
duurzaamheidsverslag van de bank en sprak
zijn waardering jegens de Raad van Bestuur
uit voor het zeer volledige en informatieve
verslag.
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 16•1_200960_JV_NED.indd 16 24-03-2005 11:05:0224-03-2005 11:05:02
17
De Raad van Bestuur informeerde onze Raad
regelmatig over voorgenomen wijzigingen
in de organisatiestructuur en de leiding van
de verschillende onderdelen van de bank,
alsmede over het personeelsbeleid. Bijzonder
aandachtspunt hierbij was het door Group
Human Resources (HR) ontwikkelde en
door de Raad van Bestuur goedgekeurde
Talent Management Action Plan. Tijdens de
vergadering van oktober wisselde de Raad
van gedachten over de verfijning van de
organisatie als gevolg van de aanscherping
van de concernstrategie. Een en ander is
reeds nader toegelicht onder ‘Mutaties in
ABN AMRO topkader’ in dit verslag.
Corporate governance is meerdere keren door
de Raad van Commissarissen besproken, in
het licht van ontwikkelingen in opvattingen
en wetgeving in binnen- en buitenland. De
definitieve Nederlandse corporate governance
code (bekend als de ‘Code Tabaksblat’)
werd op 9 december 2003 gepubliceerd en
is uitvoerig binnen onze Raad aan de orde
gesteld. Onze Raad kwam samen met de
Raad van Bestuur tot de conclusie dat door
ABN AMRO (en voorzover relevant door het
administratiekantoor voor de preferente
aandelen ABN AMRO) alle principes van de
code en 105 van de 109 (toepasselijke) best
practice bepalingen al worden toegepast of
in de toekomst zullen worden toegepast.
Corporate governance wordt nader toegelicht
in een apart hoofdstuk op pagina 22 tot en
met 27 van dit jaarverslag. Informatie over dit
onderwerp is ook op de internetsite van de
groep geplaatst.
In het hoofdstuk Corporate governance
wordt onder meer ingegaan op de redenen
voor het voorstel tot intrekking van de
preferente aandelen, dat door onze Raad in
de vergadering van maart werd goedgekeurd,
alsmede op het besluit om de leden van de
Raad van Commissarissen te benoemen
op basis van een niet-bindende voordracht.
Onze Raad stemde in met het idee om een
introductieprogramma voor nieuw benoemde
commissarissen op te zetten. Dit werd in de
praktijk toegepast bij de benoeming van de
heer A.A. Olijslager per 29 april 2004.
Tijdens een speciale bijeenkomst in januari
2005 is de Raad van Commissarissen
uitvoerig geïnformeerd over de International
Financial Reporting Standards en de gevolgen
daarvan voor de financiële verslaglegging door
ABN AMRO.
Audit CommitteeHet Audit Committee wordt door de Raad van
Commissarissen uit zijn midden benoemd.
Per 1 januari 2004 trad jhr. mr. A.A. Loudon af
als voorzitter en lid van het Audit Committee.
Hij werd als voorzitter opgevolgd door de
heer A.C. Martinez. De overige leden van
het Audit Committee zijn de heren Dik, Lord
Sharman of Redlynch en Van Veen. De leden
beschikken gezamenlijk en afzonderlijk over
de vereiste ervaring, financiële deskundigheid
en onafhankelijkheid om op de activiteiten, de
jaarrekening en het risicoprofiel van de bank
toezicht te kunnen uitoefenen.
Naast een aantal afzonderlijke bijeenkomsten
met de interne en externe accountants
van de bank, vergaderde de commissie
in 2004 vijf keer met de voorzitter van de
Raad van Bestuur en de CFO. Tijdens deze
vergaderingen kwamen de kwartaalcijfers
en de jaarcijfers, het jaarverslag, het externe
accountantsrapport en de management-letter
van de interne accountant, met inbegrip van
het bijbehorende commentaar van de Raad
van Bestuur, alsmede de gevolgen van de
Sarbanes-Oxley Act aan de orde en werden
aanbevelingen geformuleerd ten behoeve
van de voltallige Raad van Commissarissen.
Deze onderwerpen werden besproken
in aanwezigheid van interne en externe
accountants en vertegenwoordigers van
Group Finance.
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 17•1_200960_JV_NED.indd 17 24-03-2005 11:05:0324-03-2005 11:05:03
18
Ernst & Young bracht aan het Audit Committee
verslag uit over haar onafhankelijkheid,
in overeenstemming met de betreffende
regelgeving. Na evaluatie van de van
ABN AMRO ontvangen opdrachten
bevestigde Ernst & Young aan de commissie
dat deze opdrachten niet van invloed zijn
geweest op haar positie als onafhankelijk
accountant van ABN AMRO. De commissie
heeft de performance en de kwaliteitsnormen
van de externe accountant getoetst en haar
bevindingen en aanbevelingen gerapporteerd
aan de voltallige Raad van Commissarissen.
In het bijzijn van vertegenwoordigers van
de leiding van Group Risk Management
besprak de commissie het totale risicoprofiel
van de bank (kredietrisico, marktrisico,
grensoverschrijdend risico en operationeel
risico), de kwaliteit van de kredietportefeuille
en afzonderlijke grote posten en de
voorzieningen. Tevens werd tijdens enkele
bijeenkomsten aandacht besteed aan de
(mogelijke) juridische procedures waarin
ABN AMRO partij is.
Compliance was een bijzonder aandachtspunt
in 2004. Het Audit Committee werd op de
hoogte gehouden van de organisatie en
het beleid van de bank op dit gebied. Voorts
wisselde de commissie van gedachten over
de Top Letters van Group Audit, die een
beknopt overzicht van de door Group Audit
onderzochte operationele aspecten en interne
controlemaatregelen geven. De Top Letter
werd voor het eerst onafhankelijk van Ernst &
Young uitgebracht, conform de aangescherpte
voorschriften betreffende onafhankelijkheid.
Het Audit Committee is ook geïnformeerd
over de door de bank geboekte vooruitgang
bij de implementatie van artikel 404 van de
Sarbanes-Oxley Act. Bij die gelegenheid werd
aan de commissie bevestigd dat ABN AMRO
naar verwachting voor 30 september 2006
volledig aan artikel 404 van genoemde wet zal
voldoen. Ook de vorderingen bij de invoering
van het concept Bazel II Akkoord en de
derde Richtlijn inzake Kapitaaltoereikendheid
stonden op de agenda van de commissie.
De bank heeft voor alle risicocategorieën
gekozen voor toepassing van de meest
geavanceerde benadering volgens Bazel II en
zal naar verwachting vanaf januari 2006 aan de
betreffende eisen van Bazel II voldoen.
Ons klokkenluiderbeleid werd in 2004 van
kracht, maar in het verslagjaar zijn geen
zaken in het kader van dit beleid gemeld.
Het Audit Committee is dienovereenkomstig
geïnformeerd.
Nomination & Compensation CommitteeDe samenstelling van het Nomination &
Compensation (N&C) Committee is sinds
29 april 2003 niet gewijzigd. De commissie
bestaat uit de heren Loudon (voorzitter) en
Burgmans, mevrouw Maas-de Brouwer en
de heer Van Veen. De SEVP verantwoordelijk
voor Group HR trad als secretaris op.
Diverse voorstellen werden voorbereid voor
bespreking in de Raad van Commissarissen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur werd
uitgenodigd om met de commissie relevante
zaken als de samenstelling en de honorering
van de Raad van Bestuur te bespreken.
Het N&C Committee vergaderde in 2004 vijf
keer. Daarnaast kwamen de voorzitter en de
secretaris van de commissie diverse keren
bijeen met de externe beloningsadviseur
Towers Perrin. Evenals in voorgaande jaren
heeft deze firma, die ABN AMRO adviseert
over het beloningsbeleid op het niveau van
de Raad van Bestuur, de commissie voorzien
van informatie uit de markt en professioneel
advies gegeven over marktconforme
beloningsinstrumenten, best practices en te
verwachten ontwikkelingen. Deze diensten
worden aan de commissie verleend onder
een afzonderlijke regeling en staan los van
andere adviesdiensten die Towers Perrin aan
ABN AMRO verstrekt.
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 18•1_200960_JV_NED.indd 18 24-03-2005 11:05:0424-03-2005 11:05:04
19
Het beloningspakket van de Raad van Bestuur
bleef in 2004 in overeenstemming met het
beleid dat begin 2001 van kracht werd. Aan dit
beloningsbeleid liggen twee basisprincipes
ten grondslag. In de eerste plaats moet
het beloningspakket concurrerend zijn,
zodat deskundige en ervaren bestuurders
geworven kunnen worden, zowel intern
als extern, en ook voor de bank behouden
kunnen blijven. Ten tweede moet voor alle
beloningselementen, met uitzondering van
het basissalaris, de nadruk sterk liggen op
het behaalde resultaat versus ambitieuze
doelstellingen op de korte en de langere
termijn. Nadere bijzonderheden van het
beloningspakket in 2004 zijn opgenomen in de
toelichting op de jaarrekening (punt 42 vanaf
pagina 158).
In overeenstemming met de verklaring
van de Raad van Commissarissen aan
de aandeelhouders in 2003 legt de Raad
van Commissarissen wijzigingen in de
aandelengerelateerde beloningselementen
ter goedkeuring voor aan de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders. In 2004
werd de aandeelhouders om goedkeuring
gevraagd voor een wijziging in de
prestatiecriteria voor de in 2004 toegekende
aandelenopties, alsmede voor de invoering
van een Regeling Uitgestelde Bonus die
in 2005 in werking treedt met betrekking
tot de bonussen over 2004. De Algemene
Vergadering van Aandeelhouders keurde
beide voorstellen goed.
Arbeidsovereenkomst bestuurdersDe Nederlandse corporate governance code,
die in december 2003 werd gepubliceerd,
werd met ingang van het boekjaar 2004
van kracht. ABN AMRO besloot de code zo
snel mogelijk toe te passen en gaf in een
speciaal supplement bij het jaarverslag 2003
een uitvoerig overzicht van de corporate
governance binnen de bank conform de
bepalingen van de code.
De code heeft onder meer gevolgen voor
de relatie werkgever-werknemer en het
beloningspakket van leden van de Raad van
Bestuur. ABN AMRO past de principes en
bijna alle best practice bepalingen van de code
toe.
Het N&C Committee en de Raad van
Commissarissen kwamen overeen de
bestaande arbeidsovereenkomst van
de leden van de Raad van Bestuur te
handhaven. Hoewel de best practice bepaling
aanbeveelt bestuurders voor een periode
van maximaal vier jaar te (her)benoemen,
werd besloten dit niet toe te passen op
zittende leden van de Raad van Bestuur
die in overeenstemming met de destijds
van toepassing zijnde bepalingen voor
onbepaalde duur zijn benoemd. Een ander
element dat in de arbeidsovereenkomst
van de huidige leden niet wordt aangepast,
betreft de afvloeiingsregeling. De Raad
van Commissarissen is wel voornemens
de regeling te interpreteren volgens de
betreffende best practice bepaling van
de code. Wanneer nieuwe leden tot de
Raad van Bestuur toetreden, zal in hun
arbeidsovereenkomst een afvloeiingsregeling
worden opgenomen die deze bepaling in
beginsel weerspiegelt.
De code bevat ook een best practice bepaling
met betrekking tot het voorzitterschap van
de remuneratiecommissie, in het geval van
ABN AMRO het N&C Committee. Op dit
moment is de heer Loudon voorzitter van deze
commissie. Hij is echter tevens voorzitter van
de Raad van Commissarissen. Hoewel dit niet
in overeenstemming is met de aanbeveling
van de code, heeft ABN AMRO besloten
dat dit dubbele voorzitterschap door een en
dezelfde persoon kan worden vervuld. Dit
besluit geeft uitdrukking aan de waardevolle,
coördinerende rol die de voorzitter van de
Raad van Commissarissen speelt, met name
bij het selectie- en benoemingsproces voor
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 19•1_200960_JV_NED.indd 19 24-03-2005 11:05:0424-03-2005 11:05:04
20
leden van de Raad van Commissarissen en
Raad van Bestuur.
Toekomstig beloningspakketHet N&C Committee heeft de structuur
van het bestaande beloningspakket
geëvalueerd, waarbij met name is gekeken
naar de aandelengerelateerde regelingen
en het evenwicht in het pakket. Hoewel het
beloningspakket aansluit bij wat vergelijkbare
bedrijven bieden, namelijk andere grote
Nederlandse ondernemingen en andere
Europese banken, zijn er twee aspecten
die de commissie zorgen baren. Het eerste
punt van zorg betreft de effectiviteit van de
optieregeling. Daarnaast vraagt de commissie
zich af of het beloningspakket van de Raad
van Bestuur wel evenwichtig is en het accent
niet te sterk op de instrumenten op langere
termijn ligt. Voorts is de commissie van
mening dat het effectiever – en bovendien
meer marktconform – is om een zwaarder
gewicht toe te kennen aan die prestatiecriteria
waarop de leden van de Raad van Bestuur een
directere invloed kunnen uitoefenen.
Op grond van de bovenstaande overwegingen
besloot het N&C Committee een voorstel uit
te werken voor aanpassing van het pakket,
zonder dat hierdoor de totale verwachte
waarde zou toenemen, afgezien van mogelijke
toekomstige verhogingen in lijn met normale
marktbewegingen. Alvorens het definitieve
voorstel te presenteren zocht de commissie
contact met een aantal grootaandeelhouders
om de beoogde aanpassing toe te lichten en
de mening van aandeelhouders te peilen.
Van alle benaderde aandeelhouders werden
positieve reacties ontvangen, waarna de
commissie besloot het onderstaande voorstel
in te dienen. De voorgestelde wijzigingen
zullen, onder voorbehoud van goedkeuring
door de aandeelhouders, met ingang van 2005
van kracht worden.
Voor 2005 worden in het kort de volgende
wijzigingen voorgesteld:
• het basissalaris wordt verhoogd van
EUR 635.292 naar EUR 650.000 voor de leden
van de Raad van Bestuur en van EUR 889.410
naar EUR 910.000 voor de voorzitter
• de jaarlijkse bonus bedraagt 100% van het
basissalaris als de prestatiedoelstellingen
worden gehaald
• de instrumenten op lange termijn bestaan
uit het ABN AMRO Share Investment and
Matching Plan en het Performance Share
Plan (PSP). Aandelenopties maken hiervan
niet langer deel uit. Het PSP wordt vanaf
2005 voor de helft gebaseerd op de relatieve
performance qua totaal rendement voor
aandeelhouders. In de bestaande peer
group die dient als vergelijkingsbasis en in
de voorwaarden voor toekenning komt geen
verandering. Voor de andere helft wordt
het PSP gekoppeld aan het gemiddelde
rendement op eigen vermogen dat de bank
realiseert over de meetperiode, die wordt
gehandhaafd op vier jaar. De verwachte
waarde van de instrumenten op lange termijn
zal uitkomen in de buurt van 100% van het
basissalaris.
OpvolgingsplanningHet N&C Committee en de Raad van
Commissarissen hebben ook de opvolgings-
planning van leden van de Raad van
Bestuur besproken. Hierbij zijn de huidige
samenstelling van de Raad van Bestuur, de
toekomstige behoefte aan opvolgers, het
intern beschikbare talent met het potentieel
om door te groeien naar de Raad van Bestuur
en het noodzakelijke ontwikkelingstraject voor
potentiële opvolgers uitvoerig geanalyseerd.
De leden van het N&C Committee zullen zich
de komende tijd verder verdiepen in mogelijke
kandidaten. De opvolgingsplanning voor de
Raad van Bestuur zal jaarlijks aan de orde
worden gesteld.
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 20•1_200960_JV_NED.indd 20 24-03-2005 11:05:0524-03-2005 11:05:05
21
Contacten met Centrale OndernemingsraadIn overeenstemming met het convenant dat
in 2003 met de Centrale Ondernemingsraad
(COR) werd gesloten, hebben de drie
commissarissen die de contacten met de
COR over Nederlandse aangelegenheden
onderhouden, namelijk de heren Van Veen
en Dik en mevrouw drs. L.S. Groenman,
bij toerbeurt vijf vergaderingen van de
COR bijgewoond. Voorts had de voorzitter
van onze Raad constructief overleg
met vertegenwoordigers van de COR
over de samenstelling van de Raad van
Commissarissen en de voordracht van twee
nieuwe leden. In november 2004 vond er een
gezamenlijke bijeenkomst van de COR, de
Raad van Bestuur en vier Nederlandse leden
van de Raad van Commissarissen plaats, met
als thema de offshoring en outsourcing van
activiteiten die niet tot het kernbedrijf van
de bank behoren. Deze bijeenkomst leverde
een wezenlijke bijdrage aan de voortgaande
dialoog over een onderwerp dat voor de
toekomst van de bank van groot belang is.
Amsterdam, 17 maart 2005
Raad van Commissarissen
Raad van Commissarissen
•1_200960_JV_NED.indd 21•1_200960_JV_NED.indd 21 24-03-2005 11:05:0624-03-2005 11:05:06
22
ABN AMRO beschouwt corporate governance
als de wijze waarop de relaties tussen Raad
van Bestuur, Raad van Commissarissen
en haar aandeelhouders zijn geregeld.
Voor ABN AMRO is een goede corporate
governance van cruciaal belang om haar
strategische doelstelling te verwezenlijken,
namelijk duurzame waardecreatie op
lange termijn voor alle belanghebbenden:
aandeelhouders, klanten, medewerkers en
de samenleving. Met het oog op een goede
corporate governance is gekozen voor een
bestuursmodel dat ondernemerschap door
de Raad van Bestuur en het toezicht door
de Raad van Commissarissen namens alle
aandeelhouders bevordert. Integriteit en
transparantie zijn de hoofdkenmerken van
corporate governance binnen ABN AMRO,
evenals van onze totale bedrijfsvoering.
Corporate governance in NederlandDe Nederlandse corporate governance
code werd op 1 januari 2004 van kracht.
Ondernemingen moeten derhalve in het
jaarverslag 2004 voor de eerste keer formeel
verantwoording afleggen over hun corporate
governance-structuur en toepassing van de
code. Gezien het grote belang dat ABN AMRO
hecht aan een transparante corporate
governance-structuur, besloten wij echter
een jaar eerder dan vereist duidelijkheid over
de toepassing van de code te verschaffen
door middel van een corporate governance-
supplement bij het jaarverslag 2003. Onze
toepassing van de code werd ook tijdens
de jaarlijkse Algemene Vergadering van
Aandeelhouders van 29 april 2004 besproken
met de aandeelhouders.
Het corporate governance-supplement 2004
wordt dit jaar niet in drukvorm gepubliceerd,
maar is wel op onze internetsite geplaatst.
Tot ons genoegen kunnen wij u meedelen dat
door ABN AMRO (en voorzover relevant door
het hierna vermelde administratiekantoor)
de principes en de 109 van toepassing zijnde
Corporate governance
best practice bepalingen van de code al
worden toegepast of in de toekomst zullen
worden toegepast, met uitzondering van best
practice bepalingen II.1.1, II.2.7, III.5.11 en
IV.1.1. Wij zijn nog altijd van mening dat het in
het belang van ABN AMRO en haar diverse
belanghebbenden is om in deze specifieke
gevallen best practices toe te passen die
afwijken van de bepalingen in de code.
Hoewel onze redenen voor deze afwijkingen
in essentie niet zijn gewijzigd, is omwille van
de duidelijkheid onderstaand de toelichting
opnieuw opgenomen.
Best practice bepaling II.1.1:
Een bestuurder wordt benoemd voor een
periode van maximaal vier jaar. Herbenoeming
kan telkens voor een periode van maximaal
vier jaar plaatsvinden.
• De huidige leden van de Raad van Bestuur
van ABN AMRO zijn in overeenstemming
met de op het moment van hun benoeming
geldende wettelijke verplichtingen voor
onbepaalde duur benoemd. ABN AMRO
zal deze best practice bepaling van de code
toepassen indien en wanneer nieuwe leden
tot de Raad van Bestuur worden benoemd.
Best practice bepaling II.2.7:
De maximale vergoeding bij onvrijwillig
ontslag bedraagt eenmaal het jaarsalaris
(het ‘vaste’ deel van de bezoldiging). Indien
voor een bestuurder die in zijn eerste
benoemingstermijn wordt ontslagen, het
maximum van eenmaal het jaarsalaris
kennelijk onredelijk is, komt deze bestuurder
in aanmerking voor een ontslagvergoeding van
maximaal tweemaal het jaarsalaris.
• De arbeidsovereenkomst van de huidige
leden van de Raad van Bestuur van
ABN AMRO (d.w.z. per 1 januari 2004)
zal niet worden gewijzigd. De Raad van
Commissarissen is wel voornemens de
afvloeiingsregeling zoals opgenomen in de
arbeidsovereenkomst van de huidige leden
van de Raad van Bestuur te interpreteren in
overeenstemming met deze best practice
Corporate governance
•1_200960_JV_NED.indd 22•1_200960_JV_NED.indd 22 24-03-2005 11:05:0624-03-2005 11:05:06
23
bepaling. Wanneer nieuwe leden tot de
Raad van Bestuur toetreden, zal in hun
arbeidsovereenkomst een afvloeiingsregeling
worden opgenomen die deze bepaling in
beginsel weerspiegelt.
Best practice bepaling III.5.11:
Het voorzitterschap van de remuneratie-
commissie wordt niet vervuld door de
voorzitter van de raad van commissarissen,
noch door een voormalig bestuurder van de
vennootschap, noch door een commissaris die
bij een andere beursgenoteerde vennootschap
bestuurder is.
• Zoals beschreven in de toelichting bij best
practice bepaling III.5.1 heeft ABN AMRO
ervoor gekozen de in de code genoemde
remuneratiecommissie en selectie- en
benoemingscommissie te combineren in
het N&C Committee. Aangezien ABN AMRO
grote waarde hecht aan de coördinerende
rol van de voorzitter van de Raad van
Commissarissen, met name voor wat betreft
de selectie en voordracht van kandidaten
voor benoeming als lid van de Raad van
Commissarissen of Raad van Bestuur, zal de
voorzitter van de Raad van Commissarissen
het voorzitterschap van het N&C Committee
blijven vervullen.
Best practice bepaling IV.1.1:
De algemene vergadering van aandeelhouders
van een niet-structuurvennootschap kan een
besluit tot het ontnemen van het bindende
karakter aan een voordracht tot benoeming
van een bestuurder of commissaris en/of
een besluit tot ontslag van een bestuurder
of commissaris nemen bij volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
Aan deze meerderheid kan de eis worden
gesteld dat zij een bepaald gedeelte van
het geplaatste kapitaal vertegenwoordigt,
welk deel niet hoger dan een derde wordt
gesteld. Indien dit gedeelte ter vergadering
niet is vertegenwoordigd, maar een volstrekte
meerderheid van de uitgebrachte stemmen
het besluit tot het ontnemen van het bindende
karakter aan de voordracht of tot het ontslag
steunt, dan kan in een nieuwe vergadering
die wordt bijeengeroepen het besluit bij
volstrekte meerderheid van stemmen worden
genomen, onafhankelijk van het op deze
vergadering vertegenwoordigde gedeelte van
het kapitaal.
• De Raad van Commissarissen van
ABN AMRO heeft voorlopig besloten niet-
bindende voordrachten tot benoeming van
zijn leden te doen. Dit houdt in dat voor de
benoeming van een kandidaat tot lid van
de Raad van Commissarissen of Raad van
Bestuur, indien dit geschiedt op basis van
een niet-bindende voordracht, een absolute
meerderheid in de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders vereist is. In dit geval past
ABN AMRO dus deze best practice bepaling
toe. In geval van een bindende voordracht van
een kandidaat voor benoeming tot lid van de
Raad van Bestuur, kan het bindende karakter
daarvan door de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders worden opgeheven door
middel van een besluit dat met tweederde van
de uitgebrachte stemmen die meer dan 50%
van de economische waarde van het kapitaal
vertegenwoordigen, wordt goedgekeurd.
Voor de benoeming van vervolgens (door de
aandeelhouders) voorgedragen kandidaten
is dezelfde meerderheid vereist zoals
hierboven is aangegeven. Ontslag van leden
van de Raad van Bestuur en de Raad van
Commissarissen geschiedt volgens de in
de statuten beschreven procedure. Deze
procedure voorziet in situaties waarin (i) de
Raad van Commissarissen de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders voorstelt
een lid van de Raad van Bestuur of de Raad
van Commissarissen te ontslaan of (ii) het
voorstel tot ontslag van een lid van de Raad
van Bestuur of de Raad van Commissarissen
wordt voorgelegd op initiatief van aandeel-
houders. In de eerste situatie is een absolute
meerderheid in de Algemene Vergadering van
Aandeelhouders vereist en past ABN AMRO
deze best practice bepaling toe. In de tweede
situatie wil ABN AMRO tevens de in haar
Corporate governance
•1_200960_JV_NED.indd 23•1_200960_JV_NED.indd 23 24-03-2005 11:05:0724-03-2005 11:05:07
24
statuten vastgelegde procedures volgen en
geldt derhalve de eis van een tweederde
meerderheid van de uitgebrachte stemmen,
die meer dan 50% van de economische
waarde van het kapitaal vertegenwoordigen.
ABN AMRO hecht grote betekenis aan het
creëren van aandeelhouderswaarde op de
lange termijn. Continuïteit in het bestuur van
de vennootschap is dan ook van essentieel
belang. Om deze reden zal ABN AMRO de
procedures voor de voordracht tot benoeming
als lid van de Raad van Commissarissen en
Raad van Bestuur en voor het ontslag van
leden van beide Raden handhaven.
Corporate governance in de Verenigde StatenABN AMRO is geregistreerd bij de
Amerikaanse Securities and Exchange
Commission en staat genoteerd aan de
New York Stock Exchange. Onze bank is
dan ook onderworpen aan de Amerikaanse
effectenwetgeving, waaronder de
Sarbanes-Oxley Act en bepaalde corporate
governance-regelingen van de New York Stock
Exchange. In de Sarbanes-Oxley Act staat
de integriteit van bestuurders, accountants
en medewerkers centraal. Volgens deze wet
en regelingen moeten beursgenoteerde
ondernemingen een audit committee hebben
dat is samengesteld uit onafhankelijke leden.
Voorts bevorderen de wet en de regelingen
de onafhankelijkheid van de externe
accountant door het verbod om naast de
accountantscontrole bepaalde andere, niet
aan de controletaak gerelateerde diensten
aan de bank te verlenen. Toezicht en corporate
governance voldeden bij ABN AMRO reeds
in alle opzichten aan de Sarbanes-Oxley Act,
zowel naar de geest als naar de letter.
Na de inwerkingtreding van de Sarbanes-
Oxley Act heeft ABN AMRO een Disclosure
Committee ingesteld. Hiermee zijn de
reeds bestaande functies en disciplines die
verantwoordelijk zijn voor de nauwkeurigheid
en volledigheid van gepubliceerde gegevens,
geformaliseerd. In deze commissie hebben
zitting de Principal Accounting Officer
(voorzitter), de hoofden van Group Legal &
Compliance, Investor Relations, Group Audit
en Group Risk Management Reporting,
alsmede desgewenst vertegenwoordigers van
andere bedrijfsonderdelen.
Op grond van artikel 404 van de Sarbanes-
Oxley Act is het bestuur verplicht jaarlijks
verslag uit te brengen over de mate waarin
de opzet en de effectiviteit van de interne
controleorganisatie en -procedures toereikend
zijn, zodat een redelijke mate van zekerheid
wordt verschaft over de betrouwbaarheid van
de jaarrekening. Het interne controlerapport
moet door de externe accountant van
ABN AMRO bekrachtigd worden. Het rapport
zal voor de eerste keer met ons jaarverslag
2006 uitgebracht worden.
ABN AMRO onderkent dat belanghebbenden
duidelijk inzicht moet worden geboden in de
mate waarin de bank de relevante corporate
governance-voorschriften toepast. In dit
verband verwijzen wij naar het overzicht op
pagina 183 tot en met 186 van dit jaarverslag.
Dit overzicht vergelijkt op hoofdpunten de
Nederlandse en Amerikaanse corporate
governance-regelingen. De informatie in
het overzicht is niet volledig; als gevolg
van verschillen in corporate governance-
structuur kan niet in alle gevallen naar
corresponderende bepalingen verwezen
worden.
Rol van aandeelhoudersABN AMRO Holding N.V. (de ‘Holding’)
en ABN AMRO Bank N.V. (de ‘Bank’)
zijn naamloze vennootschappen volgens
Nederlands recht. Hoewel de Holding het
structuurregime conform artikel 2 : 152 tot
en met 164 van het Burgerlijk Wetboek
in 2003 heeft verlaten, past de Bank op
vrijwillige basis nog altijd het volledig
structuurregime toe. De Bank zal echter het
verzwakt structuurregime gaan toepassen.
Corporate governance
•1_200960_JV_NED.indd 24•1_200960_JV_NED.indd 24 24-03-2005 11:05:0824-03-2005 11:05:08
25
Dit houdt in dat de Raad van Bestuur en de
Raad van Commissarissen van de Bank door
haar aandeelhouder (de Holding) worden
benoemd.
ABN AMRO stelt zich op het standpunt
dat het bestuursmodel transparant en in
overeenstemming met internationale normen
moet zijn. Op grond hiervan werd besloten
de constructie van preferente aandelen met
een beschermingsfunctie af te schaffen. De
oude (certificaten van) preferente aandelen
werden per 30 september 2004 ingetrokken
en nieuwe (certificaten van) preferente
aandelen zonder beschermingsfunctie werden
uitgegeven. De herstructurering van de
preferente aandelen werd goedgekeurd door
de Buitengewone Algemene Vergadering van
Aandeelhouders die op 25 augustus 2004
werd gehouden. Tijdens deze vergadering
stemden de aandeelhouders tevens in met
een dienovereenkomstige wijziging van de
statuten van de Holding.
De nieuwe certificaten van preferente
aandelen zijn niet-beursgenoteerd
en worden beheerd door de Stichting
Administratiekantoor Preferente
Financieringsaandelen ABN AMRO Holding
(het ‘administratiekantoor’). De Stichting
Administratiekantoor ABN AMRO Holding die
de oude certificaten van preferente aandelen
hield, is per 31 december 2004 ontbonden.
In tegenstelling tot de oude structuur
worden de aan de nieuwe preferente
aandelen verbonden stemrechten, ondanks
het feit dat deze formeel berusten bij het
administratiekantoor, in de praktijk door
de certificaathouders uitgeoefend. Het
administratiekantoor zal immers onder
alle omstandigheden stemvolmachten
verstrekken aan de certificaathouders en het
stemrecht niet uitoefenen. Het stemrecht
dat aan certificaathouders toekomt, wordt
berekend op basis van het kapitaalbelang
van de (certificaten van) preferente
aandelen in verhouding tot de waarde van
de gewone aandelen. Stemrechten op
preferente aandelen die bij volmacht aan
een certificaathouder zijn verstrekt, komen
overeen met het bedrag van de in het bezit
van de certificaathouder zijnde certificaten
ten opzichte van de slotkoers van het gewoon
aandeel op Euronext Amsterdam op de
laatste beursdag in de maand voorafgaand
aan de bijeenroeping van de aandeelhouders-
vergadering.
Het administratiekantoor houdt preferente
aandelen die op basis van het nominale
uitstaande aandelenkapitaal per 31 december
2004 100% van het totale kapitaal
vertegenwoordigen, maar het feitelijke
stemrecht dat op de (certificaten van)
preferente aandelen kan worden uitgeoefend
bedraagt op basis van de slotkoers per
31 december 2004 ongeveer 2,3% van het
totale geplaatste kapitaal.
Op 1 oktober 2004 trad een wet in werking
waarbij Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek
werd gewijzigd. Zo zijn onder meer de
bevoegdheden van aandeelhouders verruimd.
Vooruitlopend op de goedkeuring van de
definitieve tekst van het wetsvoorstel werden
de statuten van de Holding reeds in 2003
aangepast. Aandeelhouders kregen het recht
onderwerpen op de agenda van de aandeel-
houdersvergadering te doen plaatsen, mits
zij ten minste 1% van het aandelenkapitaal
in economische zin vertegenwoordigen.
In het kader van de vergroting van hun
invloed kan aan de aandeelhouders van
de Holding het recht worden toegekend
om belangrijke besluiten die de identiteit
en het karakter van de onderneming
veranderen, en het beloningsbeleid voor
de Raad van Bestuur goed te keuren. Wij
zullen onze aandeelhouders voorstellen
op de jaarlijkse Algemene Vergadering van
Aandeelhouders in 2005 de statuten van de
Holding in overeenstemming met de wet te
wijzigen. Ook de statuten van de Bank zullen
Corporate governance
•1_200960_JV_NED.indd 25•1_200960_JV_NED.indd 25 24-03-2005 11:05:0924-03-2005 11:05:09
26
in overeenstemming met de wet worden
gebracht.
Raad van CommissarissenKandidaten voor (her)benoeming als lid van de
Raad van Commissarissen moeten voldoen
aan de profielschets, die is opgenomen in het
Reglement van de Raad van Commissarissen
van de Holding. Om de onafhankelijkheid van
de Raad van Commissarissen te waarborgen
worden de in de Nederlandse corporate
governance code aangegeven criteria
toegepast. Zo mogen commissarissen geen
specifieke belangen vertegenwoordigen.
Als een belang van een lid van de Raad van
Commissarissen strijdig is met het belang
van de onderneming, moet de voorzitter
van de Raad van Commissarissen hiervan
in kennis worden gesteld. Bijzonderheden
over de bezoldiging van de leden van de Raad
van Commissarissen zijn opgenomen op
pagina’s 167 en 168 van dit jaarverslag.
De Raad van Commissarissen van ABN AMRO
telde per 29 april 2004 twaalf leden. De leden
worden benoemd voor een termijn van vier
jaar en herbenoeming is mogelijk tot een
maximale zittingsduur van twaalf jaar, met
inachtneming van de leeftijdsgrens van 70 jaar.
Zoals beschreven in het verslag van de Raad
van Commissarissen zullen op grond van deze
criteria de heren Dik en Van Veen aftreden als
lid van de Raad van Commissarissen. Voor hen
zijn twee opvolgers voorgedragen.
De Raad benoemt uit zijn midden een
voorzitter en vice-voorzitter, alsmede een
Audit Committee van minimaal vier leden en
een N&C Committee van minimaal drie leden.
De leden van het Audit Committee worden
benoemd voor een termijn van vier jaar. Het
Reglement van de Raad van Commissarissen
van de Holding is herzien als uitvloeisel van
de herijking van de ondernemingsstructuur
van de Holding op basis van de Nederlandse
corporate governance code. Het Reglement
en de uitgebreide curricula vitae van de
commissarissen liggen ter inzage ten
kantore van de vennootschap en staan ook
op de ABN AMRO internetsite. De curricula
vitae van nieuwe leden van de Raad van
Commissarissen worden tevens opgenomen
in het jaarverslag van de Holding dat verschijnt
in het jaar waarin zij worden benoemd. De
samenstelling van zowel de Raad van Bestuur
als de Raad van Commissarissen van de
Holding en de Bank is identiek.
Het Audit Committee bespreekt de kwartaal-
en jaarcijfers, het jaarverslag ten behoeve
van de Raad van Commissarissen, het
accountantsrapport en de management-
letter van de accountant en brengt
daaromtrent advies uit. De commissie
toetst ook regelmatig het totale risicoprofiel,
de kwaliteit van de kredietportefeuille
en afzonderlijke grote posten. Daarnaast
evalueert de commissie regelmatig de
grondslagen voor verslaglegging, de interne
accountantsfunctie, het ABN AMRO Audit
Charter en interne controlemaatregelen
en -mechanismen. Andere onderwerpen
die in het Audit Committee aan de orde
komen, betreffen het risicobeheerbeleid,
juridische procedures en acquisities. In
overeenstemming met het ABN AMRO Audit
Charter is er een directe rapportagelijn van het
hoofd Group Audit naar de voorzitter van het
Audit Committee.
De onafhankelijkheid van de accountant
heeft de bijzondere aandacht van het
Audit Committee. Dit evalueert formeel de
onafhankelijkheid van de externe accountant,
de maatstaven voor de kwaliteitscontrole
van diens werkzaamheden en het jaarlijkse
accountantsbudget. Het beleid van het Audit
Committee inzake de onafhankelijkheid van
de externe accountant omvat regels voor
de benoeming en honorering van en het
toezicht op de externe accountant. Deze
wordt (her)benoemd door de Algemene
Vergadering van Aandeelhouders voor een
periode van vijf jaar, op advies van de Raad
Corporate governance
•1_200960_JV_NED.indd 26•1_200960_JV_NED.indd 26 24-03-2005 11:05:0924-03-2005 11:05:09
27
van Commissarissen. In het beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe accountant
is bepaald dat de externe accountant, met
het oog op zijn onafhankelijkheid, bepaalde
werkzaamheden die niet aan de controletaak
zijn gerelateerd, niet voor ABN AMRO mag
uitvoeren.
Het Audit Committee is verantwoordelijk voor
de preautorisatie van controleopdrachten
aan de externe accountant, daaraan
gerelateerde werkzaamheden en toegestane
niet daaraan gerelateerde diensten.
Hierbij weegt de commissie af of de
voorgenomen werkzaamheden of diensten de
onafhankelijkheid van de externe accountant
aantasten. Zowel het beleid inzake de
onafhankelijkheid van de externe accountant
als het beleid inzake preautorisatie van
werkzaamheden door externe accountants is
geplaatst op de ABN AMRO internetsite.
Het N&C Committee heeft onder meer
als taak de selectie en voordracht van
kandidaten voor benoeming tot de Raad van
Commissarissen en Raad van Bestuur voor
te bereiden en de beloning voor de leden
van de Raad van Bestuur te bepalen en ter
goedkeuring aan de Raad van Commissarissen
voor te leggen.
Raad van BestuurDe leden van de Raad van Bestuur besturen
gezamenlijk de vennootschap en zijn
verantwoordelijk voor de behaalde resultaten.
Voor alle besluiten van de Raad van Bestuur
zijn zij zowel gezamenlijk als afzonderlijk
verantwoording verschuldigd.
De voorzitter van de Raad van Bestuur
geeft leiding aan de Raad bij het algemene
bestuur van de vennootschap dat erop
is gericht de prestatiedoelstellingen en
ambities te verwezenlijken. Hij is het
belangrijkste aanspreekpunt voor de Raad van
Commissarissen. De Chief Financial Officer
is verantwoordelijk voor de financiële gang
van zaken van de vennootschap en de Chief
Operating Officer is belast met de verlening
van gedeelde producten en diensten (shared
services) aan BU’s alsmede met diverse
concernfuncties op het gebied van strategie
en performance management. De drie
overige leden van de Raad van Bestuur zijn elk
verantwoordelijk voor bepaalde commerciële
bedrijfsonderdelen.
De leiding van de (S)BU’s en Group Functions
is gedelegeerd aan Executive Committees,
die bestaan uit een of meer leden van de
Raad van Bestuur en een of meer SEVP’s
en Executive Vice Presidents. Naast deze
Executive Committees staat het Group
Business Team. Hierin zitten, naast de leden
van de Raad van Bestuur, acht SEVP’s.
Nadere informatie over corporate governance
is geplaatst op onze internetsite
www.abnamro.com.
Corporate governance
•1_200960_JV_NED.indd 27•1_200960_JV_NED.indd 27 24-03-2005 11:05:1024-03-2005 11:05:10
28
Concernstrategie
ABN AMRO is een internationale bank die
haar wortels in Europa heeft en zich vooral
richt op consumer banking en commercial
banking, in sterke mate ondersteund door
een internationaal wholesale banking-
bedrijf. Deze mix van activiteiten geeft ons
een concurrentievoordeel in de markten en
klantsegmenten waarin wij actief zijn. Onze
doelstelling is maximale waarde te creëren
voor onze klanten, en tegelijk ook voor onze
aandeelhouders als het ultieme bewijs van en
voorwaarde voor succes.
Vanuit deze basis werken wij aan de verdere
versterking en expansie van ons bedrijf. De
hierbij gevolgde strategie is gebaseerd op de
volgende vijf pijlers:
1 Het creëren van waarde voor onze klanten
door hun kwalitatief hoogwaardige financiële
oplossingen te bieden. Oplossingen die zo
goed mogelijk aansluiten bij hun huidige
behoeften en hun doelstellingen voor de lange
termijn
2 Een duidelijke focus op:
• particuliere en zakelijke klanten in onze
thuismarkten (Nederland, het Midden-Westen
van de Verenigde Staten en Brazilië) en in
bepaalde groeimarkten wereldwijd
• geselecteerde grote ondernemingen,
met de nadruk op Europa, en financiële
instellingen
• private banking-klanten
3 Ten behoeve van onze klanten een optimaal
gebruik maken van onze producten en de
capaciteiten van onze medewerkers
4 Het concernbreed delen van kennis en
ervaring en een optimale bedrijfsvoering
5 Het stimuleren van groei door de allocatie
van kapitaal en talent volgens de principes
van Managing for Value (MfV), het door ons
gehanteerde model voor waardecreërend
management.
Wij streven naar duurzame groei ten behoeve
van alle belanghebbenden bij onze bank:
klanten, aandeelhouders, medewerkers en de
samenleving. Ons duurzaamheidsbeleid wordt
nader toegelicht in het hoofdstuk ‘Duurzame
ontwikkeling’ vanaf pagina 93, alsmede in het
duurzaamheidsverslag dat tegelijk met dit
jaarverslag wordt gepubliceerd. Om duurzame
groei te verwezenlijken is het vermogen om
duurzame relaties op te bouwen, zowel intern
binnen de bank als extern met derden, van
essentieel belang.
Focus op de klantOnze klanten profiteren het meest van
de relatiegerichte marktbenadering via
onze verschillende (S)BU’s. Doordat wij
concernbreed klantgericht te werk gaan,
creëren wij waarde voor een breed spectrum
van klanten. In het particuliere segment
varieert ons klantenbestand van standaard
retail tot private banking (vermogende
particulieren) en in het zakelijke segment
van een groot aantal kleine bedrijven tot
een kleiner aantal grote multinationale
ondernemingen. Al deze klantgroepen
spelen een cruciale rol in onze strategie.
Het strategisch voordeel van onze specifieke
combinatie van klanten, producten en
geografische markten is evenwel het grootst
in het middensegment. Aan de particuliere
kant gaat het om de meer bemiddelde relaties
van de verschillende BU’s van Consumer
& Commercial Clients en een groot aantal
klanten van de BU Private Clients, terwijl het
aan de zakelijke kant in hoofdzaak een fors
aantal middelgrote tot grote ondernemingen
en financiële instellingen betreft. Deze
klanten hebben in de regel behoefte aan
een lokale relatiebeheerder, een uitgebreid
en concurrerend productenpakket, een
internationaal netwerk, een efficiënte
distributie en, voor wat betreft zakelijke
relaties, sectorkennis. Wij zijn een van de
weinige banken in de wereld die dit allemaal
in huis heeft en in veel gevallen zijn wij
ook de enige die dit kan bieden. Dankzij
de veelzijdigheid van onze activiteiten
kunnen wij onze voorsprong onder deze
klantgroepen handhaven. Om ons succes aan
de bovenkant van de zakelijke en particuliere
Concernstrategie
•1_200960_JV_NED.indd 28•1_200960_JV_NED.indd 28 24-03-2005 11:05:1124-03-2005 11:05:11
29
markt in de toekomst een vervolg te kunnen
geven, moeten wij wel investeren in de
kwaliteit van onze producten en in innovatie.
Bij de verbeterde of nieuwe producten
die uit deze investeringen voortkomen,
zijn uiteindelijk ook onze klanten in het
middensegment gebaat. Onze positie in
de standaard retailmarkt creëert daarbij
het draagvlak voor de investeringsuitgaven
in de benodigde infrastructuur, zoals
kantoren en informatietechnologie, en zorgt
bovendien voor aanwas van klanten in het
middensegment.
Onze groeistrategie is erop gericht om
te opereren vanuit de sterke positie van
ABN AMRO in het middensegment van de
markt en klanten in dit segment kwalitatief
hoogwaardige en innovatieve producten en
diensten te leveren, ongeacht vanuit welk
bedrijfsonderdeel deze producten en diensten
afkomstig zijn. Wij streven er hierbij steeds
naar om ons internationale productaanbod
en netwerk optimaal te benutten. Vaak doen
wij dit in combinatie met lokale merknamen
en hechte, lokale klantrelaties. Deze
benadering wordt kracht bijgezet door ons
global branding-concept, waarbij het groen-
gele ABN AMRO schild wordt gecombineerd
met sterke lokale merknamen en de nieuwe
merkregel ‘Meer mogelijk maken’. Goede
voorbeelden zijn LaSalle Bank in het Midden-
Westen van de Verenigde Staten en Banco
Real in Brazilië.
Wij streven ernaar onze toch al sterke
strategische positie verder uit te bouwen,
zowel door uitbreiding van het klantenbestand
in geselecteerde markten en segmenten,
als door gerichte investeringen in de
verbetering van onze productlijnen. Wat
betreft nieuwe markten speelt de BU New
Growth Markets met succes in op de
aantrekkelijke mogelijkheden die zich in
verschillende opkomende markten als Groot-
China en India voordoen. Onze belangen in
de Italiaanse banken Banca Antonveneta en
Capitalia hebben wij in 2004 gehandhaafd
op respectievelijk 12,7% en 9,0%. Het
aandeelhouderspact met Banca Antonveneta,
waaraan wij sinds 2002 deelnemen, zal na
afloop daarvan in april 2005 niet worden
verlengd. Voor wat betreft ons belang in Banca
Antonveneta, onderzoeken wij alternatieve
mogelijkheden.
De voordelen van ‘één bank’ benuttenOns vermogen waarde te creëren voor
klanten en aandeelhouders zal steeds
sterker afhankelijk worden van het delen van
kennis en ervaring binnen onze organisatie
en van een optimale bedrijfsvoering. Om
op concernniveau onze klanten in het
middensegment optimale producten en
diensten te kunnen bieden, hebben wij de
(S)BU-overschrijdende segmenten Consumer
(particulier) en Commercial (zakelijk) gevormd.
Deze twee segmenten hebben onder meer
tot taak om de toepassing van winnende
formules over de grenzen van de verschillende
landen heen te bevorderen en om kwalitatief
hoogwaardige oplossingen voor onze
verschillende klantgroepen uit te werken,
samen met Asset Management, Transaction
Banking Group, Wholesale Clients en andere
productafdelingen.
In haar verschillende markten heeft
ABN AMRO een sterke positie opgebouwd
in het internationale betalingsverkeer.
Om de mogelijke efficiencyvoordelen van
onze schaalgrootte effectiever te benutten
en een stijgend rendement te genereren
op de investeringen in deze productlijn,
hebben wij alle activiteiten die verspreid
over de hele wereld werden uitgevoerd ten
aanzien van productontwikkeling en -beheer,
gebundeld in een nieuwe, wereldwijd
opererende Transaction Banking-organisatie,
die rechtstreeks aan de Group COO gaat
rapporteren.
Concernstrategie
•1_200960_JV_NED.indd 29•1_200960_JV_NED.indd 29 24-03-2005 11:05:1224-03-2005 11:05:12
30
Wij willen daarnaast het eerste succes
van Group Shared Services, dat in januari
2004 werd opgezet, verder uitbouwen.
Dit concernonderdeel blijft zich richten op
het signaleren en realiseren van mogelijke
kostenbesparingen door verdere consolidatie
en standaardisatie dwars door de hele
organisatie heen. Group Shared Services
gaat ook nieuwe marktoplossingen
onderzoeken en implementeren. Doel
hiervan is te waarborgen dat alle (S)BU’s de
ondersteunende diensten krijgen die zij nodig
hebben om onze klanten op een zo efficiënt
mogelijke wijze nog betere producten en
diensten te bieden.
Nadruk op kernactiviteitenWij willen de beschikbare capaciteiten en
middelen effectiever inzetten op met name
die terreinen waar onze kracht ligt. In dit
kader hebben wij in 2004 besloten een
aantal bedrijfsonderdelen af te stoten, ofwel
omdat zij geen deel uitmaakten van onze
kernactiviteiten ofwel omdat de marktpositie
van deze activiteiten niet houdbaar bleek. Zo
werden LeasePlan Corporation in Nederland,
het belang van 80,77% in Bank of Asia
in Thailand, onze binnenlandse custody-
activiteiten in acht landen in Europa en
Azië, Executive Relocation Corporation in
de Verenigde Staten en onze Professional
Brokerage-activiteiten in de Verenigde Staten
verkocht. Daarnaast werden de diensten
van ABN AMRO Asset Management voor
fondsadministratie en investment operations
uitbesteed en maakten wij het voornemen
bekend om ABN AMRO Trust te verkopen.
Tegelijkertijd hebben wij gericht verdere
investeringen gedaan in de versterking van
ons kernbedrijf en onze positionering in
belangrijke groeimarkten. In Duitsland werd
bijvoorbeeld Bethmann Maffei overgenomen
en met Delbrück & Co samengevoegd. Met
deze nieuwe combinatie, die opereert onder
de naam Delbrück Bethmann Maffei, behoort
ABN AMRO in Duitsland tot de top 5 in private
banking.
SolvabiliteitOm de AA– credit rating van onze bank
te handhaven heeft verbetering van de
tier 1 ratio (de verhouding tussen het
kernvermogen en de naar risico gewogen
activa) onze voortdurende aandacht. Deze
ratio is verbeterd van 7,03% ultimo 2001 tot
8,57% ultimo 2004, terwijl de norm minimaal
4% is en ons streefniveau op 8,5% ligt.
In dezelfde periode is de core tier 1 ratio
(kernvermogen exclusief preferente aandelen)
toegenomen van 4,47% tot 6,39% bij een
doelstelling van 7,0%.
ABN AMRO is bezig haar strategische
positionering op zowel groepsniveau
als (S)BU-niveau af te stemmen op de
solvabiliteits richtlijnen van het concept
Bazel II Akkoord en de derde Richtlijn inzake
Kapitaaltoereikendheid. Voor kredietrisico’s
zal de bank de Advanced Internal Ratings
Based (AIRB) benadering toepassen en
voor operationele risico’s de Advanced
Measurement Approaches (AMA). Dit
wordt nader toegelicht onder ‘Bazel II en
economisch kapitaal’ vanaf pagina 97.
Prestatiedoelstellingen voor cyclus 2005-2008Wij hechten sterk aan een effectief gebruik
van het beschikbare kapitaal. Om dit
te onderstrepen zullen wij een nieuwe
doelstelling afgeven ten aanzien van het
rendement op eigen vermogen voor de
periode van vier jaar tot en met 2008. Voor
de vierjarige cyclus tot en met 2004 was ons
doel een positie qua totaal rendement voor
aandeelhouders in de top 5 van onze peer
group van twintig andere banken. Hierin zijn
wij niet geslaagd, maar het heeft wel ertoe
bijgedragen dat onze bank is veranderd in
een organisatie met een veel duidelijkere
focus en met een verhoogde interne
verantwoordelijkheids cultuur ten aanzien van
Concernstrategie
•1_200960_JV_NED.indd 30•1_200960_JV_NED.indd 30 24-03-2005 11:05:1224-03-2005 11:05:12
31
behaalde resultaten. Voor de komende vier
jaar houden wij dan ook vast aan onze ambitie
qua totaal rendement voor aandeelhouders
zoals die gold voor de net afgelopen cyclus,
naast de nieuwe doelstelling voor rendement
op eigen vermogen. Nadere bijzonderheden
over onze doelstelling voor het rendement op
eigen vermogen zullen tegelijk met de cijfers
over het eerste kwartaal bekend worden
gemaakt.
Managing for ValueDe MfV-principes zijn in de hele organisatie
ingevoerd. MfV is het instrument dat
ABN AMRO gebruikt voor de allocatie van de
beschikbare middelen aan die activiteiten die
op lange termijn de hoogste economische
winst (nettowinst na belastingen verminderd
met de naar risico gewogen kapitaalkosten)
genereren, en voor het meten van de
resultaten. Wij zullen voortbouwen op de
successen die MfV reeds heeft opgeleverd.
Een optimale allocatie van onze belangrijkste
activa (kapitaal en talent) aan die activiteiten
die de hoogste economische waarde
genereren, is onze primaire groeistimulans.
Concernstrategie
‘Meer mogelijk maken’
Begin februari 2005 presenteerde ABN AMRO voor het eerst in haar
bestaan een wereldwijde merkregel: ‘Making more possible’. In
Nederland wordt de vertaling ‘Meer mogelijk maken’ gehanteerd; er
is ook een Franse, Duitse en Portugese variant. Deze merkregel maakt
klanten, medewerkers en andere belanghebbenden in één oogopslag
duidelijk waar wij als bank voor staan. Het is een vervolg op de
rebranding-campagne van 2003, waarbij de grootste dochterbedrijven
van ABN AMRO het bekende groengele ABN AMRO logo overnamen.
Deze dochterbedrijven gaan thans ook de nieuwe merkregel gebruiken.
‘Making more possible’ geeft uitdrukking aan onze marktbenadering,
waarbij wij streven naar een partnership met de klant. Het benadrukt
ook de kracht van onze bank als één groep waarbinnen wereldwijd
dezelfde werkwijze wordt gehanteerd en dezelfde hoge kwaliteit van
dienstverlening wordt geboden. De merkregel zal de teamgeest onder
onze medewerkers verder versterken en ons helpen ons te concentreren
op onze gezamenlijke visie.
•1_200960_JV_NED.indd 31•1_200960_JV_NED.indd 31 24-03-2005 11:05:1324-03-2005 11:05:13
•1_200960_JV_NED.indd 32•1_200960_JV_NED.indd 32 24-03-2005 11:05:1424-03-2005 11:05:14
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 33•1_200960_JV_NED.indd 33 24-03-2005 11:05:1524-03-2005 11:05:15
34
De SBU Consumer & Commercial Clients
bedient bijna 20 miljoen particuliere
en zakelijke klanten en is vooral sterk
gepositioneerd onder meer bemiddelde
particulieren en het midden- en kleinbedrijf
(MKB). De activiteiten van Consumer
& Commercial Clients zijn vooral
geconcentreerd in onze thuismarkten
Nederland, het Midden-Westen van de
Verenigde Staten en Brazilië, waar wij
opereren onder gevestigde lokale namen
en werken met lokaal personeel. In 2004
hebben wij aan de verdere expansie van
Consumer & Commercial Clients gestalte
gegeven door initiatieven als de uitrol van
het Van Gogh Preferred Banking (VGPB)
concept voor relatiebeheer in Brazilië.
Dit concept, oorspronkelijk ontwikkeld
en geïmplementeerd binnen de BU New
Growth Markets, geeft meer bemiddelde
particulieren toegang tot zowel bancaire als
niet-bancaire producten en diensten van
superieure kwaliteit. VGPB-klanten kunnen
rekenen op persoonlijke service door een
vaste relatiebeheerder.
Consumer & Commercial Clients
Onze consumer en commercial banking-
activiteiten in nieuwe groeimarkten in Azië
en Europa maken eveneens deel uit van
Consumer & Commercial Clients. Ook
Bouwfonds, de dochteronderneming van
ABN AMRO voor projectontwikkeling en
vastgoedfinanciering, valt onder deze SBU.
In 2004 nam Consumer & Commercial
Clients van Wholesale Clients de
verantwoordelijkheid over voor de consumer
banking-activiteiten in Indonesië, Singapore,
Pakistan en de Verenigde Arabische Emiraten.
De strategische belangen in Capitalia en
Banca Antonveneta in Italië en Kereskedelmi
és Hitelbank in Hongarije werden over-
geheveld naar Group Functions. Dit komt ook
tot uitdrukking in de financiële resultaten.
Binnen Consumer & Commercial Clients
lopen diverse projecten waarbij kennis
wordt gedeeld teneinde schaalvoordelen en
synergiemogelijkheden te benutten. Hierdoor
zullen wij ons nog sterker op onze klanten
kunnen richten, met name op terreinen waar
wij al een concurrentievoordeel hebben. In
het zakelijke segment is dit het geval onder
Kernactiviteiten
Kerncijfers SBU Consumer & Commercial Clients
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 6.980 6.867 6.855
Provisie 1.763 1.531 1.652
Resultaten uit financiële transacties 173 242 226
Overige baten 1.359 1.946 1.566 Totaal baten 10.275 10.586 10.299 Bedrijfslasten 6.766 6.460 6.656 Bedrijfsresultaat 3.509 4.126 3.643 Waardeveranderingen van vorderingen 583 815 881
Waardeveranderingen van financiële vaste activa – 1 3 8 Bedrijfsresultaat voor belastingen 2.927 3.308 2.754 Belastingen 805 1.093 759
Belang van derden 50 27 21 Nettowinst 2.072 2.188 1.974 Balanstotaal 216.414 220.914 228.293
Naar risico gewogen activa 145.729 141.360 142.550
Aantal medewerkers (fte) 70.029 77.369 71.169
Aantal vestigingen 3.567 3.288 3.030
•1_200960_JV_NED.indd 34•1_200960_JV_NED.indd 34 24-03-2005 11:05:1924-03-2005 11:05:19
35
middelgrote en kleine ondernemingen, in
het particuliere segment betreft dit de meer
bemiddelde particulieren. Wij zullen deze
klantgroepen een breed pakket financiële
diensten bieden om een duurzame relatie met
hen op te bouwen en verder te ontwikkelen.
Nederland
De BU Nederland bediende 4,6 miljoen
particuliere klanten, ruim 350.000
MKB-relaties en ongeveer 3.000 grote
ondernemingen per 31 december 2004.
Door de omvang en diversiteit van haar
klantenbestand behoort ABN AMRO
tot de top van het Nederlandse
bankwezen. Wij bedienen onze klanten
via een distributienetwerk dat bestaat uit
78 advieskantoren, vijf Corporate Client
Units, 556 bankshops en 480 stand-alone
geldautomaten. Daarnaast maken wij ook
gebruik van vier geïntegreerde callcenters,
internet en mobiele kanalen.
Strategie, producten en dienstenDe ambitie van de BU Nederland is de
huisbankier van al haar klanten te worden.
Om deze ambitie waar te maken, streeft zij
naar een dienstverlening waarmee zij zich
in de markt duidelijk onderscheidt, die in
alle gevallen een persoonlijk karakter heeft
en die via elk distributiekanaal beschikbaar
is. De BU Nederland is met name sterk
gepositioneerd in de segmenten meer
bemiddelde particulieren en middelgrote
ondernemingen.
De BU Nederland is een volledig
geïntegreerde particuliere en zakelijke
bank die een breed assortiment financiële
producten en diensten aanbiedt, waaronder
ook door andere (S)BU’s ontwikkelde
producten. Daarnaast behoren, via
de joint venture met Delta Lloyd, ook
verzekeringsproducten tot ons pakket. Om
tegemoet te komen aan de behoeften van
specifieke doelgroepen zijn ook speciale
arrangementen op maat ontwikkeld.
Dankzij het multi-channel bedieningsconcept
kunnen onze klanten in Nederland 7 dagen
per week en 24 uur per dag bij ons terecht
voor een volledig pakket financiële
Kernactiviteiten
Kerncijfers BU Nederland
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 2.521 2.604 2.323
Provisie 632 579 650
Resultaat uit financiële transacties 35 24 26
Overige baten 13 137 109 Totaal baten 3.201 3.344 3.108 Bedrijfslasten 2.699 2.519 2.554 Bedrijfsresultaat 502 825 554 Waardeveranderingen van vorderingen 201 246 137
Waardeveranderingen van financiële vaste activa 0 2 8 Bedrijfsresultaat voor belastingen 301 577 409 Belastingen 94 159 135
Belang van derden 0 3 1 Nettowinst 207 415 273 Balanstotaal 85.660 84.150 93.570
Naar risico gewogen activa 55.692 52.634 54.223
Aantal medewerkers (fte) 19.846 21.417 23.156
Aantal vestigingen 662 666 689
•1_200960_JV_NED.indd 35•1_200960_JV_NED.indd 35 24-03-2005 11:05:2024-03-2005 11:05:20
36
diensten. In 2004 zijn diverse initiatieven
geïmplementeerd om de kwaliteit van de
diensten en hun toegankelijkheid voor
klanten te verbeteren. In november 2004
kwam ABN AMRO uit klanttevredenheids-
onderzoeken in Nederland als kwalitatief
beste aanbieder naar voren op het gebied
van internetbankieren en callcenters.
Daarnaast zijn wij in 2004 erin geslaagd de
klanttevredenheid in al onze klantsegmenten
te verhogen. Het aantal tevreden klanten
– klanten die ons een rapportcijfer van zes of
hoger geven – is in 2004 met 2% toegenomen
tot 89%. De sterkste stijging deed zich voor
in het MKB-segment, gevolgd door meer
bemiddelde particulieren waar de invoering
van preferred banking een positief effect had.
Resultaten in 2004De nettowinst van de BU Nederland
werd sterk beïnvloed door de herstructu-
reringskosten met betrekking tot Group
Shared Services in 2004 (EUR 287 miljoen,
met een effect van EUR 188 miljoen op
de nettowinst) en door twee incidentele
batenposten in 2003, namelijk de winst
van EUR 111 miljoen uit de verkoop van ons
verzekeringsbedrijf aan de joint venture met
Delta Lloyd en de vrijval van een rentereserve
van EUR 120 miljoen (nettowinst EUR 79
miljoen) als gevolg van de afwikkeling van
het Amstel securitisatieprogramma. Na
correctie voor deze drie posten vertoonden
de baten in 2004 een stijging van 2,8% tot
EUR 3.201 miljoen en steeg de nettowinst
fors met 75,6% tot EUR 395 miljoen. In de
onderstaande resultatenvergelijking is van de
aldus genormaliseerde cijfers uitgegaan.
Ondanks het zwakke economische klimaat in
Nederland namen de baten toe. De provisies
stegen met 9,2% tot EUR 632 miljoen,
hoofdzakelijk door hogere provisies op het
betalingsverkeer als gevolg van de invoering
van servicekosten in de tweede helft van
2004. Daarnaast werden de effectenprovisies
ondersteund door de geslaagde introductie
van onder meer de Yield Discovery Notes en
de GURU Note. De nettorentebaten waren
1,5% hoger op EUR 2.521 miljoen, waarbij de
volumegroei ruimschoots opwoog tegen de
verkrapping van de marges.
De BU Nederland zette de stringente
kostenbeheersing voort: de bedrijfslasten
namen af met 4,2% tot EUR 2.412 miljoen.
Door lagere pensioenlasten en een
vermindering van het aantal FTE’s daalden de
personeelskosten. Het aantal medewerkers
nam af met 1.571 FTE’s, vooral door de (in
2004 kostenneutrale) overheveling van het
European Payments Center, HR Services en
de ABN AMRO Academy naar Group Shared
Services. Door geringere IT-kosten liepen ook
de beheerskosten terug.
Kernactiviteiten
Recordinleg Yield Discovery Notes
Nederlandse particuliere beleggers hebben in 2004 ruim EUR 1 miljard
ingelegd in drie nieuwe Yield Discovery Notes van ABN AMRO. Hiermee
zijn deze Notes de meeste succesvolle introductie ooit van een ABN AMRO
beleggingsproduct voor de particuliere markt. Het is bovendien een goed
voorbeeld van samenwerking en synergie tussen BU’s.
De Yield Discovery Notes hebben de eerste paar jaar een vaste hoge
couponrente en in de daaropvolgende jaren een variabele couponrente die
kan oplopen tot 8%. Terugbetaling van de nominale waarde aan het einde
van de looptijd is gegarandeerd. De Yield Discovery Notes vormen onderdeel
van het ABN AMRO assortiment gestructureerde producten, waarbij de
beleggingen over sectoren wereldwijd worden gespreid. Dit is een nieuw
type beleggingsproducten dat door de afdeling Equity Derivatives van
Wholesale Clients speciaal voor de particuliere markt is ontwikkeld.
De notes worden in de dealing room van de bank samengesteld uit
aandelen, obligaties en derivaten. Oorspronkelijk waren deze producten
alleen beschikbaar voor institutionele beleggers. De producten zijn thans
vrij verhandelbaar op de beurs.
Het succes van de Yield Discovery Notes weerspiegelt de in het algemeen
voorzichtigere houding van particuliere beleggers. Particuliere beleggers
houden meer dan in het verleden hun risico’s graag strak in de hand.
Gestructureerde producten vormen hiervoor een uitstekend en betaalbaar
alternatief.
•1_200960_JV_NED.indd 36•1_200960_JV_NED.indd 36 24-03-2005 11:05:2124-03-2005 11:05:21
37
Het bedrijfsresultaat verbeterde met
EUR 195 miljoen tot EUR 789 miljoen en
de efficiencyratio met 5,6 procentpunt tot
75,4%. De voorzieningen werden verlaagd
met EUR 45 miljoen naar EUR 201 miljoen
ofwel 37 basispunten van de gemiddelde
naar risico gewogen activa. In de zakelijke
kredietportefeuille hoefden met name voor
het MKB-segment minder voorzieningen te
worden getroffen. De nettowinst ging sterk
omhoog met 75,6% tot EUR 395 miljoen.
Ambities voor 2005Versterking en verdieping van de relatie
met onze klanten blijft ook de komende
periode een speerpunt. Wij vertrouwen
erop dat wij hierin zullen slagen. Door het
productaanbod aan onze doelgroepen steeds
verder te verbeteren, stimuleren wij klanten
om ABN AMRO vaker als huisbankier te
gebruiken. In dit kader zullen wij transparante
dienstverleningsmodellen en specifieke
productpakketten ontwikkelen voor onze
doelgroepen MKB, meer bemiddelde
particulieren en Young Professionals.
Noord-Amerika
De BU Noord-Amerika opereert onder twee
merknamen: LaSalle Bank, waarvan het
hoofdkantoor zich in Chicago (Illinois) bevindt,
en Standard Federal Bank, gevestigd in Troy
(Michigan). Om onze groeiende aanwezigheid
in het Midden-Westen van de Verenigde
Staten te benadrukken en de kracht van één
merknaam te benutten, zal de naam Standard
Federal Bank in de loop van 2005 in LaSalle
Bank Midwest worden gewijzigd.
De BU Noord-Amerika bedient circa
3,1 miljoen particulieren, middelgrote
ondernemingen, kleine bedrijven, instellingen
en gemeentes. De dienstverlening aan
particuliere klanten vindt plaats vanuit
420 retailkantoren in drie staten en
aan zakelijke klanten vanuit Chicago en
Michigan alsmede vanuit veertien regionale
kantoren verspreid over de Verenigde
Staten. Sinds begin 2005 hanteren LaSalle
Bank en Standard Federal Bank de nieuwe
internationale merkregel van ABN AMRO
(‘Making more possible’). Deze merkregel
brengt tot uitdrukking dat de verschillende
BU’s wereldwijd nauw samenwerken om
Kernactiviteiten
Kerncijfers BU Noord-Amerika
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 2.266 2.377 2.616
Provisie 610 603 711
Resultaat uit financiële transacties 106 152 153
Overige baten 593 1.373 1.038 Totaal baten 3.575 4.505 4.518 Bedrijfslasten 2.092 2.258 2.307 Bedrijfsresultaat 1.483 2.247 2.211 Waardeveranderingen van vorderingen 105 306 477 Bedrijfsresultaat voor belastingen 1.378 1.941 1.734 Belastingen 429 674 604
Belang van derden 3 1 0 Nettowinst 946 1.266 1.130 Balanstotaal 73.444 82.997 95.383
Naar risico gewogen activa 53.734 55.263 61.669
Aantal medewerkers (fte) 17.159 19.356 18.680
Aantal vestigingen 428 425 426
•1_200960_JV_NED.indd 37•1_200960_JV_NED.indd 37 24-03-2005 11:05:2224-03-2005 11:05:22
38
voor elke klant kansen te creëren en te
benutten, zowel dicht bij huis als ver weg in
het buitenland.
ABN AMRO is de op één na grootste
buitenlandse bank in de Verenigde Staten.
Qua balanstotaal en toevertrouwde middelen
zijn wij de op één na grootste bank in Chicago
en omgeving en de nummer drie in Michigan.
Met een gecombineerd balanstotaal van meer
dan USD 100 miljard staan onze Amerikaanse
dochters op de Amerikaanse bankenranglijst
op de veertiende positie; op basis van
toevertrouwde middelen nemen wij eveneens
de veertiende plaats in.
Strategie, producten en dienstenIn de loop van 2004 zijn de activiteiten van
de BU Noord-Amerika gehergroepeerd in
drie strategische segmenten: Commercial
Banking, Specialty Finance en Personal
Financial Services. Doel hiervan was de focus
op en de dienstverlening aan klanten met een
aanzienlijk potentieel te versterken. Deze drie
segmenten werken nauw samen om klanten
naadloos op elkaar aansluitende diensten te
verlenen en operationele synergievoordelen
te realiseren. Daarnaast heeft de BU met de
ABN AMRO Mortgage Group een landelijk
opererend hypotheekbedrijf.
Het segment Commercial Banking richt
zich met totaaloplossingen vooral op het
middensegment van de zakelijke markt,
waarin het een zeer sterke positie heeft
opgebouwd. De aangeboden producten
omvatten kredietverlening, specifieke
sectorkennis, treasury management,
trustdiensten en vermogensbeheer. Wij
breiden ons geografisch werkterrein verder
uit door nieuwe regionale kantoren op
te zetten. In 2004 werden in Pittsburgh
(Pennsylvania), Kansas City (Missouri),
Boca Raton (Florida) en Norfolk (Connecticut)
zakelijke kantoren geopend.
Specialty Finance houdt zich bezig met de
financiering van commercieel vastgoed,
objectfinanciering, obligatieleningen,
gesyndiceerde kredietverlening en corporate
finance. De financiering van commercieel
vastgoed draagt voor circa 15% bij aan de
winst van de BU Noord-Amerika, terwijl wij
qua objectfinanciering in de Verenigde Staten
tot de top 5 behoren. De concurrentie op deze
terreinen wordt steeds feller. Wij hebben
echter het voordeel dat wij onze klanten
via het ABN AMRO netwerk internationale
bankdiensten kunnen aanbieden,
waaronder corporate banking, treasury,
handelsbemiddeling en valutahandel.
De dienstverlening aan particulieren en het
kleinbedrijf is ondergebracht in het segment
Personal Financial Services (PFS). Via
lokale kantoren, online banking en andere
elektronische kanalen bieden wij een volledig
assortiment van bank-, krediet-, hypotheek-,
beleggings- en verzekeringsproducten aan.
De Wealth Management Group ondersteunt
klantgroepen met een aanzienlijk potentieel
(vermogende bedrijfseigenaren, particulieren
en gezinnen) bij vermogensvorming,
vermogensbehoud en nalatenschapsplanning.
De BU Noord-Amerika is in heel de Verenigde
Staten ook actief in woninghypotheken,
broker/dealer-diensten en de financiering
en leasing van bedrijfsuitrusting. De
ABN AMRO Mortgage Group is binnen
de Amerikaanse hypotheekmarkt een
Kernactiviteiten
‘Meer mogelijk maken’
In december 2004 werd het hoofdkantoor van de BU Noord-Amerika
in Chicago na een brand tijdelijk gesloten. Voor de 3.000 medewerkers
van LaSalle Bank Corporation moest direct een andere werkplek
worden gevonden. Het merendeel van hen kon worden ondergebracht
in de ABN AMRO Plaza toren en de lokale kantoren van LaSalle Bank.
Voor de andere collega’s werd alternatieve huisvesting gevonden bij een
van onze klanten. Dit geeft een speciale betekenis aan onze merkregel
‘Meer mogelijk maken’.
•1_200960_JV_NED.indd 38•1_200960_JV_NED.indd 38 24-03-2005 11:05:2324-03-2005 11:05:23
39
gevestigde speler. In 2004 werd voor
USD 56,5 miljard (EUR 41,4 miljard) aan
nieuwe woninghypotheken verkocht. De
MSR-portefeuille (beheer van bestaande
hypotheken / mortgage servicing rights) van
de ABN AMRO Mortgage Group bedroeg ruim
USD 200 miljard (EUR 147 miljard).
Resultaten in 2004Gecorrigeerd voor de onderstaande
incidentele posten nam de nettowinst
van de BU Noord-Amerika af net 25,5%
tot EUR 943 miljoen, hoofdzakelijk door
de sterker dan verwachte terugval van de
hypotheekactiviteiten. De Amerikaanse dollar
daalde in 2004 ten opzichte van de euro
gemiddeld 8,7% in waarde.
De vergelijking van de resultaten is voor
een aantal incidentele posten gecorrigeerd,
waaronder de verkoop van Executive
Relocation Company (opbrengst EUR 73
miljoen en nettowinst EUR 43 miljoen) en
herstructureringskosten (effect van EUR 61
miljoen op de bedrijfslasten en EUR 40
miljoen op de nettowinst).
De baten van de BU Noord-Amerika daalden
in 2004 met 22,3%. De aanhoudende
batengroei uit de commercial banking-
activiteiten en de gunstige resultaten uit het
balansbeheer leidden tot een stijging van de
niet aan hypotheken gerelateerde baten met
5,8%. Dit was echter niet voldoende om de
lagere inkomsten uit het hypotheekbedrijf
volledig goed te maken. De terugval van de
hypotheekbaten met 66,9% was voornamelijk
het gevolg van de scherpe daling van de
inkomsten uit de verkoop van nieuwe
hypotheken, hetgeen vervolgens weer de
concurrentie vergrootte zodat de marges op
nieuwe hypotheken verder omlaaggingen.
De hypotheekbaten vertegenwoordigden
10,4% van de totale baten in 2004 tegenover
27,1% in 2003.
De bedrijfslasten bleven stabiel dankzij
een goede kostenbeheersing in alle
bedrijfsonderdelen. Door de teruggang in
hypotheekactiviteiten daalde het aantal FTE’s
met 2.197 ofwel 11,4%.
Het bedrijfsresultaat van de BU Noord-
Amerika daalde, zoals verwacht, met 34,5%
en de efficiencyratio nam licht toe tot 58,0%.
Exclusief aan hypotheken gerelateerde
activiteiten liet het bedrijfsresultaat een
stijging van 25,7% zien.
Dankzij de verbeterde kwaliteit van de
zakelijke kredietportefeuille werden
de voorzieningen verlaagd van 51 naar
18 basispunten van de gemiddelde naar
risico gewogen activa. Deze daling was
voor 21 van de 33 basispunten afkomstig
van de ongekend grote omvang van na
Kernactiviteiten
Recordomzet in securitisatie
De Global Securitisation Trust Services groep van LaSalle Bank verleent
administratieve en trusteediensten ten behoeve van emittenten van
mortgage-backed en asset-backed securities (effecten met hypothecaire
leningen en andere effecten als onderliggende waarde). Ultimo 2004
traden wij op als trustee van securitisatieprogramma’s tot een bedrag van
meer dan USD 800 miljard wereldwijd.
Wij zijn onveranderd een vooraanstaande trustee van gesecuritiseerde
bedrijfsleningen (Collateralised Debt Obligations / CDO), een markt
waar de concurrentie steeds groter wordt. In 2004 verleenden wij
trusteediensten voor transacties tot een totaalbedrag van USD 23 miljard.
Met een marktaandeel van 22% stonden wij op een tweede positie op de
wereldranglijst van CDO trustees.
Voor het tiende achtereenvolgende jaar waren wij in de Verenigde
Staten de grootste trustee van commercial mortgage-backed securities
programma’s.
Om de mogelijkheden voor verdere internationale groei te benutten
hebben wij in 2004 in Mexico City een unit opgezet die een breed
assortiment trustproducten aanbiedt.
•1_200960_JV_NED.indd 39•1_200960_JV_NED.indd 39 24-03-2005 11:05:2424-03-2005 11:05:24
•1_200960_JV_NED.indd 40•1_200960_JV_NED.indd 40 24-03-2005 11:05:2624-03-2005 11:05:26
41
afboeking ontvangen bedragen in de zakelijke
kredietportefeuille.
De onderliggende groei van commercial
banking en retail banking, de goede
kostenbeheersing en het lage voorzieningen-
niveau boden slechts gedeeltelijke
compensatie voor de sterke terugval van
de hypotheekbaten. Hierdoor kwam de
nettowinst EUR 323 miljoen lager uit.
Ambities voor 2005In 2005 zullen wij ons onverminderd sterk
maken voor een uitmuntende dienstverlening
aan onze klanten, over de gehele linie
van onze bedrijfsactiviteiten. Bij elk
klantcontact, ongeacht of dit persoonlijk,
online of telefonisch is, zullen wij steeds
proberen tijdig en efficiënt aan de wensen
en behoeften van onze klanten te voldoen.
Wij streven immers naar hechte, duurzame
en op vertrouwen gebaseerde klantrelaties.
Via deze aanpak, die een goede afspiegeling
is van de klantgerichte cultuur binnen onze
bank, kunnen wij ons onderscheiden in een
markt waar de concurrentie steeds heviger
wordt.
Om deze doelstelling in het PFS-segment
te helpen realiseren hebben wij onlangs
een nieuw verkoop- en bedieningsconcept
geïmplementeerd. Dit concept is gebaseerd
op samenwerking tussen enerzijds de
medewerkers op de kantoren en anderzijds
een specialistische verkooporganisatie. In de
nieuwe opzet worden de kantoren voor een
groot deel ontlast van verkoopactiviteiten
die specialistische kennis vereisen, zodat
hun medewerkers zich volledig kunnen
richten op de verkoop van basisproducten
en de dienstverlening aan klanten. De
specialistische verkooporganisatie richt zich
op oplossingen die buiten het standaard
productaanbod vallen. Overigens vormt voor
beide partijen, met inbegrip van hun PFS-
partners, het voorzien in de behoeften van
klanten en niet het verkopen van producten
het uitgangspunt. Met dit nieuwe concept
krijgen PFS en het kantorennet de beschikking
over de noodzakelijke specialistische middelen
om onze gemeenschappelijke doelstellingen
te verwezenlijken: nieuwe klanten aantrekken,
bestaande klanten behouden en een
uitstekende service verlenen.
Brazilië
ABN AMRO is in Brazilië een toonaangevende
financiële dienstverlener en opereert in
deze markt onder de merknaam ABN AMRO
Real als een universele bank die een breed
klantenbestand specifiek op hun behoeften
toegesneden particuliere en zakelijke
producten aanbiedt.
In oktober 2003 versterkte ABN AMRO haar
positie in de Braziliaanse markt aanzienlijk
door Banco Sudameris over te nemen.
Deze bank is sterk vertegenwoordigd in het
zuidoosten van Brazilië, dat goed is voor
circa 56% van het bruto binnenlands product
van het land. Dankzij deze acquisitie was
ABN AMRO per 31 december 2004 de op
drie na grootste particuliere bank van Brazilië
op basis van toevertrouwde middelen en
kredietverlening en de op vier na grootste
gemeten naar balanstotaal. Met de overname
van Banco Sudameris verwierf ABN AMRO
een goed gespreid netwerk van 294 kantoren
en kreeg zij toegang tot 700.000 klanten,
waaronder een selecte groep vermogende
particulieren. De acquisitie ondersteunde de
strategie van de bank in het topsegment van
de particuliere markt.
De distributiecapaciteit in Brazilië onderging
een snelle expansie: van 1.539 kantoren en
minikantoren in december 2000 naar 1.890 in
december 2004.
Strategie, producten en dienstenOns streven is om in zowel het particuliere als
het zakelijke segment tot de meest efficiënte
particuliere banken van Brazilië te behoren.
De gestage toename van het balanstotaal
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 41•1_200960_JV_NED.indd 41 24-03-2005 11:05:2924-03-2005 11:05:29
42
en het sterke bedrijfsresultaat verzekeren
ons van een solide positie in de Braziliaanse
markt en bieden een uitstekend uitgangspunt
voor verdere groei van de retail banking- en
commercial banking-activiteiten. Onder de
merknaam Aymoré Financiamentos zijn wij
ook in het segment autofinanciering een
vooraanstaande speler.
In 2004 hebben wij een project uitgevoerd
om de voordelen van (S)BU-overschrijdende
samenwerking te vergroten. Door de dienst-
verlening aan klanten van Consumer &
Commercial Clients en Wholesale Clients
te integreren wordt de beschikbare
sectorkennis beter benut en ontstaat
er één productplatform en -organisatie.
Daarnaast hebben wij, om ons effectiever
op onze waardeketen te kunnen richten,
onze organisatiestructuur aangepast
en ondersteunende functies als HR
gecentraliseerd. Deze aanpassingen
zullen zich op de middellange tot lange
termijn vertalen in een stijging van de
baten en bovendien ertoe bijdragen dat
de tevredenheid van onze klanten verder
toeneemt.
Klanttevredenheid is de hoeksteen van een
succesvolle relatie met de klant. Verhoging
van die klanttevredenheid heeft daarom
onze voortdurende aandacht. In een klant-
tevredenheids onderzoek dat in december
2004 werd gehouden, deden wij het met een
score van 78% aan tevreden klanten (waarvan
40% zeer tevreden was) voor het vierde
achtereenvolgende jaar beter. Om gerichter op
de behoeften en verwachtingen van klanten te
kunnen inspelen en een beter productaanbod
in de markt te kunnen zetten, hebben wij
ons klantenbestand gesegmenteerd naar
kenmerken en behoeften. De ontwikkeling,
aanpassing en distributie van producten en
diensten op basis van de behoeften van onze
klanten is een continu proces.
In 2004 hebben wij onze distributiekanalen
verder gemoderniseerd en geïntegreerd.
Ook is de beveiliging van transacties via
internetbankieren verbeterd. Onze klanten
kunnen thans via meerdere distributiekanalen
(internet, callcenters of kantoren) dezelfde
producten en diensten betrekken. Tijdens het
zesde International Call Center Management
congres werd ABN AMRO Real uitgeroepen
Kernactiviteiten
Kerncijfers BU Brazilië
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 1.514 1.304 1.385
Provisie 317 214 175
Resultaat uit financiële transacties 8 44 30
Overige baten 160 132 146 Totaal baten 1.999 1.694 1.736 Bedrijfslasten 1.298 1.071 1.199 Bedrijfsresultaat 701 623 537 Waardeveranderingen van vorderingen 226 258 193 Bedrijfsresultaat voor belastingen 475 365 344 Belastingen 147 147 – 57
Belang van derden 42 12 10 Nettowinst 286 206 391
Balanstotaal 13.886 12.329 7.878
Naar risico gewogen activa 9.300 7.819 5.955
Aantal medewerkers (fte) 26.800 28.160 21.954
Aantal vestigingen 2.331 1.970 1.696
•1_200960_JV_NED.indd 42•1_200960_JV_NED.indd 42 24-03-2005 11:05:3124-03-2005 11:05:31
43
tot ‘Best Call Center Manager – 2004’ en
‘Best Brazilian Contact Center – 2004’.
Resultaten in 2004De economische stabiliteit en de
vooruitzichten in Brazilië zijn de afgelopen
twee jaar enorm verbeterd. Ondersteund
door de gedaalde rente en de exportgroei
vertoont de binnenlandse economische
bedrijvigheid sinds medio 2003 een opgaande
lijn. Het restrictieve monetaire beleid heeft
bovendien ervoor gezorgd dat de inflatie in
de richting van het officiële streefniveau van
5,1% is teruggedrongen. Het landenrisico is
verminderd doordat de Braziliaanse regering
vasthoudt aan budgettaire en monetaire
beleidsdiscipline. In 2004 is het Braziliaanse
BBP met 5,2% gegroeid, terwijl voor 2005
een groei van 3,5% wordt voorzien. Dit
weerspiegelt de groeivertraging van de
wereldeconomie. Om capaciteitsuitbreiding
te financieren, zullen de bedrijfsuitgaven
naar verwachting toenemen, hetgeen zich zal
vertalen in nieuwe werkgelegenheid en een
duurzaam hoger niveau van de consumptieve
vraag.
Deze ontwikkeling van het macro-
economische klimaat heeft, via goede
rentemarges en een gezonde kredietgroei,
positief uitgewerkt voor financiële instellingen
en vertaalde zich ook bij de BU Brazilië in
betere resultaten, ondanks het feit dat de
Braziliaanse real tegenover de euro met
gemiddeld 4,4% in waarde daalde.
De baten namen met 18,0% toe dankzij
een stijging van de rentebaten en de
provisies. Deze ontwikkeling is met
name positief gezien de daling van de
gemiddelde Braziliaanse nominale rente
(SELIC) met circa 700 basispunten ten
opzichte van 2003. Banco Sudameris (in
2004 voor het eerst volledig geconsolideerd
tegenover slechts twee maanden in 2003)
leverde een aanzienlijke bijdrage aan deze
batenstijging. Daarnaast was de autonome
groei zeer sterk door een robuuste
kredietvraag, zodat onze kredietportefeuille
met 25,1% groeide.
De bedrijfslasten namen toe met 21,2%,
als gevolg van de volledige consolidatie van
Banco Sudameris, integratiekosten en hogere
personeelskosten. De personeelskosten
gingen omhoog door de invoering van een
nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst,
waardoor de salarissen per oktober 2003
met 15,4% werden verhoogd en met nog
eens 8,5% per oktober 2004. Het aantal
FTE’s daalde met 4,8% als uitvloeisel van de
integratie van Banco Sudameris.
Het bedrijfsresultaat steeg met 12,5%
en de efficiencyratio liep op van 63,2%
in 2003 naar 64,9% in 2004. Dit resultaat
is zeer bevredigend in het licht van het
gecombineerde effect van de CAO-gebonden
Kernactiviteiten
Van Gogh Preferred Banking
In 2004 werd Van Gogh Preferred Banking (VGPB) in Brazilië
geïntroduceerd. VGBP is een relatiebeheerconcept voor meer bemiddelde
particulieren, zelfstandige beroepen en bedrijfseigenaren. Het concept
geeft deze doelgroepen toegang tot zowel bancaire als niet-bancaire
producten en diensten van superieure kwaliteit.
De introductie van VGPB ging in februari 2004 van start in drie kantoren in
Porto Alegre in het zuiden van Brazilië. In maart werd een begin gemaakt
met de landelijke uitrol in São Paulo, Rio de Janeiro en Belo Horizonte.
De kantoren in Uberlandia en Natal volgden in juni, die in Brasilia, Recife,
Curitiba, São Jose dos Campos en Juiz de Fora in september. In december
was het concept inmiddels ook geïntroduceerd in Florianopolis, Goiania
en Vitoria.
VGPB is in 2004 geïntroduceerd bij 66% van de meer bemiddelde relaties
van ABN AMRO Real. Dit houdt in dat circa 267.000 klanten naar het
nieuwe bedieningsconcept zijn gemigreerd en dat 55 kantoren zijn
aangepast. Nog belangrijker is dat de resultaten in regio’s waar VGPB al
ingevoerd is, beter zijn dan die in regio’s waar dit nog niet het geval is.
Het VGPB-concept wordt ondersteund door een innovatieve aanpak, niet
alleen bij productontwikkeling maar ook bij de kantoorinrichting.
•1_200960_JV_NED.indd 43•1_200960_JV_NED.indd 43 24-03-2005 11:05:3124-03-2005 11:05:31
44
stijging van de personeelskosten in 2004, de
integratiekosten van Banco Sudameris en het
negatieve effect van lagere inflatie en lagere
rentetarieven op de baten.
De voorzieningen daalden van 394 basis-
punten van de gemiddelde naar risico
gewogen activa naar een historisch laagtepunt
van 260 basispunten. Dankzij de verbetering
van het macro-economische klimaat nam
het insolventiepercentage in alle segmenten
van de kredietportefeuille aanzienlijk af. Deze
ontwikkeling werd nog verder versterkt door
de verbetering van de systemen voor credit
scoring en de incassoprocedure.
De effectieve belastingdruk nam af van 40,3%
tot 30,9% door de lagere belastingen op de in
het buitenland aangehouden dollarportefeuille
omdat de Braziliaanse real in 2004 minder
in waarde steeg ten opzichte van de
Amerikaanse dollar dan in 2003.
Dankzij batengroei, in combinatie met
kostenbeheersing, lagere voorzieningen en
een lagere effectieve belastingdruk, steeg de
nettowinst met 38,8% tot EUR 286 miljoen.
Ambities voor 2005Onze primaire doelstelling voor 2005 is
de potentiële voordelen van de recente
uitbreiding van ons Braziliaans bedrijf
te realiseren. Wij zullen ons in dit kader
concentreren op verbetering van de efficiency
en beheersing van de kosten. Banco
Sudameris opereert sinds oktober 2004
volledig onder de ABN AMRO vlag. Zoals
wij eind 2003 bij de acquisitie al aangaven,
zullen de synergievoordelen van circa BRL
300 miljoen (ongeveer EUR 80 miljoen) naar
verwachting in de loop van 2005 worden
gerealiseerd. Onze aandacht zal verder
onverminderd uitgaan naar verhoging van
de klanttevredenheid en klantentrouw.
Om dit te bereiken, zullen wij onze
producten en diensten verder afstemmen
op de behoeften van de verschillende
klantsegmenten. Voor het topsegment van
de particuliere markt zal het klantgerichte
Van Gogh Preferred Banking concept verder
worden uitgebreid.
New Growth Markets
De BU New Growth Markets van Consumer
& Commercial Clients rapporteert over 2004
voor het eerst afzonderlijk. Dit vergroot
niet alleen de transparantie, maar doet ook
recht aan de groeiende omvang van deze
activiteiten en de toenemende strategische
focus van de bank op Azië. Tot en met 2003
was de BU New Growth Markets, samen
met Bouwfonds en diverse activiteiten in een
aantal andere landen, gegroepeerd onder
Rest van de Wereld. De BU New Growth
Markets en Bouwfonds zijn thans afzonderlijke
entiteiten binnen Consumer & Commercial
Clients, terwijl de overige activiteiten zijn
overgeheveld naar Group Functions.
Strategie, producten en dienstenNaast de afsplitsing tot een aparte BU in
2004 is ook een aantal organisatorische
wijzigingen binnen New Growth Markets
doorgevoerd. Doel hiervan is een betere
aansluiting op de groepsstructuur en
de concernstrategie te bewerkstelligen
en synergiemogelijkheden effectiever
te benutten. Een van de belangrijkste
wijzigingen betrof de overheveling van de
units in Singapore, Pakistan, Indonesië en de
Verenigde Arabische Emiraten van Wholesale
Clients naar New Growth Markets. Deze
units richten zich op consumer banking en
hebben een goed groeipotentieel. Ze kunnen
nu ook profiteren van de binnen New Growth
Markets aanwezige kennis van producten
en klanten. De activiteiten van New Growth
Markets in Frankrijk werden naar Private
Clients overgeheveld, terwijl de offshoring
unit ACES in India thans onder Group Shared
Services valt. Het belang van 80,77% in
Bank of Asia is per 27 juli 2004 verkocht aan
United Overseas Bank in Singapore en is
vanaf die datum dus niet meer verwerkt in
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 44•1_200960_JV_NED.indd 44 24-03-2005 11:05:3324-03-2005 11:05:33
45
de geconsolideerde cijfers van New Growth
Markets.
De strategie van de BU New Growth Markets
is erop gericht in te spelen op de groeiende
mogelijkheden in met name Azië. Groot-
China (inclusief Taiwan en Hongkong) en India
zijn grote, snelgroeiende en winstgevende
marktgebieden. Hun aantrekkingskracht
schuilt in een complex van factoren: de
uitgaven voor particuliere financiële diensten
in het algemeen stijgen met circa 9% per jaar,
de regelgeving wordt verder teruggebracht,
het aantal gevestigde marktpartijen
is gering en de doelgroep van steeds
beter geïnformeerde, meer bemiddelde
particulieren groeit.
De BU New Growth Markets realiseert in Azië
een snelle groei. De strategische focus ligt in
deze regio op meer bemiddelde particulieren,
die met specifiek op deze doelgroep
afgestemde bankproducten en -diensten
worden bediend. Creditcards en preferred
banking vormen de kern van ons aanbod,
aangevuld met aanverwante producten als
consumptief krediet (met name in India) en
spaar- en depositorekeningen. Als gevolg
van deze strategie heeft de BU New Growth
Markets bijna 2,1 miljoen klanten in Azië, met
activiteiten in India, Groot-China, Singapore,
Pakistan, Indonesië en de Verenigde Arabische
Emiraten. Op het gebied van creditcards zijn
wij in India en Taiwan een gevestigde naam
en ook in de Verenigde Arabische Emiraten en
Hongkong bieden wij inmiddels creditcards
aan. Voorts hebben wij een belang van 40%
in Saudi Hollandi Bank (SHB), waaraan wij
managementdiensten verlenen. SHB rolt
momenteel ons preferred banking-concept
uit, wat onze nauwe band met deze bank
illustreert.
In Europa biedt de BU New Growth Markets
via haar Nederlandse dochterbedrijf Stater
ondersteunende diensten aan op het gebied
van hypotheekportefeuilles. Vanaf 2005
maken ook de BU Nederland en Bouwfonds
voor hun hypotheekactiviteiten gebruik van
de diensten van Stater. De International
Diamond & Jewelry Group, die opereert
vanuit België en in een aantal landen lokale
Kernactiviteiten
Kerncijfers BU New Growth Markets
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 270 244 301
Provisie 185 116 104
Resultaat uit financiële transacties 24 22 18
Overige baten 347 114 104 Totaal baten 826 496 527 Bedrijfslasten 388 365 384 Bedrijfsresultaat 438 131 143 Waardeveranderingen van vorderingen 39 – 1 73
Waardeveranderingen van financiële vaste activa – 1 1 0 Bedrijfsresultaat voor belastingen 400 131 70 Belastingen 32 15 7
Belang van derden 4 9 8 Nettowinst 364 107 55 Balanstotaal 5.343 7.566 7.013
Naar risico gewogen activa 4.404 5.940 6.006
Aantal medewerkers (fte) 4.616 6.937 6.022
Aantal vestigingen 112 200 194
•1_200960_JV_NED.indd 45•1_200960_JV_NED.indd 45 24-03-2005 11:05:3424-03-2005 11:05:34
46
vestigingen heeft, is een vooraanstaand
en succesvol financier van de diamant- en
juwelenbranche, met meer dan 2.000 klanten
wereldwijd.
Resultaten in 2004De resultaten van de BU New Growth
Markets werden beïnvloed door de
verkoopopbrengst van Bank of Asia. Het
effect hiervan op zowel de baten als de
nettowinst bedroeg EUR 213 miljoen.
In de resultatenvergelijking is deze
verkoopopbrengst buiten beschouwing
gelaten. Tot de afronding van de transactie
in juli droeg Bank of Asia in 2004 EUR 60
miljoen bij aan de baten, EUR 43 miljoen aan
de bedrijfslasten en EUR 15 miljoen aan de
nettowinst. De activiteiten in Frankrijk werden
per 1 januari 2004 naar de BU Private Clients
gemigreerd. Per dezelfde datum werden de
activiteiten van Emerging Growth Markets
(EGM) in Singapore, Indonesië, de Verenigde
Arabische Emiraten en Pakistan van Wolesale
Clients naar de BU New Growth Markets
overgeheveld. De EGM-activiteiten droegen
in 2004 EUR 110 miljoen bij aan de baten en
EUR 29 miljoen aan de nettowinst.
Gecorrigeerd voor de verkoop van Bank of
Asia gingen de baten omhoog met 23,6%
naar EUR 613 miljoen, waarbij de belangrijkste
bijdrage afkomstig was van de activiteiten
in Azië (+38%). De batengroei van New
Growth Markets Asia vormt de afspiegeling
van een op alle terreinen verbeterd resultaat.
Zo stegen de baten in India met 62%, in
Groot-China met 29% en in de units die van
Wholesale Clients zijn overgeheveld, met
33%. Het aantal klanten nam in India toe met
48% tot 937.000 en in Groot-China met 15%
tot 777.000, terwijl het aantal creditcards in
beide landen steeg met respectievelijk 88%
tot 438.000 en 39% tot 1.041.000.
De bedrijfslasten stegen met 6,3% tot
EUR 388 miljoen, hoofdzakelijk door op
expansie gerichte investeringen in diverse
activiteiten in Azië. Het aantal medewerkers
in Groot-China en India nam toe met
respectievelijk 12% tot 1.032 FTE’s en 8%
tot 2.037.
Het bedrijfsresultaat verbeterde met 71,8%
tot EUR 225 miljoen.
De gerapporteerde voorzieningen waren fors
hoger, hoofdzakelijk doordat in 2003 sprake
was van vrijval bij Bank of Asia.
De nettowinst verbeterde aanzienlijk met
41,1% tot EUR 151 miljoen, waarvan EUR 80
miljoen voor rekening van NGM Asia kwam.
Kernactiviteiten
Regionale verwerking van creditcards
In het afgelopen jaar is de BU New Growth Markets in Pakistan,
Indonesië en Singapore creditcards gaan uitgeven. Om de groei van
deze activiteit te ondersteunen, is via outsourcing een ultramodern
platform geïmplementeerd. Dit maakt het mogelijk om vanaf één locatie
in meerdere landen kaarten uit te geven en transacties te verwerken.
Dit is slechts een van de initiatieven die de BU New Growth Markets
voortdurend ontplooit om de kosten te verminderen en de kwaliteit van
de dienstverlening te verbeteren.
Voor het platform, dat in Taiwan is gevestigd, heeft ABN AMRO een
overeenkomst gesloten, die de twee bestaande contracten voor
het verwerken van creditcards in Taiwan en India vervangt. Deze
overeenkomst levert, in combinatie met de introductie van creditcards
in drie nieuwe landen, aanzienlijke kostenvoordelen op. Daarnaast
zullen mogelijk ook de huidige contracten in de Verenigde Arabische
Emiraten en Saoedi-Arabië naar dit platform worden omgezet. Dankzij de
overeenkomst met één aanbieder kunnen wij een betere service bieden
tegen een bovendien veel scherpere prijs.
De outsourcing-overeenkomst is van toepassing op – maar beperkt zich
niet tot – alle onderdelen van de BU New Growth Markets wereldwijd
die besluiten creditcards uit te geven. Krachtens de overeenkomst heeft
ABN AMRO toegang tot een speciaal geconfigureerd systeem voor de
uitgifte van creditcards en de verwerking van transacties in meerdere
landen. Het platform bevat tevens geavanceerde functies voor het
opsporen van fraude, alsmede een systeem voor online-transacties en
afschriften (via sms en internet).
•1_200960_JV_NED.indd 46•1_200960_JV_NED.indd 46 24-03-2005 11:05:3524-03-2005 11:05:35
47
Ambities voor 2005De BU New Growth Markets streeft
onverminderd naar uitbreiding van de
consumer banking-activiteiten in Azië.
De nadruk zal hierbij liggen op autonome
groei in India, Taiwan, Singapore, Pakistan,
Indonesië, de Verenigde Arabische Emiraten
en de Volksrepubliek China, waar wij
versoepeling van de lokale regelgeving
verwachten. In India en de Volksrepubliek
China zullen nieuwe kantoren worden
geopend, terwijl in Pakistan, Indonesië
en Singapore creditcards zullen worden
geïntroduceerd. Ook acquisities zullen
mogelijk een rol spelen bij de verwezenlijking
van onze ambitie om in Azië uit te groeien
tot een van de toonaangevende spelers in
consumer banking.
Bouwfonds
Bouwfonds is, gemeten naar volume, de
grootste projectontwikkelaar van Nederland
en is tevens een belangrijk verstrekker van
woninghypotheken en een internationale
vastgoedfinancier.
Strategie, producten en dienstenDe strategie is gericht op behoud van de
leidende positie in de Nederlandse markt
voor koopwoningen en expansie van de
ontwikkeling van woningen en commercieel
vastgoed in andere Europese landen.
Bouwfonds tracht haar marktaandeel
in woninghypotheken te vergroten
door voortdurende productinnovatie te
combineren met een uiterst efficiënte
bedrijfsvoering. Bouwfonds streeft naar
uitbreiding van haar activiteiten op het gebied
van vastgoedfinanciering in Nederland en
daarbuiten en wil voorts haar vastgoed-
gerelateerde asset management-activiteiten
voor particuliere en institutionele beleggers
uitbouwen.
Bouwfonds stelt zich ten doel in 2010
een toonaangevende Europese vastgoed-
onderneming te zijn die ten opzichte van
branchegenoten een bovengemiddeld
rendement realiseert.
Op het gebied van projectontwikkeling richt
Bouwfonds zich vooral op koopwoningen. In
dit segment is zij marktleider in Nederland,
Kernactiviteiten
Kerncijfers Bouwfonds
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 409 338 230
Provisie 19 19 12
Resultaat uit financiële transacties 0 0 – 1
Overige baten 246 190 169 Totaal baten 674 547 410 Bedrijfslasten 289 247 212 Bedrijfsresultaat 385 300 198 Waardeveranderingen van vorderingen 12 6 1 Bedrijfsresultaat voor belastingen 373 294 197 Belastingen 103 98 70
Belang van derden 1 2 2 Nettowinst 269 194 125 Balanstotaal 38.081 33.872 24.449
Naar risico gewogen activa 22.599 19.704 14.697
Aantal medewerkers (fte) 1.608 1.499 1.357
Aantal vestigingen 34 27 25
•1_200960_JV_NED.indd 47•1_200960_JV_NED.indd 47 24-03-2005 11:05:3624-03-2005 11:05:36
48
waar in 2004 meer dan 7.000 woningen
werden verkocht. Daarnaast verkocht
Bouwfonds ook ruim 2.000 woningen
in Frankrijk (aan zowel bewoners als
beleggers) en bijna 400 in Duitsland.
Grootschalige woningprojecten in
uitleggebieden vormen een belangrijk
onderdeel van de portefeuille in Nederland,
maar het accent verschuift geleidelijk in
de richting van inbreidingsprojecten met
meerdere bestemmingen. Op het gebied
van commercieel vastgoed is Bouwfonds
van oudsher actief in de ontwikkeling van
kantoren en winkels. Ook hier tekent zich
een verschuiving af naar binnenstedelijke,
multifunctionele objecten. Dit was een van de
belangrijkste overwegingen bij de overname
van commercieel vastgoedontwikkelaar
MAB in 2004.
Bouwfonds verkoopt haar woninghypotheek-
producten via onafhankelijke tussenpersonen.
Ook verkoopt zij hypotheken die door derden
(verzekeraars en hypotheek advies organi-
saties) onder eigen label op de markt worden
gebracht. Bouwfonds heeft geen eigen
verkoopkantoren; de directe verkoop van
hypotheken is beperkt tot het internetproduct
MoneYou, dat slechts een fractie van de totale
hypotheekproductie vertegenwoordigt. Al een
aantal jaren op rij is Bouwfonds in een jaarlijks
onderzoek onder Nederlandse intermediairs
als één van de beste hypotheekverstrekkers
uit de bus gekomen.
Bouwfonds verstrekt vastgoedfinanciering
aan Nederlandse ontwikkelaars van
projecten in binnen- en buitenland en aan
vastgoedbeleggers in Nederland. Daarnaast
worden lease-arrangementen voor commer-
cieel vastgoed verzorgd.
Op het gebied van asset management
biedt Bouwfonds vastgoedgerelateerde
beleggingsproducten aan zowel institutionele
als particuliere beleggers aan.
Resultaten in 2004Door de goede ontwikkeling van haar
activiteiten op het gebied van hypotheken,
vastgoedfinanciering en projectontwikkeling
zag Bouwfonds de baten stijgen met 23,2%.
De nettorentebaten namen toe met EUR 71
miljoen naar EUR 409 miljoen. Hieraan lag
een combinatie van factoren ten grondslag:
groei van zowel de woninghypotheek- als
vastgoedfinancieringsportefeuille en
ruimere marges op woninghypotheken. Het
aanhoudend gunstige renteklimaat had een
positief effect op de marges alsmede op de
hypotheekproductie doordat er meer leningen
werden overgesloten.
De overige baten stegen met 29,5% naar
EUR 246 miljoen dankzij hogere opbrengsten
uit projectontwikkeling. Deze verbetering
kwam voort uit met name de toegenomen
woningverkopen in Nederland en de
gerealiseerde winst op een commercieel
vastgoedproject in België.
De bedrijfslasten stegen met EUR 42 miljoen
ofwel 17,0% door hogere beheerskosten
en personeelskosten. De stijging van de
personeelskosten was het gevolg van de
toename van het aantal FTE’s in het kader
van de uitbreiding van de activiteiten en van
hogere bonussen in lijn met de verbeterde
resultaten. De toename van de beheerskosten
had betrekking op informatietechnologie en
speciale projecten als de implementatie van
Bazel II.
Het bedrijfsresultaat verbeterde met 28,3%
tot EUR 385 miljoen en de efficiencyratio
van 45,2% naar 42,9%. Door de sterke groei
van de hypotheek- en vastgoedfinancierings-
portefeuilles namen de naar risico gewogen
activa toe met 14,7% tot EUR 22,6 miljard.
Dit was voor een deel het gevolg van de
overname van een kredietportefeuille van
Staal Bankiers.
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 48•1_200960_JV_NED.indd 48 24-03-2005 11:05:3724-03-2005 11:05:37
49
Gecombineerd met hogere voorzieningen
en een lagere effectieve belastingdruk kwam
de nettowinst 38,7% hoger uit op EUR 269
miljoen.
Ambities voor 2005De integratie van commercieel vastgoed-
ontwikkelaar MAB, die in november 2004 is
overgenomen, zal in 2005 worden afgerond.
Tegelijkertijd zal onderzoek worden verricht
naar de mogelijkheden voor verdere Europese
expansie van alle activiteiten van Bouwfonds,
waaronder vastgoedontwikkeling, vastgoed-
financiering, woninghypotheken en asset
management.
Bij de woninghypotheken zal het accent
onveranderd liggen op productinnovatie,
ondersteund door een verdere efficiency-
verbetering. Op grond van nieuwe producten
die in de pijplijn zitten, verwacht Bouwfonds
het aanbod van haar asset management-
bedrijf aanzienlijk te kunnen uitbreiden. De
nauwere samenwerking tussen vastgoed-
financiering, asset management en de
betreffende units van Wholesale Clients van
ABN AMRO moet ertoe leiden dat klanten
van Bouwfonds op het gebied van vastgoed-
gerelateerde gestructureerde financieringen
betere oplossingen kunnen worden geboden.
Krachtens de overnameovereenkomst had
ABN AMRO het recht per 31 december 2004
alle aandelen in Bouwfonds te verwerven.
ABN AMRO heeft besloten deze optie per
1 april 2005 uit te oefenen.
Voor nadere informatie wordt verwezen
naar het jaarverslag van Bouwfonds en de
internetsite www.bouwfonds.com.
Kernactiviteiten
Acquisitie versterkt positie in projectontwikkeling
Bouwfonds kan terugzien op een goed jaar. De nettowinst steeg tot
een recordhoogte van EUR 269 miljoen. Het bedrijfsresultaat voor
belastingen was voor 78% afkomstig van de financieringsactiviteiten,
maar de bijdrage van projectontwikkeling steeg van 20% in 2003 naar
22% in 2004. De strategische positie in projectontwikkeling, die overigens
nog steeds in belangrijke mate is gebaseerd op de zeer solide positie
in de Nederlandse woningmarkt, werd aanzienlijk versterkt door de
acquisitie van MAB. Deze projectontwikkelaar van commercieel vastgoed
geniet een unieke reputatie op het gebied van grootschalige, multi-
functionele binnenstedelijke projecten in Nederland en een aantal andere
Europese landen.
•1_200960_JV_NED.indd 49•1_200960_JV_NED.indd 49 24-03-2005 11:05:3824-03-2005 11:05:38
50
De SBU Wholesale Clients is een wereldwijd
opererende corporate en investment bank.
Wholesale Clients heeft de ambitie om door
de combinatie van sterke klantgerichtheid,
mondiale slagkracht, een geïntegreerd
productaanbod en goede service de baten
te verhogen. Vanuit dit streven bieden wij
onze klanten producten en diensten van
wereldformaat aan.
Wholesale Clients biedt haar klanten een
breed assortiment producten en diensten,
waaronder adviesdiensten, kapitaalmarkt-
transacties, financieringsproducten en
transactiebankieren in bijna 50 landen. Door
ons gevarieerde productaanbod en onze
mondiale aanwezigheid onderscheiden wij
ons van de concurrentie. Wij bedienen onze
klanten via lokale adviseurs die toegang
hebben tot de hoogwaardige expertise
die wereldwijd binnen onze organisatie
beschikbaar is. Dankzij de integratie van
onze producten voor gestructureerde
kredietverlening en transactiebankieren
– waaronder cashmanagement en
betalingsverkeer, salarissen en handels-
financiering – met onze andere corporate
en investment banking-producten kan
Wholesale Clients voor haar klanten een uniek
productcomplex samenstellen.
De activiteiten van Wholesale Clients zijn
gegroepeerd in drie BU’s: Global Clients,
Global Markets en Wholesale Clients
Services. Global Clients en Global Markets
staan in direct contact met de klant, terwijl
Wholesale Clients Services de andere BU’s
ondersteunende diensten verleent. De BU’s
werken nauw samen om onze klantgerichte
strategie in de praktijk te brengen en onze
klanten de mix van producten en advies-
diensten te leveren die zij nodig hebben.
Wholesale Clients opereert als een
geïntegreerde wholesale unit. Het accent
van de activiteiten ligt op Europa, waar wij
qua klanten en transacties over kritische
massa beschikken. Tot onze klantenkring
behoren zowel financiële instellingen en grote
multinationale ondernemingen in landen
Wholesale Clients
Kernactiviteiten
Kerncijfers SBU Wholesale Clients
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 1.598 1.906 2.115
Provisie 1.776 1.826 1.866
Resultaat uit financiële transacties 1.723 1.372 1.092
Overige baten 277 189 223 Totaal baten 5.374 5.293 5.296 Bedrijfslasten 1 4.827 4.389 4.874 Bedrijfsresultaat 547 904 422 Waardeveranderingen van vorderingen 36 399 742
Waardeveranderingen van financiële vaste activa 4 2 4 Bedrijfsresultaat voor belastingen 507 503 – 324 Belastingen 1 – 3 108 – 42
Belang van derden 19 8 12 Nettowinst 491 387 – 294 Balanstotaal 313.282 249.865 238.703
Naar risico gewogen activa 73.638 61.554 67.236
Aantal medewerkers (fte) 17.481 17.624 20.238
Aantal vestigingen 190 145 142
1 2002, aangepast voor buitengewoon resultaat
•1_200960_JV_NED.indd 50•1_200960_JV_NED.indd 50 24-03-2005 11:05:3924-03-2005 11:05:39
51
of regio’s waar wij sterk vertegenwoordigd
zijn, als vooraanstaande lokale spelers die
behoefte hebben aan grensoverschrijdende
financiering en adviesdiensten.
Onze klanten kunnen rekenen op perfect
maatwerk, ongeacht de aard en omvang
van hun bedrijf. Ons klantgerichte
bedieningsconcept steunt op de combinatie
van drie kerningrediënten: ons inzicht in
de doelstellingen van onze klanten, onze
gedegen productkennis en het wereldwijde
netwerk van de bank.
Strategie, producten en dienstenDe strategie van Wholesale Clients is in 2004
verfijnd om de resultaten te verbeteren,
toekomstige groei te waarborgen en de
koers beter op de concernstrategie af te
stemmen. Met hulp van de Raad van Bestuur
heeft Wholesale Clients de belangrijkste
waardecreërende activiteiten vastgesteld,
de organisatiestructuur aangepast en de
benodigde personeelsformatie bijgesteld.
Aan de nieuwe strategie is organisatorisch
invulling gegeven door het aantal BU’s
van zeven tot drie te verminderen. De
vereenvoudigde structuur heeft een drieledig
doel: de relatiebeheerders zich meer op het
genereren van baten laten richten, cross-
selling stimuleren door een breder scala van
producten en vaardigheden onder één paraplu
te bundelen en dubbel administratief werk in
de afzonderlijke BU’s terugdringen.
Deze aanpassing van de organisatiestructuur
heeft ook personele gevolgen. In december
2004 maakten wij bekend dat in de loop van
2005 1.350 medewerkers zullen afvloeien. Daar
staat tegenover dat 250 nieuwe mede werkers
zullen worden aangetrokken om de expertise
in huis te halen die voor de beoogde groei
noodzakelijk is. Dankzij deze investering in ons
personeel zal de aangescherpte, klantgerichte
strategie de resultaatontwikkeling een impuls
kunnen geven.
Global Clients
De BU Global Clients biedt klanten een
totaaloplossing door essentiële kennis en
vaardigheden samen te brengen. Kenmerkend
zijn de sectorgerichte klantbenadering, het
aanbod van kennis en producten via onze
Corporate Finance units en adviescentra en
onze sterke aanwezigheid op de internationale
kapitaalmarkten, voor wat betreft zowel
aandelen (via onze joint venture ABN AMRO
Rothschild) als vastrentende waarden.
Bij de sectorgerichte aanpak onderscheiden
wij globaal twee categorieën klanten:
Corporates en Financial Institutions & Public
Sector (FIPS). Beide segmenten kunnen
voor ondersteuning terugvallen op ‘centres
of excellence’ waar specialisten klanten de
best mogelijke expertise bieden, ongeacht de
locatie van de klanten.
Het segment Corporates richt zich op klanten
in de sectoren telecommunicatie, media,
technologie, gezondheidszorg & chemie,
geïntegreerde energie, consumenten-
goederen, algemene verwerkende industrie
en industriële ondernemingen. De doelgroep
van FIPS omvat banken, verzekerings maat-
schappijen, pensioenfondsen, centrale
banken, vermogensbeheerders en de publieke
sector.
Corporate Finance speelt een belangrijke
rol bij het opbouwen en onderhouden van
brede, geïntegreerde klantrelaties. Wij
verlenen strategisch financieel advies bij
fusies en overnames, met inbegrip van
desinvesteringen, verzelfstandigingen,
strategische samenwerkingsverbanden en
andersoortige herstructureringen. Daarbij
putten wij uit onze goede kennis van en ruime
ervaring met lokale omstandigheden.
Global Markets
De BU Global Markets integreert ons
volledige productassortiment op het gebied
van kapitaalmarkttransacties, financierings-
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 51•1_200960_JV_NED.indd 51 24-03-2005 11:05:4024-03-2005 11:05:40
52
constructies en transactiebankieren om de
mogelijkheden voor cross-selling te vergroten.
Onze productkennis is geconcentreerd
in de volgende gebieden: Fixed Income,
FX & Futures, Commercial Banking en
Equities. Via deze productgebieden bieden
wij onze zakelijke en institutionele klanten
geïntegreerde oplossingen voor het
beheer van hun valuta-, geldmarkt- en
derivaten risico’s, voor futures broking en
clearing, traditionele schuldinstrumenten,
cashmanagement en handelsfinanciering,
alsmede specifieke oplossingen voor
emissies van schuldbewijzen en gestructu-
reerde financieringen. Dit productaanbod
wordt ondersteund door grondige research en
onze aanwezigheid in bijna 50 landen.
In 2004 trad Wholesale Clients op als
bookrunner voor internationale obligatie-
leningen met een totale waarde van meer
dan USD 100 miljard. Wholesale Clients was
de nummer drie voor wat betreft emissies
van euro-obligaties en de nummer één
qua emissies van financiële instellingen
(Thomson Financial/IFR). Ook in andere
productgebieden werden onderscheidingen in
de wacht gesleept, zoals beste projectfinancier
(The Asset), innovatie van het jaar (IFR) en
transactie van het jaar (Euroweek). Deze
laatste onderscheiding kregen wij voor de
obligatielening ten behoeve van de Europese
Investeringsbank. In een opiniepeiling
naar beste liquiditeitsverschaffers werden
wij door beleggers tot nummer één in de
categorie asset-backed securities gekozen
(Euromoney).
Wij verlenen diensten voor aandelen-
transacties in zowel de primaire als de
secundaire markten. Wij behoren tot
de toonaangevende effectenhuizen van
Europa en zijn vooral sterk gepositioneerd
in het Verenigd Koninkrijk (waar wij via
onze dochter Hoare Govett ook corporate
banking-diensten aanbieden), Nederland
en Scandinavië. Onze aanwezigheid in
bepaalde andere markten neemt in omvang
toe. Wholesale Clients is op de Europese
ranglijst van Extel in 2004 gestegen van de
zevende naar de vijfde positie, terwijl het
marktaandeel in de Europese ECM-markten in
2004 met 13% toenam. Onze unieke positie
in deze uiterst competitieve markten wordt
ondersteund en versterkt door de krachtige
pan-Europese distributiecapaciteit van onze
bank.
Private Equity
Private Equity opereert onder de naam
ABN AMRO Capital. Dit bedrijfsonderdeel
bestaat uit een internationaal netwerk van
participatieteams en behoort tot de leiders in
de Europese participatiemarkt. Het accent ligt
op buyouts van middelgrote ondernemingen.
Met ingang van 2005 wordt Private Equity
losgekoppeld van Wholesale Clients en gaat
zij haar resultaten afzonderlijk rapporteren.
De redenen hiervoor zijn de wens om meer
duidelijkheid te verschaffen over de behaalde
resultaten, alsmede de ontwikkelingen ten
aanzien van compliance en IFRS.
Internationaal netwerk
De internationale kapitaalmarktactiviteiten
van ABN AMRO vinden hoofdzakelijk plaats
in Amsterdam, Chicago, Hongkong, Londen,
New York, Singapore en Sydney. Wij zijn een
van de grootste Europese effectenhuizen qua
geografische spreiding, emissies, handels-
en plaatsingsvolume en research. In de
Verenigde Staten houden wij ons bezig
met handel in en clearing van futures,
effecten en opties, alsmede de verlening van
grensoverschrijdende investment banking-
diensten.
Services
Wholesale Clients Services verzorgt de
infrastructuur voor zowel de BU Global
Clients als de BU Global Markets en
werkt nauw met deze BU’s samen om
hen tot een optimale dienstverlening
in staat te stellen. De voorschriften van
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 52•1_200960_JV_NED.indd 52 24-03-2005 11:05:4024-03-2005 11:05:40
53
toezichthoudende instanties vereisen steeds
strakkere controlemaatregelen ten aanzien
van bankactiviteiten. Wholesale Clients
Services speelt hierbij een centrale rol en
evalueert voortdurend mogelijkheden om de
middelen en vaardigheden die concernbreed
binnen de totale ondersteuningsfunctie
beschikbaar zijn, beter te benutten.
Resultaten in 2004De resultaten van Wholesale Clients werden
sterk beïnvloed door eenmalige lasten.
Het effect hiervan bedroeg EUR 381 miljoen
op de bedrijfslasten, waarvan EUR 275
miljoen betrekking had op de reorganisatie
van Wholesale Clients en EUR 106 miljoen op
de door Group Shared Services uitgevoerde
herstructurering. Het effect op de nettowinst
bedroeg EUR 271 miljoen.
De baten namen toe met 1,5% tot EUR 5.374
miljoen, hoofdzakelijk door de batengroei van
Private Equity en Equities, die profiteerden
van de verbeterde marktomstandigheden en
toegenomen klanttransacties. De bedrijfs-
lasten stegen met 1,3% minder snel dan
de baten. Hoofdoorzaak van de lasten-
stijging waren de hogere bonussen in lijn
met de verbeterde resultaten. Door deze
ontwikkelingen verbeterde het bedrijfs-
resultaat met 2,7% tot EUR 928 miljoen.
Dankzij de verbeterde kwaliteit van de
kredietportefeuille, alsmede vrijgevallen
en na afboeking ontvangen bedragen
konden de voorzieningen aanzienlijk
verlaagd worden van EUR 399 miljoen
naar EUR 36 miljoen. De voorzieningen
als percentage van de gemiddelde
naar risico gewogen activa bedroegen
5 basispunten in 2004 tegenover
59 basispunten in 2003.
De effectieve belastingdruk daalde van 21,5%
in 2003 tot 12,0% in 2004. Dit was vooral
te danken aan belastingvrije winsten op de
verkoop van participaties door Private Equity
en belastingverminderingen in een aantal
jurisdicties. De nettowinst steeg aanzienlijk
met 96,9% tot EUR 762 miljoen.
Door de groei van de kredietportefeuille
en de beëindiging van twee securitisatie-
programma’s in het eerste kwartaal van
2004 namen de naar risico gewogen activa
toe met EUR 12,0 miljard naar EUR 73,6
miljard.
Ambities voor 2005In 2005 zullen de strategische initiatieven
van Wholesale Clients gericht zijn op een
beperkt aantal waardecreërende speerpunten.
Dit betreft onder meer ons streven de
productiviteit van het front-office te verhogen,
meer voordeel uit ons internationale
netwerk te halen en het assortiment
derivatenproducten aan te passen.
Kernactiviteiten
Emissie van gestructureerde exportnotes Gazprom
Wholesale Clients was joint bookrunner voor een emissie van
gestructureerde exportnotes Gazprom tot een bedrag van in totaal
USD 1,25 miljard, met de toekomstige baten uit gasexportcontracten als
zekerheid. Onze teams voor gestructureerde kapitaalmarkttransacties
en de gassector hebben in nauwe samenwerking met Gazprom een
innovatieve constructie ontwikkeld om de belangrijkste kredietrisico’s
te verminderen. Dankzij deze inspanningen is de Gazprom-emissie de
eerste Russische obligatielening ooit waaraan door twee ratinginstituten
de status investment grade is toegekend. Met deze rating krijgt Gazprom
toegang tot een nieuwe categorie investeerders. De emissie was
sterk overtekend, zodat Gazprom de omvang met 25% kon verhogen
en desondanks een prijs van 140 basispunten binnen zijn bestaande
ongedekte yieldcurve realiseerde.
Deze transactie bood Wholesale Clients tevens mogelijkheden voor
cross-selling. ABN AMRO Bank (Luxembourg) trad op als fiduciair,
accountbank en deviezenbank, ABN AMRO Trustee Company Luxembourg
fungeerde als domicilie- en beheeragent voor de uitgevende instelling
en ABN AMRO Trustees vervulde de rol van trustee voor de houders
van notes.
•1_200960_JV_NED.indd 53•1_200960_JV_NED.indd 53 24-03-2005 11:05:4124-03-2005 11:05:41
54
De BU Private Clients verleent private banking-
diensten aan vermogende particulieren en
families die over een belegbaar vermogen van
minimaal EUR 1 miljoen beschikken. Met een
vermogen onder administratie van EUR 115
miljard eind 2004 (ultimo 2003: EUR 102
miljard) behoren wij tot de private banking
top 10 wereldwijd en zijn wij de op vier na
grootste private banker van Europa.
Dankzij de netto-inleg van nieuw vermogen
in Nederland en Frankrijk – in laatstgenoemd
land opereren wij onder onze lokale
merknamen Banque de Neuflize en
Banque OBC – hebben wij in deze belangrijke
Europese markten onze positie in de top 3
versterkt.
In 2003 maakten wij de overname van
Bethmann Maffei bekend. De geschiedenis
van deze in het zuiden van Duitsland
gevestigde bank gaat terug tot 1748. De
transactie is in het eerste kwartaal van
2004 afgerond en heeft onze positie in de
Duitse markt versterkt. Bethmann Maffei
is inmiddels met succes samengevoegd
met Delbrück & Co, een andere zeer
Private Clients
gerenommeerde private banker uit
Duitsland die wij in 2002 overnamen. De
nieuwe combinatie opereert onder de naam
Delbrück Bethmann Maffei.
Onze vestigingen in Luxemburg, Zwitserland,
Latijns-Amerika en het Midden-Oosten
behaalden opnieuw een solide resultaat,
ondanks hun aanwezigheid in de relatief
volgroeide Europese markt, de zwakke
performance van de financiële markten en
de waardevermindering van de Amerikaanse
dollar ten opzichte van de euro.
Strategie, producten en dienstenKlanttevredenheid is de sleutel tot ons succes.
Onze klanten lopen sterk uiteen, evenals
hun behoeften. Wij zijn daarom overgegaan
tot segmentatie van ons private banking-
aanbod, met een duidelijk afgebakende
dienstverlening die op de specifieke eisen en
bronnen van vermogensvorming van klanten
toegesneden is. Deze aanpak resulteert in een
dienstverlening die in de diepte en de breedte
varieert met de omvang en de complexiteit
van de behoeften van de individuele klant.
Klanten in het topsegment van de private
Kernactiviteiten
Kerncijfers BU Private Clients
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 416 367 363
Provisie 531 457 417
Resultaat uit financiële transacties 44 42 45
Overige baten 101 71 69 Totaal baten 1.092 937 894 Bedrijfslasten 853 752 673 Bedrijfsresultaat 239 185 221 Waardeveranderingen van vorderingen 0 9 14 Bedrijfsresultaat voor belastingen 239 176 207 Belastingen 67 39 61
Belang van derden 6 0 1 Nettowinst 166 137 145 Balanstotaal 17.802 16.143 16.134
Naar risico gewogen activa 7.168 6.027 6.104
Aantal medewerkers (fte) 3.980 3.877 4.004
Aantal vestigingen 82 87 84
•1_200960_JV_NED.indd 54•1_200960_JV_NED.indd 54 24-03-2005 11:05:4324-03-2005 11:05:43
55
banking-markt bieden wij via het ‘all-in
service model’ naadloos maatwerk. Het
‘relatiebeheerder-adviesmodel’ combineert
unieke producten en diensten met bepaalde
standaarddiensten en is geschikt voor
klantgroepen met specifieke behoeften.
Overige, kleinere klantgroepen worden via
het ‘callcenter-model’ bediend.
Het productaanbod van Private Clients
is gebaseerd op een ‘open architectuur’-
concept. Dit houdt in dat de klant het beste
product ontvangt dat in de markt verkrijgbaar
is, ongeacht de aanbieder. Deze benadering
is erop gericht voor alle klantgroepen een
zo hoog mogelijk rendement te genereren.
Door meer gebruik te maken van callcenters
kunnen wij ook aan kleinere klanten
effectiever producten en diensten aanbieden.
Een onderscheidend kenmerk van onze
Europese private banking-strategie is dat wij
onder lokale merknamen opereren en deze de
ondersteuning van een solide, internationale
bank bieden. De rebranding-campagne is
opgezet vanuit het besef dat klanten groot
vertrouwen hebben in lokale merknamen.
Wij wilden dit vertrouwen bestendigen en
tegelijkertijd sterker de nadruk leggen op de
middelen en soliditeit van heel ABN AMRO.
Private Clients heeft ook indrukwekkende
resultaten geboekt met het Client Intimacy
Model, dat voor het eerst in Nederland werd
toegepast. Het model en/of gerelateerde
best practices zullen ook op andere private
banking-locaties worden geïntroduceerd,
verspreid over de hele wereld. Het Client
Intimacy Model heeft als hoofddoelstelling de
coördinatie tussen de verschillende partners
van klanten binnen onze bank te verbeteren
en onze interne bedrijfs- en operationele
processen beter af te stemmen op de eisen
en wensen van individuele klanten en/of
klantgroepen.
Resultaten in 2004De onderstaande resultatenvergelijking is
exclusief de herstructureringskosten met
betrekking tot Group Shared Services, die
de bedrijfslasten met EUR 56 miljoen en de
nettowinst met EUR 36 miljoen drukten.
De baten stegen met 16,5% tot EUR 1.092
miljoen. De baten- en winstgroei kan
grotendeels worden toegeschreven aan de
consolidatie van Bethmann Maffei en sterke
Kernactiviteiten
Samen sterk: integratie Delbrück Bethmann Maffei en ABN AMRO
In het kader van de voorbereidingen voor de fusie tussen Delbrück en
Bethmann Maffei begin 2004 hebben wij het migratieproject ‘JOIN us’
gelanceerd. Doel van dit project was een nieuw commercieel en
ondersteunend platform voor de activiteiten van de samengevoegde
banken te creëren, de integratie te versnellen en te bewerkstelligen dat
de nieuwe bank – Delbrück Bethmann Maffei – vanaf dag één operationele
synergievoordelen zou realiseren.
In de nieuwe fusiebank moesten vier culturen worden verenigd. Delbrück
was namelijk kort voordien in het private banking-bedrijf van ABN AMRO
in Duitsland geïntegreerd, terwijl Maffei eerder was samengegaan met
Bethmann. Het project ‘JOIN us’ ging in februari 2004 van start met
een integratieteam dat uit vertegenwoordigers van beide banken was
samengesteld. Dit maakte het mogelijk waardevolle kennis, ervaring en
processen te delen.
Er werd een communicatieteam geformeerd dat de taak had alle
medewerkers en klanten over de fusie en de voordelen daarvan te
informeren. Dit team coördineerde initiatieven als regelmatige interne
presentaties en nieuwsberichten op het intranet, een maandelijks
fusieblad voor alle medewerkers en een reeks activiteiten om de team-
building te bevorderen. Tegelijkertijd werden projecten uitgevoerd
om de klantrelaties en de betrokkenheid van medewerkers tijdens de
overgangsfase in stand te houden.
Na een geslaagde generale repetitie ging ‘JOIN us’ op 1 november 2004
live. De voordelen zijn ook na afronding van de fusie merkbaar. Zo hebben
de relatiebeheerders van Delbrück Bethmann Maffei baat bij de uniforme
systemen voor het front-office en ondersteunende taken. Deze systemen
stellen hen in staat klanten een goede service te bieden.
•1_200960_JV_NED.indd 55•1_200960_JV_NED.indd 55 24-03-2005 11:05:4424-03-2005 11:05:44
56
groei in bijna alle geografische gebieden. De
bedrijfslasten gingen met 6,0% omhoog tot
EUR 797 miljoen door de consolidatie van
Bethmann Maffei en autonome groei. Als
gevolg van deze ontwikkelingen verbeterde
het bedrijfsresultaat met 59,5% tot EUR 295
miljoen.
Dankzij een strikt kredietbeheer in met
name Nederland en Frankrijk konden
de voorzieningen worden verlaagd. De
efficiencyratio verbeterde van 80,3% in
2003 naar 73,0% in 2004, hoofdzakelijk door
positieve ontwikkelingen in Nederland en
Frankrijk. De nettowinst steeg met 47,4% tot
EUR 202 miljoen.
Het vermogen onder administratie nam toe
met 12,7% tot EUR 115 miljard. Dit is het
gecombineerde effect van de overname
van Bethmann Maffei, de inleg van nieuwe
gelden en de hogere waarderingsniveaus als
gevolg van de verbeterde financiële markten.
De asset-mix bleef vrij stabiel met 67% in
aandelen en vastrentende waarden en 33% in
liquide middelen.
Ambities voor 2005De focus van onze groeistrategie ligt op
Europa, terwijl betrokkenheid bij de klant de
sleutel blijft tot verdere groei. In 2005 zullen
wij aan dit uitgangspunt nadere invulling
geven door het Client Intimacy Model uit
te rollen, onze commerciële organisatie
verder te versterken en de belangrijkste
drijfveren van de betrokkenheid van onze
medewerkers te vergroten. In aanvulling op
deze initiatieven zullen wij op terreinen als
klantmigratie (het onderling doorspelen van
klanten die belangstelling hebben voor andere
producten en diensten), productontwikkeling
en distributie de synergiemogelijkheden met
andere BU’s bankbreed benutten. Voorts
zullen wij alert zijn op gerichte acquisities in
belangrijke Europese markten.
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 56•1_200960_JV_NED.indd 56 24-03-2005 11:05:4524-03-2005 11:05:45
57
Asset Management
ABN AMRO Asset Management is een
internationale vermogensbeheerder met
een beheerd vermogen van EUR 161 miljard
dat belegd is in individuele mandaten en
beleggingsfondsen. Wij zijn actief in meer
dan 20 landen in Europa, Noord- en Zuid-
Amerika, Azië en Australië. Het internationale
portefeuillebeheer is geconcentreerd in
zes centra, te weten Amsterdam, Atlanta,
Chicago, Hongkong, Londen en Singapore.
Wij bieden beleggingsproducten aan in alle
belangrijke regio’s en vermogenscategorieën
en hanteren een actieve beleggingsstijl.
Kenmerkend voor onze beleggingsfilosofie
zijn het internationaal gecoördineerde
beleggingsbeleid en de zorgvuldige
risicobewaking.
De producten van Asset Management worden
rechtstreeks verkocht aan institutionele
klanten als centrale banken, pensioenfondsen,
verzekerings maatschappijen en grote lief dadig-
heids instellingen. Onze beleggingsfondsen
voor particuliere beleggers worden via
de retail- en private banking-kanalen van
ABN AMRO gedistribueerd, alsmede via
derden. Van het beheerd vermogen is iets
meer dan de helft afkomstig van institutionele
beleggers, 47% van beleggingsfondsen en de
rest van separate portefeuilles die voor Private
Clients worden beheerd.
ABN AMRO Trust levert professionele
beheer- en trustdiensten aan een mondiaal
klantenbestand vanuit centra over de gehele
wereld. Binnen deze diensten worden
zeer strikte normen voor compliance en
risicobeheer gehanteerd. In de loop van
2004 maakten wij het voornemen bekend
om het trustbedrijf te verkopen aan Equity
Trust. Deze stap is in overeenstemming
met de strategie om ons toe te leggen op
onze kernactiviteiten. De verkoop zal naar
verwachting in 2005 worden afgerond. Wij
hebben tevens onze pensioen- en vermogens-
beheeractiviteiten in Tsjechië en de in Chicago
gevestigde 401K-activiteiten afgestoten.
Strategie, producten en dienstenIn 2004 hebben wij onze organisatie
omgevormd rond de bovengenoemde
doelgroepen. Hiermee geven wij uitdrukking
Kernactiviteiten
Kerncijfers Asset Management
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 4 4 6
Provisie 535 480 515
Resultaat uit financiële transacties 12 5 – 3
Overige baten 44 7 11 Totaal baten 595 496 529 Bedrijfslasten 442 396 421 Bedrijfsresultaat 153 100 108 Waardeveranderingen van vorderingen 0 0 – 1
Waardeveranderingen van financiële vaste activa 0 – 1 1 Bedrijfsresultaat voor belastingen 153 101 108 Belastingen 41 29 35
Belang van derden 8 4 1 Nettowinst 104 68 72 Balanstotaal 958 911 866
Naar risico gewogen activa 1.190 695 647
Aantal medewerkers (fte) 1.919 2.124 2.175
Aantal vestigingen 31 34 32
•1_200960_JV_NED.indd 57•1_200960_JV_NED.indd 57 24-03-2005 11:05:4624-03-2005 11:05:46
•1_200960_JV_NED.indd 58•1_200960_JV_NED.indd 58 24-03-2005 11:05:4724-03-2005 11:05:47
59
aan onze overtuiging dat de klant in de
besluitvorming altijd centraal moet staan.
Asset Management is met State Street
een programma overeengekomen voor de
outsourcing van haar back-office in Europa.
Dit initiatief sluit aan bij onze strategische
doelstelling de kosten effectief te beheersen
en aanzienlijke kostenverlagingen te
realiseren. Aangezien wij over een
overlappend productaanbod beschikten,
hebben wij dit verder gerationaliseerd.
Voorts is ons internationale productaanbod op
specifieke regio’s toegesneden. Wij hebben
onze aanwezigheid beperkt tot markten
waarin wij een wezenlijk aandeel en een
concurrentievoordeel hebben. In het kader van
deze heroriëntatie hebben wij ook besloten
ons trustbedrijf te verkopen en zijn de activitei-
ten in de Argentijnse en Tsjechische markt in
2004 afgeslankt.
Resultaten in 2004De baten van Asset Management namen
toe met 20,0% tot EUR 595 miljoen. Door
de algehele verbetering van de markt-
omstandigheden en een verschuiving naar
producten met een hogere marge stegen de
provisies, die het merendeel van de baten
van Asset Management vertegenwoordigen,
met 11,5% naar EUR 535 miljoen. Deze groei
kwam tot stand ondanks de verdere daling
van de Amerikaanse dollar ten opzichte van
de euro. Dit had immers een negatief effect
op de baten stroom omdat deze voor een
aanzienlijk deel in de Amerikaanse dollar luidt.
De overige baten gingen omhoog door onder
meer de verkoop van de 401K-activiteiten.
Deze trans actie leverde een opbrengst van
EUR 16 miljoen en een nettowinst van EUR 10
miljoen op.
De bedrijfslasten stegen met EUR 46 miljoen
ofwel 11,6% tot EUR 442 miljoen, door
hogere resultaatafhankelijke vergoedingen
als gevolg van de betere performance. De
beheerskosten namen eveneens toe; dit hield
verband met uitgaven voor diverse speciale
projecten, waaronder de omvorming van de
BU Asset Management tot een aparte holding,
efficiencymaatregelen en de beëindiging
van de asset management-activiteiten in
Argentinië.
Bovenstaande ontwikkelingen vertaalden zich
in een sterke stijging van het bedrijfsresultaat
met 53,0% tot EUR 153 miljoen en van
de nettowinst met 52,9% tot EUR 104
miljoen. De efficiencyratio verbeterde met
5,5 procentpunt tot 74,3%.
Ambities voor 2005Wij blijven ons onverminderd inzetten
om onze private banking-, particuliere en
institutionele klanten hoogwaardige diensten
aan te bieden vanuit een mondiaal perspectief,
maar wel via lokale vestigingen. Uitbreiding zal
primair worden gezocht in autonome groei, al
zullen tactische overnamemogelijkheden ook
in overweging worden genomen.
Onze positie in geselecteerde markten zal
in 2005 verder worden uitgebouwd om de
voordelen van onze wereldwijde aanwezigheid
ten volle te benutten. In dit kader zullen de
beschikbare middelen worden aangewend
voor die markten die een wezenlijke bijdrage
kunnen leveren aan een solide groei van
ons bedrijf, zoals de Verenigde Staten,
Nederland, Brazilië, Duitsland, het Verenigd
Kernactiviteiten
Introductie van fondsen in India een doorslaand succes
In augustus – september 2004 introduceerde ABN AMRO Asset
Management vier beleggingsfondsen in India. De belangstelling van
particuliere en institutionele beleggers uit heel India was overweldigend:
bij de eerste uitgifte werd in totaal EUR 450 miljoen aangetrokken.
ABN AMRO Asset Management realiseerde daarmee de grootste
introductie van beleggingsfondsen die ooit in India plaatsvond. De
vier nieuwe fondsen zijn een aandelenfonds, een inkomstenfonds, een
dynamisch obligatiefonds en een variabel rentefonds.
•1_200960_JV_NED.indd 59•1_200960_JV_NED.indd 59 24-03-2005 11:05:5124-03-2005 11:05:51
60
Koninkrijk, Groot-China, Frankrijk, Italië, Dubai
en India. In Europa zullen wij tevens onze
vooraanstaande positie als institutioneel
fondsbeheerder verder verstevigen. In Noord-
Amerika bekleden wij een sterke positie in het
institutionele segment van de aandelenmarkt;
wij zullen onze activiteiten in die markt
opvoeren.
Specifieke klantbehoeften en innovatieve
oplossingen staan in onze productstrategie
centraal. Wij houden vast aan de beleggings-
stijlen waarin onze bestaande vaardigheden
zijn ingebed, maar zullen andere stijlen
toevoegen om beter te kunnen inspelen op de
eisen en wensen van de verschillende typen
klanten, met name particuliere beleggers en
private banking-relaties.
Kernactiviteiten
•1_200960_JV_NED.indd 60•1_200960_JV_NED.indd 60 24-03-2005 11:05:5324-03-2005 11:05:53
61
In november 2004 kondigden wij de
vorming van de Transaction Banking Group
per 1 januari 2005 aan. In deze nieuwe,
overkoepelende productorganisatie worden
alle activiteiten gebundeld die ABN AMRO
wereldwijd ontplooit op het gebied van
betalings- en handelsverkeer in zowel de
particuliere en private banking-markt als
de zakelijke markt. De Transaction Banking
Group gaat de ontwikkeling en het beheer van
producten voor al deze markten coördineren.
Tot de gebieden waarop de Transaction
Banking Group zich specifiek gaat richten,
behoren tarifering, bundeling, infrastructuur
en investeringen, productontwikkeling
beheersing van operationele risico’s en
klantenservice.
De verkoopfunctie voor de Transaction
Banking-producten blijft bij de commerciële
bedrijfsonderdelen van de bank, terwijl
Group Shared Services de operationele
kant van het betalings- en handelsverkeer
voor haar rekening neemt. De Transaction
Banking Group Governance Board, waarin
vertegenwoordigers van alle lines-of-business
zitting zullen hebben, zal verantwoordelijk zijn
voor de coördinatie met de commerciële en
operationele units van de bank.
Naast het uitwisselen van ideeën tussen
markten zal de Transaction Banking Group een
internationaal pakket van productelementen
ontwikkelen, waarmee maatwerkoplossingen
kunnen worden samengesteld, voor
klanten van zowel onze wholesale bank
als in onze thuismarkten (Nederland,
Brazilië en het Midden-Westen van de
Verenigde Staten). Ook de BU New Growth
Markets kan profiteren van deze mondiale
productcapaciteit.
Door de oprichting van de Transaction Banking
Group bereikt ABN AMRO de schaalgrootte
die nodig is voor winstgevende groei in een
segment waar de concurrentie groot is.
Voor de Transaction Banking Group is een
Transaction Banking Group
spilfunctie weggelegd in onze klantgerichte
strategie. De inrichting van deze nieuwe
productorganisatie levert tevens een
platform voor cross-selling. Daarnaast
worden belangrijke technologievoordelen
gerealiseerd, aangezien elkaar overlappende
initiatieven en dubbele investeringen kunnen
worden vermeden. Om de internationale
best practices toe te kunnen passen en de
operationele efficiency en de dienstverlening
aan onze klanten te optimaliseren, gaat de
Transaction Banking Group bovendien nauw
samenwerken met Group Shared Services.
De wereld van het transactiebankieren
verandert snel. Onze klanten weten steeds
beter wat er te koop is en worden ook steeds
veeleisender, de regelgeving neemt steeds
verder toe en nieuwe, niet-bancaire spelers
betreden deze markt. Slechts weinig banken
kunnen in dit moeilijke klimaat concurreren op
wereldschaal. Door de krachten van enerzijds
ons omvangrijke particuliere en zakelijke
bedrijf van de BU’s Noord-Amerika, Brazilië
en Nederland en anderzijds ons wholesale-
bedrijf te bundelen, creëren wij de vereiste
schaalgrootte om de concurrentie met andere
wereldspelers aan te gaan.
De oprichting van de Transaction Banking
Group past in onze visie op trends die in
een bredere context zichtbaar zijn. Wij zijn
van mening dat de wereldhandel zal blijven
groeien en willen daarbij niet alleen onze
multinationale en internationale klanten van
dienst zijn, maar ook kleine en middelgrote
bedrijven die net beginnen te exporteren
naar nieuwe markten of in te kopen bij
nieuwe leveranciers. De voortschrijdende
technologische ontwikkelingen zullen ons
steeds nieuwe mogelijkheden bieden
om onze dienstverlening aan particuliere,
private banking-, zakelijke en multinationale
klanten te verbeteren. Bij het ontwikkelen
van oplossingen voorzien wij in toenemende
mate een kruisbestuiving tussen deze
verschillende klantsegmenten, en binnen
Transaction Banking Group
•1_200960_JV_NED.indd 61•1_200960_JV_NED.indd 61 24-03-2005 11:05:5324-03-2005 11:05:53
62
deze klantsegmenten tussen verschillende
geografische gebieden.
Deze internationale trends hervormen het
transactiebankieren. Voor veel regionale
en lokale banken is een partnership de
enige haalbare optie om deze diensten
te kunnen aanbieden. Zij willen namelijk
graag hun klanten volgen wanneer deze
hun vleugels naar het buitenland uitslaan
en zijn dan ook op zoek naar partners
voor het grensoverschrijdend betalings-
en handelsverkeer. ABN AMRO is goed
gepositioneerd om als hun correspondentbank
te fungeren en hen via insourcing de diensten
te verlenen waaraan zij behoefte hebben.
Om gebruik te kunnen maken van het
bestaande technologieplatform van
LaSalle Bank en te kunnen participeren
in de voortgaande innovatie in de Noord-
Amerikaanse markten, zal het hoofdkantoor
van de Transaction Banking Group worden
gevestigd in Chicago. Het is echter wel een
sterk internationaal gerichte organisatie,
waarbij de leden van het management
team zijn verspreid over diverse ‘centres of
excellence’ in het ABN AMRO netwerk.
Transaction Banking Group
•1_200960_JV_NED.indd 62•1_200960_JV_NED.indd 62 24-03-2005 11:05:5424-03-2005 11:05:54
63
Gezamenlijke agenda voor alle dienstenOns streven naar het bankbreed ontwikkelen
en implementeren van interne diensten, over
de grenzen van de afzonderlijke (S)BU’s heen,
wordt aangestuurd door onze ‘gezamenlijke
agenda’. Deze agenda kent vier doelstellingen
en stelt de bank in staat om actiever prioriteiten
voor ‘service’ initiatieven te bepalen en
deelgebieden tussen de (S)BU’s vast te stellen.
De vier doelstellingen van onze gemeen-
schappelijke agenda zijn:
1 Kwaliteitsverbetering van de dienstverlening
zodat het front-office beter kan worden
ondersteund bij het leveren van producten en
het vergroten van de klanttevredenheid
2 Waardecreatie door verhoogde efficiency
zodat middelen beschikbaar komen voor
her investering in activiteiten die de groei
stimuleren
3 Stringenter beheer van operationele risico’s
teneinde het kapitaalbeslag van activiteiten te
verminderen, zodat de vrijkomende middelen
kunnen worden geherinvesteerd in nieuwe
groeikansen
4 Vergroting van de slagkracht zodat de
doorlooptijd om nieuwe producten op de
markt te brengen korter wordt en wij beter
kunnen inspelen op de wensen van het front-
office en de dynamiek van de markt.
De Group Head of Services van de bank is
ervoor verantwoordelijk dat deze agenda
wordt uitgevoerd, zodat de beoogde
kwaliteitsverbetering en efficiencyvoordelen
ten aanzien van interne diensten bankbreed
worden gerealiseerd. Voorts coördineert
de Group Head of Services – in nauwe
samenwerking met het Chief Operating Officer
(COO) Committee – bankbreed het ontwerp,
de ontwikkeling en de levering van diensten.
Afstemming met de bedrijfsdoelstellingen
van de bank wordt verwezenlijkt door de
aanwezigheid van de Group Head of Services
in het Group Business Team, dat bestaat uit de
Raad van Bestuur en de CEO van alle (S)BU’s.
Group Shared Services
Met de implementatie van de gezamenlijke
agenda werd serieus een begin gemaakt in
januari 2004 toen Group Shared Services
(GSS) werd opgericht. In november 2004 werd
met de oprichting van Group Services een
tweede belangrijke stap gezet in de uitvoering
van de gezamenlijke agenda. Group Services
is verantwoordelijk voor de aansturing van
alle diensten binnen de bank, met inbegrip
van Group Shared Services. Het ruimere
taakgebied van Group Shared Services, in
combinatie met het toezicht van het COO
Committee op onze gezamenlijke agenda, zal
bankbreed voordelen opleveren. Zoals reeds
eerder bekendgemaakt, is ons streven om
vanaf 2007 minstens EUR 600 miljoen per jaar
structureel te besparen.
Door een verdere efficiencyverhoging van
onze interne diensten, in combinatie met
onverminderde aandacht voor kwaliteits-
verbetering, kan Group Shared Services
aanzienlijke middelen vrijmaken die
vervolgens gebruikt kunnen worden om
duurzame groei van de bank te stimuleren.
Shared Service Units en Action TracksGSS IT
De doelstelling van GSS IT is de dienstver-
lening en distributie ten aanzien van
informatietechnologie binnen de hele
organisatie te optimaliseren. Gedurende
2004 heeft GSS IT een operationeel model en
een sourcing-strategie ontwikkeld voor het
wereldwijd aanbieden van technologiediensten
binnen de bank. Hierbij zijn diverse alter-
natieven onderzocht, waaronder interne
consolidatie, gedeeltelijke outsourcing, inkoop
bij meerdere leveranciers en/of offshoring.
ABN AMRO Central Enterprise Services
(ACES) en Offshoring Centre of Expertise
Het in India gevestigde ACES is een
100%-dochterbedrijf van ABN AMRO. Het
ondersteunt de (S)BU’s door hen te helpen de
kosteneffectiviteit, productiviteit en kwaliteit
Group Shared Services
•1_200960_JV_NED.indd 63•1_200960_JV_NED.indd 63 24-03-2005 11:05:5424-03-2005 11:05:54
64
van de dienstverlening te verbeteren. Bij
ACES zijn inmiddels ruim 2.000 mensen
werkzaam. Dankzij de door hen opgebouwde
expertise kunnen de (S)BU’s daadkrachtig
opereren. Via ACES worden allerlei processen
geoptimaliseerd, onder meer op het gebied
van de verwerking van creditgelden, kredieten
en derivaten, callcenters, personeelszaken,
financiering en grensoverschrijdend
betalings verkeer, alsmede de productie van
beleggingsrapportages.
ACES houdt zich ook bezig met insourcing voor
financiële instellingen die hun baten willen
verhogen, hun kosten willen terugdringen,
forse investeringen willen vermijden en de
risico’s willen verkleinen. Via de Alliance
Solutions Group werken wij samen met
banken en andere financiële instellingen aan
outsourcingsoplossingen voor hun strategische
behoeften. ACES speelt een belangrijke rol bij
de uitvoering van deze oplossingen.
Het Offshoring Centre of Expertise is opgezet
om de kennis van en ervaring met offshoring
(de verplaatsing van werkzaamheden
naar andere landen) binnen ABN AMRO
te vergroten. Het ondersteunt de (S)BU’s
bij het signaleren van mogelijkheden voor
offshoring en bij het mobiliseren van onder
meer financiële middelen en ziet toe op de
coördinatie van programma’s tussen SBU’s.
Global Corporate Functions
Deze afdeling omvat Global Procurement,
Group Real Estate and Facilities Management,
Information Management, Policy & Risk
Control Management en HR Services. De
missie van Global Corporate Functions is
mondiale en lokale expertise te bundelen,
wereldwijd synergievoordelen te realiseren
en hoogwaardige partnerships met interne
klanten aan te gaan, zodat wij de beste
oplossingen kunnen bieden, die bijdragen aan
de verbetering van het bedrijfsresultaat van
onze bank.
HR Transformation Programme
In 2004 is het wereldwijde HR-transfor matie-
programma vastgesteld. Dit programma is
bedoeld om een partnership tussen HR en de
commerciële bedrijfsonderdelen tot stand te
brengen door op efficiënte wijze kwalitatief
hoog waardige HR-diensten en ondersteuning
op maat aan te bieden. Dit vereist een aantal
aanpassingen in onze HR-organisatie, zoals
de manier waarop HR is gestructureerd,
haar taken uitoefent en van technologie
gebruikmaakt.
European Payments Centre
Het European Payments Centre verleent
diensten aan alle klanten van ABN AMRO
en is verantwoordelijk voor de verwerking
van binnenlandse en grensoverschrijdende
betalingen (zowel inkomend als uitgaand), de
verrekening van cheques en de afhandeling
van klachten over betalingstransacties.
Deze taken worden op een efficiënte,
transparante wijze uitgevoerd, waarbij de
klant steeds op de eerste plaats komt. Het
European Payments Centre maakt gebruik
van goedkope productieprocessen, heeft een
scherp oog voor innovatie en de kwaliteit van
de dienstverlening en houdt de operationele
risico’s op een aanvaardbaar niveau.
Group Shared Services
Group Shared Services valt in de prijzen
ACES
Het programma Cash Flow Advisory Operations Transformation werd
door de National Outsourcing Association, de toonaangevende Europese
instantie voor outsourcing en offshoring, uitgeroepen tot de meest
geslaagde offshoringoperatie van 2004. ACES speelde een sleutelrol in het
succes van dit transformatieprogramma.
Global Corporate Functions
Group Real Estate and Facilities Management, dat deel uitmaakt van GCF,
is door het Britse Royal Institute of Chartered Surveyors onderscheiden
met de ‘Occupancy Management Award’ voor 2004 en door CoreNet met
de ‘Global Sustainable Leadership Award for Design and Development’.
•1_200960_JV_NED.indd 64•1_200960_JV_NED.indd 64 24-03-2005 11:05:5524-03-2005 11:05:55
65
Op 4 november 2004 werd de verkoop van
alle aandelen LeasePlan Corporation aan een
consortium bestaande uit de Volkswagen
Groep (50%), Olayan Investments Company
Establishment (25%) en Mubadala
Development Company (25%) afgerond.
Het besluit van ABN AMRO om LeasePlan
Corporation te verkopen weerspiegelt
de strategie van de bank om zich op haar
kernactiviteiten te richten.
LeasePlan Corporation – met LeasePlan als
belangrijkste merk – is in Europa marktleider
op het gebied van wagenparkbeheer en
wereldwijd een van de leidende spelers
in automotive dienstverlening via eigen
vestigingen in 26 landen. Bij LeasePlan
Corporation zijn wereldwijd meer dan
7.100 mensen werkzaam. Ultimo 2004
bedroeg het aantal voertuigen onder beheer
1,25 miljoen en had de geconsolideerde
portefeuille leasecontracten een omvang
van EUR 10,4 miljard. LeasePlan Corporation
is per 1 november 2004 gedeconsolideerd.
Tot die datum bedroegen de baten EUR 691
miljoen (heel 2003: EUR 813 miljoen) en was
de nettowinst EUR 154 miljoen (heel 2003:
EUR 192 miljoen).
Onder de nieuwe eigenaren zal
LeasePlan Corporation haar bestaande
strategie voortzetten en haar neutrale,
merkonafhankelijke positionering in de
markt handhaven. De onderneming streeft
onveranderd naar een leidende positie op
alle belangrijke markten en onderzoekt
voortdurend de mogelijkheid van uitbreiding
naar nieuwe landen. LeasePlan Corporation
heeft de ambitie om actief te zijn in alle
segmenten van de automotive waardeketen
waar de onderneming via dienstverlening
waarde kan toevoegen voor haar klanten.
Voor nadere informatie wordt verwezen naar
het jaarverslag van LeasePlan Corporation en
de internetsite www.leaseplancorp.com.
LeasePlan Corporation
LeasePlan Corporation
•1_200960_JV_NED.indd 65•1_200960_JV_NED.indd 65 24-03-2005 11:05:5624-03-2005 11:05:56
66
Group Functions
Group Functions geeft richting aan de
concernstrategie van ABN AMRO en
ondersteunt de implementatie daarvan in
overeenstemming met de MfV-principes,
de ABN AMRO Waarden en de Business
Principles. Door functies over (S)BU en
geografische grenzen heen te stroomlijnen en
samen te voegen faciliteert Group Functions
het concernbreed delen van best practices
en innovatie en zorgt het voor een bindend
element in zowel operationeel als cultureel
opzicht.
Strategie, producten en dienstenGroup Functions profileert zich tevens als een
‘centre of excellence’, dat de mogelijkheden
voor waardecreatie onderzoekt, de vereiste
middelen en vaardigheden verschaft,
de (S)BU’s helpt hun doelstellingen te
verwezenlijken en ervoor zorgt dat de
belangen van de (S)BU’s en die van de
hele bank onderling in evenwicht zijn. Op
deze manier bevordert Group Functions
de internationale reputatie van onze
merknaam en de gezamenlijke kracht van
de verschillende concernonderdelen als één
bank.
Dit vertaalt zich in drie functies:
• Governance: Group Functions stelt de bank
in staat als één entiteit te opereren en is
verantwoordelijk voor corporate governance.
Het is voorts belast met het toezicht op de
naleving van wet- en regelgeving, inclusief
samenstelling en rapportage van de
geconsolideerde jaarrekening
• Beïnvloeding en beleidsvorming:
Group Functions voegt waarde toe door
de implementatie van de door de Raad
van Bestuur vastgestelde strategische
koers te faciliteren. Het ontwerpt,
implementeert en bewaakt de standaarden
en het beleid waarbinnen de (S)BU’s
opereren. Group Functions bewaakt ook
de prestatiedoelstellingen en de daarbij
gemaakte vorderingen en verstrekt op
belangrijke terreinen advies en ondersteuning
• Dienstverlening: Group Functions faciliteert
en benut de synergiemogelijkheden tussen de
(S)BU’s door het leveren van ondersteunende
diensten voor de hele groep op specifieke
Group Functions
Kerncijfers Group Functions en Group Shared Services
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Rente 429 308 241
Provisie 1 – 5 5
Resultaat uit financiële transacties 336 332 117
Overige baten 1.000 33 106 Totaal baten 1.766 668 469 Bedrijfslasten 326 32 – 19 Bedrijfsresultaat 1.440 636 488 Waardeveranderingen van vorderingen 22 41 41
Waardeveranderingen van financiële vaste activa – 1 12 36 Bedrijfsresultaat voor belastingen 1.419 583 411 Belastingen 109 179 108
Belang van derden 188 215 173 Nettowinst 1.122 189 130 Balanstotaal 60.167 61.835 61.447
Naar risico gewogen activa 3.656 3.950 2.885
Aantal medewerkers (fte) 3.867 1.986 744
Aantal vestigingen – – 6
•1_200960_JV_NED.indd 66•1_200960_JV_NED.indd 66 24-03-2005 11:05:5624-03-2005 11:05:56
67
functiegebieden, in nauwe samenwerking
met de (S)BU’s.
In 2005 zullen de onderstaande functies
in Group Functions worden ondergebracht
terwijl het Corporate Centre als afzonderlijke
organisatorische entiteit zal ophouden te
bestaan. Group Functions zal op een meer
geïntegreerde wijze worden aangestuurd
en door een grotere nadruk op (interne)
klanttevredenheid zullen de relaties met de
commerciële bedrijfsonderdelen worden
versterkt.
Group Functions is belast met de volgende
taken:
• Corporate Development: adviseert de
Raad van Bestuur over de ontwikkeling van
de concernstrategie, met inbegrip van de
inventarisatie, analyse en uitwerking van
fusie- en overnamemogelijkheden, alsmede
de samenstelling van de totale portefeuille van
activiteiten vanuit strategisch perspectief
• Corporate Communications: is verant woor-
delijk voor externe en interne communicatie,
perscontacten, sponsoring en het beheer
van de merknaam van de bank
• Investor Relations: fungeert als ons
venster naar de beleggingswereld,
is verantwoordelijk voor duidelijke
communicatie met beleggers en is hun
eerste aanspreekpunt; verhoogt het
interne bewustzijn van de perceptie van
en waardering voor de concernstrategie,
activiteiten en resultaten in beleggerskringen
• Group Audit: beoordeelt en adviseert
inzake de adequaatheid van interne
beheersmaatregelen door middel van
onafhankelijk onderzoek
• Group Finance: ondersteunt de
besluitvorming door de Raad van Bestuur
en het Resource Allocation and Performance
Management Committee, stelt de grond-
slagen en richtlijnen voor verslaglegging
vast en past deze aan, is belast met de
strategische, beheersmatige en financiële
controlefunctie binnen ABN AMRO, is
verantwoordelijk voor de coördinatie,
beleidsvorming en uitvoering van het
kapitaalbeheer, balansbeheer en markt-,
rente- en liquiditeitsbeheer van de groep,
bewaakt de totale financiële positie en
bereidt interne en externe financiële
rapportages voor
• Group Human Resources: adviseert
de Raad van Bestuur over personele
aspecten van de strategie, verstrekt
advies en ondersteuning inzake het
concernbeleid voor Executive Development
en Leadership Development en ontwikkelt
kaders en richtlijnen op belangrijke HR-
gebieden voor internationaal gebruik door
alle (S)BU’s, waaronder een bankbreed
centraal HR-kader
• Group Legal: bepaalt beleid voor juridisch
risicomanagement, verstrekt juridische
diensten binnen de bank, waaronder
gerechtelijke procedures
• Group Compliance: is verantwoordelijk
voor de onafhankelijke compliance-functie
binnen de bank en ontwikkelingen op het
gebied van wet- en regelgeving
• Group Risk Management: ontwikkelt
en keurt risicobeleid op concernniveau
goed, fiatteert risicoposities, beheert inter-
(S)BU-risico’s en heeft het dagelijks beheer
van alle onafhankelijke risicofuncties ten
behoeve van Wholesale Clients
• European Union Affairs & Market
Infrastructure: behartigt de belangen van
ABN AMRO via de Liaison Offices bij de
EU en in Den Haag en stemt de interne
strategiebepaling af op infrastructurele
ontwikkelingen op het gebied van
betalingsverkeer en effecten
• Economisch Bureau: voert onderzoek uit
ten behoeve van beleidsondersteuning en
voor strategische doeleinden, draagt bij aan
het risicobeheer van de bank en vervaardigt
economische en bedrijfstakrapporten,
-analyses en -prognoses.
Daarnaast worden onder Group Functions de
financiële resultaten van onze activiteiten in
Group Functions
•1_200960_JV_NED.indd 67•1_200960_JV_NED.indd 67 24-03-2005 11:05:5724-03-2005 11:05:57
68
overige landen verantwoord, waaronder het
belang van 9,0% in Capitalia en van 12,7%
in Banca Antonveneta in Italië en het belang
van 40% in Kereskedelmi és Hitelbank in
Hongarije.
Resultaten in 2004De resultaten van Group Functions en
Group Shared Services over 2004 zijn
samengevoegd. De cijfers in onderstaande
analyse zijn exclusief de verkoop van
LeasePlan Corporation (opbrengst
EUR 838 miljoen en nettowinst EUR 844
miljoen) en de verwachte kosten van de
afkoop van de winstdelingsregeling 2005 op
grond van de lopende onderhandelingen voor
de ABN AMRO CAO in Nederland (effect van
EUR 177 miljoen op het bedrijfsresultaat en
van EUR 117 miljoen op de nettowinst).
De nettowinst verdubbelde royaal van
EUR 189 miljoen tot EUR 395 miljoen.
Deze verbetering, die tot stand kwam
ondanks de gestegen bedrijfslasten, kan
worden toegeschreven aan de hogere baten
en lagere voorzieningen.
De baten namen in 2004 toe met 38,9%
tot EUR 928 miljoen. Dit was vooral
te danken aan de stijging van de netto
rentebaten met 39,3% als gevolg van de
hogere resultaten uit het balansbeheer,
de winst op de verkoop van ons belang
in Bank Austria (EUR 115 miljoen) en de
resultaten van onze deelnemingen in Italië.
De bedrijfslasten stegen van EUR 32 miljoen
naar EUR 149 miljoen, onder meer door de
aanloopkosten van Group Shared Services.
Het bedrijfsresultaat verbeterde met 22,5%
tot EUR 779 miljoen.
De voorzieningen waren met EUR 22
miljoen 46,3% lager dan in 2003 toen een
voorziening voor het risico op de Argentijnse
overheid werd getroffen. De belastingen
bleven stabiel.
Ambities voor 2005De strategische agenda voor 2005 wordt
bepaald door de noodzaak om te reageren
op zowel interne factoren (verbetering
van kwaliteit en efficiency) als externe
factoren (aangescherpte voorschriften
van toezichthouders en goede corporate
governance). Belangrijke actiepunten die voor
2005 op de agenda staan, zijn gericht op:
• Nakoming van de voorschriften van
artikel 404 van de Sarbanes-Oxley Act en
voorbereiding voor Bazel II
• Verdere standaardisatie van de algehele
infrastructuur voor Management Informatie
Systemen, en
• Verbetering van de compliance-functie met
het oog op de instandhouding van goede
corporate governance-standaards en het
beheer van risico’s.
Human resources
Bepalend voor het succes van onze strategie
is dat al onze klanten kunnen rekenen
op een uitstekende service van uiterst
gemotiveerde en betrokken medewerkers.
Het is daarom noodzakelijk dat wij hoge
eisen blijven stellen aan de werving, de
ontwikkeling en het behoud van talent. In dit
verband spelen drie factoren een belangrijke
rol: commitment aan onze medewerkers,
sterke resultaatgerichtheid en uitmuntend
leiderschap.
In 2003 hebben wij een onderzoek naar
leiderschapsklimaat en leiderschapsstijlen
gehouden onder de Top Executives
van onze bank. Aan de hand van de
bevindingen en feedback hebben zij hun
leiderschapsvaardigheden verfijnd. In 2004 is
de doelgroep van dit programma uitgebreid tot
andere senior executives.
Een nieuw initiatief dat in 2004 van start
ging, was de Talent Review onder onze
Top Executives. Dit programma is opgezet
om hun leiderschapscapaciteiten verder te
ontwikkelen en om uitstekend presterende
Group Functions
•1_200960_JV_NED.indd 68•1_200960_JV_NED.indd 68 24-03-2005 11:05:5824-03-2005 11:05:58
69
executives met een aanzienlijk groeipotentieel
te traceren. Het is ook een goed hulpmiddel
voor systematische opvolgingsplanning, vanaf
het hoogste niveau (Raad van Bestuur). In de
opvolgingsplanning voor topkaderposities
worden onze medewerkers onder meer
beoordeeld op criteria als persoonlijke ambitie,
leidinggevende capaciteiten en naleving van
de ABN AMRO Waarden.
Voor ons Talent Review-programma worden
gespecialiseerde externe adviseurs
ingeschakeld die ons helpen het potentieel
van onze Top Executives te beoordelen en
onze bank te vergelijken met andere bedrijven
met een uitmuntende reputatie op het gebied
van leiderschap. Dit proces levert objectieve
gegevens op voor individuele gesprekken
met Top Executives over hun ontwikkeling als
huidige en toekomstige leiders.
De voordelen van initiatieven als de Talent
Review en een strakke opvolgingsplanning
worden pas volledig benut in een echte
prestatiecultuur. Daarnaast stimuleren wij
zowel onze individuele medewerkers als
de organisatie hun grenzen voortdurend te
verleggen, zodat wij in staat zijn de juiste
mensen te behouden en de beste nieuwe
mensen aan te trekken.
In 2004 hebben wij onze processen
voor performance management verder
verbeterd. Goed, effectief performance
management vormt immers een stevig
fundament voor een prestatiecultuur en
creëert de noodzakelijke focus voor de
verdere groei van ons bedrijf. Dit vereist
een goede balans tussen persoonlijke en
zakelijke doelstellingen evenals tussen
de doelstellingen van de verschillende
functiegebieden. De andere kant
van performance management is de
prestatiebeoordeling. In 2004 zijn initiatieven
genomen om daadwerkelijk goede prestaties
nog duidelijker te kunnen onderscheiden.
Betrokkenheid van onze medewerkers is een
voorwaarde om onze klanten een uitstekende
service te kunnen bieden. Medewerkers die
niet alleen tevreden zijn dat zij bij ABN AMRO
werken, maar die ook daadwerkelijk betrokken
zijn bij wat wij doen, wie wij zijn en wat wij
willen worden en die gemotiveerd zijn om
samen met ons een actieve rol te spelen
in de verwezenlijking van onze visie op de
toekomst.
Na de pilot in 2003 hebben wij in 2004 de
tweede fase van het wereldwijde onderzoek
naar de betrokkenheid van onze medewerkers
uitgevoerd. De enquête werd in 2004 uitgezet
bij zo’n 26.000 medewerkers. Dankzij de
goede respons (64%) hebben wij thans
beter inzicht in de betrokkenheid van onze
medewerkers en hun drijfveren. Wij kennen
nu onze sterke punten en ook de punten die
voor verbetering vatbaar zijn.
Het ontwikkelen van onze medewerkers
vormt een afspiegeling van onze prestatie-
cultuur, onze waarden en de behoeften
van onze organisatie. Hiertoe hebben wij
de People & Organisational Capability
Reviews, na de geslaagde start in 2003,
geïntensiveerd. Het belang van deze reviews
ligt in het feit dat ze de dialoog tussen de
verschillende BU’s en de Raad van Bestuur
bevorderen. De BU’s kunnen zo beter de juiste
combinatie van vaardigheden, kennis, gedrag
en waarden bepalen die nodig is om hun
prestatiedoelstellingen te realiseren.
Steeds meer medewerkers op alle niveaus
in de organisatie nemen deel aan interne
en externe leiderschapsprogramma’s. Dit
toont aan dat leiderschapsontwikkeling
zich bankbreed in een toenemende
aandacht kan verheugen. Voor de
bestaande managementteams van onze
BU’s organiseerden wij een workshop
met als thema ‘Building Value Together’.
Onderwerpen die op deze workshop aan de
orde kwamen, waren leiderschap, ambitie,
Group Functions
•1_200960_JV_NED.indd 69•1_200960_JV_NED.indd 69 24-03-2005 11:05:5924-03-2005 11:05:59
•1_200960_JV_NED.indd 70•1_200960_JV_NED.indd 70 24-03-2005 11:06:0024-03-2005 11:06:00
71
resultaatgerichtheid en samenwerking over de
grenzen van BU’s en geografische gebieden
heen.
De hernieuwde aandacht voor (S)BU-
overschrijdende loopbaanontwikkeling
draagt eveneens bij aan de ontwikkeling
van de toekomstige leiders van de bank en
bevordert de culturele samenwerking en de
samenwerking tussen (S)BU’s. Uiteindelijk
zal dit bijdragen aan de verbetering van het
bedrijfsresultaat.
Om de bank en de verschillende BU’s
te ondersteunen bij het realiseren van
hun ambitieuze doelstellingen is de
internationale HR-organisatie in 2004 met
een transformatieprogramma begonnen
dat in 2005 zal worden uitgerold. Het
vertegenwoordigend overleg is nauw bij
dit proces betrokken. De transformatie
zal de kwaliteit en de efficiency van onze
HR-diensten verbeteren en ons tevens in
staat stellen om in te blijven spelen op de
veranderende behoeften en toenemende
eisen van de business. De bank is hierdoor
verzekerd van een consistente, wereldwijde
dienstverlening die wordt ondersteund door
waardecreërende HR-strategieën en -beleid.
Het transformatieplan voorziet in de oprichting
van ‘centres of expertise’, waar deskundigheid
wordt onderhouden en aangeboden op
terreinen als talentmanagement, beloning,
performance management en leiderschaps-
ontwikkeling.
Group compliance
Wet- en regelgeving is de laatste jaren
aanzienlijk aangescherpt. In de steeds
veranderende en complexere omgeving
waarin wij opereren, speelt compliance dan
ook een cruciale rol. Dit geldt niet alleen voor
onze bank als organisatie maar ook voor alle
individuele medewerkers.
Om te voldoen aan de hoge normen die wij
onszelf stellen, alsmede aan de wettelijke
voorschriften en aan de eisen van onze
belanghebbenden en de publieke opinie,
hebben wij actief maatregelen genomen om
de compliance-functie zowel op groepsniveau
als op (S)BU-niveau te versterken. Deze
maatregelen lopen parallel aan de in 2004
doorgevoerde organisatorische wijzigingen
en aanscherping van de strategie. Wij spelen
hiermee ook in op recente internationale
ontwikkelingen in het bedrijfsleven ten
aanzien van reputatie en transparantie.
Deze ontwikkelingen, in combinatie met de
invoering van steeds complexere voorschriften
van toezichthoudende autoriteiten wereldwijd,
hebben het risicobewustzijn binnen onze
organisatie verhoogd.
De doorgevoerde veranderingen in de
compliance-functie van onze bank, die deel
uitmaakt van Group Functions, omvatten
onder meer de implementatie van een
onafhankelijke rapportagestructuur op
concernniveau. Hierdoor is Group Compliance
beter in staat haar hoofdtaak te vervullen
om namens de Raad van Bestuur effectief
en onafhankelijk toezicht uit te oefenen
op kernprocessen en daaraan gerelateerd
beleid en op procedures die de naleving
van sectorspecifieke regelgeving en van
gedragscodes (op basis van onze ethische
normen, waarden en Business Principles)
moeten waarborgen.
Het Compliance Policy Committee, dat
bestaat uit vertegenwoordigers van de leiding
van onze (S)BU’s en Group Compliance,
met de Raad van Bestuur als voorzitter,
is verantwoordelijk voor de wereldwijde
coördinatie van de compliance-functie. De
commissie houdt toezicht op en neemt
besluiten over belangrijke initiatieven op
het gebied van compliance en volgt tevens
op hoofdlijnen de activiteiten van Group
Compliance. Een belangrijke mijlpaal in
2004 betrof de goedkeuring van het nieuwe
Client Acceptance & Anti Money Laundering
beleid. De reden voor de herziening van
Group Functions
•1_200960_JV_NED.indd 71•1_200960_JV_NED.indd 71 24-03-2005 11:06:0424-03-2005 11:06:04
72
ons beleid inzake klantacceptatie en
witwaspraktijken moet worden gezocht in
het feit dat de voorschriften ten aanzien van
witwaspraktijken wereldwijd steeds verder
worden aangescherpt, zowel kwantitatief
als kwalitatief, waardoor er steeds hogere
eisen aan financiële instellingen worden
gesteld. Van ons wordt verwacht dat wij
onze klanten kennen en witwaspraktijken
signaleren. Daarnaast is in de afgelopen
jaren de reikwijdte van regelgeving ter
bestrijding van witwaspraktijken – met name
vanuit de Verenigde Staten – toegenomen.
Wij hebben daarom besloten ons beleid en
onze procedures inzake witwaspraktijken
in overeenstemming te brengen met
internationale standaarden, mede om aan
de Amerikaanse voorschriften op dit gebied
te kunnen voldoen. Deze standaarden
betreffen onder meer transactiefilters en
fraudeopsporing. In 2005 zal de Derde
Witwas-richtlijn van de Europese Unie die
medio 2004 in conceptvorm is gepubliceerd,
zorgen voor een verdere aanscherping van de
compliance-regelgeving.
De belangrijkste ontwikkelingen en
initiatieven op het gebied van compliance in
2004 waren:
• Gerichte ondersteuning van inspanningen
in alle (S)BU’s om de gevolgen van
regelgeving vast te stellen en, waar nodig,
de toezichthouders te verwittigen en/of
goedkeuring te verkrijgen voor verdere
initiatieven van de bank ten aanzien
van uitbesteding en verplaatsing van
werkzaamheden
• De invoering van nieuwe integriteitsregels,
waaronder de regels op basis van het
document ‘Customer Due Diligence
for Banks’ dat door het Bazels Comité
voor Bankentoezicht is opgesteld. Deze
regels hebben betrekking op klantkennis,
integriteitgevoelige posities en het melden
van integriteitbedreigende incidenten en
zijn, voorzover van toepassing, in beleid en
procedures vertaald en bankbreed in de
(S)BU’s geïmplementeerd
• Financiële instellingen in de Verenigde
Staten kregen te maken met allerlei nieuwe
voorschriften, terwijl het toezicht op de
naleving van bestaande voorschriften
aangescherpt werd. Dit betrof onder meer
de verslaggeving door bedrijven, alsmede
het witwassen van geld, het omgaan met
klantgegevens en het verwerken van cheques
• Op 23 juli 2004 sloot ABN AMRO
een schriftelijke overeenkomst met de
Amerikaanse toezichthouder over de
activiteiten van haar kantoor in New York
inzake dollarclearing. Wij verstrekken
informatie aan justitie in verband met een
onderzoek naar onze dollarclearing activiteiten
en andere zaken die vallen onder de Bank
Secrecy Act.
Group Functions
•1_200960_JV_NED.indd 72•1_200960_JV_NED.indd 72 24-03-2005 11:06:0624-03-2005 11:06:06
73
Risicobeheer
Kader voor risicobeheerRisicobeheer is voor ABN AMRO een
kerncompetentie. De bank volgt een
behoudend risicobeleid dat volledig is
afgestemd op haar langetermijnstrategie en
wordt ondersteund door een professionele
risicofunctie die onafhankelijk is van de
commerciële bedrijfsonderdelen.
Het kader voor risicobeheer wordt
gekenmerkt door de combinatie van centrale
beleidsvorming en breed toezicht, alsmede
decentrale uitvoering en specifiek toezicht via
het netwerk van de groep. Deze opzet stelt
het management in staat de omvangrijke en
sterk gediversifieerde portefeuille van de bank
effectief en efficiënt te controleren.
De risicobeheersystemen van de bank hebben
tot doel risico’s in een vroegtijdig stadium
te onderkennen en te analyseren, alsmede
verantwoorde limieten vast te stellen en
te bewaken. Het risicobeheer binnen de
bank wordt gekenmerkt door voortdurend
voortschrijdend inzicht. Dit stelt ons in staat
in te spelen op marktvolatiliteit en snel
veranderende omstandigheden. Hierin
schuilt dan ook de toegevoegde waarde
die risicobeheer voor de aandeelhouders
heeft.
Risico-organisatieDe Raad van Bestuur stelt, onder toezicht
van de Raad van Commissarissen, de
door ABN AMRO te volgen strategische
risicofilosofie vast. De Raad van
Commissarissen evalueert regelmatig, als
onderdeel van zijn toezichthoudende taak, de
risico’s die verbonden zijn aan de portefeuille
van de bank. De CFO, die tevens lid is van de
Raad van Bestuur, is verantwoordelijk voor de
implementatie van het risicobeleid binnen de
groep.
Risicobeheer vindt met name plaats binnen de
directoraten Group Risk Management (GRM)
en Group Asset and Liability Management
(GALM). GRM is verantwoordelijk voor
het beheer van krediet-, landen-, markt-
en operationele risico’s, alsmede voor de
aansturing van de voorbereidingen voor de
invoering van het New Capital Adequacy
Accord (Bazel II). GALM heeft tot taak de
winst en kapitaalpositie van de bank tegen
ongunstige rente- en valutabewegingen
in andere dan de handelsportefeuilles te
beschermen en het liquiditeitsprofiel van de
groep op langere termijn te beheren.
Group Asset and Liability Management
Met het oog op een effectief balansbeheer
hebben wij een Asset and Liability Committee
(ALCO) structuur opgezet dat een afspiegeling
Risicobeheer
Raad van Commissarissen
Raad van Bestuur
Group Functions
Structuur risico-organisatie
Group Risk Management
- Kredietrisico
- Marktrisico
- Landenrisico
- Operationeel risico
- Milieu- en
sociaal risico
(S)BU’s
Group ALCO
- Renterisico
- Valutarisico
- Liquiditeitsrisico
(S)BU’s
Ris
icob
ehee
r
Ris
icob
elei
d
Ris
icob
ewak
ing
en -c
ontr
ole
•1_200960_JV_NED.indd 73•1_200960_JV_NED.indd 73 24-03-2005 11:06:0624-03-2005 11:06:06
74
is van de organisatie van de bank. Binnen deze
opzet opereert Group ALCO op concernniveau
en heeft iedere commerciële BU een eigen
ALCO, dat verantwoordelijk is voor het proces
van balansbeheer binnen het desbetreffende
aandachtsgebied. De leden van Group
ALCO zijn afkomstig uit de commerciële
bedrijfsonderdelen, Finance en Risicobeheer.
De hoofdtaken van Group ALCO zijn:
• Toezicht uitoefenen op alle ALCO’s op
BU-niveau
• De totale limiet voor renterisico en
liquiditeitsrisico vaststellen per (S)BU en
per muntsoort
• De totale Value-at-Risk (VaR) limieten voor
marktrisico’s vaststellen, waarbij het Group
Risk Committee verantwoordelijk is voor de
allocatie hiervan
• De geconsolideerde liquiditeits- en
rentepositie van de bank beheren
• De kapitaalstructuur van de groep beheren
• Standaards en beleid voor interne
verrekening en inter-(S)BU-transacties
vaststellen
• De corporate investment-portefeuille
beheren
• Bankbreed hedgetransacties aangaan voor
winst en geïnvesteerd vermogen in andere
muntsoorten.
Group Risk Management
Het Group Risk Committee (GRC), waarvan
de stemgerechtigde leden hoofdzakelijk
afkomstig zijn uit GRM, is het hoogste
beleidsbepalende en fiatterende orgaan
voor krediet-, landen- en marktrisico. In het
algemeen worden beleidsaangelegenheden
en kredietportefeuillekwesties in speciale
bijeenkomsten van Policy-GRC behandeld.
De hoofdtaken van het GRC zijn:
• Bepaling van het risicobeleid, alsmede de
procedures en methodes om risico’s te meten
en te bewaken, waaronder tevens begrepen
het reputatierisico
• Vaststelling van gedelegeerde
bevoegdheden voor lagere commissies en
individuele functionarissen binnen GRM,
Consumer & Commercial Clients, Private
Clients en Asset Management
• Goedkeuring van de krediet-, markt- en
operationele risico’s die samenhangen met
nieuwe producten
• Fiattering van het risico op transacties
waarvan de waarde de aan lagere commissies
gedelegeerde bevoegdheid overschrijdt
• Fiattering van gestructureerde
financieringen, complexe producten en
transacties op basis van fiscale constructies
• Driemaandelijkse toetsing of de
voorzieningen voor de kredietportefeuille
toereikend zijn
• Bewaking van de totale risicoportefeuille van
de bank ten behoeve van Wholesale Clients,
Consumer & Commercial Clients, Private
Clients en Asset Management.
Kredietrisicobeheer binnen Consumer &
Commercial Clients, Private Clients en Asset
Management is lokaal gestructureerd, onder
toezicht van GRM. De risicofunctie van
Wholesale Clients is volledig geïntegreerd
in GRM. Marktrisico en operationeel risico
zijn afzonderlijke risicofuncties binnen GRM.
De Country Risk Officers (CRO’s) vormen
een onderdeel van GRM en zijn belast met
het lokale toezicht. De thuismarkten binnen
Consumer & Commercial Clients hebben
eigen CRO’s met dubbele rapportagelijnen.
Binnen GRM is Structured Risk Interface
opgezet om de risico’s binnen het complexe
en brede productassortiment van Wholesale
Clients te beheren.
De belangrijkste taken van GRM en de
risicobeheerfuncties binnen Consumer &
Commercial Clients, Private Clients en Asset
Management zijn:
• Uitoefening van toezicht op alle
aangelegenheden inzake kredietrisico,
marktrisico en regelgeving, alsmede op de
naleving van lokale wetgeving
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 74•1_200960_JV_NED.indd 74 24-03-2005 11:06:0724-03-2005 11:06:07
75
• Fiattering van krediettransacties binnen de
gedelegeerde bevoegdheden en advisering
over kredieten die daarbuiten vallen
• Ondersteuning van de handelsactiviteiten
van de bank door een effectief beheer van het
marktrisico
• Uitvoering van revisie- en controlebeleid
voor alle kredietportefeuilles
• Beheer van individuele probleemkredieten
en bewaking van noodlijdende kredieten
met inachtneming van de ABN AMRO
risiconormen
• Het treffen van debiteurenvoorzieningen
binnen de gedelegeerde bevoegdheid
• Goedkeuring van kredietproducten voor de
particuliere markt en de MKB-markt binnen de
gedelegeerde bevoegdheid
• Vaststelling van de controlemechanismen
voor operationeel risico en handhaving van de
discipline bij de toepassing daarvan
• Toezicht op de naleving van de ABN AMRO
Waarden en Business Principles.
Risicobeheer en interne controleFormeel is GRM belast met het risicobeheer
op concernniveau, maar risico moet in
bredere zin ook worden gezien als een
verantwoordelijkheid van elke afdeling
afzonderlijk binnen de bank. Risico is dus een
aspect dat in alle stadia van een transactie
steeds in aanmerking moet worden genomen,
vanaf de eerste aanzet tot en met de
afronding.
De verantwoordelijkheid voor het beheer
van risico’s ligt in de eerste plaats bij de
commerciële afdelingen (het front-office).
Zij hebben de taak de aan een transactie
verbonden risico’s te analyseren en moeten
nagaan of die risico’s binnen de vastgestelde
limieten vallen. Daarnaast dienen zij ervoor
te zorgen dat de risico’s op de juiste wijze
worden beheerd.
Het mid-office en het back-office zijn
verantwoordelijk voor de uitvoering, de
administratie en de verwerking van alle
transacties. Diverse functionele afdelingen,
die onafhankelijk zijn van de commerciële
bedrijfsonderdelen, houden toezicht op de
transacties:
• Risk Management keurt risicoposities goed
en bewaakt mutaties daarin
• Group Finance draagt verantwoordelijkheid
voor de betrouwbaarheid en nauwkeurigheid
van de financiële en boekhoudkundige
gegevens
• Compliance ziet erop toe dat alle
medewerkers zich houden aan de geldende
voorschriften
• Juridische Zaken en Belastingzaken
bewaken juridische en fiscale aspecten van
transacties
• Audit toetst de afdelingen op hun interne
controlemaatregelen.
Het beheer van risico’s wordt binnen de hele
organisatie beschouwd als een integrale
functie van onze bank.
KredietrisicoBinnen ABN AMRO is kredietrisico
gedefinieerd als het risico dat een tegenpartij
en/of uitgevende instelling zijn verplichtingen
tegenover de bank niet nakomt of dat de
kwaliteit van een uitgevende instelling
verslechtert.
Basisprincipes van kredietrisicobeheer
De belangrijkste principes voor het
risicobeheer van zakelijk en particulier krediet
zijn als volgt:
• De fiattering van kredieten geschiedt
onafhankelijk van de commerciële bedrijfs-
onderdelen
• Voor alle commerciële activiteiten waarbij
de bank risicogevoelige transacties aangaat,
is voorafgaande goedkeuring van de
betreffende commissies of van ten minste
twee bevoegde functionarissen (het vier-ogen-
principe) vereist
• De Raad van Bestuur heeft de fiatterings-
bevoegdheid gedelegeerd aan GRM binnen
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 75•1_200960_JV_NED.indd 75 24-03-2005 11:06:0824-03-2005 11:06:08
76
Group Functions en vervolgens verder aan de
(S)BU’s
• Binnen de gedelegeerde bevoegdheden
zijn de BU’s verantwoordelijk voor alle
bedrijfsactiviteiten
• Verstrekte kredieten worden zorgvuldig
gedocumenteerd en bewaakt
• ‘Ken uw klant’: onze medewerkers moeten
bekend zijn met de achtergrond van onze
klanten, met name hoe zij hun activiteiten en
transacties financieren.
Beheer zakelijk krediet
Besluiten over de kredietverlening aan
zakelijke klanten worden gebaseerd op:
• het Global One Obligor Exposure – alle
krediet- en obligofaciliteiten die wereldwijd
aan één relatie zijn verstrekt, en
• de Uniform Counterparty Rating – de
risicoclassificatie op basis van de
waarschijnlijkheid dat een individuele
tegenpartij in gebreke blijft.
Binnen Wholesale Clients stellen de
relatiebeheerders samen met product-
specialisten de kredietbehoeften van
klanten vast en doen zij voorstellen voor
de structurering van kredietfaciliteiten.
Hierbij wordt ook het advies van de
Portfolio Management Group betrokken.
GRM is verantwoordelijk voor de fiattering
van individuele kredieten van Wholesale
Clients en voor het kredietbeleid ten
aanzien van specifieke sectoren en regio’s.
Kredietvoorstellen die de bevoegdheid van
de CRO te boven gaan, worden doorgestuurd
naar GRM Amsterdam.
De CRO’s binnen Consumer & Commercial
Clients, Private Clients en Asset Management
hebben een functionele rapportagelijn naar
GRM. Kredietvoorstellen die de aan de
(S)BU gedelegeerde bevoegdheid te boven
gaan, worden doorgestuurd naar GRM voor
advies en goedkeuring door de bevoegde
instantie.
Risicoclassificatie: UCR en LGD
ABN AMRO hanteert wereldwijd een
uitgebreid classificatiesysteem voor zakelijk
krediet. Het systeem omvat twee soorten
classificaties: de Uniform Counterparty
Rating (UCR) en de Loss Given Default (LGD).
De UCR geeft aan hoe groot de kans wordt
geacht dat de tegenpartij in gebreke zal
blijven. De LGD geeft een indicatie van het
verlies dat de bank naar verwachting op een
faciliteit zal lijden als de tegenpartij in gebreke
blijft.
Beide classificaties zijn van groot belang voor
het meten en beheren van het kredietrisico.
UCR’s en LGD’s worden onafhankelijk van
de commerciële afdelingen toegekend door
risicofunctionarissen of risicocommissies.
De UCR-classificatie wordt binnen de
bank wereldwijd toegepast voor alle
uitzettingen op andere dan particuliere
klanten. Binnen de UCR-classificatie
worden veertien verschillende gradaties
onderscheiden voor normale kredieten zonder
betalingsachterstand (‘non-default grades’)
en drie gradaties voor probleemkredieten
(‘default grades’). De non-default gradaties
kunnen ook worden gerelateerd aan de
ratings van externe instituten. Er is een
aantal instrumenten ontwikkeld voor de
vaststelling en herziening van UCR’s. Deze
ratinginstrumenten kwantificeren het relatieve
effect van diverse risicofactoren en maken
de besluitvorming over het toekennen
van ratings transparant. Inmiddels zijn er
ratinginstrumenten beschikbaar voor alle grote
kredietportefeuilles van de bank. De door
ABN AMRO gebruikte ratinginstrumenten
zijn zodanig op de verschillende specifieke
markten toegesneden dat zij de onderliggende
risicofactoren weerspiegelen.
De LGD-classificatie wordt per faciliteit
bepaald op basis van bevoorrechting,
verstrekte zekerheden en analyse van de
juridische positie. Het beleid voor de LGD-
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 76•1_200960_JV_NED.indd 76 24-03-2005 11:06:0924-03-2005 11:06:09
77
classificatie is afgestemd op specifieke
(lokale) markten, soorten tegenpartijen
en producten. Gegevens over geleden
verliezen op kredieten worden verzameld en
opgeslagen in een LGD-database, zodat de
LGD-classificatie en het daaraan ten grondslag
liggende beleid kunnen worden getoetst en
verbeterd.
Beheer Programme Lending (particulier
en MKB-krediet)
Programme Lending betreft krediet dat
goedgekeurd wordt binnen het kader van
een zogeheten Product Programme en dat
op portefeuillebasis wordt beheerd. Bij de
kredietverlening aan particulieren en bepaalde
kleine en middelgrote ondernemingen vinden
fiattering en risicobeheer plaats op basis van
het ABN AMRO Product Programme proces.
Om goedkeuring aan te vragen voor een
kredietproduct dat zij wil aanbieden, moet een
BU eerst een Product Programme opstellen.
Hierin moet worden aangegeven voor welke
doelgroep of welk klantsegment het product
is bestemd en welke standaardnormen voor
risicoacceptatie worden gehanteerd bij het
beoordelen en goedkeuren van individuele
transacties. Voorts moet uit het Product
Programme blijken dat de portefeuille een
voorspelbaar verloop zal vertonen qua
rendement, achterstalligheid en afboekingen.
De bewakings- en rapportagemechanismen
moeten afdoende zijn om in een vroeg
stadium trends in de ontwikkeling van de
portefeuille te signaleren en daarop tijdig actie
te ondernemen.
De Raad van Bestuur heeft de bevoegdheid
voor de goedkeuring en de jaarlijkse evaluatie
van Product Programmes aan GRM en de
BU’s voor onze thuismarkten gedelegeerd.
De overige BU’s moeten alle Product
Programmes ter goedkeuring aan GRM
voorleggen. De fiatteringsbevoegdheid
is gebaseerd op de geplande maximale
portefeuilleomvang voor een bepaald
product. Nadat een Product Programme is
goedgekeurd, worden individuele krediet-
transacties gefiatteerd door de daartoe
bevoegde functionarissen.
De besluitvorming over kredietaanvragen,
kredietrevisies en invorderingen geschiedt
op basis van objectieve criteria, aangevuld
met richtlijnen zoals beschreven in het
goedgekeurde Product Programme, of
aan de hand van kredietscores. De BU’s
maken gebruik van intern ontwikkelde en
door externe partijen geleverde scorecards.
Indien mogelijk wordt gebruikgemaakt van
kredietbureaus.
In het kader van een optimaal beheer van de
kredietportefeuille houden de verschillende
bedrijfsonderdelen databases bij met
informatie over de ontwikkeling van de
portefeuille. Binnen de BU’s is gedetailleerde
informatie beschikbaar aan de hand waarvan
portefeuilles gesegmenteerd kunnen
worden. GRM houdt gegevens bij op het
niveau van productportefeuilles teneinde
de risicobewaking op zowel regionaal als
mondiaal niveau te ondersteunen.
Samenstelling ABN AMRO kredietportefeuilleIn 2004 werd de groei van de krediet-
portefeuille geremd door de concurrentie in
de markt. Klanten volgden een behoudend
financieel beleid, hetgeen zich vertaalde
in een relatief gezien lager kredietgebruik.
Daarnaast had de waardestijging van de
euro een negatief effect op de groei van in
Amerikaanse dollars luidende portefeuilles.
Van het uitstaande kredietvolume kwam ook
in 2004 het grootste deel voor rekening van
Consumer & Commercial Clients (ongeveer
72%), gevolgd door Wholesale Clients met
23%. Het restant betreft uitzettingen van
Private Clients, Asset Management en andere
concernonderdelen. Het grote aandeel van
Consumer & Commercial Clients in het totale
kredietvolume is een logisch gevolg van de
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 77•1_200960_JV_NED.indd 77 24-03-2005 11:06:0924-03-2005 11:06:09
78
omvang van de activiteiten van Consumer &
Commercial Clients in de thuismarkten van de
bank (Nederland, het Midden-Westen van de
Verenigde Staten en Brazilië).
Kredietportefeuille Consumer &
Commercial Clients
De BU Nederland is met 48% van de
totale kredietverlening door Consumer &
Commercial Clients aan de private sector de
grootste geografische concentratie, gevolgd
door Noord-Amerika met 25%. In 2005 zal
ABN AMRO streven naar verdere groei
van de kredietportefeuille van Consumer &
Commercial Clients in landen als China,
Hongkong en India.
Zakelijk krediet
De zakelijke kredietportefeuilles van
Consumer & Commercial Clients
vertegenwoordigden 40% van de totale
kredietverlening door Consumer &
Commercial Clients aan de private sector.
Door de kracht van de euro tegenover
andere valuta’s vertoonde de totale zakelijke
kredietportefeuille een bescheiden daling.
Het volume van de zakelijke kredietportefeuille
van de BU Nederland steeg met ongeveer
4%. De samenstelling naar sector is
gediversifieerd, waarbij de top 3 wordt
gevormd door groothandel, transport &
communicatie en financiële diensten.
In Noord-Amerika is het kredietbedrijf van
Consumer & Commercial Clients vooral actief
in het Midden-Westen van de Verenigde
Staten. De diverse regiokantoren die
door LaSalle Bank zijn geopend, droegen
evenwel positief bij aan de kredietgroei. De
nadruk ligt op vastgoedgerelateerd krediet
en de kredietverlening aan middelgrote
bedrijven. De drie belangrijkste sectoren
in de portefeuille zijn bouw & vastgoed,
verwerkende industrie en groothandel &
detailhandel.
De Braziliaanse zakelijke kredietportefeuille
nam fors toe (36%) dankzij het economisch
herstel. Banco Sudameris is inmiddels volledig
in de organisatie geïntegreerd en zal positief
bijdragen aan de groei in het middensegment.
De zakelijke kredietportefeuille van de
BU New Growth Markets daalde met slechts
EUR 0,2 miljard (9%) ondanks de verkoop van
Bank of Asia.
Bouwfonds meldde een fraaie groei van de
zakelijke kredietportefeuille met EUR 1,7
miljard (28%).
Particulier krediet
De particuliere kredietportefeuille was goed
voor 60% van de totale kredietverlening
door Consumer & Commercial Clients
aan de private sector. Het aandeel van
hypotheken in de particuliere kredietverlening
bedroeg 82,5%.
De portefeuille van de BU Nederland
vertoonde een bescheiden groei van
2,6%. In de Verenigde Staten daalde het
hypotheekvolume doordat er een einde
kwam aan de hausse in het oversluiten
van hypotheken. De bank heeft echter een
nieuw product op de markt gebracht voor
het benutten van de overwaarde van de
eigen woning. Dit product is goed in de
markt ontvangen. Eind 2004 had LaSalle
Risicobeheer
Kredietverlening per (S)BU
(in miljarden euro’s) Totaal 2004 C&CC WCS PC/AM/GF 2003 2002
Overheid 6,0 1,1 4,8 0,1 5,5 7,4
Private sector 233,8 171,7 49,6 12,5 234,8 247,2 Totaal* 239,8 172,8 54,4 12,6 240,3 254,6
* Exclusief professionele effectentransacties
•1_200960_JV_NED.indd 78•1_200960_JV_NED.indd 78 24-03-2005 11:06:1024-03-2005 11:06:10
79
Bank woninghypotheken tot een bedrag van
ruim USD 200 miljard onder administratief
beheer.
De particuliere kredietportefeuille van
de BU Brazilië bestaat hoofdzakelijk uit
autofinancieringen en persoonlijke leningen.
Ondanks de toegenomen concurrentiedruk en
het verschijnen van nieuwe spelers op deze
markt groeide de portefeuille met EUR 0,5
miljard (14%).
Hoewel het belang in de Bank of Asia in het
derde kwartaal van 2004 verkocht werd, bleef
de particuliere kredietportefeuille van de
BU New Growth Markets stabiel op EUR 2,8
miljard. De activiteiten richten zich vooral op
de nieuwe markten in India en Groot-China.
De particuliere kredietportefeuille van
Bouwfonds ontwikkelde zich sterk en groeide
met EUR 2,2 miljard (8,8%).
Kredietportefeuille Wholesale Clients
De kredietverlening door Wholesale
Clients aan de private sector nam toe met
EUR 6,3 miljard (14,5%). De klanten zijn
vooral in de lidstaten van de Organisatie
voor Economische Samenwerking en
Ontwikkeling (OESO) gevestigd. Door de
waardestijging van de euro ten opzichte van
de Amerikaanse dollar daalde in 2004 het
relatieve aandeel van de Verenigde Staten.
Telecommunicatie, automobielfabrikanten en
geïntegreerde energie waren onveranderd de
drie belangrijkste sectoren. De sectorposities
worden over geografische grenzen heen
beheerd op basis van de vastgestelde maxima
voor de portefeuille van Wholesale Clients.
Het gedegen portefeuillebeheer en de pro-
actieve maatregelen die in voorgaande jaren
waren genomen in het kader van risicobeheer,
vertaalden zich in een wezenlijke verbetering
van de kwaliteit van de kredietportefeuille.
In lijn met ontwikkelingen in het
internationale bankwezen maakte Portfolio
Management gebruik van kredietderivaten
om het tegenpartijrisico in de zakelijke
kredietportefeuille af te dekken en het
beslag van de portefeuille van Wholesale
Clients op het economisch kapitaal en het
toetsingsvermogen te verminderen.
Door middel van selectieve hedging kon
Portfolio Management de risicoconcentraties
beheren op zowel klantniveau als
sectorniveau. Dit is een belangrijk instrument
voor de uitbreiding van het model voor actief
portefeuillebeheer.
VoorzieningenVoorzieningenbeleid
ABN AMRO heeft per kredietsoort een
specifiek voorzieningenbeleid ontwikkeld.
Dit beleid wordt voortdurend getoetst en
bijgesteld op basis van onder meer eigen
ervaringen, ontwikkelingen in krediet risico-
technieken en veranderingen in wetgeving in
de rechtsgebieden waar de bank actief is.
Zakelijk krediet
Zakelijke kredietrelaties worden ten minste
eenmaal per jaar gereviseerd door de
betreffende kredietcommissies of bevoegde
functionarissen. Daarnaast houden onze
kredietmedewerkers continu toezicht op de
kwaliteit van de verstrekte kredieten. Wanneer
Risicobeheer
Kredietverlening Consumer & Commercial Clients aan private sector per BU
(in miljarden euro’s) Totaal Neder- Noord- Brazilië New Bouw- 2003 2004 land Amerika Growth fonds Markets
Zakelijk 68,9 26,1 29,7 3,4 2,0 7,7 68,2
Particulier 102,8 55,9 12,8 4,0 2,8 27,3 99,6
Waarvan hypotheken 84,8 44,1 12,4 0,3 0,7 27,3 82,1 Totaal 171,7 82,0 42,5 7,4 4,8 35,0 167,8
•1_200960_JV_NED.indd 79•1_200960_JV_NED.indd 79 24-03-2005 11:06:1124-03-2005 11:06:11
80
de kwaliteit van een krediet of de financiële
situatie van een debiteur zodanig verslechtert
dat er twijfel bestaat over het vermogen tot
terugbetaling, wordt het beheer van de relatie
overgedragen aan Financial Restructuring &
Recovery, hetzij lokaal hetzij binnen GRM. Na
evaluatie bepaalt deze afdeling de hoogte van
de eventuele specifieke voorziening die moet
worden gevormd, waarbij rekening wordt
gehouden met de waarde van de verstrekte
zekerheden. Aan het einde van elk kwartaal
beoordeelt GRC de toereikendheid van de
specifieke voorzieningen.
Particulier krediet
De bank biedt een breed pakket particuliere
kredietproducten en -programma’s, zoals
persoonlijke leningen, woninghypotheken,
creditcards en woningverbeteringskrediet.
Voorzieningen voor deze producten worden
per portefeuille getroffen, waarbij een
specifieke voorziening voor elk product
wordt vastgesteld op basis van de omvang
van de portefeuille en het historische
verliespercentage van de bank. In ons
beleid ten aanzien van de particuliere
kredietportefeuille is bepaald dat de
renteverantwoording in de regel wordt
stopgezet wanneer rente of aflossing op
een particulier krediet 90 dagen of langer
achterstallig is. Dergelijke kredieten worden
dan aangemerkt als ‘non-accrual’ kredieten.
MSR-portefeuille en terugkoop hypotheken in
Verenigde Staten
Nieuwe hypotheekleningen worden verstrekt
via tussenpersonen, het eigen kantorennet,
een nationaal callcenter en het internet. Op
deze manier maken wij optimaal gebruik
van schaalvergroting. Het merendeel van de
nieuw afgesloten hypotheken wordt weer
doorverkocht aan beleggers, waarbij de
bank wel de rechten met betrekking tot het
beheer daarvan (Mortgage Servicing Rights /
MSR’s) behoudt. Het kredietrisico wordt aldus
overgedragen aan beleggers. In geval van
operationele tekortkomingen, zoals fouten
in de documentatie of geschillen over de
tenaamstelling, verlangen de beleggers van
de bank dat zij de betreffende hypotheken
terugkoopt. Voor dit risico houdt de bank een
operationele reserve aan.
Risico op overheden
De bank heeft een classificatiesysteem
ontwikkeld voor het risico op overheden.
Vanaf 2002 wordt alleen een voorziening
voor dit risico gevormd voorzover betalingen
achterstallig zijn of dit naar verwachting zullen
worden.
Dubieuze en non-performing kredietenKredieten worden als dubieus aangemerkt
zodra er bewijs is dat de debiteur niet in
staat is om aan zijn betalingsverplichtingen
jegens de bank te voldoen overeenkomstig de
oorspronkelijke contractvoorwaarden. Indien
dit noodzakelijk wordt geacht, wordt per post
een waardecorrectie bepaald, waarbij rekening
wordt gehouden met de waarde van de
verstrekte zekerheden. De waardecorrecties
voor particulier krediet en Programme
Lending worden per portefeuille bepaald,
waarbij een specifieke correctie voor elk
product wordt vastgesteld op basis van de
Risicobeheer
Specifieke voorzieningen per (S)BU (nettotoevoeging)
(in miljoenen euro’s) Totaal 2004 C&CC WCS PC/AM/GF 2003 2002
Totaal debiteurenvoorzieningen 640 583 20 37 1.240 1.681
Risico op overheden / landenrisico 13 – 16 – 3 34 14 Totaal specifieke voorzieningen 653 583 36 34 1.274 1.695 Specifieke voorzieningen /
gemiddelde RGA (in basispunten) 27 40 5 17 55 66
•1_200960_JV_NED.indd 80•1_200960_JV_NED.indd 80 24-03-2005 11:06:1224-03-2005 11:06:12
81
omvang van de portefeuille en het historisch
verliespercentage van de bank.
Non-performing kredieten zijn dubieuze
kredieten waarop de renteverantwoording
is stopgezet. Dit houdt in dat de
contractuele rente niet langer in de winst- en
verliesrekening wordt verwerkt. Posten in de
kredietportefeuille waarvan hoofdsom of rente
duurzaam in waarde is verminderd, worden
gekwalificeerd als ‘non-performing’.
De volumedaling van non-performing
kredieten met EUR 0,9 miljard (17%) in 2004
weerspiegelt de kwaliteitsverbetering van
de kredietportefeuille. De verhouding non-
performing kredieten / totale kredietverlening
aan de private sector laat eveneens een
gunstige ontwikkeling zien. De verbeterde
kwaliteit van de kredietportefeuille komt
ten slotte ook duidelijk tot uitdrukking in de
coverage ratio, de debiteurenvoorzieningen
als percentage van de totale kredietverlening
aan de private sector.
Voorzieningen Consumer & Commercial
Clients: trends per BU
De voorzieningen die door Consumer &
Commercial Clients in 2004 werden getroffen,
daalden in vergelijking met 2003 met 29% tot
EUR 583 miljoen. Op basis van gemiddelde
naar risico gewogen activa (RGA) namen de
voorzieningen af van 57 basispunten in 2003
naar 40 basispunten in 2004.
De voorzieningen in de BU Nederland waren
EUR 45 miljoen ofwel 18% lager dan in
2003. Vanwege de zwakke omstandigheden
aan het begin van het jaar werden de
voorzieningen voor de particuliere en MKB-
kredietportefeuilles aanvankelijk verhoogd.
In het tweede halfjaar tekende zich echter
enige verbetering af. De Nederlandse
hypotheekportefeuille bleef het goed doen.
De voorzieningen daalden van 47 naar
37 basispunten van de RGA.
In de Verenigde Staten verbeterde het
krediet klimaat in 2004. Dit kwam tot
uiting in het voorzieningenniveau, dat met
EUR 201 miljoen ofwel 66% werd verlaagd.
Dit was vooral te danken aan posten in de
kredietportefeuille middelgrote bedrijven die
na afboeking werden ontvangen. Tekenen
van verbetering waren hierbij zichtbaar in
alle sectoren. Vastgoedfinanciering deed het
opnieuw bijzonder goed: de verliezen in dit
segment waren minimaal. De voorzieningen
namen af van 51 naar 18 basispunten van de
RGA.
De voorzieningen in Brazilië werden, onder
invloed van de gunstigere economische
omstandigheden en de vrijval van
voorzieningen die eerder veiligheidshalve
waren gevormd voor de Banco Sudameris
portefeuille, verlaagd met EUR 32 miljoen
ofwel 12% en daalden van 394 naar
260 basispunten van de RGA.
Voorzieningen Wholesale Clients:
sectortrends
De voorzieningen van Wholesale Clients
werden ten opzichte van 2003 verlaagd met
EUR 363 miljoen ofwel 91%. Dit was te
danken aan een combinatie van factoren,
Risicobeheer
Non-performing kredieten
2004 2003 2002
Totaal non-performing kredieten
(in miljoenen euro’s) 4.088 4.955 6.132
Totaal non-performing kredieten t.o.v. kredieten
private sector (bruto, in procenten) 1,73 2,08 2,44
Debiteurenvoorzieningen t.o.v. kredieten
private sector (bruto, in procenten) 1,24 1,68 1,64
•1_200960_JV_NED.indd 81•1_200960_JV_NED.indd 81 24-03-2005 11:06:1324-03-2005 11:06:13
82
waaronder lagere nieuwe voorzieningen,
alsmede vrijval en na afboeking ontvangen
bedragen in de sectoren energie en
telecommunicatie. De verbetering van de
kredietkwaliteit blijkt ook uit de gemiddelde
UCR van de zakelijke kredietportefeuille van
Wholesale Clients. ABN AMRO heeft alle
vertrouwen in de algehele kwaliteit van haar
kredietportefeuille en het sterke kredietprofiel.
In verhouding tot de RGA daalden de
voorzieningen van 60 naar 5 basispunten.
Grensoverschrijdend risico en risico op overhedenABN AMRO beheert het landenrisico op
uitzettingen in opkomende markten (zowel
het risico op overheden als het grens-
overschrijdend risico) op portefeuillebasis.
Grensoverschrijdend risico
Het grensoverschrijdend risico betreft het
risico dat bedragen in vreemde valuta’s
door overheidsmaatregelen of andere
omstandigheden (bijvoorbeeld burgeroorlog,
embargo) niet uit een bepaald land kunnen
worden overgemaakt.
Onder de meting van het grensoverschrijdend
risico vallen alle posten op en buiten de
balans die rechtstreeks door een dergelijk
risico zouden kunnen worden beïnvloed.
ABN AMRO houdt al jaren toezicht op
grensoverschrijdende uitzettingen en maakt
momenteel gebruik van een VaR-model om
het grensoverschrijdend risico van de totale
portefeuille te bepalen. Met behulp van het
VaR-model wordt een analyse van historische
markttrends gemaakt teneinde de kans in te
schatten dat de verliezen op een portefeuille
een bepaald bedrag te boven zullen gaan.
Risicobeheer
Grensoverschrijdend risico (ultimo, in miljarden euro’s) Grensoverschrijdend risico Na risicovermindering 1
2004 2003 2002 2004 2003 2002
Regio
Brazilië 3,1 3,2 3,7 1,0 0,7 0,9
Overig Latijns-Amerika (incl. Mexico) 3,6 3,0 3,7 2,8 1,9 2,5
Azië / Pacific 10,3 7,7 7,1 6,1 4,8 4,8
Oost-Europa 4,3 3,6 3,0 3,0 2,3 1,6
Midden-Oosten en Afrika 5,2 3,1 2,7 3,6 2,2 1,9 Totaal 26,5 20,6 20,2 16,5 11,9 11,7
1 Uitzettingen met een verminderd risico betreffen doorgaans transacties die zijn gedekt door swaps in kredietderivaten, verzekering van het politieke risico, offshore deposito’s en effectendepots, specifieke garanties, ring-fenced funding of andere in de markt beschikbare instrumenten voor risicovermindering
Risico op overheden (ultimo, in miljarden euro’s) Totaal uitzettingen Uitzettingen in vreemde valuta 1
2004 2003 2002 2004 2003 2002
Regio
Brazilië 5,2 5,2 3,7 0,2 0,1 0,3
Overig Latijns-Amerika (incl. Mexico) 1,1 1,4 1,4 0,6 0,6 0,9
Azië / Pacific 3,4 3,7 3,5 0,4 0,3 0,6
Oost-Europa 1,9 1,7 1,5 0,5 0,4 0,8
Midden-Oosten en Afrika 0,6 1,0 0,8 0,5 0,6 0,4 Totaal 12,2 13,0 10,9 2,2 2,0 3,0
1 Gedeeltelijk opgenomen in grensoverschrijdend risico
•1_200960_JV_NED.indd 82•1_200960_JV_NED.indd 82 24-03-2005 11:06:1424-03-2005 11:06:14
83
In de toekomst zal het VaR -model worden
vervangen door de berekening van het
economisch kapitaal voor afdekking van het
grensoverschrijdend risico.
Ten opzichte van 2003 nam het totale
grensoverschrijdend risico in 2004 toe met
EUR 5,9 miljard (28,6%). Deze stijging
werd hoofdzakelijk veroorzaakt door fors
hogere uitzettingen in Azië / Pacific en Oost-
Europa, terwijl ook in alle overige regio’s de
uitzettingen toenamen. Na risicovermindering
steeg het totale grensoverschrijdend risico
met EUR 4,6 miljard (38,6%).
Risico op overheden
Het risico op overheden is gedefinieerd als het
tegenpartij- en kredietrisico op een overheid,
ongeacht de valuta waarin de uitzetting
luidt. Onder overheden worden verstaan
nationale regeringen, centrale banken en
andere expliciet door hen gegarandeerde
entiteiten (met uitzondering van lagere
overheden).
Als gevolg van met name lagere uitzettingen
in Latijns-Amerika (exclusief Brazilië) en het
Midden-Oosten en Afrika nam het risico op
overheden in 2004 af met EUR 0,8 miljard
ofwel 6,1%. Het totale risico op overheden
daalde weliswaar, maar de valutacomponent
nam toe met EUR 0,2 miljard.
MarktrisicoMarktrisico betreft het risico dat de
portefeuilles van de bank als gevolg van
koers- of prijsschommelingen op de financiële
markten (zoals wisselkoersen, rentetarieven,
credit spreads, aandelenkoersen en
grondstoffenprijzen) in waarde stijgen of
dalen. Door haar handelsactiviteiten staat
ABN AMRO bloot aan marktrisico’s. Deze
handelsactiviteiten worden zowel voor
klanten als voor eigen rekening van de bank
uitgevoerd. De handel voor klanten brengt een
marktrisico voor de bank met zich mee, terwijl
de bank door de handel voor eigen rekening
een actieve positie op de financiële markten
inneemt.
Het risico bij handelsactiviteiten ontstaat
zowel uit open (ongedekte) posities als uit
imperfecte correlaties tussen marktposities
die zijn ingenomen om elkaar te neutraliseren.
Een effectief en efficiënt marktrisico- en
positiebeheer is van essentieel belang voor
de concurrentiekracht en de winstgevendheid
van de bank.
ABN AMRO heeft een eigen kader voor
het meten van marktrisico’s ontwikkeld
en geïmplementeerd. Hierbij zijn de best
practices in de sector en de vereisten van de
toezichthouders als uitgangspunt gehanteerd.
Effectieve risicobewaking en -rapportage is in
het algemeen niet mogelijk zonder posities
waaraan een marktrisico is verbonden, vast te
stellen en te kwantificeren.
Ten behoeve van de kwantificering worden
posities met een marktrisico in de regel
onderverdeeld naar het type marktrisico. De
hoofdcategorieën zijn renterisico, valutarisico,
equity risico (aandelenkoersen), commodity
risico (grondstoffenprijzen), credit spreads,
volatiliteit en correlatie. Ieder risicotype wordt
gekenmerkt door specifieke risicofactoren en
graadmeters.
In de praktijk worden marktrisicoposities
gekwantificeerd door de betreffende
risicofactoren te identificeren en de
bijbehorende graadmeters te berekenen
(zoals de verschillende ‘Greeks’ waarmee de
gevoeligheid voor bepaalde ontwikkelingen
wordt gemeten). Aan de hand van deze
grootheden worden vervolgens voor elke
risicofactor marktrisicolimieten vastgesteld
en scenario- en sensitiviteitsanalyses
uitgevoerd. Ook dienen deze grootheden als
input voor de diverse modellen die worden
gebruikt voor risicometing (zoals het VaR-
model).
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 83•1_200960_JV_NED.indd 83 24-03-2005 11:06:1524-03-2005 11:06:15
84
Marktrisicobeheer
Binnen marktrisico worden drie hoofdfuncties
onderscheiden: Market Risk Management,
Market Risk Policy en Market Risk Reporting
& Control. De doelstelling van deze functies
is onverwachte verliezen als gevolg van
marktrisico te vermijden en optimaal gebruik
te maken van het voor marktrisico beschikbare
kapitaal.
Market Risk Management (MRM) ziet
erop toe dat de door Group ALCO en GRC
gedelegeerde bevoegdheden met betrekking
tot marktrisico’s die voortvloeien uit de
handelsactiviteiten van de bank, effectief
worden uitgeoefend en dat posities efficiënt
worden bewaakt en beheerd. Daarnaast
beperkt en bewaakt MRM het mogelijke
effect van bepaalde marktbewegingen op
het resultaat van handelsposities. MRM
richt zich hierbij vooral op de activiteiten van
Wholesale Clients. De marktrisicoposities
van Consumer & Commercial Clients,
Private Clients, Asset Management en
dochterondernemingen van de bank worden
gevolgd door risicospecialisten binnen deze
bedrijfsonderdelen, in nauw overleg met
MRM. De bewaking van het marktrisico van
de ALCO-portefeuilles van Group Functions
valt eveneens onder de verantwoordelijkheid
van MRM. Market Risk Policy is
verantwoordelijk voor beleidsontwikkeling,
alsmede voor het opzetten en onderhouden
van een kader voor marktrisicobeheer binnen
de bank. Market Risk Reporting & Control
streeft ernaar zowel het rapportageproces
als de inhoud van marktrisicorapportages te
optimaliseren.
Value-at-Risk
Value-at-Risk (VaR) is een methodologie
waarmee marktrisicoposities onder één
noemer worden beoordeeld. Binnen
ABN AMRO is VaR het belangrijkste
instrument voor de dagelijkse toetsing van
het aan de handelsactiviteiten verbonden
marktrisico. Het is een statistisch model voor
het inschatten van potentiële verliezen. VaR
is gedefinieerd als het verwachte maximale
verlies dat onder normale omstandigheden,
gedurende een vooraf bepaalde tijds-
horizon en met een bepaald statistisch
betrouwbaarheidsniveau kan ontstaan als
gevolg van veranderingen in risicofactoren.
ABN AMRO gebruikt een eigen VaR-model dat
door de Nederlandsche Bank is goedgekeurd.
De bank hanteert voor de VaR-berekening de
methode van historische simulatie. Hierbij
wordt uitgegaan van gelijkelijk gewogen
historische gegevens over een periode
van vier jaar, een betrouwbaarheidsniveau
van 99%, een tijdshorizon van één dag en
relatieve veranderingen van historische
koersen. In onze VaR-berekeningen worden
ook posities in derivaten en liquide middelen,
Risicobeheer
VaR per risicocategorie (99% betrouwbaarheid, eendaagsrisico)
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2004 2003 2004 2003 2004 2003
Ultimo Ultimo Gemid- Gemid- Maxi- Maxi- Mini- Mini- deld deld mum mum mum mum
Totaal per risicocategorie
Renterisico 18,7 13,5 21,6 17,5 49,5 40,4 10,4 11,0
Equity-risico 15,6 11,0 14,9 11,4 25,9 18,9 8,8 3,8
Valutarisico 3,7 2,1 3,0 3,3 7,7 11,0 1,0 0,6
Commodity-risico 0,8 0,2 0.4 0,3 2,5 2,5 0,1 0,1
Diversificatie-effect – 8,3 – 8,0 Totaal 1 30,5 18,8 26,4 21,7 42,2 34,3 17,1 14,1
1 De minima en maxima per risicocategorie werden op verschillende dagen bereikt en zijn derhalve voor de totale VaR niet relevant. De totale VaR omvat het diversificatie-effect dat door imperfecte of negatieve correlaties tussen bepaalde risicocategorieën wordt veroorzaakt, en kan dan ook lager zijn dan de som van de afzonderlijke risicocategorieën op dezelfde dag (jaarultimo)
•1_200960_JV_NED.indd 84•1_200960_JV_NED.indd 84 24-03-2005 11:06:1624-03-2005 11:06:16
85
die als handelsactiva en -passiva worden
verantwoord, meegenomen. De VaR wordt
dagelijks voor iedere handelsportefeuille
en productlijn alsmede voor de bank
als geheel gerapporteerd aan de leiding
van de betreffende BU’s, GRM en de
verantwoordelijke leden van de Raad van
Bestuur.
De VaR geeft een goede indicatie van
het potentiële verlies onder normale
omstandigheden, maar gaat voorbij aan
het effect van eenmalige gebeurtenissen.
De effectiviteit van de VaR-berekeningen
kan worden getoetst aan de hand van back-
testing, een techniek waarbij het aantal dagen
wordt geteld waarop de verliezen hoger
waren dan de voor die dagen berekende
VaR. Bij een betrouwbaarheidsniveau van
99% zal, statistisch gezien, het negatieve
handelsresultaat eens in de honderd
handelsdagen groter zijn dan de VaR.
Back-testing wordt uitgevoerd op zowel
het feitelijke handelsresultaat als een
hypothetisch handelsresultaat, waarbij het
effect van provisies, emissievergoedingen
en intradagtransacties buiten beschouwing
wordt gelaten. De uitkomsten van back-
testing op het feitelijke en hypothetische
handelsresultaat worden regelmatig aan
de Nederlandsche Bank gerapporteerd.
Back-testing is een belangrijk instrument voor
de ex-post validering van ons interne VaR-
model.
Aanvullende controlemaatregelen
Als aanvulling op de VaR-berekening wordt
een reeks stress test scenario’s en sensitivity
stress tests uitgevoerd. Deze geven inzicht
in de ontwikkeling van een portefeuille
en het handelsresultaat bij extreme
marktbewegingen. Sensitivity stress tests en
stress test scenario’s zijn intern ontwikkeld
als afspiegeling van specifieke kenmerken
van de portefeuilles van de bank. De stress
test scenario’s en sensitivity stress tests
Risicobeheer
jan feb maa apr mei juni juli aug sept okt nov dec
40
30
20
10
0
-10
-20
-30
-40
-50
wee
k 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51
Value-at-Risk versus hypothetisch resultaat voor handelsportefeuilles in 2004 (in miljoenen euro’s)
Value-at-Risk
Winst
Verlies
•1_200960_JV_NED.indd 85•1_200960_JV_NED.indd 85 24-03-2005 11:06:1724-03-2005 11:06:17
86
worden dagelijks voor elke handelsportefeuille
berekend en op meerdere niveaus
geaggregeerd.
Sensitivity stress tests
Deze categorie stress tests is gebaseerd
op parallelle mutaties hetzij in één bepaalde
risicofactor hetzij gelijktijdig in een aantal
risicofactoren. De tests worden voor
elke handelsportefeuille uitgevoerd. De
volgende stress test zijn ontwikkeld en
geïmplementeerd:
• Stressed Delta: deze test berekent het
potentiële resultaat van een portefeuille
bij een significante, parallelle mutatie
in de desbetreffende risicofactor. Voor
rentegevoelige portefeuilles wordt deze test
berekend op basis van een reeks parallelle
verschuivingen in de yieldcurve
• Stress Matrices: deze in matrixvorm
opgezette test is bedoeld om het potentiële
resultaat van een portefeuille te analyseren
bij gelijktijdige mutaties in de onderliggende
marktprijs (aandelen- of wisselkoers) en de
volatiliteit van deze risicofactor
• Curvature Stress: deze test analyseert
de potentiële waardeverandering van
rentegevoelige portefeuilles onder invloed
van de convexiteit in deze portefeuilles. Dit
gebeurt door de verschillen te berekenen
tussen de lineair geëxtrapoleerde delta
(via een reeks rentebewegingen) en de
resultaten van de volledige herwaardering
van de portefeuille op basis van parallelle
verschuivingen in de yieldcurve
• Czech Koruna Scenario: het doel van
deze test is te bepalen hoe de waarde van
rentegevoelige portefeuilles in de valuta’s van
opkomende markten beïnvloed kan worden
door een extreme, niet parallelle rentemutatie
(omgekeerde rentecurve) als gevolg van een
liquiditeitscrisis, zoals zich in 1997 voordeed in
de CZK-markt (Tsjechische koruna).
Voor al deze stress tests zijn limieten
vastgesteld. De berekening van de stress
tests en de bewaking van de vastgestelde
limieten vinden dagelijks plaats.
Stress test scenario’s
De bank past op groepsniveau twee soorten
scenarioanalyses toe:
1 Historische scenario’s: in deze categorie
vallen bankbrede stress test scenario’s die
zijn gebaseerd op feitelijke gebeurtenissen
in het verleden waardoor de werking van de
financiële markten in ernstige mate werd
verstoord. Voorbeelden van historische
stress test scenario’s zijn de beurscrash van
1987, de crisis op de obligatiemarkten in 1994,
de crisis in de opkomende markten in 1997,
de financiële crisis van 1998 en 11 september
2001. In elk scenario is op een bepaald
niveau een controlepunt ingebouwd.
Overschrijding van dit niveau vormt het
startsein voor discussie en/of maatregelen.
De scenarioberekeningen en de toetsing
van de controlepunten vinden dagelijks
plaats
2 Hypothetische scenario’s: in deze categorie
vallen externe schokken waarvan het
aannemelijk wordt geacht dat deze zich in de
toekomst zullen voordoen. Op dit moment
worden geen hypothetische scenario’s
doorgerekend. In het verleden is dit onder
meer gebeurd voor een instorting van de euro
en de millenniumwisseling.
Feitelijke gebeurtenissen en scenariovorming
Andere controlemaatregelen die in het kader
van het marktrisicobeheer worden toegepast,
betreffen limieten voor netto openstaande
posities, rentegevoeligheid per basispunt,
spread-gevoeligheden, optieparameters,
positieconcentraties en positielooptijden.
Deze niet-statistische variabelen zijn een
hulpmiddel om de handelsrisico’s te bewaken
en te beheersen. Ter facilitering van een meer
gecentraliseerd risicobeheer, -beheersing
en -bewaking hebben wij bovendien onze
handelsactiviteiten geconcentreerd in
Amsterdam, Chicago, Hongkong, Londen,
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 86•1_200960_JV_NED.indd 86 24-03-2005 11:06:1924-03-2005 11:06:19
87
New York en Tokio. Gezien de wereldwijde
spreiding van handelsactiviteiten en de
gediversifieerde portefeuille is ABN AMRO
in het algemeen niet bijzonder gevoelig voor
plotselinge sterke marktbewegingen.
Asset and Liability ManagementRenterisico bankboek
Een van de hoofddoelstellingen van GALM
is de gevoeligheid van het rentesaldo van
de bank voor fluctuaties in de marktrente
te beheersen. Group ALCO stelt limieten
vast om het eventuele nadelige effect
van marktbewegingen op de baten uit
handelsactiviteiten en overige activiteiten
strikt te begrenzen. De manier waarop
wij de handelsgerelateerde renteposities
beheren en bewaken, is beschreven onder
marktrisico vanaf pagina 83.
Voor de bewaking en beperking van het
renterisico uit overige activiteiten worden
verschillende methoden gehanteerd,
waaronder scenarioanalyse, gap-analyse
en marktwaardelimieten. Scenarioanalyse
wordt aan de hand van simulatiemodellen
toegepast om in EUR, BRL en USD luidende
renterisicoposities in respectievelijk Europa,
Brazilië en de Verenigde Staten te bewaken.
Het beheer van renterisicoposities in
overige muntsoorten en andere landen
vindt plaats op basis van gap-analyse en/of
marktwaardelimieten, omdat deze posities
doorgaans minder complex zijn.
Het rentesaldo betreft ontvangen minus
betaalde rente. Het gaat hierbij om grote
aantallen contracten en transacties en
allerlei verschillende producten. Om de
gevoeligheid van het rentesaldo voor
mutaties in de vorm en de hoogte van
de yieldcurve te bepalen gebruiken wij
simulatiemodellen en schattingstechnieken.
Aannames ten aanzien van het gedrag van
klanten spelen bij deze berekeningen een
belangrijke rol. Dit is met name relevant voor
uitzettingen zoals hypotheken, waarbij de
klant eventueel tot vervroegde aflossing kan
overgaan.
Aan de passiefzijde wordt de rente gevoelig heid
van de tarieven van spaargelden en deposito’s
vastgesteld op basis van schattingen; de
tarieven voor deze producten zijn namelijk niet
aan een specifieke markt rente gekoppeld. Voor
prognoses en sensitiviteitsanalyses wordt bij
deze producten een statistische benadering
gevolgd omdat deze het beste aansluit bij het
karakter daarvan. Hoewel deze benadering
in veel opzichten vergelijkbaar is met macro-
economische prognoses, is zij gebaseerd op
de gegevens van individuele contracten met
klanten.
De gevoeligheid van het rentesaldo voor
rentefluctuaties wordt geraamd op basis van
een geleidelijke, parallelle verschuiving in
de rentestructuur zowel naar boven als naar
beneden gedurende een periode van twaalf
maanden. Uit onze sensitiviteitsanalyse blijkt
dat een dergelijke verschuiving een nadelig
effect op het rentesaldo gedurende deze
periode zou hebben.
Verschuiving in Effect oprentestructuur rentesaldo in eerste jaar
+200 basispunten – 4,2%
– 100 basispunten – 0,2%
De bovenstaande analyse is gebaseerd op
onze posities per 31 december 2004. Hierbij
zijn bepaalde aannames gehanteerd, onder
meer hoe klanten naar verwachting op
dergelijke veranderende omstandigheden
zullen reageren.
Renterisico woninghypotheek-
activiteiten in Verenigde Staten
ABN AMRO behoort in de Amerikaanse
woninghypotheekmarkt tot de top 15 van
hypotheekverstrekkers en tot de top 10 van
beheerders. Het grootste deel van onze
woninghypotheekproductie verkopen of
securitiseren wij weer, maar in de meeste
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 87•1_200960_JV_NED.indd 87 24-03-2005 11:06:2024-03-2005 11:06:20
•1_200960_JV_NED.indd 88•1_200960_JV_NED.indd 88 24-03-2005 11:06:2124-03-2005 11:06:21
89
gevallen behouden wij wel zelf de rechten met
betrekking tot het beheer van deze hypotheken
(Mortgage Servicing Rights / MSR’s). Bij de
verkoop van een hypotheek wordt een MSR
verantwoord tegen de contante waarde van
de geschatte toekomstige nettokasstroom uit
het beheer van de hypotheek gedurende de
geschatte looptijd van de lening.
De Amerikaanse markt voor woning-
hypotheken staat bloot aan complexe
risico’s. Ons kredietrisico is minimaal omdat
ABN AMRO het grootste deel van de
verstrekte woninghypotheken weer verkoopt
of securitiseert. Door hun rentegevoeligheid
kunnen de opbrengsten uit de verkoop van
nieuwe hypotheken en de waardeontwikkeling
van MSR’s de winst sterk beïnvloeden.
Hoewel nieuwe hypotheekproductie en
MSR-activiteiten in het algemeen elkaar tot
op zekere hoogte compenseren, kan het
verschillende tijdstip van verantwoording van
invloed zijn op de winst.
Als de rente hoog is of stijgt, zal de vraag
naar woninghypotheken mogelijk afnemen
en zullen de opbrengsten uit de verkoop
van nieuwe hypotheken dalen. Een hoge of
stijgende rentestand kan echter leiden tot
minder vervroegde aflossingen in de MSR-
portefeuille en aldus, via een evenredige
vermindering van de MSR-afschrijvingskosten,
tot hogere MSR-baten. Daarentegen
kan, als de rente laag is of daalt, zoals het
geval was in 2002 en 2003, de vraag naar
woninghypotheken toenemen. In dat geval
zullen de opbrengsten uit de verkoop van
nieuwe hypotheken stijgen. Bij een lage of
dalende rente zal waarschijnlijk ook meer
vervroegd worden afgelost in de MSR-
portefeuille. De hogere afschrijvingskosten
zullen in dat geval de MSR-baten drukken.
Indien de rentedaling sterk genoeg is,
bestaat de mogelijkheid dat door het versneld
oversluiten van hypotheken en de daarmee
gepaard gaande toename van vervroegde
aflossingen bestaande MSR’s in waarde
dalen en er voorzieningen voor duurzame
waardevermindering moeten worden
getroffen. Deze voorzieningen worden
mogelijk gecompenseerd door hogere
toekomstige opbrengsten uit de verkoop
van nieuwe hypotheken, maar de bedragen
zullen mogelijk niet gelijk zijn. Bovendien
zal er waarschijnlijk een verschil ontstaan
in het tijdstip van verantwoording: de MSR-
voorziening wordt direct na een rentewijziging
ten laste gebracht van de netto-opbrengsten,
maar de hogere baten uit de verkoop van
nieuwe hypotheken worden pas over een
langere periode gerealiseerd. Hierdoor kan
de omvang van de voorziening in een bepaald
kwartaal een wezenlijke invloed hebben
op de winst, ook al staan er gemeten over
een volledige 12-maandsperiode andere
winstbronnen tegenover.
ABN AMRO maakt gebruik van verschillende
strategieën voor het beheer van het risico
waaraan de nettohypotheekbaten uit alle
bronnen over een langere periode zijn
blootgesteld, en het risico van een directe
vermindering van de reële waarde van de
MSR’s. De BU Noord-Amerika beheert
deze risico’s binnen de door Group ALCO
vastgestelde parameters. De hedge-
instrumenten die wij het meest toepassen,
zijn renteswaps en termijncontracten.
Met enige regelmaat wordt eventueel
gebruikgemaakt van andere derivaten als
rentefutures, rentecaps, rentefloors of
gekochte opties die het recht geven om
renteswaps aan te gaan. Incidenteel worden
ook contante producten als hypothecair
gedekte effecten (mortgage-backed
securities) gebruikt om de MSR-portefeuille
af te dekken.
Bij het totale renterisicobeheer neemt
ABN AMRO schommelingen in de
opbrengsten uit de verkoop van nieuwe
hypotheken in aanmerking die het gevolg
zijn van rentebewegingen. De productiekant
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 89•1_200960_JV_NED.indd 89 24-03-2005 11:06:2524-03-2005 11:06:25
90
van het hypotheekbedrijf, van de offerte
van een rentetarief tot de verkoop van de
hypotheeklening, wordt op economische
basis afgedekt. MSR’s worden ook afgedekt in
het kader van een programma dat is bestemd
om het eventuele effect van de rentevolatiliteit
op de reële waarde van de MSR-portefeuille te
beperken.
De waardering van MSR’s is van invloed op
het resultaat van de BU Noord-Amerika. De
inschatting door het management is, vanwege
de daaraan verbonden onzekerheden, een
ingewikkeld proces. Economische factoren
die bij de bepaling van de reële waarde
van de MSR’s in aanmerking worden
genomen, zijn de rentestand, discontovoet,
vervroegde aflossingen, geografische
karakteristieken, servicing-kosten en
bijkomende baten. Het percentage van
vervroegde hypotheekaflossingen wordt
maandelijks herzien aan de hand van een
door derden ontwikkeld model. Daarnaast
gebruikt het management de verkoop van
MSR’s en regelmatig door derden uitgevoerde
waardebepalingen om haar schattingen te
vergelijken met marktgegevens.
ValutarisicoValutarisicoposities vloeien voort uit
investeringen in het buitenlands bedrijf van
de bank of uit handelsactiviteiten. Binnen een
breed kader voor risicobeheer proberen wij
het valutarisico te beheersen en te beperken.
Group ALCO is verantwoordelijk voor de
coördinatie van het valutarisicobeleid.
Het valutarisico in de handelsportefeuilles
wordt beheerst door middel van
marktrisicolimieten op basis van VaR. Onder-
en overdekkingen worden bewaakt om
ervoor te zorgen dat zij binnen de door GRC
vastgestelde limieten blijven. Het beheer
en de bewaking van het marktrisico in onze
handelsportefeuilles, met inbegrip van het
daaraan verbonden valutarisico, is hierboven
uiteengezet onder marktrisico op pagina 83
tot en met 87.
Niet-handelsgerelateerde activiteiten
Om het geïnvesteerd vermogen in het
buitenland en de daarop gerealiseerde
winsten te beschermen tegen nadelige
effecten van de conversie van vreemde
valuta’s naar euro, worden diverse
hedgestrategieën toegepast.
• Ratio-hedge
De BIS-ratio’s van de bank (kernvermogen
en totaal vermogen als percentage van RGA)
worden beschermd tegen schommelingen
in de EUR/USD-koers. Aangezien het
vermogen en de RGA onderhevig zijn aan
valutaomrekening, worden de BIS-ratio’s voor
in Amerikaanse dollar luidende onderdelen
gehandhaafd op een niveau dat dicht in de
buurt van de totale BIS-ratio’s ligt.
• Kapitaal-hedge
Het in buitenlandse activiteiten geïnvesteerd
vermogen in andere muntsoorten dan de
Amerikaanse dollar wordt selectief afgedekt.
Hedging wordt overwogen wanneer het
verwachte valutaverlies groter is dan het
renteverschil tussen de twee muntsoorten
(het renteverschil is namelijk de kostprijs van
de hedgetransactie). Winsten en verliezen
op dergelijke kapitaalposities, evenals de
hedgekosten, worden verantwoord via het
eigen vermogen.
Op basis van de positie per 31 december 2004
zouden de reserves afnemen als de euro in
waarde stijgt tegenover alle andere valuta’s. In
geval van een waardedaling van de euro doet
zich de tegenovergestelde situatie voor.
Euro versus andere Effect op eigenvaluta’s vermogen
+10% – 447 miljoen
– 10% + 447 miljoen
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 90•1_200960_JV_NED.indd 90 24-03-2005 11:06:2624-03-2005 11:06:26
91
Dankzij de ratio-hedge zal een dergelijke
ontwikkeling echter geen wezenlijk effect
hebben op de BIS-ratio’s van de bank.
• Winst-hedge
Om de invloed van wisselkoerswijzigingen
op het resultaat te verminderen wordt ook de
winst selectief afgedekt. De criteria die hierbij
worden gehanteerd, zijn vergelijkbaar met die
voor kapitaal-hedging. In augustus 2004 werd
17% extra van de verwachte in Amerikaanse
dollar luidende nettowinst over 2004 afgedekt,
waardoor de gemiddelde koers van de
hedgetransacties steeg van USD 0,9563
naar USD 0,9929 per euro. De verwachte
winst over 2005 in Amerikaanse dollars is
door een combinatie van termijntransacties,
opties en een collar afgedekt tegen een koers
van USD 1,1625 per euro. De verwachte
dollarwinst over 2006 is door middel van
callopties voor 80% afgedekt tegen een koers
van USD 1,2130.
LiquiditeitsrisicoEr doet zich een liquiditeitsrisico voor bij
de algehele financiering van de activiteiten
van een bank als deze bijvoorbeeld niet in
staat is de benodigde gelden voor de juiste
looptijden en tegen de juiste tarieven aan
te trekken of een positie niet tijdig kan
afwikkelen tegen een redelijke prijs. Om
onverwachte verliezen op te vangen, wordt
kapitaal aangehouden. Liquiditeitsbeheer
heeft tot doel ervoor te zorgen dat er
voldoende middelen beschikbaar zijn om
niet alleen voorziene maar ook onvoorziene
financieringsbehoeften van de bank te
kunnen opvangen. Wij houden te allen tijde
op groepsniveau een hoeveelheid liquide
middelen aan die volgens onze inschatting
voldoende is om geldopnames te honoreren,
opgenomen leningen terug te betalen en
nieuwe uitzettingen te financieren, zelfs onder
moeilijke omstandigheden.
In het kader van liquiditeitsbeheer hebben
wij onze Nederlandse woninghypotheek-
portefeuille gesecuritiseerd en de meeste
daarbij verkregen notes behouden. Hierdoor
bezit ABN AMRO extra effecten die door
de Nederlandsche Bank als onderpand
erkend worden. Dit had een direct positief
effect van ongeveer EUR 13 miljard op
onze liquiditeitspositie. In tegenstelling tot
de Amerikaanse federale toezichthouder
aanvaardt de Nederlandsche Bank
hypotheken niet rechtstreeks als onderpand.
De securitisatie heeft geen gevolgen voor
onze solvabiliteit of de verantwoording
van de onderliggende gesecuritiseerde
hypotheekportefeuille op de balans. Indien
noodzakelijk kunnen de notes in de markt
worden verhandeld.
Liquiditeitsbeheer binnen onze bank vindt
plaats op dagelijkse basis in alle landen
waar wij actief zijn. Financiële markten,
concurrentie, productenpakket en klantprofiel
verschillen per land, zowel in de breedte
als in de diepte. Daarom is het lokale
lijnmanagement verantwoordelijk voor het
beheer van de lokale liquiditeitsbehoeften,
onder toezicht van Group ALCO.
Het dagelijks liquiditeitsbeheer is onder meer
afhankelijk van het effectief functioneren
van de nationale en internationale financiële
markten. Aangezien dit niet altijd het geval
is, hebben wij plannen opgesteld voor
concernbrede noodfinanciering. Deze
plannen treden in werking zodra zich
een drastische wijziging voordoet in onze
normale bedrijfsactiviteiten of in de stabiliteit
van de lokale of internationale financiële
markten. Het Group Strategic Funding
Committee heeft volledige bevoegdheid
van handelen om een dergelijke crisis het
hoofd te bieden. In het kader van de planning
van liquiditeitsbeheer in noodsituaties
beoordelen wij mogelijke trends, behoeften,
commitments, gebeurtenissen en
onzekerheden die redelijkerwijs zouden
kunnen leiden tot een toename of afname
van onze liquiditeit. Meer specifiek kijken
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 91•1_200960_JV_NED.indd 91 24-03-2005 11:06:2724-03-2005 11:06:27
92
wij naar het effect dat deze mogelijke
veranderingen hebben op onze bronnen voor
korte financiering en liquiditeitsplanning op
lange termijn.
Voor wat betreft onherroepelijke krediet-
faciliteiten die zijn aangegaan, beoordelen wij
als onderdeel van ons liquiditeitsbeheer ook
het potentieel effect dat dergelijke transacties
in noodsituaties redelijkerwijs op onze
normale bronnen van liquiditeit en financiering
kunnen hebben.
Operationeel risicoKader en structuur
Operationeel risico is het risico dat verliezen
ontstaan als gevolg van niet afdoende
of falende interne processen, menselijk
gedrag en systemen of als gevolg van
externe gebeurtenissen. Onder dit risico
vallen operationele gebeurtenissen zoals
IT-problemen, tekortkomingen van de
organisatiestructuur of interne controle,
menselijke fouten, fraude en externe
bedreigingen.
ABN AMRO kent een concernbeleid en
-kader voor operationeel risicobeheer. Hierin
worden de taken en verantwoordelijkheden
op elk niveau van de organisatie beschreven.
Het Group Operational Risk Management
(ORM) Committee is verantwoordelijk voor
het vaststellen van beleid en standaards op
groepsniveau ten aanzien van operationeel
risicobeheer en houdt toezicht op de
activiteiten die in dit verband binnen de hele
ABN AMRO groep worden ondernomen.
Hieronder vallen ook de voorbereidingen voor
de Advanced Measurement Approach (AMA)
benadering in het kader van Bazel II. Het
Group ORM Committee bestaat uit de CFO
van de bank (voorzitter), de COO’s en CRO’s
van de (S)BU’s en de senior managers van de
betreffende onderdelen van Group Functions.
Uitgangspunt bij het operationeel risicobeheer
is dat op alle niveaus het management van de
business verantwoordelijk is voor het sturen
en beheren van de operationele risico’s.
Binnen de hele bank zijn ORM-functionarissen
aangesteld om het lijnmanagement bij de
uitvoering van deze taak te ondersteunen.
Programma’s en instrumenten
Het lijnmanagement van de business
heeft informatie nodig om operationele
risico’s te onderkennen en te analyseren,
risicobeperkende maatregelen in te voeren
en de effectiviteit van dergelijke maatregelen
te bepalen. Diverse programma’s en
instrumenten zijn hiervoor beschikbaar
of zullen beschikbaar worden gesteld,
waaronder:
• Risk Self-Assessment (RSA)
Een hulpmiddel voor het lijnmanagement
om risico’s systematisch in kaart te brengen
en te beoordelen, zodat er in het geval van
onacceptabele risico’s risicobeperkende
maatregelen kunnen worden genomen.
De risico’s worden met ondersteuning
van getrainde facilitators (veelal ORM-
medewerkers) beoordeeld
• Corporate Loss Database (CLD)
Een database die het mogelijk maakt om
verliezen uit hoofde van operationele risico’s
systematisch vast te leggen. Alle BU’s zijn
verplicht verliezen boven een drempelwaarde
van EUR 5.000 in te voeren in de Corporate
Loss Database. Het is een hulpmiddel voor
het senior management bij de analyse
van operationele risico’s. Het gebruik van
interne verliesgegevens is een van de
kwalificatiecriteria voor de AMA-benadering
volgens Bazel II en vormt de basis voor de
berekening van het toetsingsvermogen en het
economisch kapitaal
• External Loss Database (ELD)
ABN AMRO is medeoprichter van
Operational Risk eXchange (ORX), een
internationaal samenwerkingsverband voor
gegevensbestanden dat in 2003 is opgezet.
Externe verliesgegevens worden gebruikt
voor het uitvoeren van benchmarkanalyses
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 92•1_200960_JV_NED.indd 92 24-03-2005 11:06:2824-03-2005 11:06:28
93
en zullen in de toekomst ook worden gebruikt
voor scenarioanalyses en stress tests
• Other Risk Approval Process (ORAP)
Een totaalbenadering van het
fiatteringsproces, waarbij de operationele,
juridische en reputatierisico’s van
alle belangrijke veranderingen in de
bedrijfsvoering expliciet worden beoordeeld.
Dit proces omvat ook de bekrachtiging door
alle betrokkenen en de goedkeuring door de
bevoegde commissie(s)
• Key Risk Indicators (KRI)
Een methode om mogelijke veranderingen in
het operationele risicoprofiel te signaleren.
Deze kernindicatoren van risico’s maken
het mogelijk trends over een langere
periode te analyseren en waar nodig
actie te ondernemen om deze risico’s te
verminderen
• Key Operational Risk Controls (KORC)
Een naslagwerk waarin voor bepaalde
standaardprocessen de belangrijkste risico’s
en de vereiste controlemaatregelen duidelijk
worden omschreven. De beschrijvingen
dragen bij aan een verbeterd risicobewustzijn
en vormen input voor de Risk Self-
Assessment.
In 2001 is binnen ABN AMRO een
proces opgestart voor de berekening
van het benodigde economisch kapitaal
voor operationele risico’s. Dit proces
zal in 2005 verder worden aangepast
aan de voorgenomen invoering van de
AMA-benadering; er zal onder meer een
grotere nadruk komen te liggen op interne
verliesgegevens.
Het resultaat uit bedrijfsactiviteiten en de
financiële positie van de bank kunnen worden
beïnvloed door onzekere of ongunstige
economische, markt-, juridische en andere
omstandigheden, zoals ook beschreven in
dit hoofdstuk en andere onderdelen van dit
jaarverslag. Een volledige beschrijving van
risicofactoren is opgenomen in het Form 20-F
voor de Amerikaanse Securities and Exchange
Commission en staat ook op onze internetsite
www.abnamro.com.
Duurzame ontwikkelingOns commitment
De primaire doelstelling bij alles wat wij doen
binnen onze groep is duurzame waarde te
creëren voor onze klanten, medewerkers
en aandeelhouders. Om dit te kunnen
verwezenlijken staat maatschappelijk
verantwoord ondernemen bij ons hoog in het
vaandel: integriteit en openheid zijn hierbij
twee kernbegrippen. Dit houdt in dat wij
tevens oog hebben voor de belangen van
anderen in de samenleving. Hieraan geven wij
uitvoering door steeds ook milieu-, ethische
en sociale aspecten af te wegen en naar de
belangen van toekomstige generaties te
kijken.
Wij zijn ons ervan bewust dat onze rol als
kapitaalverschaffer in het economisch verkeer
ons verplicht tot verantwoord gedrag en
betrokkenheid. Het vertrouwen van klanten,
medewerkers, aandeelhouders, overheden,
toezichthouders en de maatschappij is van
doorslaggevend belang voor ons functioneren
als bankinstelling: aan dit vertrouwen ontleent
onze bank haar bestaansrecht. Integriteit
en transparantie zijn onmisbaar om dit
vertrouwen te winnen en te behouden. Wij
hebben ervaren dat actieve samenwerking
een vruchtbare bron van informatie en een
voedingsbodem voor wederzijds begrip
is, zodat wij voor onze klanten een goed
geïnformeerd en gewaardeerd zakenpartner
kunnen zijn.
Keuzes maken
Voor welke keuzes wij ook komen te staan,
een sterke focus op die terreinen waar
wij verschil kunnen maken is essentieel
voor de effectiviteit van onze inspanningen
op het gebied van duurzaamheid. De
combinatie van enerzijds maatschappelijke
verantwoordelijkheid en anderzijds
bedrijfsdoelstellingen dwingt ons om, na
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 93•1_200960_JV_NED.indd 93 24-03-2005 11:06:2824-03-2005 11:06:28
94
zorgvuldige afweging, duidelijke keuzes
te maken. Maatschappelijk verantwoord
ondernemen is volgens ons de juiste koers
voor de toekomst. Wij geven daaraan tastbare
vorm door in alle geledingen van onze
organisatie hiervoor specifiek middelen vrij te
maken.
Ambities waarmaken
Wij zijn vastbesloten onze prestatie op het
gebied van duurzaamheid voortdurend te
verbeteren – niet in de laatste plaats omdat
dit ten goede komt aan onze bank. Ons
commitment aan duurzame ontwikkeling
plaatst ons onvermijdelijk voor lastige
dilemma’s. Wij pretenderen niet op elke
vraag een antwoord te hebben. Netelige
kwesties zullen wij echter niet uit de weg
gaan.
De erkenning die wij in 2004 hebben gekregen
voor onze inspanningen op het gebied van
duurzame ontwikkeling, vervult ons met
trots. ABN AMRO werd door verschillende
onafhankelijke instellingen onderscheiden
vanwege haar prestaties in dit verband. Zo
ontving ABN AMRO de Bracken Award van de
Financial Times en het tijdschrift The Banker
als ‘Corporate Social Responsibility Bank
of the Year 2004’. Onze bank werd voorts
uitgeroepen tot ‘market sector leader’ voor
2004 in de Dow Jones Sustainability Index
– STOXX. Uit een onderzoek van het ministerie
van Economische Zaken onder 175 bedrijven
naar de transparantie van de verslaglegging
over duurzaamheid kwam ABN AMRO als
beste uit de bus.
In 2005 zullen wij duurzame ontwikkeling
bankbreed verder integreren in onze
werkomgeving en bedrijfsprocessen.
Hiertoe zullen de volgende initiatieven
worden ondernomen:
• Een concernbreed programma om
het bewustzijn van duurzaamheid onder
medewerkers te vergroten en hen de
benodigde vaardigheden bij te brengen
• De verdere ontwikkeling en implementatie
van beleid voor kwetsbare sectoren
• Aan duurzaamheid gerelateerde nieuwe,
commerciële mogelijkheden
• De introductie van een jaarlijks
duurzaamheidsthema. Het thema voor 2005 is
klimaatverandering
• Het bepalen van mogelijkheden voor
duurzaamheid die als katalysator kunnen
fungeren voor het opbouwen van kennis en
het aanbieden van oplossingen aan klanten
• Het versterken van de duurzaamheids-
infrastructuur via prestatiecontracten, beleid
en meting.
Duurzaamheidsverslag
Het duurzaamheidsverslag 2004 wordt
tegelijk met dit jaarverslag gepubliceerd.
Nadere informatie over duurzame
ontwikkeling bij ABN AMRO kunt u vinden op
www.abnamro.com.
Risicobeheer
•1_200960_JV_NED.indd 94•1_200960_JV_NED.indd 94 24-03-2005 11:06:2924-03-2005 11:06:29
95
Toetsingsvermogen
Het aansprakelijk groepsvermogen bedroeg
ultimo 2004 EUR 33.039 miljoen, een
toename van EUR 1.236 miljoen ofwel 3,9%
ten opzichte van ultimo 2003.
Eigen vermogenHet eigen vermogen steeg met EUR 1.925
miljoen ofwel 14,8%, hoofdzakelijk door
ingehouden winst, de uitoefening van
personeelsopties en negatieve goodwill. De
groei van het eigen vermogen werd gedrukt
door ingekochte eigen aandelen, negatieve
valutaomrekenverschillen op in het buitenland
geïnvesteerd vermogen, herwaarderingen,
overige mutaties, waaronder een voorziening
voor pensioenverplichtingen.
Uit de nettowinst zal na uitkering van
dividenden een bedrag van EUR 3.372 miljoen
aan de algemene reserve worden toegevoegd.
Voor goodwill werd een bedrag van EUR 30
miljoen aan de reserves toegevoegd, het
netto-effect van enerzijds ontvangen goodwill
bij de verkoop van Bank of Asia en LeasePlan
Corporation en anderzijds betaalde goodwill
voor de acquisitie van Bethmann Maffei.
Voor de inkoop van eigen aandelen werd een
bedrag van in totaal EUR 513 miljoen ten
laste van de reserves gebracht. Door een
voorziening voor pensioenverplichtingen
namen de reserves met EUR 479 miljoen af.
Het negatieve valutaomrekenverschil bedroeg
EUR 198 miljoen, waarvan EUR 85 miljoen
verband hield met de waardevermindering
van de Amerikaanse dollar. De herwaardering
van deelnemingen, gebouwen en aandelen
drukte het eigen vermogen met EUR 79
miljoen. In september leidde de omwisseling
van preferente aandelen tot een nettodaling
van het vermogen met EUR 46 miljoen.
De intrekking van 362,5 miljoen preferente
aandelen van nominaal EUR 2,24 met een
dividendpercentage van 5,55% voor een
totaalbedrag van EUR 813 miljoen werd
gedeeltelijk gecompenseerd door de
uitgifte op dezelfde dag van 1.369,8 miljoen
converteerbare financieringsaandelen
van nominaal EUR 0,56 met een
dividendpercentage van 4,65% voor een
totaalbedrag van EUR 767 miljoen.
Het aantal uitstaande gewone aandelen nam
toe met 31,3 miljoen tot 1.669,2 miljoen,
waarvan 57,0 miljoen betrekking had op
stockdividend tegen een gemiddelde koers
van EUR 16,75. Met betrekking tot het
slotdividend 2003 en het interimdividend
2004 koos respectievelijk 56,6% en 59%
van de aandeelhouders voor stockdividend.
Hierdoor werden 28,1 miljoen aandelen
uitgegeven tegen een koers van EUR 16,50
en 28,9 miljoen aandelen tegen een koers
van EUR 17,00. Om het verwateringseffect
van stockdividenduitkeringen te neutraliseren
werden 28,9 miljoen aandelen ingekocht
tegen een gemiddelde koers van EUR 18,06.
De uitoefening van personeelsopties leidde
tot de uitgifte van 3,2 miljoen aandelen.
Hiertoe werden 0,5 miljoen eigen aandelen
ingekocht tegen een gemiddelde koers van
EUR 18,10 en 2,7 miljoen aandelen nieuw
uitgegeven tegen een gemiddelde koers van
EUR 18,10.
Belang van derdenDoor een combinatie van factoren steeg het
belang van derden met EUR 566 miljoen.
In februari 2004 werden niet-cumulatieve
gegarandeerde trust preferred securities met
een rentepercentage van 6,08% uitgegeven
tot een bedrag van USD 1,8 miljard. Deze
toename werd gedeeltelijk ongedaan
gemaakt door de inkoop van trust preferred
securities met een rentepercentage van
7,125% in april (USD 1,25 miljard) en van
8,75% in juni (USD 50 miljoen). Per saldo
resteerde hierdoor een toename van EUR 390
miljoen. Overige belangen van derden
stegen met EUR 403 miljoen. Cumulatieve
valutakoerswijzigingen hadden een negatief
effect van EUR 227 miljoen, waarvan EUR 197
miljoen betrekking had op elementen van het
kernvermogen.
Toetsingsvermogen
•1_200960_JV_NED.indd 95•1_200960_JV_NED.indd 95 24-03-2005 11:06:3024-03-2005 11:06:30
96
Fonds voor algemene bankrisico’sDoor valutakoerseffecten nam de omvang van
het fonds met EUR 6 miljoen toe.
Achtergestelde schuldenHet achtergestelde vermogen nam met
EUR 1.261 miljoen af tot EUR 12.639
miljoen. Door valutakoerseffecten daalden
de achtergestelde schulden met EUR 426
miljoen, waarvan EUR 127 miljoen tot het
kernvermogen behoorde. De aflossingen
bedroegen in totaal EUR 797 miljoen, terwijl
leningen van Bank of Asia tot een bedrag van
EUR 40 miljoen gedeconsolideerd werden.
De inkoop van achtergesteld schuldpapier
nam toe met EUR 48 miljoen. Hiertegenover
stonden nieuwe achtergestelde leningen tot
een bedrag van EUR 50 miljoen.
Vereist vermogen en ratio’sOp grond van richtlijnen van de Bank for
International Settlements (BIS) en de
Nederlandsche Bank worden er eisen
gesteld aan de omvang van het vermogen.
Het vermogen van de bank wordt afgezet
tegen de uitzettingen op en buiten de
balans. Deze uitzettingen worden gewogen
naar het daarin begrepen risico. Ook voor
het in de handelsactiviteiten van de bank
begrepen marktrisico moet vermogen
worden aangehouden. De norm voor het
kernvermogen (tier 1 ratio) bedraagt 4%
en voor het totale toetsingsvermogen 8%.
ABN AMRO voldoet ruimschoots aan deze
normen: ultimo 2004 bedroeg de ratio voor
het kernvermogen 8,57% (core tier 1: 6,39%)
en die voor het totaal vermogen 11,26%.
Het toetsingsvermogen is in 2004 met 0,8%
gedaald tot EUR 26 miljard. De naar risico
gewogen activa bedroegen ultimo 2004
EUR 231,4 miljard, een stijging van EUR 7,6
miljard ten opzichte van ultimo 2003. De in
2004 uitgevoerde securitisatieprogramma’s
namen af met EUR 91 miljoen tot EUR 39.273
miljoen.
Toetsingsvermogen
•1_200960_JV_NED.indd 96•1_200960_JV_NED.indd 96 24-03-2005 11:06:3124-03-2005 11:06:31
97
Nieuw raamwerk voor solvabiliteit (Bazel II)Op 26 juni 2004 publiceerde het Bazels
Comité voor Bankentoezicht de definitieve
tekst van het nieuwe Kapitaalakkoord
dat bekendstaat onder de naam Bazel II.
De volledige titel van het document is
‘International Convergence of Capital
Measurement and Capital Standards:
a Revised Framework’. Dit Akkoord is
vervolgens op nationaal en regionaal
niveau verder uitgewerkt. De Europese
equivalent is de derde Richtlijn inzake
Kapitaaltoereikendheid (Third Capital
Adequacy Directive / CAD 3), die de Europese
Commissie in juli 2004 in conceptvorm
presenteerde. De voorbereidingen voor de
eerste behandeling van dit concept in het
Europees Parlement in 2005 zijn in volle gang.
Binnen ABN AMRO zijn diverse projecten
gestart voor de implementatie van Bazel II,
onder toezicht van een speciale stuurgroep
op concernniveau die is samengesteld uit
senior managers van de (S)BU’s en Group
Functions.
Bazel II kent verschillende implementatie-
modellen voor de benadering van risico’s.
Deze variëren van standaard tot geavanceerd.
ABN AMRO heeft het voornemen te kiezen
voor de meest geavanceerde benadering van
de krediet-, markt- en operationele risico’s.
ABN AMRO wil in januari 2008 voldoen
aan de geavanceerde benaderingen (AIRB
en AMA). Het parallelle traject voor de
geavanceerde benaderingen begint twee jaar
voor de implementatiedatum. Dit houdt in dat
ABN AMRO vanaf januari 2006 dubbel moet
rapporteren over het toetsingsvermogen op
basis van de huidige en nieuwe normen.
Doordat ABN AMRO actief is in een groot
aantal landen verspreid over de hele wereld,
is het mogelijk dat de bank te maken krijgt
met uiteenlopende interpretaties van het
Bazel II raamwerk en afwijkingen in de nadere
Bazel II en economisch kapitaal
invulling op nationaal niveau. Dit zou weer
kunnen leiden tot aanzienlijke verschillen in
rapportageverplichtingen tussen bepaalde
gebieden. De gevolgen die het nieuwe
raamwerk voor solvabiliteit heeft vanuit het
perspectief van zowel de implementatie
als de business, worden steeds duidelijker.
Een aantal punten moet echter nog worden
opgelost. Daarom worden pogingen in
het werk gesteld om de interpretaties
van toezichthouders beter op elkaar af te
stemmen, waarbij de aandacht vooral uitgaat
naar aspecten als vereisten, voorschriften,
rapportages, en vervaldata. De bank
ondersteunt deze initiatieven van harte.
Gebruik van economisch kapitaal binnen ABN AMROABN AMRO heeft risicomodellen ontwikkeld
voor de berekening van economisch kapitaal
als uniforme graadmeter van het door de
bank te lopen risico. Economisch kapitaal
is gedefinieerd als het vereiste kapitaal om
groter dan te verwachten verliezen met
een hoge mate van zekerheid te kunnen
opvangen. Deze mate van zekerheid is op een
zodanig niveau vastgesteld dat hierdoor de
bestaande credit ratings van vooraanstaande
ratinginstituten niet nadelig worden beïnvloed.
Volgens bovenstaande definitie vallen onder
economisch kapitaal niet de verliezen die de
bank statistisch gezien kan verwachten in het
kader van haar normale bedrijfsuitoefening.
Deze verwachte verliezen zijn direct in de
prijsstelling van transacties verdisconteerd of
worden door getroffen voorzieningen gedekt.
ABN AMRO berekent het economisch kapitaal
voor de volgende risicotypen:
• Het kredietrisico betreft het mogelijke
verlies dat ontstaat wanneer een tegenpartij
in gebreke blijft bij de betaling van rente,
hoofdsom en/of andere aan de bank
verschuldigde bedragen. Het gaat hierbij om
zowel feitelijke betalingsachterstanden als een
waardevermindering door de toegenomen
Bazel II en economisch kapitaal
•1_200960_JV_NED.indd 97•1_200960_JV_NED.indd 97 24-03-2005 11:06:3124-03-2005 11:06:31
98
kans op betalingsachterstand. Het transfer-
en convertibiliteitsrisico – het risico dat
een tegenpartij aan de bank verschuldigde
bedragen in vreemde valuta niet kan voldoen
omdat overheidsmaatregelen in het land
waar hij gevestigd is, het verkrijgen en/of
overboeken van vreemde valuta verbieden
– valt ook onder het kredietrisico. Voorts
omvat het kredietrisico de eventuele
waardevermindering van de participatie-
portefeuille. ABN AMRO heeft een multi-
factor RAROC-model ontwikkeld waarmee het
economisch kapitaal voor het kredietrisico kan
worden berekend
• Het markt- en renterisico heeft betrekking
op het risico dat de activa van de bank in
waarde dalen en/of de passiva van de bank in
waarde toenemen als gevolg van fluctuaties
in rentetarieven, wisselkoersen of andere
marktvariabelen zoals aandelenkoersen en
grondstoffenprijzen. Het omvat tevens het
risico van een waardevermindering van de
handelsportefeuilles van de bank
• Het operationeel risico is het risico dat
verliezen ontstaan als gevolg van niet
afdoende of falende interne processen,
menselijk gedrag en systemen of als gevolg
van externe gebeurtenissen. Als er voldoende
interne verliesgegevens beschikbaar zijn,
worden deze gebruikt om voor de betreffende
line of business een schatting van het vereiste
economisch kapitaal te maken. In andere
gevallen wordt de standaardbenadering van
Bazel II toegepast
• Het bedrijfsrisico is het risico dat de
bedrijfswinst kan afnemen door een daling
van de baten – als gevolg van bijvoorbeeld
kleinere marges of neergaande markttrends
– of door een stijging van de lasten die
niet door de andere risicotypen worden
gedekt. Het economisch kapitaal voor het
bedrijfsrisico wordt berekend aan de hand
van een inschatting van de volatiliteit van
de nettobaten, rekening houdend met de
kostenstructuur van de bank.
ABN AMRO heeft wereldwijd vestigingen en
is betrokken bij een groot aantal verschillende
activiteiten. Deze diversificatie, alsmede
de diversificatie tussen de verschillende
risicotypen, wordt bij de berekening van het
economisch kapitaal in aanmerking genomen.
De bijdrage van elk risicotype aan het totale
economisch kapitaal van ABN AMRO is
onderstaand weergegeven.
Vergelijking van deze percentages met die
voor het economisch kapitaal van andere
instellingen is, vanwege aanzienlijke
onderlinge verschillen in definities,
modellen en aannames, niet altijd zinvol.
Door de verbetering van meettechnieken
en de verandering van risicopercepties
wordt bovendien de methodologie voor de
berekening van het economisch kapitaal
voortdurend verfijnd en aangepast. Omdat
één enkel cijfer geen compleet inzicht
verschaft in de risicopositie van een bank,
speelt kwantificering een belangrijke rol in het
risicobeheer en draagt het bij aan een betere
risico/rendementsafweging. ABN AMRO
werkt dan ook aan de ontwikkeling van
adequate processen waarmee risico’s
nauwkeurig kunnen worden gekwantificeerd
en het economisch kapitaal nauwkeurig kan
worden gemeten.
ABN AMRO gebruikt economisch kapitaal
om op verschillende niveaus binnen de
organisatie de risico/rendementsbeslissingen
te ondersteunen. Economisch kapitaal is een
Bazel II en economisch kapitaal
Bijdrage aan economisch kapitaal per risicocategorie
Kredietrisico: 61%
Markt- en renterisico: 10%
Operationeel risico: 17%
Bedrijfsrisico: 12%
•1_200960_JV_NED.indd 98•1_200960_JV_NED.indd 98 24-03-2005 11:06:3224-03-2005 11:06:32
99
belangrijke factor bij de instrumenten voor
de prijsstelling van kredieten (Loan Pricing
Tools). Deze instrumenten ondersteunen de
besluitvorming over transacties. Zij worden
toegepast in verschillende onderdelen
van onze organisatie en hebben positief
bijgedragen aan de verhoging van de
gemiddelde baten per eenheid gebruikt
kapitaal.
Economisch kapitaal speelt ook bij
prestatiemeting en bij beslissingen omtrent
de (her)allocatie van kapitaal binnen
ABN AMRO een steeds belangrijkere rol.
Ons model voor economisch kapitaal werd
in 2004 in Wholesale Clients uitgerold en zal
in 2005 in de rest van de organisatie worden
geïmplementeerd.
Bazel II en economisch kapitaal
•1_200960_JV_NED.indd 99•1_200960_JV_NED.indd 99 24-03-2005 11:06:3324-03-2005 11:06:33
•1_200960_JV_NED.indd 100•1_200960_JV_NED.indd 100 24-03-2005 11:06:3324-03-2005 11:06:33
Informatie aandeelhouders
•1_200960_JV_NED.indd 101•1_200960_JV_NED.indd 101 24-03-2005 11:06:3424-03-2005 11:06:34
102
ABN AMRO vanaf 1995
De cijfers van voorgaande jaren zijn aangepast voor vergelijkingsdoeleinden1 Gecorrigeerd voor ingekochte aandelen ter dekking van uitgegeven personeelsopties2 Berekend op basis van het gemiddeld uitstaande aantal gewone aandelen en gecorrigeerd in verband met kapitaalsuitbreidingen3 Waar nodig gecorrigeerd in verband met kapitaalsuitbreidingen
Informatie aandeelhouders
2004 2004 2003 2002
(USD)4
Resultaten (in miljoenen euro’s)
Rente 9.666 12.070 9.723 9.845
Overig inkomen 10.127 12.646 9.070 8.435
Totaal baten 19.793 24.716 18.793 18.280
Bedrijfslasten 13.687 17.092 12.585 13.148
Waardeveranderingen van vorderingen 653 815 1.274 1.695
Fonds voor algemene bankrisico’s (mutaties) – – – –
Bedrijfsresultaat voor belastingen 5.451 6.807 4.918 3.388
Groepswinst 4.380 5.469 3.415 2.415
Nettowinst 4.109 5.131 3.161 2.207
Nettowinst, beschikbaar voor houders van
gewone aandelen 4.066 5.077 3.116 2.161
Dividendbedrag 1.706 2.130 1.589 1.462 Balans (in miljarden euro’s)
Eigen vermogen 7 15,0 20,5 13,0 11,1
Aansprakelijk groepsvermogen 7 33,0 45,0 31,8 30,4
Toevertrouwde middelen en schuldbewijzen 376,5 513,5 361,6 360,7
Kredieten 299,0 407,8 296,8 310,9
Balanstelling 608,6 830,1 560,4 556,0
Voorwaardelijke schulden en onherroepelijke
faciliteiten 191,5 261,2 162,5 180,3
Naar risico gewogen activa 231,4 315,6 223,8 229,6 Gegevens van gewone aandelen 1
Aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) 1.669,2 1.637,9 1.585,6
Gemiddeld aantal uitstaande aandelen (in miljoenen) 1.657,6 1.610,2 1.559,3
Nettowinst per aandeel (in euro’s) 2,5 2,45 3,06 1,94 1,39
Nettowinst per aandeel na volledige
verwatering (in euro’s) 2,5 2,45 3,06 1,93 1,38
Dividend per aandeel (afgerond) 3 1,00 1,23 0,95 0,90
Uitkeringspercentage per aandeel (dividend / nettowinst) 6 40,8 49,0 64,7
Vermogenswaarde per aandeel (ultimo, in euro’s) 3,7 8,51 11,61 7,47 6,47 Ratio’s (in %)
Rendement op eigen vermogen 7 30,8 27,7 20,1
BIS-ratio kernvermogen 8,57 8,15 7,48
BIS-ratio totaal vermogen 11,26 11,73 11,54
Efficiencyratio 69,2 67,0 71,9 Medewerkers (nominale aantallen)
Nederland 28.751 31.332 32.693
Overige landen 70.520 81.331 73.745 Vestigingen
Nederland 698 711 739
Overige landen 3.172 2.964 2.685 Aantal landen en gebieden van vestiging 58 63 66
•1_200960_JV_NED.indd 102•1_200960_JV_NED.indd 102 24-03-2005 11:06:3824-03-2005 11:06:38
1034 De resultaten zijn omgerekend tegen de gemiddelde dollarkoers en de balans tegen de ultimo dollarkoers5 2002, inclusief bijzonder resultaat. Exclusief bedraagt de winst per aandeel EUR 1,52 en na volledige verwatering EUR 1,516 2002, inclusief bijzonder resultaat. Exclusief bedraagt de ratio over 2002 59,27 Berekend op basis van de richtlijn van de Raad voor de Jaarverslaggeving per 1 januari 2003
Informatie aandeelhouders
2001 2000 1999 1998 1997 1996 1995
10.090 9.404 8.687 7.198 6.294 5.230 4.646
8.744 9.065 6.840 5.340 4.491 3.433 2.708
18.834 18.469 15.527 12.538 10.785 8.663 7.354
13.771 13.202 10.609 8.704 7.450 5.867 4.962
1.426 617 653 941 547 569 328
– – 32 – 20 – 101 179 66 308
3.613 4.725 4.250 2.897 2.626 2.175 1.743
2.615 3.401 2.930 1.989 1.872 1.563 1.233
3.230 2.498 2.570 1.828 1.748 1.499 1.187
3.184 2.419 2.490 1.747 1.666 1.414 1.075
1.421 1.424 1.250 906 844 733 623
12,1 12,9 12,4 10,9 11,9 11,5 9,5
34,3 32,9 29,3 24,5 24,2 20,3 15,5
384,9 339,8 284,2 243,5 221,1 159,3 147,3
345,3 319,3 259,7 220,5 201,1 150,5 132,8
597,4 543,2 457,9 432,1 379,5 272,0 248,0
193,4 187,5 159,0 124,0 102,8 80,9 63,8
273,4 263,9 246,4 215,8 208,7 176,7 149,6
1.535,5 1.500,4 1.465,5 1.438,1 1.405,6 1.364,5 1.255,6
1.515,2 1.482,6 1.451,6 1.422,1 1.388,7 1.346,3 1.232,5
1,53 2,04 1,72 1,23 1,20 1,05 0,87
1,52 2,02 1,71 1,22 1,19 1,03 0,83
0,90 0,90 0,80 0,58 0,54 0,48 0,41
58,8 44,1 46,5 46,9 45,5 45,5 46,9
7,34 8,43 7,87 6,94 7,84 7,06 6,44
27,3 20,5 23,1 16,6 15,5 15,2 13,7
7,03 7,20 7,20 6,94 6,96 7,21 6,51
10,91 10,39 10,86 10,48 10,65 10,89 10,80
73,1 71,5 68,3 69,4 69,1 67,7 67,5
36.984 38.958 37.138 36.716 34.071 32.531 34.587
74.726 76.140 72.800 71.014 42.678 33.641 29.107
736 905 921 943 967 1.011 1.050
2.836 2.774 2.668 2.640 921 706 620 67 74 76 74 71 70 67
•1_200960_JV_NED.indd 103•1_200960_JV_NED.indd 103 24-03-2005 11:06:4024-03-2005 11:06:40
104
Het aandeel ABN AMRO
BeursnoteringenPer 31 december 2004 was het gewone
aandeel ABN AMRO Holding N.V. genoteerd
op de beurzen van Amsterdam, Brussel,
Düsseldorf, Frankfurt, Hamburg, Londen,
New York, Parijs en Singapore en op de
Zwitserse beurs. De notering op de beurs
van Singapore is inmiddels op 17 januari
2005 beëindigd. Op de beurs van New York
zijn de aandelen beschikbaar in de vorm van
American Depositary Shares, die worden
vertegenwoordigd door American Depositary
Receipts (ADR’s), waarbij één ADR één
gewoon aandeel vertegenwoordigt. Ultimo
2004 bedroeg het totaal aantal uitstaande
ADR’s 52.630.453 (ultimo 2003: 53.944.253).
De certificaten van preferente
financieringsaandelen zijn niet ter beurze
genoteerd. De (voorheen converteerbare)
preferente aandelen zijn genoteerd op
Euronext Amsterdam.
Ontwikkeling van aandelenkapitaalIn 2004 is het aantal uitstaande gewone
aandelen met 31,3 miljoen toegenomen
van 1.637,9 miljoen tot 1.669,2 miljoen.
Deze stijging was het netto-effect van
stockdividenden (57,0 miljoen aandelen),
de inkoop van eigen aandelen (-28,9
miljoen aandelen) en de uitoefening van
personeelsopties (3,2 miljoen aandelen).
Het gemiddelde aantal uitstaande gewone
aandelen bedroeg 1.657,6 miljoen (2003:
1.610,2 miljoen). In de berekening tellen de
in de loop van het jaar uitgegeven aandelen
tijdsevenredig mee, met uitzondering van
gewone aandelen die uit de conversie
van converteerbare preferente aandelen
voortkomen. Deze worden meegeteld vanaf
het begin van het jaar waarin conversie
plaatsvindt.
Informatie aandeelhouders
Uitstaande rechten per 31 december 2004
(aantallen in duizenden) Personeels- Gemiddelde opties uitoefenprijs (in euro’s)
Uitoefenperiode tot en met
2005 5.624 21,19
2007 4.467 21,30
2008 9.508 22,72
2009 4.412 20,42
2010 898 15,06
2011 495 17,12
2012 9.500 19,12
2013 13.757 14,45
2014 14.389 18,86 63.050 18,94
Koersontwikkeling januari 2004 – december 2004 (in euro’s)
(MSCI en AEX-indices herleid tot koers gewoon aandeel ABN AMRO Holding N.V. op 31 december 2003)
ABN AMRO Holding N.V.
MSCI European Banking Index
AEX
25
20
15
10
5
0
jan feb maa apr mei jun jul aug sept okt nov dec
•1_200960_JV_NED.indd 104•1_200960_JV_NED.indd 104 24-03-2005 11:06:4224-03-2005 11:06:42
105
De 362,5 miljoen preferente beschermings-
aandelen met een nominale waarde
van EUR 2,24 werden op 30 september
2004 ingetrokken tegen betaling van een
brutobedrag van EUR 2,45, zijnde de nominale
waarde van EUR 2,24, alsmede een bedrag
voor opgelopen dividend en een extra
uitkering van 5% over de nominale waarde
(tezamen afgerond tot EUR 0,21). Daarnaast
werden op 30 september 2004 1.369.815.864
preferente financieringsaandelen met een
nominale waarde van EUR 0,56 tegen een
prijs van EUR 0,56 uitgegeven. De preferente
financieringsaandelen kunnen onder
bepaalde voorwaarden in gewone aandelen
geconverteerd worden (voor bijzonderheden
wordt verwezen naar onze internetsite). Het
aantal uitstaande (voorheen converteerbare)
preferente aandelen bleef ongewijzigd 44.988.
Personeelsopties geven recht op de in de
tabel genoemde aantallen gewone aandelen.
Bij volledige uitoefening van definitief
toegekende personeelsopties kan het aantal
gewone aandelen met 19,6 miljoen ofwel
1,2% van de ultimo 2004 uitstaande gewone
aandelen toenemen.
DividendbeleidZowel het interim- als het slotdividend wordt,
naar keuze van de aandeelhouder, geheel
in contanten dan wel geheel in gewone
aandelen ten laste van de agioreserve
uitgekeerd. De keuzeperiode voor het
slotdividend begint na sluiting van de beurs op
de eerstvolgende werkdag na de dag van de
Algemene Vergadering van Aandeelhouders.
Bij keuze voor uitkering in aandelen dienen
de aandeelhouders hun stockdividendrechten
gelijktijdig met de opgave van hun keuze in te
leveren bij het ABN AMRO Verwisselkantoor.
Derhalve zal geen officiële notering van en
handel in stockdividenden plaatsvinden.
Op lange termijn wordt gestreefd naar een
uitkeringspercentage van 45% tot 50% van de
voor uitkering beschikbare nettowinst. Hoewel
Informatie aandeelhouders
Maatschappelijk kapitaal
(in euro’s)
4.000.000.400 gewone aandelen van EUR 0,56 2.240.000.224
4.000.000.000 preferente aandelen van EUR 0,56 2.240.000.000
100.000.000 converteerbare preferente
aandelen van EUR 2,24 224.000.000 4.704.000.224
Geplaatst kapitaal per 31 december 2004
(in euro’s)
1.702.888.861 gewone aandelen van EUR 0,56 953.617.762,16
1.369.815.864 preferente aandelen van EUR 0,56 767.096.883,84
44.988 (voorheen converteerbare)
preferente aandelen van EUR 2,24 100.773,12 1.720.815.419,12
Kerncijfers gewone aandelen
(in euro’s) 2004 2003 2002
Slotkoersen
• Hoog 19,79 18,88 22,78
• Laag 16,47 11,93 10,45
• Ultimo 19,49 18,55 15,58
Winst per aandeel 1 2,45 1,94 1,39
Winst per aandeel na volledige
verwatering 2,45 1,93 1,38
Uitkeringspercentage in % 2 40,8 49,0 64,7
Dividend per aandeel 1,00 0,95 0,90
Dividendrendement in % (ultimo) 5,1 5,1 5,8
Vermogenswaarde per aandeel
(ultimo) 8,51 7,47 6,47
Koers/winstverhouding (ultimo) 8,0 9,6 11,2
Koers/vermogenswaarde in %
(ultimo) 229,0 248,3 240,8
1 Berekend op basis van het gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen en gecorrigeerd voor kapitaalsuitbreidingen (2002, inclusief bijzonder resultaat)
2 Verhouding tussen dividend en nettowinst per aandeel (2002, inclusief bijzonder resultaat)
•1_200960_JV_NED.indd 105•1_200960_JV_NED.indd 105 24-03-2005 11:06:4324-03-2005 11:06:43
106
Certificaten van preferente aandelenUltimo 2004 stonden er 1.369,8
miljoen certificaten van preferente
financieringsaandelen van EUR 0,56 nominaal
uit. Jaarlijks wordt een contant dividend
uitgekeerd van EUR 0,02604 per preferent
financieringsaandeel ofwel 4,65% van
de nominale waarde van EUR 0,56. Het
dividendpercentage voor (certificaten van)
preferente financieringsaandelen is per
30 september 2004 vastgesteld op 4,65%.
Per 1 januari 2011 en vervolgens iedere
de volatiliteit van de resultaten als gevolg van
de toepassing van de IFRS zal toenemen,
streven wij naar minimaal een gelijkblijvend
dividend, met daarbij als doelstelling het
dividend op langere termijn te verhogen in
lijn met de verbetering van de onderliggende
cijfers.
Als gevolg van de verbeterde kapitaalpositie
heeft ABN AMRO besloten het
verwateringseffect van het stockdividend over
het volledige jaar te neutraliseren.
Informatie aandeelhouders
Historisch overzicht dividend gewone aandelen
(in euro’s) Volledig plus aandelen als % van Aantal nieuwe Uitkerings- in con- nominale waarde aandelen percentage tanten (x 1.000)
Interimdividend 1995 0,18 2,3% gewone aandelen 11.074
Slotdividend 1995 0,23 2,2% gewone aandelen 10.453 46,8
Interimdividend 1996 0,20 1,9% gewone aandelen 8.968
Slotdividend 1996 0,27 1,6% gewone aandelen 14.697 45,4
Interimdividend 1997 0,24 1,4% gewone aandelen 11.882
Slotdividend 1997 0,30 1,3% gewone aandelen 13.058 45,5
Interimdividend 1998 0,27 1,4% gewone aandelen 13.451
Slotdividend 1998 0,30 1,4% gewone aandelen 14.045 46,9
Interimdividend 1999 0,30 1,2% gewone aandelen 8.339
Slotdividend 1999 0,50 2,2% gewone aandelen 13.990 46,5
Interimdividend 2000 0,40 1,4% gewone aandelen 14.293
Slotdividend 2000 0,50 2,2% gewone aandelen 19.508 55,2
Interimdividend 2001 0,45 2,3% gewone aandelen 19.554
Slotdividend 2001 0,45 2,2% gewone aandelen 19.298 58,8
Interimdividend 2002 0,45 2,8% gewone aandelen 25.068
Slotdividend 2002 0,45 3,0% gewone aandelen 23.599 59,2
Interimdividend 2003 0,45 2,8% gewone aandelen 26.412
Slotdividend 2003 0,50 3,0% gewone aandelen 28.151 49,0
Interimdividend 2004 0,50 2,9% gewone aandelen 28.855
Marktkapitalisatie
(ulimo, in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Gewone aandelen (uitstaand) 32.533 30.383 24.704
Preferente aandelen – 841 776
Preferente financieringsaandelen 767 – –
(Voorheen converteerbare) preferente aandelen 1 1 30 33.301 31.225 25.510 Kapitalisatie als % van totale beurswaarde van alle
beursgenoteerde Nederlandse gewone aandelen 8,2% 8,1% 6,9%
•1_200960_JV_NED.indd 106•1_200960_JV_NED.indd 106 24-03-2005 11:06:4524-03-2005 11:06:45
107
tien jaar nadien zal het dividendpercentage
worden herzien op basis van het rekenkundig
gemiddelde van de tienjarige in euro
gedenomineerde interest rate swap, verhoogd
met een opslag van minimaal 25 basispunten
en ten hoogste 100 basispunten, afhankelijk
van de heersende marktomstandigheden.
Per 31 december 2004 stonden er 44.988
(voorheen converteerbare) preferente
aandelen van EUR 2,24 nominaal uit. Per
1 januari 2004 geven deze aandelen jaarlijks
recht op een contant dividend van EUR 0,95
per aandeel ofwel 3,3231% van het bij uitgifte
gestorte bedrag van EUR 28,58815. Het
dividendpercentage zal per 1 januari 2014, en
vervolgens iedere tien jaar nadien, worden
aangepast aan het alsdan bepaalde effectieve
rendement van Nederlandse staatsleningen
met een (resterende) looptijd van negen tot
tien jaar, eventueel verhoogd met een opslag
of verlaagd met een afslag van maximaal
100 basispunten.
Geografische spreiding gewone aandelen ABN AMRODe gewone aandelen betreffen in het
algemeen toonderaandelen. Afgezien van
gemelde belangen in het kader van de Wet
Melding Zeggenschap, is er geen informatie
beschikbaar over het aandelenbezit. Volgens
een in augustus 2004 uitgevoerd onderzoek
naar het eigendom van aandelen ABN AMRO
Holding N.V. is circa 76% van de uitstaande
gewone aandelen ABN AMRO in handen van
buitenlandse beleggers. De belangrijkste
geografische concentraties buiten Nederland
zijn het Verenigd Koninkrijk (ongeveer 17%) en
de Verenigde Staten van Amerika (ongeveer
21%). Institutionele beleggers bezitten circa
86% van het totale aantal uitstaande gewone
aandelen.
Informatie aandeelhouders
Dagomzet gewone aandelen in 2004
(aantallen in duizenden) Euronext NYSE (ADR’s) Amsterdam
Hoog 22.860,6 558,0
Laag 480,8 74,7
Gemiddeld 6.989,2 227,1
Dagomzet preferente aandelen in 2004 op Euronext Amsterdam
(aantallen in duizenden) Preferente (Voorheen beschermings- converteerbare) aandelen preferente (tot 30 september aandelen 2004)
Hoog 1.632,2 1,3
Laag 2,1 –
Gemiddeld 105,1 0,2
Noord-Amerika: 21,0%
Nederland: 24,3%
Verenigd Koninkrijk: 17,0%
België: 13,9%
Luxemburg: 6,4%
Zwitserland: 6,3%
Duitsland: 3,8%
Frankrijk: 3,0%
Overige: 4,3%
Geografische spreiding wereldwijd
•1_200960_JV_NED.indd 107•1_200960_JV_NED.indd 107 24-03-2005 11:06:4624-03-2005 11:06:46
108
GrootaandeelhoudersDe instellingen in de tabel hebben op
basis van de Wet Melding Zeggenschap
meegedeeld het daarin vermelde
aandelenbelang in ABN AMRO Holding N.V.
te bezitten. De belangen zijn weergegeven als
percentage van het totaal aantal uitstaande
gewone aandelen en certificaten van
preferente aandelen per ultimo 2004.
De certificaten van preferente
financieringsaandelen worden uitgegeven
door de Stichting Administratiekantoor
Preferente Financieringsaandelen
ABN AMRO Holding. Ultimo 2004 hield deze
Stichting 100% van de uitstaande preferente
financieringsaandelen in administratie.
IndicesDe belangrijkste indices waarin het gewone
aandeel ABN AMRO Holding N.V. is
opgenomen, zijn:
AEX MSCI Euro Index
S&P Euro Index FTSE Eurotop 100
DJ Euro Stoxx 50 Index FTSE Eurotop 300
DJ Sustainability Indexes FTSE4Good Index
Kalender 200527 april Bekendmaking cijfers
eerste kwartaal 2005
28 april Algemene Vergadering van
Aandeelhouders
2 mei Ex-dividendnotering
2 mei-18 mei Keuzeperiode slotdividend
2004
19 mei (na beurs) Vaststelling stockkoers
24 mei Betaalbaarstelling
slotdividend 2004
1 augustus Bekendmaking cijfers
tweede kwartaal 2005
31 oktober Bekendmaking cijfers
derde kwartaal 2005
Informatie aandeelhouders
Credit ratings
Lang Kort
Moody’s Aa3 P-1
Standard & Poor’s AA– A-1+
FitchIBCA AA– F1+
Opgave Wet Melding Zeggenschap
(in procenten) Gewone (Certificaten aandelen van) preferente aandelen
Aegon N.V. 0,08 14,33
Fortis Utrecht N.V. 0,58 16,85
Delta Lloyd Leven 0,86 17,48
ING Groep N.V. 6,57 21,29
Rabobank Nederland 0,06 12,12
De Zonnewijser (beleggingsfonds) 0,01 15,02
Capital Group International Inc. 4,57
•1_200960_JV_NED.indd 108•1_200960_JV_NED.indd 108 24-03-2005 11:06:4724-03-2005 11:06:47
109
Kalender 20062 februari Bekendmaking jaarcijfers
2005
31 maart Publicatie jaarverslag 2005 en
20-F rapport
26 april Bekendmaking cijfers
eerste kwartaal 2006
27 april Algemene Vergadering van
Aandeelhouders
31 juli Bekendmaking cijfers
tweede kwartaal 2006
30 oktober Bekendmaking cijfers
derde kwartaal 2006
In verband met de notering van de gewone
aandelen aan de New York Stock Exchange
publiceert ABN AMRO ook een rapport
dat voldoet aan de regels die door de
Amerikaanse Securities and Exchange
Commission zijn vastgesteld. Dit Form
20-F wordt op de internetsite van de bank
geplaatst.
Investor Relations
tel.: +31 (0)20 6287835
fax: +31 (0)20 6287837
e-mail: investorrelations@nl.abnamro.com
internetsite:
www.abnamro.com/investorrelations
Informatie aandeelhouders
•1_200960_JV_NED.indd 109•1_200960_JV_NED.indd 109 24-03-2005 11:06:4824-03-2005 11:06:48
110
Peer group ABN AMRODe maatstaven die wij hanteren om op concernniveau onze performance te meten, zijn het
totaal rendement voor aandeelhouders (total return to shareholders / TRS) en het gemiddelde
rendement op eigen vermogen. Het TRS wordt afgezet tegen dat van de twintig hieronder
vermelde concurrenten die onze peer group vormen. Ons doel is een positie in de top 5 van
deze peer group aan het eind van elke meetperiode van vier jaar. Op 31 december 2004 stond
onze bank op de elfde plaats. Een grafiek van onze TRS-performance kunt u vinden op de
internetsite www.abnamro.com.
* Vanwege de overname van Bank One en FleetBoston in 2004 zijn deze banken in onze peer group vervangen door respectievelijk Key Corp en National City.
Bank One / KeyCorp*
Barclays
BBVA
BNP Paribas
BSCH
Citigroup
Crédit Suisse Group
Deutsche Bank
FleetBoston / National
City*
HSBC Holdings
HVB Group
ING Group
JPMorgan Chase
Lloyds TSB
Merrill Lynch
Morgan Stanley
Nordea
Société Générale
UBS
Wells Fargo
Informatie aandeelhouders
•1_200960_JV_NED.indd 110•1_200960_JV_NED.indd 110 24-03-2005 11:06:4824-03-2005 11:06:48
Jaarrekening 2004
•2_200960_JR_NED.indd 111•2_200960_JR_NED.indd 111 24-03-2005 11:08:3524-03-2005 11:08:35
•2_200960_JR_NED.indd 112•2_200960_JR_NED.indd 112 24-03-2005 11:08:3924-03-2005 11:08:39
113
Jaarrekening 2004
Grondslagen 114
Geconsolideerde balans per 31 december 2004 120
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2004 121
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2004 122
Mutatieoverzicht eigen vermogen over 2004 123
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening 124
Vennootschappelijke balans per 31 december 2004 na winstverdeling 172
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2004 172
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening 173
Belangrijke deelnemingen 175
Overige gegevens 179
Inhoud
•2_200960_JR_NED.indd 113•2_200960_JR_NED.indd 113 24-03-2005 11:08:3924-03-2005 11:08:39
114
Jaarrekening 2004
AlgemeenDe jaarrekening is in overeenstemming met de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving opgesteld. Waar nodig liggen aan de bedragen, zoals vermeld in de jaarrekening, schattingen en veronderstellingen ten grondslag.
In verband met de notering van het gewone aandeel ABN AMRO Holding N.V. in de vorm van American Depositary Receipts op de New York Stock Exchange (NYSE) publiceert ABN AMRO ook een jaarverslag (Form 20-F) dat voldoet aan de regels die de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) stelt. Deze regels betreffen onder meer vorm en inhoud van de toelichting op de jaarrekening. Bovendien wordt inzicht gegeven in het eigen vermogen en resultaat bij toepassing van de Amerikaanse verslaggevingsregels (US GAAP).
Grondslagen voor opname van financiële instrumenten in de balansEen financieel actief of financieel passief wordt in de balans opgenomen vanaf het tijdstip dat de vennootschap respectievelijk recht heeft op de voordelen dan wel gebonden is aan de verplichtingen voortkomend uit de contractuele bepalingen van het financieel instrument. Vanaf het tijdstip dat niet meer wordt voldaan aan deze voorwaarden wordt een financieel instrument niet meer in de balans opgenomen. Financiële activa en passiva worden per saldo in de balans opgenomen indien ABN AMRO op grond van wettelijke of contractuele bepalingen over de bevoegdheid beschikt en de intentie heeft deze activa en passiva gesaldeerd of simultaan af te wikkelen.
Grondslagen voor consolidatieDe activa, passiva, baten en lasten van ABN AMRO Holding N.V., haar dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen, die met haar een organisatorische en economische eenheid vormen, worden volledig geconsolideerd. Een groepsmaatschappij is een entiteit waarvoor ABN AMRO het financieel
Grondslagen
en operationeel beleid kan bepalen en waarvan de baten voor het merendeel aan ABN AMRO toekomen, tenzij het belang in de betreffende entiteit is bedoeld als een investering met een niet-duurzaam karakter. Entiteiten die zijn opgezet met een speciale doelstelling, bijvoorbeeld om van ABN AMRO gekochte activa te securitiseren, en die aan deze criteria voldoen, worden eveneens als groepsmaatschappij aangemerkt. Entiteiten worden geconsolideerd vanaf de datum waarop de zeggenschap overgaat op ABN AMRO en gedeconsolideerd vanaf de datum dat de zeggenschap van ABN AMRO ophoudt te bestaan. Het belang van derden in zowel het vermogen als het resultaat van de dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen wordt afzonderlijk vermeld. Entiteiten waarover ABN AMRO gezamenlijk zeggenschap uitoefent, worden geconsolideerd pro rata het belang van ABN AMRO in de betreffende entiteit.
GoodwillGoodwill kan ontstaan bij de verwerving van groepsmaatschappijen, joint ventures en deelnemingen waarin een invloed van betekenis wordt uitgeoefend. Het vertegenwoordigt de meerwaarde van de verwervingsprijs ten opzichte van het aandeel van ABN AMRO in de reële waarde van de verworven activa en passiva per de datum van verwerving. Goodwill wordt niet gekapitaliseerd maar ten laste van het eigen vermogen gebracht conform één van de volgens de Nederlandse wet toegestane mogelijkheden.
Grondslagen voor omrekening van vreemde valutaDe activa en passiva in vreemde valuta en de financiële instrumenten die worden gebruikt om het aan deze activa en passiva verbonden valutarisico af te dekken, worden in euro’s omgerekend tegen de contante koersen per balansdatum. Omrekenverschillen worden in de winst- en verliesrekening verwerkt. De omrekenverschillen op het geïnvesteerd vermogen, inclusief de daarin opgenomen resultaten, van buitenlandse vestigingen in landen zonder hyperinflatie worden, tezamen met de uitkomsten van hiermee
•2_200960_JR_NED.indd 114•2_200960_JR_NED.indd 114 24-03-2005 11:08:3924-03-2005 11:08:39
115
Jaarrekening 2004
samenhangende dekkingstransacties en rekening houdend met belastingeffecten, ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht.
Resultaten uit transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per transactiedatum dan wel, voorzover nog niet ontvangen of betaald, tegen de ultimokoers van de maand waarop de resultaten betrekking hebben. De resultaten van de buitenlandse vestigingen, met uitzondering van die in hyperinflatielanden, worden omgerekend tegen de ultimokoers van de maand waarin de resultaten worden verantwoord. Het resultaat van de vestigingen in hyperinflatielanden wordt gecorrigeerd voor het effect van de inflatie en vervolgens omgerekend tegen de koers per balansdatum.
Grondslagen voor waardering en resultatenbepalingAlgemeen
De activa en passiva worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, tenzij hierna een andere grondslag wordt vermeld. Waar noodzakelijk zijn waardecorrecties in mindering gebracht. Transacties en gebeurtenissen worden verantwoord op het moment dat deze plaatsvinden; baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop zij betrekking hebben. Agio’s en disagio’s worden toegerekend aan de verslagperioden overeenkomstig de resterende looptijd van de desbetreffende posten en worden opgenomen onder overlopende activa dan wel overlopende passiva.
Waardepapieren en schuldbewijzen, waarvan de rente geheel of grotendeels op het moment van aflossing wordt verrekend, worden opgenomen tegen de aankoopprijs of de contante waarde bij uitgifte vermeerderd met de opgelopen rente, tenzij zij behoren tot de handelsportefeuille.
Voor financiële instrumenten die worden gebruikt om de aan specifieke activa of passiva verbonden risico’s af te dekken (hedging), geschieden de waardering en
de resultatenbepaling volgens dezelfde grondslagen als die welke gelden voor de gehedgde posten. Transacties worden aangemerkt als dekkingstransactie indien deze als zodanig zijn geïdentificeerd en de resultaten van de hedge een sterke correlatie vertonen met die van de te dekken positie. Resultaten behaald bij voortijdige beëindiging van een hedge worden geactiveerd of gepassiveerd en toegerekend aan de resterende looptijd van de gedekte posities. Indien financiële instrumenten worden gebruikt om aan specifieke activa of passiva verbonden risico’s af te dekken en deze activa en passiva worden verkocht of beëindigd, dan worden deze financiële instrumenten niet meer als hedge beschouwd. Resultaten bij de afwikkeling van een hedge worden in dezelfde periode verantwoord als de resultaten van de afwikkeling van de gedekte positie.
De grondslagen voor andere financiële instrumenten worden hieronder toegelicht onder handelsactiviteiten. Kredietgerelateerde provisies worden, voorzover zij de eerste kosten overstijgen, als rente toegerekend aan de desbetreffende periode. Door het levensverzekerings bedrijf aan derden en het bankbedrijf betaalde afsluitprovisie wordt als eerste kosten geactiveerd en afgeschreven. Kosten verbonden aan het plaatsen van gewone en preferente aandelen worden ten laste van het eigen vermogen gebracht.
Kredieten
Kredieten worden in het algemeen opgenomen tegen de hoofdsom. Kredieten worden als dubieus aangemerkt zodra er enige twijfel bestaat over het vermogen van de debiteur om aan zijn betalingsverplichtingen jegens de bank te voldoen. Indien dit noodzakelijk wordt geacht, wordt per post een waardecorrectie bepaald, waarbij rekening wordt gehouden met de waarde van de verstrekte zekerheden. De waardecorrecties voor particulier krediet worden per portefeuille bepaald, waarbij een specifieke voorziening voor elk product wordt vastgesteld op basis van de omvang van de portefeuille en het historisch
•2_200960_JR_NED.indd 115•2_200960_JR_NED.indd 115 24-03-2005 11:08:4024-03-2005 11:08:40
116
Jaarrekening 2004
verliespercentage. Waardecorrecties voor nieuwe oninbare vorderingen en voor mutaties in bestaande oninbare vorderingen worden in het resultaat verwerkt onder waardeveranderingen van vorderingen.
‘Non-performing’ kredieten zijn dubieuze kredieten waarvan de renteverantwoording is stopgezet, hetgeen betekent dat de contractuele rente niet langer wordt verantwoord in de winst- en verliesrekening. De niet verantwoorde rente wordt dan hetzij (i) ten gunste van een tussenrekening geboekt, hetzij (ii) als deze om administratieve redenen niet als een specifieke onbetaalde renteclaim kan worden verantwoord direct ten gunste van de specifieke debiteurenvoorziening geboekt. Rentebedragen op ‘non-performing’ kredieten worden bij feitelijke ontvangst alleen dan verantwoord als rentebaten indien de hoofdsom naar verwachting volledig kan worden geïnd. Dubieuze kredieten worden pas afgeschreven zodra duidelijk is dat terugbetaling van de hoofdsom kan worden uitgesloten.
Het fonds voor algemene bankrisico’s dient ter dekking van de algemene risico’s verbonden aan kredietverlening. De ontstane actieve belastinglatenties worden op het fonds in mindering gebracht.
Handelsactiviteiten
De effecten die tot de handelsportefeuilles behoren, worden gewaardeerd tegen marktwaarde. In het kader van handelstransacties verworven eigen obligaties worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of, indien lager, de marktwaarde. Valutacontracten, aandelen-, obligatie-, valuta- en overige opties, alsmede renteovereenkomsten zoals renteswaps en rentetermijncontracten, worden gewaardeerd tegen de marktwaarde. De marktwaarden van deze contracten worden per saldo onder overige activa of overige passiva gerubriceerd. De mutaties die uit de beschreven waarderingswijze voortvloeien, worden onder resultaat uit financiële transacties in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Financiële en andere vaste activaBeleggingen
De tot de beleggingsportefeuilles behorende schuldbewijzen, uitgezonderd die waarvan de rente geheel of grotendeels op het moment van aflossing wordt verrekend, worden opgenomen tegen de aflossingswaarde. De in deze portefeuilles begrepen aandelen worden gewaardeerd tegen marktwaarde; veranderingen in de waarde worden na aftrek van belastingen in het eigen vermogen verwerkt. Indien de aldus gevormde herwaarderingsreserve per portefeuille niet toereikend is om waardeverminderingen op te vangen, worden deze onder waardeveranderingen van financiële vaste activa in de winst- en verliesrekening verwerkt. Resultaten uit verkopen worden in het jaar van verkoop ten gunste van de resultatenrekening gebracht. Per saldo positieve verschillen uit verkopen vóór de aflossingsdatum, die gedaan zijn in het kader van ruiltransacties met betrekking tot rentedragende waardepapieren, worden echter toegerekend aan de verslagperioden overeenkomstig de gemiddelde resterende looptijd van de portefeuille en als rente verantwoord. Beleggingen die uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten worden aangehouden voor rekening en risico van polishouders, worden gewaardeerd op marktwaarde; veranderingen in de waarde van deze beleggingen worden onder overige baten (resultaten verzekerings-maatschappijen) verantwoord.
Aandelen in het kader van venture
capital-activiteiten
Participaties, dit wil zeggen aandelen die in het kader van venture capital-activiteiten worden gehouden, worden opgenomen tegen verkrijgingsprijs of de duurzaam lagere marktwaarde. Waardeveranderingen worden in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Deelnemingen
De waardering van deelnemingen, waarin ABN AMRO of een van haar dochterbedrijven invloed van betekenis uitoefent op het zakelijk en financieel beleid, vindt plaats tegen nettovermogenswaarde, bepaald volgens de grondslagen van deze
•2_200960_JR_NED.indd 116•2_200960_JR_NED.indd 116 24-03-2005 11:08:4124-03-2005 11:08:41
117
Jaarrekening 2004
jaarrekening. Er wordt geacht sprake te zijn van invloed van betekenis als ABN AMRO vertegenwoordigd is in de directie of een gelijkwaardig bestuursorgaan van de deelneming, zelfs wanneer ABN AMRO minder dan 20% van het stemrecht in de deelneming heeft. Overeenkomstig deze grondslagen worden mutaties in de netto-vermogenswaarde in het eigen vermogen – zoals herwaarderingen en goodwill – of in de winst- en verliesrekening verwerkt. Verschuldigde belasting over uitkeringen wordt hierbij op het moment van het besluit tot uitkering in aanmerking genomen.
De overige deelnemingen, die voornamelijk bestaan uit kapitaalbelangen in bedrijven met verwante activiteiten, worden voorzover het genoteerde belangen betreft tegen beurswaarde per balansdatum en voorzover het niet genoteerde belangen betreft tegen de geschatte opbrengstwaarde gewaardeerd. Veranderingen in de waarde van deelnemingen zonder invloed worden na aftrek van belastingen in het eigen vermogen verwerkt. Indien de aldus gevormde herwaarderingsreserve per individuele deelneming niet toereikend is om waardeverminderingen op te vangen, worden deze onder waardeveranderingen van financiële vaste activa in de winst- en verliesrekening verwerkt.
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
De gebouwen van de bank voor eigen gebruik, inclusief grond, worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, afgeleid van de vervangingswaarde. Deze actuele waarde wordt roulerend vastgesteld door externe deskundigen, waarbij elk jaar minimaal 10% van de bankgebouwen wordt getaxeerd. Grotere objecten worden één keer per vijf jaar getaxeerd. In de tussenliggende jaren wordt voor de desbetreffende gebouwen gebruik gemaakt van een bouwindex. De opstallen en de duurzame installaties worden lineair afgeschreven gedurende de geschatte gebruiksduur met een maximum van 50 jaar zonder rekening te houden met een restwaarde. Veranderingen in de waarde worden blijvend ten gunste of ten laste van het eigen vermogen gebracht, onder
aftrek van de op deze mutaties betrekking hebbende belastingen. De investeringen in huurpanden worden geactiveerd en eveneens lineair afgeschreven, rekening houdend met de gebruiksperiode.
Bouwterreinen, onderhanden projecten in commercieel vastgoed en woningen in aanbouw worden gewaardeerd op de bestede kosten vermeerderd met toegerekende rente, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Op omvangrijke, langlopende ontwikkelingsprojecten waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld, wordt winst genomen naar rato van de voortgang van het werk. Nog niet verkocht vastgoed wordt gewaardeerd tegen de kostprijs vermeerderd met bouwrente of, indien lager, de geschatte verkoopopbrengst.
Onroerende zaken voor beleggingsdoeleinden worden gewaardeerd tegen de reële waarde; mutaties in de reële waarde komen ten gunste of ten laste van het resultaat.
De inventaris, de computerinstallaties, de van derden gekochte software en de kosten van intern gegenereerde software die betrekking hebben op de ontwikkelingsfase, worden gewaardeerd tegen de aanschaffingsprijs minus de afschrijvingen; afschrijving geschiedt lineair op basis van de geschatte gebruiksduur, namelijk:
• inventaris 5-12 jaar• computerinstallaties 2-5 jaar• software 3 jaar.
Servicing-rechten van hypotheken
Rechten met betrekking tot de administratievoering van hypotheken (servicing-rechten) worden geactiveerd tegen de oorspronkelijke boekwaarde onder aftrek van afschrijvingen of, indien lager, tegen de reële waarde. Afschrijving vindt plaats in verhouding tot en over de looptijd van de geschatte nettobaten uit de servicing-rechten. Tot de boekwaarde worden tevens gerekend overlopende posten uit vroegtijdig afgewikkelde derivatenhedges. De reële waarde van servicing-rechten wordt bepaald
•2_200960_JR_NED.indd 117•2_200960_JR_NED.indd 117 24-03-2005 11:08:4224-03-2005 11:08:42
118
Jaarrekening 2004
op basis van de geschatte contante waarde van toekomstige nettokasstromen, waarbij rekening wordt gehouden met het tempo van vervroegde aflossing, disconteringsvoet, servicing-kosten en andere economische factoren. Om te bepalen of er sprake is van een duurzame waardevermindering wordt ook de reële waarde van hedges meegenomen. Servicing-rechten van hypotheken zijn opgenomen onder de post overige activa.
Voorzieningen
Voor de medewerkers in Nederland en voor de meeste medewerkers in het buitenland zijn pensioen- of andere oudedagsregelingen getroffen in overeenstemming met de in die landen bestaande voorschriften en usances. Deze regelingen zijn grotendeels bij afzonderlijke pensioenfondsen of bij derden ondergebracht. De verplichtingen worden gezien als eigen verplichtingen van ABN AMRO, ongeacht of de uitvoering is ondergebracht bij een pensioenfonds of op een andere wijze plaatsvindt. Tegen die achtergrond is de aard en inhoud van de regeling bepalend voor de verwerking in de jaarrekening. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen het beschikbaar premiestelsel (‘defined contribution plan’) en het salaris-/dienstjarensysteem (‘defined benefit plan’).
De pensioenverplichtingen voor het defined benefit plan worden berekend in overeenstemming met de ‘projected unit credit method of actuarial cost allocation’. Volgens deze methode wordt de contante waarde van de pensioenverplichtingen en overige personeelsverplichtingen bepaald op basis van het aantal actieve dienstjaren tot aan de balansdatum, het geraamde salarisniveau per de verwachte pensioneringsdatum en de marktrente op bedrijfsobligaties van hoge kwaliteit.
Voor de bepaling van de pensioenlasten wordt tevens het verwachte rendement op de beleggingen in de berekening betrokken. Verschillen tussen het verwachte en het gerealiseerde rendement op de beleggingen, alsmede actuariële wijzigingen
worden niet in de winst- en verliesrekening verantwoord, tenzij het totaal van deze cumulatieve verschillen en wijzigingen buiten een bandbreedte van 10% van de grootste verplichting uit hoofde van de regeling of de reële waarde van de bijbehorende beleggingen valt. Het deel dat buiten de bandbreedte valt, wordt ten gunste of ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht over de resterende arbeidsjaren van de deelnemers. Indien als gevolg van de herziening van pensioenregelingen de verwachte verplichtingen op basis van toekomstige salarisniveaus ten aanzien van reeds verstreken dienstjaren (backservice-kosten) toenemen, wordt deze toename niet volledig verantwoord in de periode waarin de rechten verleend worden, maar gespreid over de resterende dienstjaren van de leden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht. Verschillen tussen de aldus berekende pensioenlasten en de af te dragen premies worden als voorziening dan wel vooruitbetaalde bedragen verantwoord. Indien de cumulatieve pensioenverplichtingen (de verwachte verplichtingen zonder rekening te houden met toekomstige salarisverhogingen) hoger zijn dan de reële waarde van de pensioenbeleggingen, is eventueel een extra passiefpost (voorziening voor pensioenverplichtingen) vereist. Dit zal het geval zijn indien dit excedent groter is dan de reeds verantwoorde voorziening voor pensioenverplichtingen, rekening houdend met de hierboven beschreven methode.
Indien een aanvullende voorziening voor pensioenverplichtingen wordt gevormd, wordt hetzelfde bedrag, tot evenwel maximaal de omvang van nog niet in aanmerking genomen lasten over verstreken dienstjaren, opgenomen als immaterieel activum. Alle bedragen die niet als immaterieel activum worden verantwoord, zullen ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. Verplichtingen uit hoofde van vervroegde uitkering van medewerkers (VUT) worden in dit kader als pensioenverplichtingen aangemerkt.
•2_200960_JR_NED.indd 118•2_200960_JR_NED.indd 118 24-03-2005 11:08:4224-03-2005 11:08:42
119
Jaarrekening 2004
De verschuldigde premies voor defined contribution plans komen rechtstreeks ten laste van het resultaat over het desbetreffende jaar.
Voorzieningen uit hoofde van andere rechten na pensionering, die voornamelijk betrekking hebben op de bijdrage ziektekostenverzekering, en uit hoofde van non-activiteitregelingen, worden eveneens berekend volgens actuariële grondslagen.
De verzekeringstechnische voorzieningen betreffen in hoofdzaak de voorzieningen voor levensverzekering. Deze worden vastgesteld volgens actuariële methoden op basis van de grondslagen waarop ook de premie is berekend. Periodiek wordt de toereikendheid van deze voorzieningen getoetst aan de hand van sterfte-, rente- en kostenontwikkelingen. Bij gebleken ontoereikendheid worden deze voorzieningen verhoogd.
Technische voorzieningen waarbij polishouders het beleggingsrisico dragen, worden op dezelfde grondslagen gewaardeerd als de onderliggende beleggingen.
Met uitzondering van de voorziening voor latente belastingverplichtingen worden deoverige voorzieningen voor verplichtingen en risico’s opgenomen tegen de nominale waarde.
Belastingen
Bij de bepaling van de belastingdruk worden alle tijdelijke verschillen tussen het bedrijfsresultaat voor belastingen op basis van de grondslagen van ABN AMRO en het belastbaar bedrag volgens de fiscale wetgeving in aanmerking genomen. Latente belastingvorderingen en -verplichtingen worden gewaardeerd tegen de contante waarde op basis van de nettorente. Latente belastingvorderingen worden uitsluitend in de balans opgenomen indien er voldoende zekerheid bestaat over de inbaarheid in de toekomst. Bij de bepaling van de belastingdruk wordt de toevoeging dan wel de onttrekking aan het fonds voor algemene bankrisico’s in aanmerking
genomen. Belastingen met betrekking tot waardeveranderingen van activa en passiva die direct ten laste of ten gunste van het eigen vermogen worden gebracht, worden ook direct onder het eigen vermogen verantwoord.
•2_200960_JR_NED.indd 119•2_200960_JR_NED.indd 119 24-03-2005 11:08:4324-03-2005 11:08:43
120
Jaarrekening 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003
ActivaKasmiddelen 1 17.794 12.734
Kortlopend overheidspapier 2,5 16.578 9.240
Bankiers 3 83.710 58.800
Kredieten aan de overheid 5.967 5.489
Kredieten aan de private sector 233.815 234.776
Professionele effectentransacties 59.269 56.578 Kredieten 4 299.051 296.843 Rentedragende waardepapieren 5 133.869 132.041
Aandelen 5 25.852 16.245
Deelnemingen 6 2.309 2.629
Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 7 6.798 7.204
Overige activa 8 15.338 16.548
Overlopende activa 9 7.324 8.153 608.623 560.437 PassivaBankiers 10 132.732 110.887
Spaargelden 74.256 73.238
Overige toevertrouwde middelen 178.640 168.111
Professionele effectentransacties 40.661 48.517 Toevertrouwde middelen 11 293.557 289.866 Schuldbewijzen 12 82.926 71.688
Overige schulden 8 43.040 33.207
Overlopende passiva 9 9.776 11.840
Voorzieningen 13 13.553 11.146 575.584 528.634 Fonds voor algemene bankrisico’s 14 1.149 1.143
Achtergestelde schulden 15 12.639 13.900
Eigen vermogen 16 14.972 13.047
Belang van derden 17 4.279 3.713 Groepsvermogen 19.251 16.760 Aansprakelijk groepsvermogen 33.039 31.803 608.623 560.437 Voorwaardelijke schulden 23 46.464 42.838
Onherroepelijke faciliteiten 145.092 119.675
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting
Geconsolideerde balans per 31 december 2004
•2_200960_JR_NED.indd 120•2_200960_JR_NED.indd 120 24-03-2005 11:08:4324-03-2005 11:08:43
121
Jaarrekening 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
BatenRentebaten 23.196 23.529 27.370
Rentelasten 13.530 13.806 17.525 Rente 26 9.666 9.723 9.845 Opbrengsten uit effecten en deelnemingen 27 1.620 269 369
Provisiebaten 5.452 5.160 5.421
Provisielasten 702 696 782 Provisie 28 4.750 4.464 4.639 Resultaat uit financiële transacties 29 2.288 1.993 1.477
Overige baten 30 1.469 2.344 1.950 Overig inkomen 10.127 9.070 8.435 Totaal baten 19.793 18.793 18.280 LastenPersoneelskosten 31 7.764 7.080 7.407
Andere beheerskosten 32 4.962 4.575 4.647 Personeels- en andere beheerskosten 12.726 11.655 12.054 Afschrijvingen 33 961 930 1.094 Bedrijfslasten 13.687 12.585 13.148 Waardeveranderingen van vorderingen 34 653 1.274 1.695
Waardeveranderingen van financiële
vaste activa 36 2 16 49 Totaal lasten 14.342 13.875 14.892 Bedrijfsresultaat voor belastingen 5.451 4.918 3.388
Belastingen 37 1.071 1.503 973 Groepswinst na belastingen 4.380 3.415 2.415 Belang van derden 38 271 254 208 Nettowinst 4.109 3.161 2.207 Winst per gewoon aandeel 40 2,45 1,94 1,39
Winst per gewoon aandeel na volledige
verwatering 40 2,45 1,93 1,38
Dividend per gewoon aandeel 1,00 0,95 0,90
De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting
Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2004
•2_200960_JR_NED.indd 121•2_200960_JR_NED.indd 121 24-03-2005 11:08:4424-03-2005 11:08:44
122
Jaarrekening 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Groepswinst 4.380 3.415 2.415
Afschrijvingen 961 930 1.006
Waardeveranderingen van vorderingen 653 1.274 1.695
Toename / afname voorzieningen 953 287 – 723
Toename / afname te ontvangen interest 513 – 1.236 2.277
Toename / afname te betalen interest – 1.065 2.092 – 1.387
Toename / afname actuele belasting 401 226 331
Overige overlopende posten 350 908 91
Overheidspapier en effecten, handel – 20.876 – 6.546 – 2.311
Overige effecten – 2.149 – 1.500 3.865
Bankiers, niet terstond opeisbaar 355 839 1.238
Kredieten – 19.724 – 4.638 1.888
Professionele effectentransacties (onder kredieten) – 3.498 – 4.158 5.890
Toevertrouwde middelen 19.735 14.741 – 3.451
Professionele effectentransacties
(onder toevertrouwde middelen) – 5.644 6.661 4.658
Schuldbewijzen, exclusief obligaties en notes – 2.744 – 4.616 1.324
Overige activa en passiva 7.996 – 10.673 – 14 Nettokasstroom uit operationele /
bancaire activiteiten – 19.403 – 1.994 18.792 Investeringen in beleggingsportefeuilles – 73.810 – 151.771 – 144.584
Verkopen en aflossingen uit
beleggingsportefeuilles 75.224 148.015 122.697 Saldo 1.414 – 3.756 – 21.887 Investeringen in deelnemingen – 322 – 1.010 – 479
Verkopen van deelnemingen 2.680 364 280 Saldo 2.358 – 646 – 199 Investeringen in onroerende zaken en
bedrijfsmiddelen – 1.046 – 1.563 – 1.292
Desinvesteringen 186 491 497 Saldo – 860 – 1.072 – 795 Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten 2.912 – 5.474 – 22.881 Toename / afname groepsvermogen 2.049 1.281 106
Aflossing preferente aandelen – 1.911 – 1.258 0
Opname achtergestelde leningen 50 1.025 114
Aflossing achtergestelde leningen – 797 – 164 – 964
Opname obligatieleningen en notes 25.525 19.426 8.815
Aflossing obligatieleningen en notes – 8.462 – 10.236 – 7.349
Betaald contant dividend – 964 – 915 – 999 Nettokasstroom uit financieringsactiviteiten 15.490 9.159 – 277 Kasstroom – 1.001 1.691 – 4.366
Zie toelichting punt 43
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2004
•2_200960_JR_NED.indd 122•2_200960_JR_NED.indd 122 24-03-2005 11:08:4524-03-2005 11:08:45
123
Jaarrekening 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Gewone aandelen
Beginstand 919 890 862
Uitoefening rechten uit opties en warrants 2 – 2
Conversie van converteerbare preferente
aandelen – 1 1
Stockdividenden 33 28 25 Eindstand 954 919 890 (Converteerbare) preferente aandelen
Beginstand 813 814 815
Conversie – – 1 – 1
Aflossing en uitgifte – 46 – – Eindstand 767 813 814 Agioreserve
Beginstand 2.549 2.543 2.504
Uitoefening rechten uit opties en conversie 48 1 63
Conversie van (converteerbare) preferente
aandelen – 1 1
Uit algemene reserve inzake personeelsopties 1 32 –
Stockdividenden – 33 – 28 – 25 Eindstand 2.565 2.549 2.543 Algemene reserve en wettelijke reserves
Beginstand 11.166 8.933 8.161
Nettowinst 4.109 3.161 2.207
Preferent dividend – 43 – 45 – 46
Betaald contant dividend – 694 – 655 – 599
Goodwill en verwatering
minderheidsdeelnemingen 30 – 425 – 201
Invloed stelselwijziging pensioenlasten – – – 430
Naar agioreserve inzake personeelsopties – 1 – 32 –
Toevoeging / vrijval voorziening
pensioenverplichtingen – 479 14 – 374
Gerealiseerde herwaarderingen, uit
herwaarderingsreserve – – 186
Overige – 212 215 29 Eindstand 13.876 11.166 8.933 Herwaarderingsreserves
Beginstand 283 124 355
Gerealiseerde herwaarderingen, naar algemene
reserve – – – 186
Herwaarderingen – 79 159 – 45 Eindstand 204 283 124 Reserve koersverschillen
Beginstand – 2.564 – 2.098 – 476
Valutaomrekenverschillen – 198 – 466 – 1.622 Eindstand – 2.762 – 2.564 – 2.098 Ingekochte eigen aandelen
Beginstand – 119 – 125 – 123
Toename / afname – 513 6 – 2 Eindstand – 632 – 119 – 125 Totaal eigen vermogen 14.972 13.047 11.081
Mutatieoverzicht eigen vermogen over 2004
•2_200960_JR_NED.indd 123•2_200960_JR_NED.indd 123 24-03-2005 11:08:4624-03-2005 11:08:46
124
Jaarrekening 2004
1 KasmiddelenHieronder worden opgenomen de wettige betaalmiddelen en de direct opeisbare tegoeden bij de centrale banken in de landen waar de bank gevestigd is.
2 Kortlopend overheidspapierHieronder worden opgenomen de door overheden uitgegeven waardepapieren, zoals schatkistpapier, voorzover deze een oorspronkelijke looptijd hebben van twee jaar of korter en herfinancierbaar zijn bij een centrale bank.
3 Bankiers (uitgezette gelden)Hieronder worden opgenomen de vorderingen, inclusief die uit hoofde van bancaire vorderingen met effectendekking, op kredietinstellingen, centrale banken en multilaterale ontwikkelingsbanken voorzover niet begrepen onder kasmiddelen. Vorderingen in de vorm van waardepapieren worden opgenomen onder rentedragende waardepapieren of aandelen.
2004 2003
Bancaire vorderingen met effectendekking 64.372 40.922
Direct opeisbare tegoeden 3.954 4.299
Termijndeposito’s 11.484 9.831
Uitgezette gelden bij banken 3.900 3.748 Totaal bankiers (uitgezette gelden) 83.710 58.800
4 Kredieten en kredietrisicoHieronder worden opgenomen de vorderingen uit kredietverlening, inclusief die uit hoofde van professionele effectentransacties, voorzover niet begrepen onder bankiers. Vorderingen in de vorm van waardepapieren worden opgenomen onder rentedragende waardepapieren of aandelen.
Door het verlenen van faciliteiten en door uitzettingen ontstaat kredietrisico, zijnde het risico dat de vordering niet wordt terugbetaald. Dit heeft vooral betrekking op de balansposten bankiers, kredieten en rentedragende waardepapieren alsmede op de posten buiten de balans. Concentratie van kredietrisico kan tot gevolg hebben dat, indien een bedrijfstak of land wordt getroffen door een wijziging in de economische omstandigheden, de bank een materieel verlies lijdt.
Kredieten per sector
2004 2003
Overheid 5.972 5.494
Zakelijk 127.381 130.983
Particulier 109.345 107.706
Professionele effectentransacties 59.269 56.578
Voorzieningen voor debiteuren en risico’s op
overheden – 2.916 – 3.918 Kredieten 299.051 296.843
Toelichting op de geconsolideerde balans en winst- en verliesrekening (alle bedragen zijn opgenomen in miljoenen euro’s, tenzij anders aangegeven)
•2_200960_JR_NED.indd 124•2_200960_JR_NED.indd 124 24-03-2005 11:08:4724-03-2005 11:08:47
125
Jaarrekening 2004
Zakelijke zekerheden voor kredieten aan private sector
Bij de kredietverlening worden in veel gevallen zakelijke zekerheden bedongen. In de volgende tabellen wordt de onderverdeling naar soort zekerheidsbelang weergegeven. Kredieten waarvoor is afgesproken dat de bank desgewenst de zekerheden kan verkrijgen, zijn opgenomen onder blanco kredieten.
2004 2003
Zakelijk
Garantie van overheden 8.103 11.382
Hypothecaire dekking 23.994 28.074
Effectendekking 791 1.006
Garanties van andere kredietinstellingen 3.305 3.113
Overige zekerheden en blanco kredieten 91.188 87.408 Totaal zakelijk 127.381 130.983 Particulier
Garantie van overheden 151 50
Hypothecaire dekking 82.700 80.794
Overige zekerheden en blanco kredieten 26.494 26.862 Totaal particulier 109.345 107.706
Zakelijke kredieten naar bedrijfstak
2004 2003
Landbouw, mijnbouw en energie 11.700 11.202
Industrie 23.925 27.980
Bouw en onroerend goed 22.539 19.025
Handel 16.443 18.329
Transport en communicatie 12.387 12.966
Financiële dienstverlening 19.967 21.188
Overige zakelijke dienstverlening 10.310 10.565
Onderwijs, gezondheidszorg en
overige diensten 10.110 9.728 Totaal zakelijk 127.381 130.983
•2_200960_JR_NED.indd 125•2_200960_JR_NED.indd 125 24-03-2005 11:08:4824-03-2005 11:08:48
126
Jaarrekening 2004
Kredieten per regio
2004 2003
Nederland
Overheid 1.025 1.128
Zakelijk 54.053 52.990
Particulier 87.701 84.382
Professionele effectentransacties 1.370 1.268 Totaal Nederland 144.149 139.768 Noord-Amerika
Overheid 792 898
Zakelijk 35.474 38.185
Particulier 12.817 14.668
Professionele effectentransacties 34.668 38.372 Totaal Noord-Amerika 83.751 92.123 Rest van de wereld
Overheid 4.155 3.468
Zakelijk 37.854 39.808
Particulier 8.827 8.656
Professionele effectentransacties 23.231 16.938 Totaal Rest van de wereld 74.067 68.870 Totaal 301.967 300.761
Verloop debiteurenvoorzieningen
2004 2003 2002
Beginstand 4.012 4.129 4.500
Valutaomrekenverschillen en overige mutaties – 816 – 331 – 590
Afboekingen – 1.157 – 1.343 – 1.711
Ontvangen na afboeking 170 246 142 2.209 2.701 2.341 Niet verantwoorde rente 78 71 107 Nieuwe en toename van specifieke
debiteurenvoorzieningen 1.288 1.856 2.447
Vrijval van specifieke debiteurenvoorzieningen – 478 – 370 – 624
Ontvangen na afboeking – 170 – 246 – 142 Nettotoename 640 1.240 1.681 Eindstand 2.927 4.012 4.129
•2_200960_JR_NED.indd 126•2_200960_JR_NED.indd 126 24-03-2005 11:08:4924-03-2005 11:08:49
127
Jaarrekening 2004
Voorzieningen op debiteuren en overheden
2004 2003 2002
Voorzieningen op debiteuren 2.927 4.012 4.129
Voorzieningen op overheden 219 215 181 Totaal 3.146 4.227 4.310 De voorzieningen zijn als volgt over de diverse
balansposten verdeeld:
Kredieten 2.916 3.918 4.038
Bankiers 3 8 8
Rentedragende waardepapieren 201 243 217
Overige 26 58 47 Totaal 3.146 4.227 4.310
Risico’s op overheden
Kredieten en andere uitzettingen zijn veelal niet beperkt tot het land van vestiging van het kredietverlenende kantoor, maar worden ook verstrekt aan banken, overheden en andere klanten daarbuiten, veelal in een andere valuta. Het totaal van deze grensoverschrijdende uitzettingen is zeer omvangrijk, maar heeft vooral betrekking op OESO-staten. Een verhoogd risico inzake dergelijke uitzettingen ontstaat indien en voorzover in bepaalde landen door overheidsmaatregelen of extreme economische omstandigheden betaling van rente en hoofdsom wordt belemmerd. Tot 2002 werden in dergelijke omstandigheden voorzieningen getroffen voor in vreemde valuta luidende schulden van bepaalde overheden. Met ingang van 2002 wordt uitsluitend een voorziening getroffen indien sprake is van een (te verwachten) betalingsachterstand. Op deze wijze worden vorderingen op overheden niet anders behandeld dan vorderingen op andere kredietnemers.
Specificatie risico’s op overheden en voorzieningen per 31 december 2004
Obligo Voorziening
Latijns-Amerika 300 195
Overige landen 27 24 Totaal 327 219
Verloop voorzieningen risico’s op overheden
2004 2003 2002
Beginstand 215 181 345
Valutaomrekenverschillen – 12 – 7 – 42
Waardeveranderingen van vorderingen 13 34 14
Overige mutaties 3 7 – 136 Eindstand 219 215 181
De voorzieningen voor risico’s op overheden zijn als waardecorrectie in mindering gebracht op kredieten en rentedragende waardepapieren.
•2_200960_JR_NED.indd 127•2_200960_JR_NED.indd 127 24-03-2005 11:08:4924-03-2005 11:08:49
128
Jaarrekening 2004
Leasing
Onder kredieten zijn begrepen leaseovereenkomsten waarbij ABN AMRO optreedt als lessor.
De toekomstige minimale leasebetalingen uit hoofde van financiële leases hebben de volgende looptijdstructuur.
Minimale leasebetalingen
Korter dan één jaar 775
Van één jaar tot vijf jaar 1.970
Langer dan vijf jaar 1.534 Totaal 4.279 Totaal onverdiende financieringsbaten 460
Ongegarandeerde restwaarde ten gunste
van lessor 796
Overig
Onder kredieten zijn achtergestelde vorderingen begrepen tot een bedrag van EUR 41 miljoen (2003: EUR 35 miljoen), alsmede door de bank gesecuritiseerde vorderingen ten bedrage van EUR 7,8 miljard (2003: EUR 10,5 miljard). De hiertegenover uitgegeven schuldbewijzen zijn in de balans opgenomen.
5 EffectenIn de balansposten kortlopend overheidspapier, rentedragende waardepapieren en aandelen zijn begrepen de beleggingsportefeuilles, de handelsportefeuilles, de in waardepapieren belichaamde vorderingen zoals schatkistpapier en commercial paper, alsmede participaties.
Rentedragende waardepapieren behorend tot een beleggingsportefeuille, voornamelijk obligaties van centrale overheden, dienen onder meer als liquiditeitsbuffer. Door middel van een actief beheer wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijk rendement. Aandelenpakketten die duurzaam worden aangehouden, zijn eveneens in de beleggingsportefeuilles opgenomen.
•2_200960_JR_NED.indd 128•2_200960_JR_NED.indd 128 24-03-2005 11:08:5024-03-2005 11:08:50
129
Jaarrekening 2004
Van de genoemde balansposten is de samenstelling als volgt:
2004 2003
Beleggingsportefeuilles 92.906 95.446
Handelsportefeuilles 70.491 51.180
Kortlopend overheidspapier 369 790
Andere waardepapieren van banken 5.085 3.501
Andere schuldbewijzen 4.969 4.040
Overige aandelen 995 938
Participaties 1.484 1.631 Totaal effecten 176.299 157.526
waarvan:
Ter beurze genoteerd Niet ter beurze genoteerd 2004 2003 2004 2003
Waardepapieren overheden 70.354 71.014 21.477 14.743
Overige waardepapieren 28.005 23.086 30.611 32.438
Aandelen 22.405 13.983 3.447 2.262 Totaal effecten 120.764 108.083 55.535 49.443
Ter beurze genoteerde effecten betreffen alle effecten die op enige effectenbeurs worden verhandeld. Voor een deel van de in de portefeuilles opgenomen effecten berust het juridisch eigendom bij derden. Dit betreft tijdelijk verkochte effecten met terugkoopverplichting tot een bedrag van EUR 9.178 miljoen (2003: EUR 17.080 miljoen) en in verbruikleen gegeven effecten tot een bedrag van EUR 3.740 miljoen (2003: EUR 3.004 miljoen). Daarnaast heeft ABN AMRO tot een bedrag van EUR 15.984 miljoen (2003: EUR 10.536 miljoen) effecten in verbruikleen. Deze effecten zijn niet in de balans opgenomen. Onder rentedragende waardepapieren zijn posten met een achtergesteld karakter van EUR 888 miljoen (2003: EUR 554 miljoen) begrepen, alsmede niet-achtergestelde rentedragende waardepapieren uitgegeven ten laste van groepsmaatschappijen tot een bedrag van EUR 404 miljoen (2003: EUR 197 miljoen).
In het kader van de uitoefening van het effectenbedrijf wordt in eigen aandelen gehandeld. Tevens zijn in verband met verstrekte personeelsopties en het Performance Share Plan, alsmede ter dekking van met cliënten ingenomen posities via de beurs aandelen ingekocht. Per balansdatum hadden groepsmaatschappijen 33,7 miljoen gewone aandelen ABN AMRO Holding N.V. voor eigen rekening in portefeuille. Het hiermee corresponderende bedrag van EUR 632 miljoen is in mindering gebracht op de reserves.
In 2005 zal op grond van de aflossingsschema’s EUR 57.170 miljoen vervallen.
•2_200960_JR_NED.indd 129•2_200960_JR_NED.indd 129 24-03-2005 11:08:5024-03-2005 11:08:50
130
Jaarrekening 2004
Beleggingsportefeuilles
Het volgende overzicht toont de boekwaarde alsmede de reële waarde van de beleggingsportefeuilles van ABN AMRO. De reële waarde is gebaseerd op de genoteerde koersen voor effecten waarin handel plaatsvindt, en op de geschatte marktwaarde voor effecten waarin geen handel plaatsvindt.
2004 2003
Boek- Reële Boek- Reële waarde (Dis)agio waarde waarde (Dis)agio waarde
Nederlandse Staat 4.243 57 4.446 4.749 77 4.895
Amerikaans schatkistpapier en
overheid 7.975 38 8.083 9.859 51 10.074
Overige OESO-staten 41.174 632 43.418 38.121 822 39.802
Hypothecair gedekte
waardepapieren 14.441 118 14.626 21.707 348 22.276
Overige rentedragende
waardepapieren 20.280 10 20.643 15.998 24 16.424 Totaal rentedragende
waardepapieren en
kortlopend overheidspapier 88.113 855 91.216 90.434 1.322 93.471 Aandelen 4.793 4.793 5.012 5.012 Totaal beleggingsportefeuilles 92.906 96.009 95.446 98.483
Verloop van de boekwaarde van beleggingsportefeuilles in 2004:
Rentedragend Aandelen
Beginstand beleggingsportefeuilles 90.206 1.255
Mutaties:
• Aankopen 73.182 628
• Verkopen – 57.354 – 733
• Aflossingen – 17.137 –
• (De)consolidatie – 47 – 35
• Herwaarderingen – – 3
• Valutaomrekenverschillen – 2.476 1
• Overige 760 – 375 Eindstand beleggingsportefeuilles 87.134 738 Eindstand beleggingsportefeuilles voor rekening
polishouders 979 4.055 Totaal beleggingsportefeuilles 88.113 4.793 Cumulatief bedrag herwaarderingen – 2
•2_200960_JR_NED.indd 130•2_200960_JR_NED.indd 130 24-03-2005 11:08:5124-03-2005 11:08:51
131
Jaarrekening 2004
Agio’s en disagio’s betreffende de beleggingsportefeuilles worden geamortiseerd; de verkrijgingsprijs van de beleggingsportefeuilles ligt met inbegrip van de nog te amortiseren bedragen uit ruiltransacties EUR 129 miljoen boven de aflossingswaarde.
Handelsportefeuilles
In de volgende tabel wordt de samenstelling van de handelsportefeuilles nader gespecificeerd.
2004 2003
Nederlandse Staat 553 2.219
Amerikaans schatkistpapier en overheid 5.760 8.212
Overige OESO-staten 28.320 19.242
Overige rentedragende waardepapieren 17.278 12.843 Totaal rentedragende waardepapieren 51.911 42.516 Aandelen 18.580 8.664 Totaal handelsportefeuilles 70.491 51.180
Overige effecten
In de volgende tabel worden de boekwaarde en de reële waarde van de overige effecten nader gespecificeerd.
2004 2003 Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
Kortlopend overheidspapier 369 370 790 788
Andere waardepapieren van
banken 5.085 5.100 3.501 3.501
Andere schuldbewijzen 4.969 5.024 4.040 4.075 Totaal rentedragende
waardepapieren 10.423 10.494 8.331 8.364 Aandelen en participaties 2.479 2.712 2.569 2.455 Totaal overige effecten 12.902 13.206 10.900 10.819
•2_200960_JR_NED.indd 131•2_200960_JR_NED.indd 131 24-03-2005 11:08:5224-03-2005 11:08:52
132
Jaarrekening 2004
6 DeelnemingenHieronder worden de kapitaalbelangen opgenomen, die duurzaam voor de bedrijfsuitoefening worden aangehouden.
2004 2003
Kredietinstellingen 1.359 1.661
Overige deelnemingen 950 968 Totaal deelnemingen 2.309 2.629 Verloop:
Beginstand 2.629 2.166
Mutaties:
• Aankopen / uitbreidingen 133 887
• Verkopen / verminderingen – 465 – 127
• Herwaarderingen 8 83
• Aandeel resultaat deelnemingen met invloed
van betekenis 62 12
• Ontvangen dividend deelnemingen met
invloed van betekenis – 59 – 7
• Valutaomrekenverschillen – 55 – 184
• Overige 56 – 201 Eindstand 2.309 2.629 Cumulatief bedrag herwaarderingen 10 84
De boekwaarde van de deelnemingen die op een officiële beurs zijn genoteerd, bedroeg EUR 869 miljoen (2003: EUR 1.225 miljoen).
7 Onroerende zaken en bedrijfsmiddelen
2004 2003
Onroerende zaken voor eigen gebruik 2.869 3.167
Onroerende zaken niet voor eigen gebruik 2.436 2.455
Bedrijfsmiddelen 1.493 1.582 Totaal onroerende zaken en bedrijfsmiddelen 6.798 7.204
Ultimo 2004 was intern gegenereerde software tot een bedrag van EUR 404 miljoen (2003: EUR 385 miljoen) geactiveerd onder bedrijfsmiddelen.
•2_200960_JR_NED.indd 132•2_200960_JR_NED.indd 132 24-03-2005 11:08:5224-03-2005 11:08:52
133
Jaarrekening 2004
Onroerende zaken Totaal Eigen Niet eigen Bedrijfsmiddelen gebruik gebruik
Beginstand 7.204 3.167 2.455 1.582
Mutaties:
• Aankopen 1.046 233 55 758
• Verkopen – 186 – 93 – 26 – 67
• Herwaarderingen /
afwaarderingen – 32 – 32 – –
• Afschrijvingen – 961 – 153 – 2 – 806
• (De)consolidatie – 481 – 99 – 280 – 102
• Valutaomrekenverschillen – 93 – 47 – 25 – 21
• Overige 1 301 – 107 259 149 – 406 – 298 – 19 – 89 Cumulatieve bedragen:
Vervangingswaarde 11.279 4.248 2.441 4.590
Afschrijvingen – 4.481 – 1.379 – 5 – 3.097 Eindstand 6.798 2.869 2.436 1.493 Cumulatief bedrag
herwaarderingen 101 101 – –
1 De post ‘Niet eigen gebruik, Overige’ omvat per saldo de toename uit hoofde van projectontwikkeling
Van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen berust tot een bedrag van EUR 10 miljoen (2003: EUR 27 miljoen) het juridisch eigendom bij derden.
De te betalen bedragen uit hoofde van financiële leaseovereenkomsten zijn EUR 30 miljoen, waarvan EUR 29 miljoen voor computers en EUR 1 miljoen voor inventaris.
8 Overige activa en overige schuldenOnder overige activa en overige schulden worden die bedragen opgenomen, die niet overlopend zijn of niet onder andere balansposten gerubriceerd kunnen worden, zoals belastingvorderingen EUR 582 miljoen (2003: EUR 267 miljoen), belastingverplichtingen EUR 1.708 miljoen (2003: EUR 992 miljoen), latente belastingvorderingen EUR 1.360 miljoen (2003: EUR 1.201 miljoen), een immaterieel actief inzake nog niet verantwoorde backservice-kosten EUR 316 miljoen (2003: EUR 368 miljoen), opties, servicing-rechten EUR 1.662 miljoen (2003: EUR 1.009 miljoen), edele metalen en andere goederen, saldi van nog te verrekenen posten in het betalingsverkeer, baisseposities effecten en marktwaarde van rente- en valutacontracten in het kader van handelsactiviteiten. Hieronder zijn tevens opgenomen opties voor rekening en risico van klanten tot een bedrag van EUR 169 miljoen (2003: EUR 267 miljoen). In het algemeen hebben de onder deze balanshoofden opgenomen vorderingen en schulden een resterende looptijd van minder dan één jaar. Een uitzondering hierop vormen de hiervoor genoemde latente belastingvorderingen, de servicing-rechten en het immaterieel actief inzake backservice-kosten.
•2_200960_JR_NED.indd 133•2_200960_JR_NED.indd 133 24-03-2005 11:08:5324-03-2005 11:08:53
134
Jaarrekening 2004
9 Overlopende activa en overlopende passivaOnder overlopende activa en overlopende passiva worden baten en lasten gerubriceerd die zijn toegerekend aan de verslagperiode, maar waarvan de feitelijke ontvangst of betaling valt in een andere periode. Daarnaast wordt onder deze balansposten opgenomen het saldo van alle verschillen tussen de contractkoers en de contante koers van contracten die zijn afgesloten ter dekking van het valutarisico.
10 Bankiers (opgenomen gelden)Hieronder worden opgenomen de schulden, inclusief die uit hoofde van bancaire verplichtingen met effectendekking, aan kredietinstellingen, centrale banken en multilaterale ontwikkelingsbanken.
2004 2003
Bancaire verplichtingen met effectendekking 56.351 33.672
Direct opeisbare tegoeden 17.521 13.954
Termijndeposito’s 50.976 52.015
Opgenomen leningen bij banken 7.884 11.246 Totaal bankiers (opgenomen gelden) 132.732 110.887
11 Toevertrouwde middelenHieronder worden opgenomen de door klanten toevertrouwde middelen, zoals rekening-courantverhoudingen, spaargelden en deposito’s, alsmede de schulden uit hoofde van professionele effectentransacties en niet-achtergestelde onderhandse leningen.
2004 2003
Spaargelden 74.256 73.238
Deposito’s zaken 79.482 81.636
Professionele effectentransacties 40.661 48.517
Overige creditsaldi 99.158 86.475 Totaal toevertrouwde middelen 293.557 289.866
12 SchuldbewijzenHieronder worden opgenomen obligaties en andere verhandelbare rentedragende waardepapieren, voorzover niet achtergesteld.
2004 2003
Obligatieleningen en notes 63.812 50.997
Kas- en spaarbiljetten, spaar- en bankbrieven 3.720 4.590
Certificates of deposit en commercial paper 15.394 16.101 Totaal schuldbewijzen 82.926 71.688
De obligatieleningen zijn vooral opgenomen op de Nederlandse kapitaalmarkt en de euromarkt en luiden voornamelijk in euro’s en Amerikaanse dollars. Het commercial paper-programma wordt vooral gevoerd in de Verenigde Staten en luidt in Amerikaanse dollars. De overige schuldbewijzen zijn instrumenten voor de markten waarop ABN AMRO werkzaam is en luiden veelal in de lokale valuta.
•2_200960_JR_NED.indd 134•2_200960_JR_NED.indd 134 24-03-2005 11:08:5424-03-2005 11:08:54
135
Jaarrekening 2004
Van de schuldbewijzen ultimo 2004 luidde EUR 48.024 miljoen in euro’s en EUR 23.899 miljoen in Amerikaanse dollars.
De obligatieleningen en notes, uitgegeven in de kapitaalmarkt, bestonden per 31 december 2004 voor een bedrag van EUR 20.877 miljoen uit verplichtingen met variabele rente. Daarnaast waren ultimo 2004 obligatieleningen en notes tot een bedrag van EUR 10.660 miljoen geconverteerd in variabelrentende verplichtingen door middel van derivatencontracten die in het kader van het balansbeheer werden afgesloten. Gecorrigeerd voor ultimo 2004 uitstaande derivatencontracten in het kader van het balansbeheer, bedroeg het gemiddelde rentepercentage van de obligatieleningen en notes 3,13%.
Overzicht resterende looptijden
2004 2003
Korter dan één jaar 28.979 31.927
Van één tot twee jaar 7.983 9.000
Van twee tot drie jaar 9.048 4.014
Van drie tot vier jaar 5.329 4.224
Van vier tot vijf jaar 7.402 2.782
Langer dan vijf jaar 24.185 19.741 Totaal schuldbewijzen 82.926 71.688
13 Voorzieningen
2004 2003
Voorziening voor latente belastingverplichtingen
(zie toelichting punt 37)) 1.229 1.061
Voorziening voor pensioenverplichtingen
(inclusief VUT) 1.284 706
Voorziening bijdrage ziektekostenverzekering
na pensionering 362 329
Overige personeelsvoorzieningen 448 357
Verzekeringstechnische voorzieningen 8.843 7.845
Herstructureringsvoorziening 752 181
Overige voorzieningen 635 667 Totaal voorzieningen 13.553 11.146
De overige personeelsvoorzieningen hebben met name betrekking op ingegane uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid en andere non-activiteitsregelingen niet zijnde VUT-uitkeringen.Voorzieningen uit hoofde van personeelsregelingen in het kader van herstructureringen worden verantwoord als herstructureringsvoorziening. Onder de verzekeringstechnische voorzieningen zijn opgenomen de wiskundige reserves en de premie- en schadereserves van de tot de groep behorende verzekeringsmaatschappijen.
•2_200960_JR_NED.indd 135•2_200960_JR_NED.indd 135 24-03-2005 11:08:5524-03-2005 11:08:55
136
Jaarrekening 2004
In het algemeen zijn de voorzieningen naar hun aard langlopend.
Overige Herstructurering Overige personeels- voorzieningen voorziening
Beginstand 357 181 667
Mutaties:
• (De)consolidatie – 6 – – 125
• Toevoegingen ten laste van resultaat 332 681 265
• Uitgaven ten laste van voorziening – 256 – 109 – 219
• Valutaomrekenverschillen – 9 – 1 3
• Overige 30 – 44 Eindstand 448 752 635
In de volgende tabellen wordt een samenvatting gegeven van de wijziging in uitkeringsverplichtingen en activa van de belangrijkste pensioen- en andere uitkeringsregelingen zoals berekend volgens FAS 87 en FAS 106, alsmede van de kapitaaldekking van de regelingen.
Pensioen Bijdrage ziektekosten- verzekering
Beginstand 9.307 561
Mutaties in geraamde uitkeringsverplichtingen:
• Kosten met betrekking tot huidige dienstjaren 306 18
• Rentelasten 506 32
• Bijdragen / restituties medewerkers 14 –
• Actuariële winsten (-) / verliezen (+) 962 192
• Uitkeringen – 300 – 17
• (De)consolidatie – 85 –
• Planaanpassingen 7 –
• Beëindiging / inperking – 4 –
• Valutaomrekenverschillen – 14 – 26
• Overige – 16 – Eindstand 10.715 760
Pensioen Bijdrage ziektekosten- verzekering
Beginstand 7.988 44
Mutaties in activa:
• Werkelijk rendement op beleggingen 629 5
• Bijdragen / restituties werknemers 14 –
• Werkgeversbijdrage 623 17
• Uitkeringen – 285 – 2
• (De)consolidatie – 133 – 18
• Valutaomrekenverschillen – 69 –
• Overige – 13 – Eindstand (reële waarde) 8.754 46
•2_200960_JR_NED.indd 136•2_200960_JR_NED.indd 136 24-03-2005 11:08:5524-03-2005 11:08:55
137
Jaarrekening 2004
Pensioen Bijdrage ziektekosten- verzekering
Kapitaaldekking: overschot (+) / tekort (-) – 1.961 – 714
Niet verantwoorde actuariële winsten (-) /
verliezen (+) 2.233 309
Niet verantwoorde lasten over verstreken
dienstjaren 336 16
Niet verantwoorde overgangsverplichting – 2 27 Vooruitbetaalde (+) / nog te betalen (-)
bedragen 606 – 362
De gewogen gemiddelden van de belangrijkste actuariële veronderstellingen voor de waardering van de voorzieningen voor pensioenverplichtingen en de bijdrage ziektekostenverzekering per 31 december 2004 waren:
2004 2003
Pensioenen:
• Disconteringsvoet 4,7% 5,5%
• Verwachte salarisstijging 2,6% 2,6%
• Verwacht rendement op beleggingen 7,0% 7,2%
Ziektekostenverzekering:
• Disconteringsvoet 5,2% 6,0%
• Gemiddelde kostenstijging gezondheidszorg 6,8% 6,2%
Het verwachte rendement op beleggingen inzake pensioenverplichtingen is gewogen op basis van de reële waarde van die beleggingen. Alle overige veronderstellingen zijn gewogen op basis van de verplichtingen volgens het salaris-/dienstjarensysteem (‘defined benefit plan’).
Voor de pensioenregelingen is de beoogde en feitelijke samenstelling van de beleggingen in 2004 als volgt:
Samenstelling van de beleggingen
Strategische mix Gerealiseerde mix
Categorie
• Aandelen 48% 47,7%
• Schuldbewijzen 50% 50,2%
• Gebouwen 1% 0,2%
• Overige 1% 1,9% Totaal 100% 100,0%
In de totale beleggingen van de pensioenfondsen bevinden zich geen directe beleggingen in ABN AMRO.
•2_200960_JR_NED.indd 137•2_200960_JR_NED.indd 137 24-03-2005 11:08:5624-03-2005 11:08:56
138
Jaarrekening 2004
Prognose van de uitkeringen
2005 289
2006 297
2007 315
2008 331
2009 351
2009 en later 2.111
De verwachte werkgeversbijdrage aan de pensioenfondsen in 2005 bedraagt EUR 506 miljoen.
De nog niet in aanmerking genomen lasten over verstreken dienstjaren betreffen de extra pensioenverplichtingen als gevolg van de verlaging van de pensioenleeftijd tot 62 jaar voor de medewerkers in Nederland per 1 januari 2000 en zullen worden afgeschreven over de gemiddelde resterende dienstjaren van de medewerkers.
Voor de pensioenregelingen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk is de cumulatieve pensioenverplichting (exclusief toekomstige salarisstijgingen) EUR 1.050 miljoen hoger dan de waarde van de pensioenbeleggingen per 31 december 2004. Rekening houdend met vorderingen op het Pensioenfonds is een additionele voorziening van EUR 1.550 miljoen gevormd, waarvan EUR 1.234 miljoen (netto EUR 846 miljoen) ten laste van het eigen vermogen is gebracht en EUR 316 miljoen is opgenomen als immaterieel actief onder de post overige activa.
Aannames betreffende de ontwikkeling van de ziektekosten hebben een aanzienlijke invloed op de verantwoorde bedragen voor de bijdrage ziektekostenverzekering na pensionering. Als de veronderstelde ontwikkeling van de kosten in de gezondheidszorg 1% hoger is, neemt de cumulatieve verplichting voor overige rechten na pensionering per 31 december 2004 toe met ongeveer EUR 172 miljoen, terwijl de nettoperiodekosten van overige rechten na pensionering over 2004 met EUR 21 miljoen stijgen. Als de veronderstelde ontwikkeling van de kosten in de gezondheidszorg daarentegen 1% lager wordt geraamd, nemen beide bedragen af met respectievelijk ongeveer EUR 130 miljoen en EUR 14 miljoen.
14 Fonds voor algemene bankrisico’sHet fonds voor algemene bankrisico’s heeft betrekking op het algemene risico uit hoofde van kredietverlening. Het fonds is na aftrek van belastingen en maakt deel uit van het kernvermogen.
2004 2003
Beginstand 1.143 1.255
Mutaties:
Valutaomrekenverschillen 6 – 112 Eindstand 1.149 1.143
•2_200960_JR_NED.indd 138•2_200960_JR_NED.indd 138 24-03-2005 11:08:5724-03-2005 11:08:57
139
Jaarrekening 2004
15 Achtergestelde schuldenOnder deze post worden opgenomen de achtergestelde obligaties en leningen die voor de geconsolideerde solvabiliteitstoetsing door de Nederlandsche Bank in aanmerking genomen worden. Dit betreft zowel schulden die achtergesteld zijn bij alle andere tegenwoordige en toekomstige verplichtingen van ABN AMRO Bank N.V. ten bedrage van EUR 8.170 miljoen (2003: EUR 8.840 miljoen) alsmede achtergestelde schulden opgenomen door geconsolideerde deelnemingen ten bedrage van EUR 4.469 miljoen (2003: EUR 5.060 miljoen). Vervroegde gehele of gedeeltelijke aflossing is in het algemeen niet toegestaan. Het gemiddelde rentepercentage van de achtergestelde schulden bedroeg 5,6%.
Overzicht resterende looptijden
2004 2003
Korter dan één jaar 1.086 442
Van één tot twee jaar 1.115 1.118
Van twee tot drie jaar 1.364 1.136
Van drie tot vier jaar 668 1.380
Van vier tot vijf jaar 1.546 695
Langer dan vijf jaar 6.860 9.129
Waarvan
Perpetueel behorend tot kernvermogen 1.552 1.680
Overige perpetueel 2.000 2.136 Totaal achtergestelde schulden 12.639 13.900
Van de achtergestelde schulden ultimo 2004 luidde EUR 7.227 miljoen in euro’s en EUR 5.322 miljoen in Amerikaanse dollars; een bedrag van EUR 2.952 miljoen bestond uit verplichtingen met variabele rente.
16 Eigen vermogen
2004 2003 2002
Kapitaal 1.721 1.732 1.704
Reserves 13.883 11.434 9.502 15.604 13.166 11.206 Ingekochte eigen aandelen – 632 – 119 – 125 Totaal eigen vermogen 14.972 13.047 11.081
Voor een specificatie van de mutaties in het eigen vermogen wordt verwezen naar het mutatieoverzicht eigen vermogen op pagina 123.
•2_200960_JR_NED.indd 139•2_200960_JR_NED.indd 139 24-03-2005 11:08:5724-03-2005 11:08:57
140
Jaarrekening 2004
Aandelenkapitaal
Het maatschappelijk kapitaal van ABN AMRO Holding N.V. bedraagt nominaal EUR 4.704.000.224 en bestaat uit vier miljard en vier honderd gewone aandelen, vier miljard converteerbare preferente financieringsaandelen en honderd miljoen converteerbare preferente aandelen.
Het geplaatst en gestort kapitaal is samengesteld uit de volgende aandelen (in aantallen):
Gewone aandelen (nominaal EUR 0,56) 1.702.888.861Converteerbare preferente financieringsaandelen (nominaal EUR 0,56) 1.369.815.864(Voorheen converteerbare) preferente aandelen (nominaal EUR 2,24) 44.988
Per 31 december 2004 zijn 33.686.644 gewone aandelen ingekocht in het kader van het Performance Share Plan en de toekomstige uitoefening van personeelsopties.
In het kader van de aanpassing van onze corporate governance zijn de ultimo 2003 uitstaande preferente aandelen op naam met beschermingsconstructie ingetrokken en zijn nieuwe converteerbare preferente financieringsaandelen op naam zonder beschermingsconstructie uitgegeven; het dividend is met ingang van 1 oktober 2004 vastgesteld op 4,65% van de nominale waarde en zal conform de statutaire bepalingen per 1 januari 2011 worden herzien.
Het dividend van de tot en met 31 oktober 2003 converteerbare preferente aandelen is op 1 januari 2004 vastgesteld op EUR 0,95 per aandeel per jaar tot en met het boekjaar 2013.
Reserves
2004 2003 2002
Agioreserve 2.565 2.549 2.543
Herwaarderingsreserves 204 283 124
Overige wettelijke reserves 280 280 297 Algemene reserve 13.255 10.550 8.336
Naar verwachting te betalen contant
slotdividend gewone aandelen 341 336 300
Reserve koersverschillen – 2.762 – 2.564 – 2.098 Overige reserves 10.834 8.322 6.538 Totaal reserves 13.883 11.434 9.502
De agioreserve is grotendeels fiscaal erkend. De agioreserve met betrekking tot (voorheen converteerbare) preferente aandelen bedraagt EUR 1 miljoen (2003: EUR 1 miljoen; 2002: EUR 14 miljoen).
Van de herwaarderingsreserves is door verkopen en afschrijvingen EUR 105 miljoen als gerealiseerd te beschouwen. Het overige gedeelte kan worden beschouwd als een wettelijke reserve.
Ten aanzien van het slotdividend is rekening gehouden met de verwachte keuze door de aandeelhouders voor stockdividend (59%).
•2_200960_JR_NED.indd 140•2_200960_JR_NED.indd 140 24-03-2005 11:08:5824-03-2005 11:08:58
141
Jaarrekening 2004
Personeelsopties
Voor de Raad van Bestuur, de overige Top Executives en circa 4.390 direct aan de Top Executives rapporterende medewerkers van ABN AMRO (Key Employees) vormen aandelenopties een integraal onderdeel van hun beloning. Daarnaast wordt op beperkte schaal aan medewerkers in Nederland de gelegenheid geboden aandelen opties te verkrijgen. In 2004 maakten circa 9.000 medewerkers hiervan gebruik. In alle gevallen is de uitoefenprijs van de personeelsopties gelijk aan het gemiddelde van de hoogste en laagste notering van het gewone aandeel aan de Euronext Amsterdam op de dag waarop de optierechten worden verleend. Met ingang van 2002 hebben de opties toegekend aan de Raad van Bestuur en de overige (Top) Executives een voorwaardelijk karakter. Zij kunnen niet eerder dan drie jaar na de datum van toekenning worden uitgeoefend, mits in de tussenliggende periode bepaalde performance-indicatoren zijn gerealiseerd. Wordt hieraan niet voldaan, dan kan de toetsing in de drie daaropvolgende jaren steeds worden herhaald. De opties komen echter te vervallen indien de doelstellingen in het zesde jaar na de datum van toekenning nog steeds niet zijn gehaald. De totale looptijd van de opties bedraagt tien jaar. Met ingang van 2004 geldt nog slechts één prestatiecriterium dat aan het eind van de driejarige periode bereikt moet zijn.
De onvoorwaardelijk toegekende opties mogen gedurende de eerste drie jaar na toekenning niet uitgeoefend worden. Voor de Top Executives en andere daartoe aangewezen personen zijn open perioden voor de uitoefening vastgesteld. Buiten deze perioden is uitoefening door deze groep van medewerkers niet toegestaan, uitgezonderd onder bepaalde voorwaarden op de expiratiedatum en de vijf daaraan voorafgaande werkdagen.
De uitoefeningen in 2002, 2003 en 2004 varieerden in prijs tussen EUR 12,52 en EUR 24,32. Indien de ultimo 2004 uitstaande rechten volledig worden uitgeoefend, neemt het aantal gewone aandelen toe met 63,1 miljoen (zie onderstaand overzicht).
Personeels- Gemiddelde Bandbreedte opties uitoefenprijs uitoefenprijs (in duizenden) (in euro’s) (in euro’s)
Uitoefenperiode tot en met
2005 5.624 21,19 17,95-24,11
2007 4.467 21,30 21,30
2008 9.508 22,72 22,34-23,14
2009 4.412 20,42 20,42
2010 898 15,06 15,06
2011 495 17,12 17,12
2012 9.500 19,12 17,46-19,53
2013 13.757 14,45 14,45-14,65
2014 14.389 18,86 18,86 Totaal 63.050 18,94 14,45-24,11
•2_200960_JR_NED.indd 141•2_200960_JR_NED.indd 141 24-03-2005 11:08:5824-03-2005 11:08:58
142
Jaarrekening 2004
2004 2003 Personeels- Gemiddelde Personeels- Gemiddelde opties uitoefenprijs opties uitoefenprijs (in duizenden) (in euro’s) (in duizenden) (in euro’s)
Beginstand 59.149 19,30 58.334 21,31
Mutaties:
Opties verleend aan
Raad van Bestuur 576 18,86 608 14,45
Opties verleend aan overige
Top Executives 6.175 18,86 8.039 14,45
Overige verleende opties 8.254 18,76 6.249 14,54
Uitgeoefende opties – 3.160 18,10 – 362 17,34
Afgelopen en vervallen opties – 7.944 21,66 – 13.719 22,68 Eindstand 63.050 18,94 59.149 19,30 Waarvan voorwaardelijk 37.646 17,31 23.756 16,36
Waarvan uitoefenbaar en
in the money 1.551 17,95 3.150 18,10
Waarvan ingedekt 28.837 18,06 488 17,00
Bij volledige uitoefening van alle onvoorwaardelijk toegekende rechten zou het eigen vermogen met EUR 432 miljoen toenemen.
De afwikkeling van de in 2004 uitgeoefende opties vond plaats door middel van 497.512 op het moment van toekenning ingekochte aandelen en 2.662.183 op het moment van uitoefening uitgegeven aandelen.
Indien ABN AMRO de in 2004 verleende personeelsopties zou hebben gewaardeerd tegen de reële waarde van de opties op de datum van verlening daarvan in plaats van tegen de intrinsieke waarde, zouden de nettowinst en de winst per gewoon aandeel respectievelijk EUR 55 miljoen en EUR 0,03 lager zijn uitgevallen.
•2_200960_JR_NED.indd 142•2_200960_JR_NED.indd 142 24-03-2005 11:08:5924-03-2005 11:08:59
143
Jaarrekening 2004
17 Belang van derdenHieronder is opgenomen het aandeel van derden in het vermogen van dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen, alsmede de door dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten aan derden uitgegeven preferente aandelen. Het recht op terugbetaling van deze preferente aandelen berust in alle gevallen bij de uitgevende instelling, maar voor terugbetaling is wel de instemming van de toezichthouders vereist. Voor preferente aandelen waarbij geen sprake is van een vast dividend zal, indien geen gebruikgemaakt wordt van het recht van terugbetaling, een opwaartse aanpassing van het dividend (step-up) plaatsvinden. De Trust preferred shares zijn voor wat betreft de dividend- en liquidatierechten vergelijkbaar met door ABN AMRO Holding N.V. uitgegeven preferente aandelen.
2004 2003 2002
Niet-cumulatief preferente aandelen
• Trust preferred shares met vast dividend 2.408 2.170 2.382
• Overige aandelen met vast dividend 259 319 384
• Overige aandelen met dividendherziening 37 40 270
Overige belangen van derden 1.575 1.184 774 Totaal 4.279 3.713 3.810
2004 2003 2002
Beginstand 3.713 3.810 4.556
Mutaties:
Valutaomrekenverschillen – 227 – 572 – 732
(De)consolidatie – 30 9 –
Uitbreiding 367 439 –
Uitgifte preferente aandelen 1.447 1.290 –
Aflossing / inkoop preferente aandelen – 1.057 – 1.258 –
Overige mutaties 66 – 5 – 14 Eindstand 4.279 3.713 3.810
Ten aanzien van het derdenbelang in ABN AMRO Real dat wordt gehouden door de verkoper van Banco Sudameris Brasil, heeft ABN AMRO een calloptie en de houder van het derdenbelang een putoptie om vóór juni 2007 het derdenbelang om te zetten in gewone aandelen ABN AMRO Holding. De uitoefenprijs van deze optie is gelijk aan 182% van de nettovermogenswaarde van de aandelen ABN AMRO Real op de uitoefendatum.
•2_200960_JR_NED.indd 143•2_200960_JR_NED.indd 143 24-03-2005 11:09:0024-03-2005 11:09:00
144
Jaarrekening 2004
18 SolvabiliteitDe door de Nederlandsche Bank gestelde normen voor de belangrijkste vermogensratio’s zijn afgeleid van de solvabiliteitsrichtlijnen van de Europese Unie en het Bazels Comité voor het Bankentoezicht. Deze ratio’s vergelijken het totale vermogen en het kernvermogen van de bank met het totaal van de naar risico gewogen activa en buitenbalansposten en het marktrisico van de handelsportefeuilles. De minimaal vereiste percentages voor totaal vermogen en kernvermogen bedragen respectievelijk 8% en 4% van de naar risico gewogen activa.
De volgende tabel geeft een overzicht van het aanwezige vermogen en het volgens de normen van de toezichthouder minimaal vereiste vermogen.
2004 2003 Minimaal vereist Aanwezig Minimaal vereist Aanwezig
Totaal vermogen 18.510 26.048 17.902 26.254
Ratio totaal vermogen 8,0% 11,26% 8,0% 11,73%
Kernvermogen 9.255 19.818 8.951 18.236
Ratio kernvermogen 4,0% 8,57% 4,0% 8,15%
19 Verhoudingen met deelnemingenDe vorderingen op en schulden aan deelnemingen, zoals opgenomen onder de diverse balansposten, bedroegen:
2004 2003
Bankiers (uitgezette gelden) 6 6
Kredieten 134 584
Bankiers (opgenomen gelden) 171 143
Toevertrouwde middelen 279 257
20 LooptijdenTegenover de op korte termijn opeisbare schulden staan in het algemeen liquide middelen, op korte termijn in liquide middelen om te zetten activa, dan wel uitzettingen die passen in het renterisicobeleid. De balans is reeds ingedeeld naar afnemende liquiditeit; voor een aantal balansposten, waarbinnen uiteenlopende resterende looptijden gelden, wordt hieronder een aanvullend overzicht gegeven. In dit overzicht zijn niet opgenomen de liquide activa zoals kasmiddelen en kortlopend overheidspapier en de beleggingsportefeuilles obligaties, die gezien hun karakter direct in liquide middelen kunnen worden omgezet. In alle landen waar ABN AMRO werkzaam is, voldoet de liquiditeit aan de normen van de toezichthoudende instanties.
•2_200960_JR_NED.indd 144•2_200960_JR_NED.indd 144 24-03-2005 11:09:0024-03-2005 11:09:00
145
Jaarrekening 2004
Looptijdenoverzicht
(in miljarden euro’s)
Direct ≤ 3 m > 3 m - ≤ 1 jr > 1 jr - ≤ 5 jr > 5 jr opeisbaar
Bankiers (opgenomen gelden) 25 81 8 10 9
Spaargelden 27 41 3 3 0
Overige toevertrouwde middelen
(inclusief professionele effectentransacties) 111 81 12 7 8
Schuldbewijzen 0 21 8 30 24
Achtergestelde schulden 0 0 1 5 7 Bankiers (uitgezette gelden) 6 55 9 4 10
Kredieten (inclusief professionele effectentransacties) 17 102 30 67 83
21 ValutapositieVan de totale activa en de totale passiva luidt omgerekend respectievelijk EUR 420 miljard en EUR 424 miljard in een andere valuta dan de euro; de in de balans begrepen posities zijn in het algemeen door middel van niet in de balans opgenomen valutacontracten afgedekt. De feitelijke valutaposities voortkomend uit de eigen handelsposities zijn beperkt van omvang. Een deel van de valutaposities uit hoofde van investeringen in buitenlandse vestigingen wordt aangehouden als tegenwicht voor de eveneens aan valutakoersschommelingen onderhevige solvabiliteitseis over de risicodragende activa in vreemde valuta. In dit beleid past ook het aantrekken van preferent vermogen en achtergestelde schulden in vreemde valuta.
22 Zakelijke zekerhedenIn verband met zekerheidstelling ten behoeve van bepaalde passiva en voor buiten de balans opgenomen voorwaardelijke schulden, alsmede in het kader van transacties op de financiële markten, staan bepaalde activa niet ter vrije beschikking. Dit betreft kasmiddelen (EUR 7,3 miljard), effecten (EUR 15,9 miljard) en kredieten (EUR 32,3 miljard). Ten behoeve van verplichtingen is zekerheid gesteld onder bankiers (EUR 15,9 miljard), schuldbewijzen (EUR 15,5 miljard) en toevertrouwde middelen (EUR 3,9 miljard).
23 Voorwaardelijke schulden
2004 2003
Verplichtingen wegens verstrekte borgtochten
en garanties 42.398 39.434
Verplichtingen uit hoofde van onherroepelijke
accreditieven 4.051 3.362
Regresverplichtingen uit hoofde van
verdisconteerde wissels 15 42 46.464 42.838
•2_200960_JR_NED.indd 145•2_200960_JR_NED.indd 145 24-03-2005 11:09:0124-03-2005 11:09:01
146
Jaarrekening 2004
24 DerivatenDerivaten zijn financiële instrumenten waarvan de gecontracteerde bedragen niet in de balans worden opgenomen, omdat sprake is van rechten en verplichtingen uit één overeenkomst, waarvan de prestatie ligt na de balansdatum, dan wel omdat deze uitsluitend fungeren als rekengrootheden. Voorbeelden van derivaten zijn valutatermijntransacties, opties, swaps, futures en forward rate agreements. De onderliggende waarde kan een rente-, valuta-, commodity-, obligatie- of aandelenproduct zijn dan wel een combinatie van deze producten. Transacties in derivaten worden afgesloten als handelsactiviteit (inclusief dienstverlening aan klanten) en ter afdekking van de eigen rente- en valutarisico’s van ABN AMRO.
De in het overzicht weergegeven gecontracteerde bedragen of notional amounts (inclusief looptijdprofiel op basis van resterende looptijd) weerspiegelen de mate waarin ABN AMRO op de desbetreffende (deel)markten actief is. Deze notional amounts geven echter geen indicatie van de omvang van de kasstromen en het aan transacties in derivaten verbonden marktrisico en kredietrisico.
Het marktrisico komt voort uit verandering van variabelen die de waarde van derivaten bepalen, zoals rente en koers. Het kredietrisico betreft het mogelijke verlies dat ontstaat wanneer een tegenpartij in gebreke blijft. Dit laatste kan niet los gezien worden van het marktrisico omdat de hoogte van het kredietrisico mede wordt bepaald door feitelijke en verwachte marktbewegingen. Bij de berekening van het kredietrisico in de volgende tabel is geen rekening gehouden met netting-overeenkomsten en andere zekerheden.
Derivatentransacties
(in miljarden euro’s)
Notional amounts ≤ 1 jr > 1 jr – ≤ 5 jr > 5 jr Totaal Kredietrisico
Rentecontracten
OTC: Swaps 728 2.214 134 3.076 58
Forwards 188 17 0 205 0
Opties 230 304 9 543 2
Beurs: Futures 207 23 0 230 –
Opties 41 – – 41 – Valutacontracten
OTC: Swaps 387 59 26 472 22
Forwards 489 16 0 505 11
Opties 112 7 0 119 2
Beurs: Futures 4 1 – 5 –
Opties 4 – – 4 – Overige contracten
OTC: Forwards / Swaps 15 85 24 124 1
Opties 8 10 2 20 1
Beurs: Futures 6 0 – 6 –
Opties 16 6 0 22 – Totaal derivaten 2.435 2.742 195 5.372 97
•2_200960_JR_NED.indd 146•2_200960_JR_NED.indd 146 24-03-2005 11:09:0124-03-2005 11:09:01
147
Jaarrekening 2004
De volgende tabellen gesplitst naar contracten behorend tot de handelsportefeuilles en contracten afgesloten in het kader van het eigen rente- en valutabeleid (hedgeportefeuilles) geven een overzicht van de notional amounts en de (gemiddelde) marktwaardes daarvan, nader onderverdeeld naar de belangrijkste instrumenten. De intercompany-transacties tussen hedgeportefeuilles en handelsportefeuilles zijn niet geëlimineerd.
Handelsportefeuille derivaten 2004
Marktwaarde Gemiddelde Notional marktwaarde amounts Positief Negatief Positief Negatief
Rentecontracten
Swaps 3.175.631 59.547 56.521 54.350 52.494
Forwards 204.118 111 89 152 114
Gekochte opties 367.483 3.031 – 3.787 –
Verkochte opties 221.267 – 2.434 – 3.241
Futures 227.114 – – – – Totaal rentecontracten 4.195.613 62.689 59.044 58.289 55.849 Valutacontracten
Swaps 520.951 24.066 22.597 15.202 14.278
Forwards 510.416 10.814 10.369 6.539 6.394
Gekochte opties 60.180 1.790 – 1.270 –
Verkochte opties 58.915 – 1.357 – 1.084
Futures 4.765 – – – – Totaal valutacontracten 1.155.227 36.670 34.323 23.011 21.756 Overige contracten
Gekochte aandelenopties 20.499 1.797 – 1.422 –
Verkochte aandelenopties 21,732 – 1.754 – 1.345
Overige aandelen- en commoditycontracten 130.546 1.534 1.645 1.272 1.388 Totaal overige contracten 172.777 3.331 3.399 2.694 2.733
Handelsportefeuille derivaten 2003
Marktwaarde Gemiddelde Notional marktwaarde amounts Positief Negatief Positief Negatief
Rentecontracten 3.410.355 62.897 50.781 59.599 56.717
Valutacontracten 812.819 28.580 25.185 17.943 19.166
Overige contracten 105.490 2.297 1.056 2.102 1.366
•2_200960_JR_NED.indd 147•2_200960_JR_NED.indd 147 24-03-2005 11:09:0224-03-2005 11:09:02
148
Jaarrekening 2004
Hedgeportefeuille derivaten
2004 2003 Marktwaarde Marktwaarde Notional Notional amounts Positief Negatief amounts Positief Negatief
Rentecontracten
Swaps 152.894 2.085 2.736 184.610 2.260 3.779
Forwards 1.567 1 3 1.239 1 1
Gekochte opties 2.698 21 – 2.718 17 –
Futures 4.080 – – 14.172 – 3 Totaal rentecontracten 161.239 2.107 2.739 202.739 2.278 3.783 Valutacontracten
Swaps 53.894 2.009 2.140 22.498 885 1.091
Forwards 9.839 234 203 11.757 362 345
Gekochte opties 1.252 13 – 1.440 24 – Totaal valutacontracten 64.985 2.256 2.343 35.695 1.271 1.436
Derivaten en solvabiliteitseisen
Bij de bepaling van het voor de solvabiliteitstoetsing vereiste vermogen wordt naast het huidige kredietrisico ook rekening gehouden met het toekomstige kredietrisico. Dit gebeurt door het huidige potentiële verlies, de zogenoemde positieve vervangingswaarde op basis van de marktomstandigheden op de balansdatum, te verhogen met een van de aard en de resterende looptijd van het contract afhankelijk percentage van de relevante gecontracteerde bedragen. Op deze manier wordt rekening gehouden met het mogelijk nadelige verloop van de positieve vervangingswaarde gedurende de resterende looptijd van het contract. In de volgende tabel wordt het totaal zowel ongewogen als gewogen voor het tegenpartijrisico (voornamelijk banken) weergegeven. Hierbij is wel rekening gehouden met de risico- en solvabiliteitsverlagende invloed van netting-overeenkomsten en andere zekerheden.
Kredietequivalent
(in miljarden euro’s) 2004 2003
Rentecontracten 75,0 62,3
Valutacontracten 50,5 41,7
Overige contracten 18,9 7,7 144,4 111,7 Effect van contractuele netting 88,9 65,8 Ongewogen kredietequivalent 55,5 45,9 Gewogen kredietequivalent 12,2 9,1
•2_200960_JR_NED.indd 148•2_200960_JR_NED.indd 148 24-03-2005 11:09:0324-03-2005 11:09:03
149
Jaarrekening 2004
25 Niet uit de balans blijkende verplichtingenNaast de onder de balans vermelde bedragen zijn niet-gekwantificeerde garanties afgegeven ten aanzien van onze effectenbewaarbedrijven, interbancaire organen en instellingen en voor deelnemingen; verder zijn collectieve garantieregelingen bij groepsmaatschappijen in verschillende landen van toepassing. Daarnaast is ten behoeve van een aantal groepsmaatschappijen een verklaring van aansprakelijkheidstelling afgegeven.
In een aantal jurisdicties zijn procedures aanhangig tegen ABN AMRO. Op grond van informatie die thans beschikbaar is en na raadpleging van juridisch adviseurs, is de Raad van Bestuur van mening dat de uitkomst van die procedures naar verwachting geen wezenlijk nadelig effect zal hebben op de geconsolideerde financiële positie en het totaal van de activiteiten van ABN AMRO.
Voor 2005 worden de investeringen in onroerende zaken en bedrijfsmiddelen geraamd op EUR 1,0 miljard. Tot een bedrag van EUR 183 miljoen zijn hiervoor reeds verplichtingen aangegaan.
Alhoewel ABN AMRO een gedeelte van haar kredietportefeuille heeft verkocht, gedeeltelijk door securitisatie al dan niet in combinatie met in verband daarmee afgegeven garanties, berust het juridisch eigendom van deze vorderingen in sommige gevallen nog bij ABN AMRO. De meeste van deze kredieten worden ook door ABN AMRO beheerd. Daarnaast verzorgt ABN AMRO het beheer van door andere instellingen verstrekte kredieten. Onderstaand worden de desbetreffende bedragen per 31 december 2004 vermeld.
Kredieten verkocht met behoud van juridisch
eigendom 954
Kredieten in beheer voor derden 139.763
Kredieten verkocht met garantie 74
Uit hoofde van langlopende huur- en leasecontracten waren per 31 december 2004 de volgende verplichtingen aangegaan:
Korter dan één jaar 125
Van één tot vijf jaar 349
Langer dan vijf jaar 408
26 RenteHieronder worden opgenomen de rentebaten uit hoofde van de kredietverlening, de uitzettingen en de beleggingen, de rentelasten van de opgenomen en toevertrouwde middelen, alsmede de resultaten uit de rentecontracten en de valutacontracten die ter dekking van respectievelijk het renterisico en het valutarisico zijn afgesloten. Tevens zijn onder dit hoofd verantwoord de ontvangen overige kredietgerelateerde baten. Uit hoofde van rentedragende waardepapieren, inclusief kortlopend overheidspapier is een rentebate van EUR 5.199 miljoen (2003: EUR 5.061 miljoen) verantwoord. De rentelast van de achtergestelde schulden bedroeg EUR 761 miljoen (2003: EUR 861 miljoen).
•2_200960_JR_NED.indd 149•2_200960_JR_NED.indd 149 24-03-2005 11:09:0424-03-2005 11:09:04
150
Jaarrekening 2004
27 Opbrengsten uit effecten en deelnemingenHieronder wordt voor deelnemingen, waarin ABN AMRO invloed van betekenis uitoefent, het aandeel in het nettoresultaat verwerkt. Bovendien worden hierin opgenomen de ontvangen dividenden uit aandelen en overige deelnemingen, alsmede de verkoopresultaten van de aandelen uit de beleggingsportefeuille en deelnemingen, voorzover die niet als waardeverandering van financiële vaste activa worden aangemerkt (zie voor meer informatie toelichting 41 ‘Gegevens per bedrijfsonderdeel’).
2004 2003 2002
Opbrengsten uit aandelen en participaties 155 47 79
Opbrengsten uit deelnemingen 1.465 222 290 Totaal opbrengsten uit effecten en
deelnemingen 1.620 269 369
In 2004 is in deze post de winst begrepen van EUR 838 miljoen op de verkoop van LeasePlan Corporation en van EUR 213 miljoen op de verkoop van Bank of Asia.
28 ProvisieHieronder worden opgenomen de vergoedingen verkregen uit de dienstverlening in het effectenbedrijf, het binnenlands en het buitenlands betalingsverkeer, het vermogensbeheer, het assurantiebedrijf, garanties, het leasebedrijf en de overige dienstverlening. Voorzover bedragen aan derden zijn vergoed worden deze als provisielasten verantwoord.
2004 2003 2002
Effectenbedrijf 1.268 1.108 1.269
Betalingsverkeer 1.332 1.237 1.348
Vermogensbeheer en trustbedrijf 917 813 862
Assurantiebedrijf 105 121 165
Garanties 215 199 170
Leasebedrijf 145 175 185
Overige 768 811 640 Totaal provisie 4.750 4.464 4.639
29 Resultaat uit financiële transactiesHierin zijn begrepen de resultaten uit de effectenhandel, valutahandel en derivatentransacties. De rubriek overige omvat de valutaomrekenverschillen op het geïnvesteerd vermogen, voorzover niet vastgelegd in materiële vaste activa van vestigingen in hyperinflatielanden en de resultaten uit transacties voor afdekking van de verwachte winst in vreemde valuta.
2004 2003 2002
Effectenhandel 221 338 492
Valutahandel 632 671 679
Derivaten 677 553 388
Private equity 351 142 – 191
Overige 407 289 109 Totaal resultaat uit financiële transacties 2.288 1.993 1.477
•2_200960_JR_NED.indd 150•2_200960_JR_NED.indd 150 24-03-2005 11:09:0424-03-2005 11:09:04
151
Jaarrekening 2004
30 Overige batenHieronder worden opgenomen de opbrengsten uit mortgage banking-activiteiten, waaronder de administratievoering van bestaande hypotheken (mortgage servicing rights) en de verkoop van nieuwe hypotheken, de opbrengsten uit projectontwikkeling, de overige opbrengsten uit het leasebedrijf alsmede de resultaten van de tot de groep behorende verzekeringsmaatschappijen.
De overige baten betreffen:
2004 2003 2002
Mortgage banking-activiteiten 372 1.243 978
Projectontwikkeling 243 184 165
Leasebedrijf 305 358 339
Verzekeringsmaatschappijen 255 318 314
Overige 294 241 154 Totaal overige baten 1.469 2.344 1.950
De baten uit mortgage banking-activiteiten betreffen:
2004 2003 2002
Administratievoering en gerelateerde
vergoedingen 484 499 489
Afsluiten en verkoop van hypotheken 83 874 821
Verkoop van servicing-rechten – – 45
Afschrijving van servicing-rechten – 195 – 130 – 318
Waardecorrectie servicing-rechten – – – 59 Totaal baten uit mortgage banking-activiteiten 372 1.243 978
De resultaten van verzekeringsmaatschappijen betreffen:
Leven Schade
Netto premie-inkomen 1.130 451
Opbrengst belegde middelen 323 62
Verzekeringstechnische lasten – 1.312 – 399 Totaal resultaat verzekeringsmaatschappijen 141 114
31 Personeelskosten
2004 2003 2002
Salarissen (inclusief winstdelingsregelingen e.d.) 5.889 5.318 5.415
Pensioenlasten (inclusief VUT) 433 481 384
Bijdrage ziektekostenverzekering na
pensionering 62 68 71
Sociale lasten en overige personeelskosten 1.380 1.213 1.537 Totaal personeelskosten 7.764 7.080 7.407 Gemiddeld aantal medewerkers (fte):
Nederland 29.852 30.620 34.090
Overige landen 76.066 74.819 73.326 Totaal gemiddeld aantal medewerkers (fte) 105.918 105.439 107.416
•2_200960_JR_NED.indd 151•2_200960_JR_NED.indd 151 24-03-2005 11:09:0524-03-2005 11:09:05
152
Jaarrekening 2004
In de cijfers voor 2004 zijn begrepen de herstructureringskosten voor Group Shared Services en Wholesale Clients (EUR 502 miljoen) en de verwachte kosten van de afkoop van de winstdelingsregeling op grond van de nieuwe CAO in Nederland (EUR 177 miljoen).
De ten laste van de vennootschap komende lasten voor pensioen en ziektekostenverzekering over 2004 zijn opgebouwd uit een aantal componenten. In de volgende tabel worden de afzonderlijke componenten weergegeven.
Pensioen Bijdrage ziektekosten
Kosten met betrekking tot huidige dienstjaren 306 18
Rentelasten 506 32
Verwacht rendement op beleggingen – 566 – 3
Afschrijving van nog niet in aanmerking
genomen lasten over verstreken dienstjaren 55 3
Afschrijving van overgangsverplichting 1 2
Afschrijving van niet verantwoorde actuariële
winsten (-) / verliezen (+) 52 10 Defined benefit plans 354 62
Defined contribution plans 79 – Totaal 433 62
32 Andere beheerskostenDeze post omvat de huisvestingskosten, automatiseringskosten, reclame- en advertentiekosten en overige algemene kosten.
In de cijfers voor 2004 zijn begrepen de herstructureringskosten voor Group Shared Services en Wholesale Clients (EUR 179 miljoen).
Voor haar hoofdactiviteiten huurt ABN AMRO ook panden alsmede ruimte in andere gebouwen. De huurcontracten bevatten in het algemeen een verlengingsclausule en voorzien in de betaling van huur en bepaalde andere huisvestingskosten. De totale huursom van alle contracten bedroeg EUR 339 miljoen in 2004, EUR 355 miljoen in 2003 en EUR 334 miljoen in 2002.
33 AfschrijvingenHierin worden begrepen de afschrijvingen op onroerende zaken en bedrijfsmiddelen.
In de cijfers voor 2004 zijn begrepen de herstructureringskosten voor Group Shared Services en Wholesale Clients (EUR 109 miljoen).
34 Waardeveranderingen van vorderingenHieronder worden opgenomen de waardecorrecties voor oninbaarheid van vorderingen.
•2_200960_JR_NED.indd 152•2_200960_JR_NED.indd 152 24-03-2005 11:09:0624-03-2005 11:09:06
153
Jaarrekening 2004
35 Toevoeging aan het fonds voor algemene bankrisico’sHieronder wordt de toevoeging aan dan wel de vrijval uit het fonds verantwoord. Er wordt gestreefd naar een omvang van het fonds van ongeveer 0,5% van de naar risico gewogen activa.
36 Waardeveranderingen van financiële vaste activaOnder financiële vaste activa worden begrepen de beleggingsportefeuilles obligaties en aandelen alsmede deelnemingen waarin de bank geen invloed uitoefent. Waardeverminderingen in de beleggingsportefeuille obligaties kunnen ontstaan bij een duurzame vermindering van de kwaliteit van een debiteur. Deze waardeverminderingen en de waardeverminderingen beneden de verkrijgingsprijs van aandelen en deelnemingen zonder invloed, alsmede de vrijval van eerdere waardeverminderingen worden in deze post verwerkt. Verkoopresultaten beneden de verkrijgingsprijs worden eveneens als waardevermindering aangemerkt.
37 BelastingenDe belastingdruk daalde van 30,6% in 2003 naar 19,6% in 2004.
2004 2003 2002
Nominale belastingdruk Nederland 34,5% 34,5% 34,5%
Effect afwijkende belastingdruk overige landen – 6,1% – 1,8% – 4,2%
Effect belastingvrij inkomen in Nederland – 9,4% – 1,6% 0,4%
Overige 0,6% – 0,5% – 2,0% Effectieve belastingdruk 19,6% 30,6% 28,7%
De belasting naar de winst bedroeg EUR 1.071 miljoen (2003: EUR 1.503 miljoen), na aftrek van EUR 85 miljoen latent te ontvangen belastingen (2003: inclusief EUR 329 miljoen latent te betalen belastingen). Het totale bedrag aan belastingen dat gedurende het jaar rechtstreeks ten gunste van het eigen vermogen werd gebracht, bedroeg EUR 233 miljoen.
•2_200960_JR_NED.indd 153•2_200960_JR_NED.indd 153 24-03-2005 11:09:0724-03-2005 11:09:07
154
Jaarrekening 2004
De voorziening voor latente belastingverplichtingen heeft betrekking op belastingverplichtingen die in de toekomst ontstaan als gevolg van het verschil tussen de boekwaarde en de fiscale waardering van bepaalde activa of passiva. In het volgende overzicht worden de latente belastingverplichtingen en vorderingen gespecificeerd.
2004 2003
Latente belastingverplichtingen
Gebouwen 331 335
Pensioenen en andere uitgangsregelingen – 255
Derivaten 65 287
Leasing en soortgelijke financiële
overeenkomsten 296 403
Servicing-rechten 496 484
Nederlandse belastingverplichting betreffende
buitenlandse kantoren 742 592
Overige 229 260 Totaal 2.159 2.616 Latente belastingvorderingen
Debiteurenvoorzieningen 477 400
Beleggingsportefeuilles 204 726
Goodwill 365 412
Onroerende zaken 95 102
Verrekenbare verliezen 479 623
Derivaten – 22
Herstructureringsvoorziening 13 15
Fiscale verrekeningsmogelijkheden 190 17
Pensioenen en andere uitgangsregelingen 99 –
Overige 575 581 Latente belastingvorderingen voor
waardecorrecties 2.497 2.898 Af: waardecorrecties 207 142 Latente belastingvorderingen na
waardecorrecties 2.290 2.756
Latente belastingvorderingen en –verplichtingen worden bij een langere oorspronkelijke termijn dan vijf jaar contant gemaakt op basis van nettorente. De nominale waarde van latente belastingvorderingen bedraagt EUR 2.301 miljoen en van latente belastingverplichtingen EUR 2.283 miljoen. Gedisconteerde latente belastingvorderingen worden contant gemaakt tegen een nettorentepercentage van 8% en hebben een gemiddelde resterende looptijd van vijf jaar. Voor gedisconteerde latente belastingverplichtingen bedraagt het nettorentepercentage 4% en de gemiddelde resterende looptijd twintig jaar.
Het belangrijkste element van deze waardecorrecties betreft verrekenbare verliezen. Het totaal van latente belastingvorderingen, die waarschijnlijk binnen één jaar gerealiseerd zullen worden bedraagt EUR 241 miljoen.
•2_200960_JR_NED.indd 154•2_200960_JR_NED.indd 154 24-03-2005 11:09:0724-03-2005 11:09:07
155
Jaarrekening 2004
Specificatie van verrekenbare verliezen van buitenlandse vestigingen per 31 december 2004:
2005 11
2006 20
2007 5
2008 78
2009 48
2010 en later 1.480
Onbeperkt verrekenbaar 430 Totaal 2.072
ABN AMRO beschouwt de uitkeerbare reserves van buitenlandse vestigingen tot een bedrag van ongeveer EUR 7,4 miljard als een investering met een duurzaam karakter. Bij eventuele uitkering van de ingehouden winst is geen buitenlandse inkomstenbelasting verschuldigd. Het effect van buitenlandse bronbelasting wordt geraamd op EUR 223 miljoen.
38 Belang van derdenHieronder wordt opgenomen het aandeel van derden in het resultaat van dochtermaatschappijen en overige groepsmaatschappijen, alsmede het dividend op de door de dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten uitgegeven preferente aandelen.
2004 2003 2002
Dividend preferente aandelen 190 215 173
Overig belang van derden 81 39 35 Totaal belang van derden 271 254 208
39 Geconsolideerde integrale nettowinst
2004 2003 2002
Nettowinst 4.109 3.161 2.207
Overige bestanddelen van de integrale
nettowinst:
• Niet-gerealiseerde herwaarderingen 3 159 – 45
• Valutaomrekenverschillen – 198 – 466 – 1.622
• Goodwill 30 – 425 – 81
• Toevoeging / vrijval voorziening
pensioenverplichtingen – 479 14 – 374
• Verwateringswinst (+) / verlies (-) – 207 – 120
• Overige – 8 6 – Nettowinst niet verantwoord in geconsolideerde
winst- en verliesrekening – 652 – 505 – 2.242 Gerealiseerde herwaardering in de winst- en
verliesrekening – 82 – –
Invloed stelselwijzigingen – 58 – – 430 Integrale nettowinst 3.317 2.656 – 465
•2_200960_JR_NED.indd 155•2_200960_JR_NED.indd 155 24-03-2005 11:09:0824-03-2005 11:09:08
156
Jaarrekening 2004
De integrale nettowinst omvat alle mutaties in het eigen vermogen gedurende het jaar, met uitzondering van de uitbreiding van het aandelenkapitaal en uitkeringen aan aandeelhouders.De verwateringswinst c.q. het verwateringsverlies heeft betrekking op de toename dan wel de afname van het relatieve aandeel van ABN AMRO in geconsolideerde deelnemingen als gevolg van kapitaaluitbreidingen van deze maatschappijen.Voorzover gerealiseerde herwaarderingen verantwoord worden in de nettowinst, dient bij de bepaling van de integrale nettowinst hiervoor een correctie te worden toegepast. Dit gebeurt op de regel gerealiseerde herwaardering in de winst- en verliesrekening. Indien deze correctie niet zou worden toegepast, zou een niet-gerealiseerde winst uit een voorafgaand boekjaar die in dat jaar deel uitmaakte van de integrale nettowinst, in het jaar van realisatie opnieuw als integrale nettowinst worden gerapporteerd, zij het dan als onderdeel van de gewone nettowinst.
40 Winst per gewoon aandeelDe winst per gewoon aandeel wordt verkregen door de nettowinst toekomend aan houders van gewone aandelen te delen door het gewogen gemiddelde aantal uitstaande gewone aandelen. De verwaterde winst per gewoon aandeel bevat naast de elementen van de winst per gewoon aandeel tevens het effect dat ontstaat wanneer alle uitstaande rechten op gewone aandelen geëffectueerd zouden zijn. De berekening van de gewone en verwaterde winst per gewoon aandeel is weergegeven in de volgende tabel.
2004 2003
Nettowinst 4.109 3.161
Dividend preferente aandelen 43 45 Nettowinst toekomend aan houders van
gewone aandelen 4.066 3.116 Dividend converteerbare preferente aandelen 0 0 Nettowinst na volledige verwatering 4.066 3.116 Gewogen gemiddeld aantal uitstaande
gewone aandelen (in miljoenen) 1.657,6 1.610,2
Verwateringseffect uit personeelsopties
(in miljoenen) 0,0 0,0
Performance Share Plan (in miljoenen) 3,0 4,9 Voor verwatering gecorrigeerd gemiddeld
aantal gewone aandelen (in miljoenen) 1.660,6 1.615,1 Winst per aandeel (in euro’s) 2,45 1,94
Winst per aandeel na volledige verwatering
(in euro’s) 2,45 1,93
•2_200960_JR_NED.indd 156•2_200960_JR_NED.indd 156 24-03-2005 11:09:0824-03-2005 11:09:08
157
Jaarrekening 2004
41 Gegevens per bedrijfsonderdeelIn de volgende tabellen worden de gegevens opgesplitst naar bedrijfsonderdelen. In dit verband dient onder netto-omzet te worden verstaan het totaal van de baten vóór aftrek van rentelasten en provisielasten. De overheadkosten zijn aan de commerciële bedrijfsonderdelen toegerekend.
Netto-omzet Totaal baten 2004 2003 2002 2004 2003 2002
Consumer &
Commercial Clients 16.008 16.585 18.614 10.275 10.586 10.299
Waarvan:
• Nederland 5.406 5.804 6.445 3.201 3.344 3.108
• Noord-Amerika 4.605 5.593 6.417 3.575 4.505 4.518
• Brazilië 3.183 2.784 3.625 1.999 1.694 1.736
• New Growth Markets 904 600 640 826 496 527
• Bouwfonds 1.910 1.804 1.487 674 547 410
Wholesale Clients 11.418 11.411 12.647 5.374 5.293 5.296
Private Clients 1.952 1.654 1.717 1.092 937 894
Asset Management 733 592 630 595 496 529
Group Functions 3.130 2.079 2.124 1.766 668 469 33.241 32.321 35.732 19.102 17.980 17.487 LeasePlan Corporation 784 974 855 691 813 793 Totaal 34.025 33.295 36.587 19.793 18.793 18.280
Bedrijfsresultaat voor belastingen Naar risico gewogen activa 2004 2003 2002 2004 2003 2002
Consumer &
Commercial Clients 2.927 3.308 2.754 145.729 141.360 142.550
Waarvan:
• Nederland 301 577 409 55.692 52.634 54.223
• Noord-Amerika 1.378 1.941 1.734 53.734 55.263 61.669
• Brazilië 475 365 344 9.300 7.819 5.955
• New Growth Markets 400 131 70 4.404 5.940 6.006
• Bouwfonds 373 294 197 22.599 19.704 14.697
Wholesale Clients 507 503 – 324 73.638 61.554 67.236
Private Clients 239 176 207 7.168 6.027 6.104
Asset Management 153 101 108 1.190 695 647
Group Functions 1.419 583 411 3.656 3.950 2.885 5.245 4.671 3.156 231.381 213.586 219.422 LeasePlan Corporation 206 247 232 – 10.190 10.150 Totaal 5.451 4.918 3.388 231.381 223.776 229.572
•2_200960_JR_NED.indd 157•2_200960_JR_NED.indd 157 24-03-2005 11:09:0924-03-2005 11:09:09
158
Jaarrekening 2004
Totaal verplichtingen Totaal afschrijvingen 2004 2003 2002 2004 2003 2002
Consumer &
Commercial Clients 192.448 196.540 200.906 516 546 659
Waarvan:
• Nederland 85.715 86.303 85.496 297 301 396
• Noord-Amerika 63.920 68.792 81.507 128 135 140
• Brazilië 11.339 10.347 6.701 60 67 81
• New Growth Markets 3.579 5.816 5.974 16 33 31
• Bouwfonds 27.895 25.282 21.228 15 10 11
Wholesale Clients 301.839 253.644 243.354 291 264 249
Private Clients 47.808 42.970 40.528 58 43 31
Asset Management 1.133 1.364 1.015 24 23 14
Group Functions 46.144 44.214 51.098 41 16 17 589.372 538.732 536.901 930 892 970 LeasePlan Corporation – 4.945 4.526 31 38 36 Totaal 589.372 543.677 541.427 961 930 1.006
Totaal aankopen Opbrengsten uit effecten onroerende zaken en deelnemingen 2004 2003 2002 2004 2003 2002
Consumer &
Commercial Clients 684 1.290 868 407 192 117
Waarvan:
• Nederland 243 224 445 16 108 15
• Noord-Amerika 282 882 269 111 36 42
• Brazilië 118 99 66 11 2 11
• New Growth Markets 31 74 76 266 40 45
• Bouwfonds 10 11 12 3 6 4
Wholesale Clients 262 166 320 163 66 139
Private Clients 50 53 49 16 2 4
Asset Management 8 6 0 39 4 1
Group Functions 13 11 5 991 – 4 103 1.017 1.526 1.242 1.616 260 364 LeasePlan Corporation 29 37 50 4 9 5 Totaal 1.046 1.563 1.292 1.620 269 369
42 Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen
Beloningsbeleid
Het huidige beloningsbeleid voor de Raad van Bestuur werd ingevoerd in 2001. Het belangrijkste doel van het beleid is ABN AMRO in staat te stellen Top Executives aan te trekken, te behouden en te motiveren. Hiertoe ontvangt de Raad van Bestuur een pakket arbeidsvoorwaarden dat in zijn totaliteit concurrerend is met het pakket dat vergelijkwaardige instellingen in de markt bieden.
•2_200960_JR_NED.indd 158•2_200960_JR_NED.indd 158 24-03-2005 11:09:1024-03-2005 11:09:10
159
Jaarrekening 2004
Het beloningspakket van leden van de Raad van Bestuur bestaat uit de volgende elementen:• basissalaris• prestatiegebonden bonus• instrumenten op lange termijn: aandelenopties en het Performance Share Plan.
Daarnaast ontvangen zij een aantal specifieke beloningselementen.
Basissalaris
Het basissalaris is hetzelfde voor alle leden van de Raad van Bestuur, met uitzondering van de voorzitter, die een 40% hoger basissalaris ontvangt. Het lid van de Raad van Bestuur dat een andere dan de Nederlandse nationaliteit bezit, ontvangt daarnaast een marktgerelateerde toelage. Het basissalaris wordt jaarlijks getoetst en eventueel per 1 januari aangepast. In 2004 is het basissalaris van de Raad van Bestuur niet gewijzigd. Sinds 2001 bedraagt het onveranderd bruto EUR 635.292 per jaar voor de leden en bruto EUR 889.410 per jaar voor de voorzitter.
Prestatiegebonden bonus
De jaarlijkse prestatiegebonden bonus voor leden van de Raad van Bestuur is gebaseerd op kwantitatieve en kwalitatieve prestatiedoelstellingen op groeps- en SBU-niveau. De doelstellingen worden jaarlijks door het Nomination & Compensation Committee vastgesteld en door de Raad van Commissarissen bekrachtigd. De bonus van de voorzitter en de CFO – en vanaf 2004 ook die van de COO – is gerelateerd aan deze prestatiedoelstellingen op groepsniveau. Voor wat betreft de bonus van leden van de Raad van Bestuur die voor een SBU verantwoordelijk zijn, is met ingang van 2004 het relatieve gewicht van het groepsresultaat versus de SBU-performance gesteld op respectievelijk 75% en 25%.
In 2004 is de kwantitatieve prestatie op groepsniveau en SBU-niveau afgemeten aan doelstellingen voor onder meer economische winst, verhouding kosten/baten en kernvermogen. Daarnaast zijn ook kwalitatieve doelstellingen geformuleerd, zoals een toenemende klanttevredenheid en het bereiken van strategische mijlpalen. Specifieke jaarlijkse prestatiedoelstellingen worden niet gepubliceerd vanwege de gevoeligheid daarvan vanuit concurrentieoogpunt.
Als de kwantitatieve doelstellingen volledig worden gehaald, ligt de bonus tussen 60% en 75% van het basissalaris. Dit kan oplopen tot 100% bij een uitstekende performance, met een absoluut maximum van 125%. Het Nomination & Compensation Committee kan, aan de hand van de beoordeling van de individuele prestatie van een lid van de Raad van Bestuur ten opzichte van kwalitatieve criteria, de bonusuitkering met maximaal 20% van het basissalaris verhogen of verlagen. De bonussen voor de leden van de Raad van Bestuur over 2004 zijn op deze basis vastgesteld. De toegekende individuele bonussen zijn opgenomen in de tabel op pagina 163. De gemiddelde feitelijke bonus over 2004 was iets minder dan 91% van het basissalaris (2003: iets minder dan 90%).
•2_200960_JR_NED.indd 159•2_200960_JR_NED.indd 159 24-03-2005 11:09:1124-03-2005 11:09:11
160
Jaarrekening 2004
ABN AMRO Share Investments and Matching Plan
De aandeelhouders hebben in 2004 een regeling goedgekeurd die het houden van aandelen door bestuurders stimuleert. Onder deze regeling kunnen leden van de Raad van Bestuur ervoor kiezen om een deel van hun bonus, tot een maximum van 25% van het basissalaris, om te zetten in aandelen ABN AMRO Holding N.V., met dien verstande dat zij, als zij na drie jaar nog in dienst van de bank zijn, voor ieder aandeel ABN AMRO dat zij drie jaar eerder via hun bonus hebben verworven, één extra aandeel ABN AMRO ontvangen. Deze uitgestelde aandelen, inclusief opgebouwde dividenden, komen pas na een periode van drie jaar beschikbaar. De alsdan extra ontvangen aandelen moeten gedurende een periode van minstens vijf jaar na definitieve toekenning worden aangehouden. Wel mag een deel daarvan worden verkocht om de uit deze aandelen voortvloeiende belastingverplichting te voldoen.
Aandelenopties
De toekenning van aandelenopties vormt al enige jaren een integraal onderdeel van het beloningspakket van ABN AMRO Top Executives. In 2004 keurden de Aandeelhouders het voorstel van de Raad van Commissarissen goed om de prestatiecriteria en de mogelijkheid van ‘retesting’ voor de aan de Raad van Bestuur toegekende opties aan te passen. Voor de optieseries 2002 en 2003 gold de bepaling dat de opties alleen konden worden uitgeoefend als aan twee prestatievoorwaarden met betrekking tot het rendement op het eigen vermogen en de groei van de economische winst werd voldaan. Als drie jaar na toekenning van de opties niet aan beide criteria wordt voldaan, kon de toetsing in de drie daaropvolgende jaren worden herhaald.
Aan de Aandeelhouders werd voorgesteld om vanaf 2004 de prestatievoorwaarden uitsluitend nog aan het rendement op het eigen vermogen te koppelen en om het herhalen van de toetsing te laten vervallen. De aandeelhouders keurden dit voorstel goed. Gelet op de wens dat de voorwaarden van de ABN AMRO Aandelenoptieregeling identiek moeten zijn voor leden van de Raad van Bestuur en andere deelnemers, heeft de Raad van Bestuur voorts besloten de eigen prestatiecriteria ook voor de andere deelnemers, namelijk Top Executives en Key Employees, te blijven hanteren.
Het enige prestatiecriterium voor de in 2004 verleende opties is dat het rendement op het eigen vermogen volgens de International Financial Reporting Standards (IFRS) minimaal 15% moet bedragen in boekjaar 2006. Als aan het einde van de driejarige meetperiode niet aan deze voorwaarde wordt voldaan, komen de opties te vervallen.
De vijf leden van de Raad van Bestuur ontvingen elk 90.000 en de voorzitter 126.000 voorwaardelijke opties. De overige 294 Top Executives en de 4.390 Key Employees kregen in het kader van het ABN AMRO Aandelenoptieplan respectievelijk 6,2 miljoen en 7,7 miljoen aandelenopties.
De opties die in 1999 met een looptijd van vijf jaar en een uitoefenprijs van EUR 18,10 werden verleend, liepen in 2004 af. In 2005 lopen er geen opties af, omdat de in 2000 verleende opties een looptijd van zeven jaar hebben.
•2_200960_JR_NED.indd 160•2_200960_JR_NED.indd 160 24-03-2005 11:09:1224-03-2005 11:09:12
161
Jaarrekening 2004
Performance Share Plan
Het in 2001 geïntroduceerde Performance Share Plan is een belangrijk onderdeel van het beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur. Ook SEVP’s komen in aanmerking voor een jaarlijkse toekenning van aandelen onder dit plan.
In 2004 werden aan de leden van de Raad van Bestuur 50.000 aandelen voorwaardelijk toegekend en aan de voorzitter 70.000 aandelen. Het daadwerkelijk toe te kennen aantal aandelen is afhankelijk van de resultaten van de bank gedurende de meetperiode van vier jaar (het jaar van toekenning en de drie daaropvolgende jaren). De indicator die als maatstaf wordt gehanteerd, is het totaal rendement voor aandeelhouders dat door de bank wordt gerealiseerd in verhouding tot haar peer group van 20 financiële instellingen. Bovendien moet het betreffende lid aan het einde van die periode nog steeds in dienst van de groep zijn.
Voor de in 2004 voorwaardelijk toegekende aandelen geldt hetzelfde basisprincipe als in voorgaande jaren. Het aantal aandelen dat uiteindelijk wordt uitgekeerd, hangt af van het totaal rendement voor aandeelhouders na vier jaar ten opzichte van de peer group. Hiertoe is een glijdende schaal opgesteld, waarbij een vijfde plaats binnen de peer group van 21 banken als norm geldt en recht geeft op 100% van de aandelen. Bij een elfde of lagere positie krijgen de leden geen aandelen, terwijl de eerste plaats recht geeft op 150% van de norm.
De vierjarige meetperiode voor de in 2001 voorwaardelijke toegekende aandelen liep eind 2004 af. ABN AMRO stond op dat moment op de elfde positie in de peer group. Dit houdt in dat de voorwaardelijke toekenning niet definitief wordt, omdat dit alleen het geval is bij een tiende of hogere positie.
Pensioenen
De leden van de Raad van Bestuur nemen deel aan een pensioenregeling op basis van beschikbare premies met bepaalde garanties. De premies worden betaald door de werkgever. De normale pensioenleeftijd is 62 jaar. De pensioenen zijn ondergebracht bij het ABN AMRO Pensioenfonds.
Vanaf 1 november 2003 is de pensioenopbouw gebaseerd op de pensioenregeling uit 2000, zonder extra aanspraken op basis van garanties uit hoofde van eerdere regelingen. Het pensioengevend salaris van leden van de Raad van Bestuur is gelijk aan 100% van het jaarlijkse basissalaris.
•2_200960_JR_NED.indd 161•2_200960_JR_NED.indd 161 24-03-2005 11:09:1324-03-2005 11:09:13
162
Jaarrekening 2004
Overige beloningselementen
Het beloningspakket van de leden van de Raad van Bestuur omvat voorts de volgende elementen:
• gebruik van leaseauto van de bank met chauffeur• vergoeding van de kosten voor adequate beveiliging van de hoofdwoning• doorlopende persoonlijke ongevallenverzekering met een vast verzekerd bedrag van EUR 1,8 miljoen voor leden van de Raad van Bestuur en EUR 2,5 miljoen voor de voorzitter• bijdrage in de particuliere ziektekostenverzekering, conform de regeling voor alle ABN AMRO medewerkers in Nederland• korting op bankproducten zoals hypotheek en leningen, conform de regeling voor alle ABN AMRO medewerkers in Nederland.
De bestaande belastingvrije representatievergoeding van EUR 4.084 voor leden van de Raad van Bestuur en EUR 5.445 voor de voorzitter als compensatie voor niet-declarabele kosten is in 2004 afgeschaft.
De volgende tabel geeft een totaaloverzicht van bezoldiging, ABN AMRO opties en aandelen en uitstaande kredieten van leden van de Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen.
(in duizenden euro’s) Raad van Bestuur Raad van Commissarissen 2004 2003 2004 2003
Periodiek betaalde beloningen 4.558 4.581 767 717
Winstdeling en
bonusbetalingen 3.680 3.625 0 0
Beloningen betaalbaar op
termijn 1.148 1.201 0 0
ABN AMRO personeelsopties
(voorwaardelijk, verleend) 1 576.000 608.000 0 0
ABN AMRO aandelen
(voorwaardelijk, verleend) 1 320.000 448.000 0 0
ABN AMRO personeelsopties
(uitstaand) 1 2.382.251 2.003.675 0 0
ABN AMRO aandelen (cumulatief
voorwaardelijk, uitstaand) 1 1.216.000 1.344.000 0 0
ABN AMRO aandelen (in bezit) 1 72.668 61.189 27.173 18.209
Kredieten (uitstaand) 9.362 9.206 2.285 2.285
1 Aantal aandelen / opties
•2_200960_JR_NED.indd 162•2_200960_JR_NED.indd 162 24-03-2005 11:09:1324-03-2005 11:09:13
163
Jaarrekening 2004
De volgende tabellen geven een overzicht van de salarissen, de overige periodieke beloningen en de bonussen van de individuele leden van de Raad van Bestuur.
(in duizenden euro’s)
2004 2003 Basis- Overige Bonus Pensioen- Basis- Overige Bonus Pensioen- salaris perio- lasten 2 salaris perio- lasten 2
dieke dieke belonin- belonin- gen 1 gen 1
R.W.J. Groenink 889 4 805 225 889 9 845 224
W.G. Jiskoot 635 3 575 158 635 7 550 155
T. de Swaan 635 13 575 181 635 18 575 260
J.Ch.L. Kuiper 635 15 575 228 635 19 600 229
C.H.A. Collee 635 3 575 140 635 6 505 140
H.Y. Scott-Barrett 635 454 575 216 635 458 550 193
1 Overige periodieke beloningen betreffen de bijdrage in de particuliere ziektekostenverzekering en de buitenlandertoelage De heer Scott-Barrett ontving een buitenlandertoelage van EUR 454 in 2004 en 2003
2 Als pensioenlasten zijn uitsluitend aangemerkt de zogeheten ‘service-kosten’ voor pensioen en de bijdrage in de ziektekostenverzekering na pensionering, berekend volgens de grondslagen van FAS 87 en FAS 106
De volgende tabellen geven een overzicht van het verloop van de openstaande opties voor de gehele Raad van Bestuur en per individueel lid. De voorwaarden, waaronder de opties zijn verstrekt, zijn beschreven in de toelichting bij punt 16.
2004 2003 Opties Gemiddelde Opties Gemiddelde Raad van uitoefenprijs Raad van uitoefenprijs Bestuur (in euro’s) Bestuur (in euro’s)
Verloop:
Beginstand 2.003.675 18,76 1.476.533 20,66
Verleende opties 576.000 18,86 608.000 14,45
Uitgeoefende en / of vervallen
opties 197.424 18,13 80.858 21,04 Eindstand 2.382.251 18,84 2.003.675 18,76
•2_200960_JR_NED.indd 163•2_200960_JR_NED.indd 163 24-03-2005 11:09:1424-03-2005 11:09:14
164
Jaarrekening 2004
Begin- Uitoefen- Verleend Uit- Eindstand Beurskoers Uitoefen- stand prijs 1 geoefend/ op uitoefen- periode (in euro’s) vervallen datum tot en met
R.W.J. Groenink
Executive 1999 40.000 18,10 40.000 0 18,47
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 2,3 112.000 19,53 112.000 2012
Executive 2003 2 133.000 14,45 133.000 2013
Executive 2004 2 18,86 126.000 126.000 2014
AOR 1999 356 21,68 356 0
AOR 2000 354 22,23 354 2005
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 401.277 126.000 40.356 486.921 W.G. Jiskoot
Executive 1999 40.000 18,10 40.000 0 18,59
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 2,3 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 2 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 2 18,86 90.000 90.000 2014
AOR 1999 356 21,68 356 0
AOR 2000 354 22,23 354 2005
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 331.277 90.000 40.356 380.921 T. de Swaan
Executive 1999 40.000 18,10 40.000 0 18,59
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 2,3 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 2 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 2 18,86 90.000 90.000 2014
AOR 1999 356 21,68 356 0
AOR 2000 354 22,23 354 2005
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 331.277 90.000 40.356 380.921
1 De uitoefenprijs van de verleende opties is gelijk aan de gemiddelde koers van het aandeel ABN AMRO op 13 februari 20042 Voorwaardelijk verleend3 Onvoorwaardelijk per 25 februari 2005
•2_200960_JR_NED.indd 164•2_200960_JR_NED.indd 164 24-03-2005 11:09:1524-03-2005 11:09:15
165
Jaarrekening 2004
Begin- Uitoefen- Verleend Uit- Eindstand Beurskoers Uitoefen- stand prijs 1 geoefend/ op uitoefen- periode (in euro’s) vervallen datum tot en met
J.Ch.L. Kuiper
Executive 1999 28.000 18,10 28.000 0 18,59
Executive 2000 60.000 21,30 60.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 2,3 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 2 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 2 18,86 90.000 90.000 2014
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 318.567 90.000 28.000 380.567 C.H.A. Collee
Executive 1999 28.000 18,10 28.000 0 18,57
Executive 2000 56.000 21,30 56.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 2,3 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 2 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 2 18,86 90.000 90.000 2014
AOR 1999 356 21,68 356 0
AOR 2000 354 22,23 354 2005
AOR 2001 271 22,34 271 2008
AOR 2002 296 20,42 296 2009 315.277 90.000 28.356 376.921 H.Y. Scott-Barrett
Executive 1999 20.000 18,10 20.000 0 18,63
Executive 2000 56.000 21,30 56.000 2007
Executive 2001 55.000 23,14 55.000 2008
Executive 2002 2,3 80.000 19,53 80.000 2012
Executive 2003 2 95.000 14,45 95.000 2013
Executive 2004 2 18,86 90.000 90.000 2014 306.000 90.000 20.000 376.000
1 De uitoefenprijs van de verleende opties is gelijk aan de gemiddelde koers van het aandeel ABN AMRO op 13 februari 20042 Voorwaardelijk verleend3 Onvoorwaardelijk per 25 februari 2005
•2_200960_JR_NED.indd 165•2_200960_JR_NED.indd 165 24-03-2005 11:09:1524-03-2005 11:09:15
166
Jaarrekening 2004
De volgende tabel toont het verloop in 2004 van de voorwaardelijk toegekende aandelen in het kader van het Performance Share Plan. Het betreft het aantal voorwaardelijk toegekende aandelen op basis van de vijfde plaats in de peer group. Het onvoorwaardelijk toe te kennen aantal aandelen is afhankelijk van de positie van het aandeel ABN AMRO in de peer group aan het einde van de vierjarige meetperiode en kan variëren van 0% tot 150% van deze aantallen.
Begin- Ver- Onvoor- Verlopen / Eind- Referentie- stand leend waardelijk vervallen stand periode
R.W.J. Groenink 98.000 98.000 0 2001-2004
98.000 98.000 2002-2005
98.000 98.000 2003-2006
70.000 70.000 2004-2007
W.G. Jiskoot 70.000 70.000 0 2001-2004
70.000 70.000 2002-2005
70.000 70.000 2003-2006
50.000 50.000 2004-2007
T. de Swaan 70.000 70.000 0 2001-2004
70.000 70.000 2002-2005
70.000 70.000 2003-2006
50.000 50.000 2004-2007
J.Ch.L. Kuiper 70.000 70.000 0 2001-2004
70.000 70.000 2002-2005
70.000 70.000 2003-2006
50.000 50.000 2004-2007
C.H.A. Collee 70.000 70.000 0 2001-2004
70.000 70.000 2002-2005
70.000 70.000 2003-2006
50.000 50.000 2004-2007
H.Y. Scott-Barrett 70.000 70.000 0 2001-2004
70.000 70.000 2002-2005
70.000 70.000 2003-2006
50.000 50.000 2004-2007
Gewone aandelen ABN AMRO in bezit van leden van de Raad van Bestuur 1
2004 2003
R.W.J. Groenink 18.334 16.561
W.G. Jiskoot 19.730 18.602
T. de Swaan 6.850 6.458
J.Ch.L. Kuiper 7.973 2.803
C.H.A. Collee 697 657
H.Y. Scott-Barrett 19.084 16.108 Totaal 72.668 61.189
1 Geen (voorheen converteerbare) preferente aandelen werden gehouden door enig lid van de Raad van Bestuur
•2_200960_JR_NED.indd 166•2_200960_JR_NED.indd 166 24-03-2005 11:09:1624-03-2005 11:09:16
167
Jaarrekening 2004
Kredieten van ABN AMRO aan leden van de Raad van Bestuur
(in duizenden euro’s) 2004 2003
Uitstaand Rente- Uitstaand Rente- ultimo percentage ultimo percentage
R.W.J. Groenink 2.985 3,63 3.071 3,55
W.G. Jiskoot 1.674 3,94 1.681 4,14
T. de Swaan 1.407 2,25 1 1.407 2,35 1
J.Ch.L. Kuiper 655 3,87 655 3,87
C.H.A. Collee 2 2.641 3,29 2.392 3,03
1 Variabele rente2 Aflossing in 2004 EUR 12
De afname in de uitstaande kredieten tussen 31 december 2003 en 31 december 2004 is veroorzaakt door aflossingen.
De tabel op de volgende bladzijde bevat informatie over de bezoldiging van de individuele leden van de Raad van Commissarissen. De leden van de Raad van Commissarissen ontvangen een gelijke bezoldiging van EUR 40.000 per jaar, met uitzondering van de vice-voorzitter en de voorzitter die een bezoldiging van respectievelijk EUR 45.000 en EUR 55.000 per jaar ontvangen. De leden van het Audit Committee en van het Nomination & Compensation Committee krijgen daarnaast een vergoeding van EUR 7.500 op jaarbasis per lidmaatschap. Alle leden van de Raad van Commissarissen ontvangen voorts ook een algemene onkostenvergoeding van elk EUR 1.500. Voor de vice-voorzitter en de voorzitter bedraagt deze vergoeding EUR 2.000. Leden van bovengenoemde commissies krijgen nog een extra onkostenvergoeding van EUR 500. Commissarissen die niet in Nederland woonachtig zijn, hebben bovendien per bijgewoonde vergadering van de Raad van Commissarissen recht op een aanvullende vergoeding van EUR 5.000.Alle bedragen zijn op jaarbasis. De feitelijke uitkering is afhankelijk is van de de periode van lidmaatschap gedurende het jaar. Leden van de Raad van Commissarissen krijgen geen vergoeding in de vorm van aandelen ABN AMRO of opties op aandelen ABN AMRO.
•2_200960_JR_NED.indd 167•2_200960_JR_NED.indd 167 24-03-2005 11:09:1724-03-2005 11:09:17
168
Jaarrekening 2004
Bezoldiging Raad van Commissarissen
(in duizenden euro’s) 2004 2003
A.A. Loudon 63 70
M.C. van Veen 60 60
W. Dik 48 45
A. Burgmans 48 48
D.R.J. Baron de Rothschild 1 40 40
Mw. L.S. Groenman 40 40
Mw. T.A. Maas-de Brouwer 48 48
A.C. Martinez 1 48 45
M.V. Pratini de Moraes 1 40 27
P. Scaroni 1 40 27
Lord Sharman of Redlynch 1 48 32
A.A. Olijslager 27 –
P.J. Kalff 2 – 40
W. Overmars 3 – 16
C.H. van der Hoeven 3 – 15
1 Exclusief een presentievergoeding2 De heer Kalff trad terug per 30 oktober 20033 De heren Overmars en Van der Hoeven traden af per 29 april 2003
Gewone aandelen ABN AMRO in bezit van leden van deRaad van Commissarissen 1
2004 2003
A.A. Loudon 5.147 –
M.C. van Veen 1.256 1.184
A. Burgmans 9.165 8.641
A.C. Martinez 2 3.000 3.000
M.V. Pratini de Moraes 2 5.384 5.384
A.A. Olijslager 3.221 – Totaal 27.173 18.209
1 Geen (voorheen converteerbare) preferente aandelen werden gehouden door enig lid van de Raad van Commissarissen2 ADR’s
Kredieten van ABN AMRO aan leden van de Raad van Commissarissen
(in duizenden euro’s) 2004 2003
Uitstaand Rente- Uitstaand Rente- ultimo percentage ultimo percentage
W. Dik 185 3,70 185 3,70
A. Burgmans 2.100 3,60 2.100 3,60
•2_200960_JR_NED.indd 168•2_200960_JR_NED.indd 168 24-03-2005 11:09:1724-03-2005 11:09:17
169
Jaarrekening 2004
Beloning Top Executives in 2004
In 2001 werd ook het beloningspakket voor SEVP’s – het tweede echelon van Top Executives binnen ABN AMRO – ingevoerd, eveneens met als belangrijkste doel het rendement voor aandeelhouders te maximeren.
De beloning van SEVP’s bestaat uit de volgende hoofdelementen:• basissalaris, dat is afgestemd op de betreffende lokale markten. Het huidige gemiddelde basissalaris bedraagt EUR 381.000• prestatiegebonden bonus. De jaarlijkse resultaatafhankelijke bonus is gekoppeld aan de relevante markten in de landen waar wij actief zijn. De mediaan van de over 2004 uitgekeerde bonussen bedroeg EUR 625.000. Er zijn hierbij grote individuele verschillen, als afspiegeling van markt en locatie. Er is geen absoluut maximum gesteld aan de bonus voor SEVP’s• instrumenten op lange termijn zoals aandelenopties en het Performance Share Plan. Deze zijn op een lager niveau vastgesteld dan de jaarlijkse toekenning aan leden van de Raad van Bestuur in het kader van de Aandelenoptieregeling voor Top Executives en het Performance Share Plan. De toekenning is voor alle SEVP’s op hetzelfde niveau.
Daarnaast ontvangen SEVP’s een aantal specifieke beloningselementen, afhankelijk van de markt en locatie waar zij werkzaam zijn.
43 KasstroomoverzichtHet op de indirecte methode gebaseerde kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst van de liquide middelen die gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop de liquide middelen gedurende het jaar zijn aangewend. De kasstromen worden gesplitst naar bancaire, investerings- en financierings activiteiten. Als liquide middelen worden aangemerkt de aanwezige kasmiddelen, alsmede de per saldo aanwezige nostrotegoeden bij andere banken en de per saldo direct opeisbare tegoeden bij centrale banken. Mutaties in de kredieten, toevertrouwde middelen en interbancaire deposito’s zijn opgenomen onder de kasstroom uit bancaire activiteiten. Investeringsactiviteiten omvatten de aan- en verkopen en aflossingen inzake beleggingsportefeuilles, alsmede de aan- en verkopen van deelnemingen en van onroerende zaken en bedrijfsmiddelen. De plaatsing van aandelen en de opname en aflossing van lang vreemd vermogen worden als financieringsactiviteit aangemerkt. Mutaties uit hoofde van valutaomrekenverschillen worden evenals de consolidatie-effecten bij de verwerving van deelnemingen, voorzover van wezenlijk belang, uit de stroomgrootheden geëlimineerd.
2004 2003 2002
Kasmiddelen 17.794 12.734 9.455
Banktegoeden in rekening-courant 3.949 4.293 3.843
Bankschulden in rekening-courant – 13.248 – 8.134 – 5.797 Liquide middelen 8.495 8.893 7.501 Verloop:
Beginstand 8.893 7.501 13.653
Kasstroom – 1.001 1.691 – 4.366
Valutaomrekenverschillen 603 – 299 – 1.786 Eindstand 8.495 8.893 7.501
De betaalde rente bedroeg EUR 14.595 miljoen en aan belastingen werd EUR 511 miljoen afgedragen.
•2_200960_JR_NED.indd 169•2_200960_JR_NED.indd 169 24-03-2005 11:09:1824-03-2005 11:09:18
170
Jaarrekening 2004
Van deelnemingen ontvangen dividenden bedroegen EUR 66 miljoen in 2004, EUR 30 miljoen in 2003 en EUR 42 miljoen in 2002.
In de volgende tabel wordt een overzicht gegeven van de mutaties als gevolg van acquisities en verkopen van deelnemingen.
2004 2003 2002
(Des)investeringsbedrag betaald / ontvangen in
liquide of equivalente middelen (netto) – 2.446 913 205
Mutatie liquide of equivalente middelen (netto) – 88 267 6 Mutatie activa en passiva (netto):
Bankiers – 454 130 105
Kredieten – 12.435 1.905 420
Effecten – 342 781 70
Overige activa – 1.201 407 21 Totaal activa – 14.432 3.223 616 Bankiers – 8.229 1.050 81
Spaargelden – 2.005 313 –
Toevertrouwde middelen – 1.277 1.581 469
Schuldbewijzen – 1.454 10 –
Achtergestelde schulden – 40 – –
Overige passiva – 1.484 462 49 Totaal passiva – 14.489 3.416 599
44 Reële waarde van financiële instrumentenDe reële waarde is het bedrag waarvoor een financieel instrument op dat moment tussen twee partijen zou kunnen worden uitgewisseld door middel van transacties die niet in het kader van executie of liquidatie worden uitgevoerd. Een beursnotering, zo die aanwezig is, vormt de beste indicatie van deze waarde. De activa, passiva en buitenbalansposten van ABN AMRO bestaan voor het grootste gedeelte uit financiële instrumenten. De reële waarde hiervan is waar mogelijk op basis van marktkoersen bepaald.
Van het merendeel van de financiële instrumenten, en met name kredieten, deposito’s en OTC-derivaten, kan de reële waarde echter niet gemakkelijk worden bepaald omdat er geen markt is waarop deze instrumenten tussen partijen worden verhandeld. Voor deze instrumenten zijn schattingsmethoden gebruikt. Deze methoden zijn naar hun aard subjectief en gaan uit van bepaalde veronderstellingen, zoals de periode waarin de financiële instrumenten zullen worden aangehouden, de timing van toekomstige kasstromen en het te hanteren disconteringspercentage. Hierdoor kunnen de volgende benaderde reële waarden mogelijk geen goede indicatie geven van de netto-opbrengstwaarden. Bovendien is de berekening van de benaderde reële waarde een momentopname die wordt bepaald door de heersende marktomstandigheden; de toekomstige reële waarde kan hiervan afwijken.
De benaderde reële waarden die financiële instellingen presenteren, zijn door het gebruik van de vele verschillende waarderingsmethoden en de talrijke veronderstellingen niet onderling vergelijkbaar. Door het ontbreken van een objectieve waarderingsmethode is de benaderde reële waarde in hoge mate een subjectief gegeven. Daarom wordt de lezer gewaarschuwd voor gebruik van de volgende cijfers bij vergelijking van de geconsolideerde financiële positie van ABN AMRO met die van andere financiële instellingen.
•2_200960_JR_NED.indd 170•2_200960_JR_NED.indd 170 24-03-2005 11:09:1924-03-2005 11:09:19
171
Jaarrekening 2004
31 december 2004 31 december 2003 Boekwaarde Reële waarde Boekwaarde Reële waarde
Activa (incl. buitenbalansposten)
• Kasmiddelen 17.794 17.794 12.734 12.734
• Kortlopend overheidspapier 1,2 16.578 16.565 9.240 9.259
• Bankiers 83.710 83.696 58.800 59.050
• Kredieten overheid 5.967 5.967 5.489 5.494
• Kredieten private sector –
zakelijk en professionele
effectentransacties 184.272 185.011 184.214 184.659
• Kredieten private sector –
particulier 108.812 113.783 107.140 110.635
• Rentedragende
waardepapieren 1,3 134.724 137.056 133.363 135.092
• Aandelen 4 25.852 26.085 16.245 16.131
• Derivaten 97.512 98.054 88.702 89.504 Totaal 675.221 684.011 615.927 622.558 Passiva (incl. buitenbalansposten)
• Bankiers 132.732 132.819 110.887 111.078
• Spaargelden 74.256 75.144 73.238 73.630
• Deposito’s zaken 79.482 79.482 81.636 81.779
• Overige toevertrouwde
middelen 139.819 139.818 134.992 135.099
• Schuldbewijzen 82.926 84.642 71.688 71.797
• Achtergestelde schulden 12.639 13.286 13.900 14.555
• Derivaten 92.959 93.460 74.277 74.619 Totaal 614.813 618.651 560.618 562.557
1 De boekwaarde van kortlopend overheidspapier en rentedragende waardepapieren is gelijk aan de aanschaffingsprijs na afschrijvingen
2 Hiervan behoorde EUR 11.080 miljoen tot de handelsportefeuille per 31 december 20043 Hiervan behoorde EUR 40.831 miljoen tot de handelsportefeuille per 31 december 20044 Hiervan behoorde EUR 18.580 miljoen tot de handelsportefeuille per 31 december 2004
45 OvernamesIn januari 2004 werd de acquisitie van Bethmann Maffei met succes afgerond. Het beheerd vermogen van Bethmann Maffei per de overnamedatum bedroeg EUR 4,8 miljard. Deze private banking-instelling, die werd overgenomen van Hypovereinsbank, is vervolgens samengevoegd met Delbrück & Co, die in december 2002 werd verworven. Van de totale overnamesom van EUR 110 miljoen betrof EUR 42 miljoen goodwill. Dit laatste bedrag is direct ten laste van het eigen vermogen gebracht.
•2_200960_JR_NED.indd 171•2_200960_JR_NED.indd 171 24-03-2005 11:09:2024-03-2005 11:09:20
172
Jaarrekening 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003
ActivaBankiers a – 437
Rentedragende waardepapieren b 10 20
Deelnemingen in groepsmaatschappijen c 15.232 12.656
Overlopende activa e 0 8 15.242 13.121 PassivaBankiers a 240 0
Overige toevertrouwde middelen 20 21
Overige schulden d 10 53
Overlopende passiva e 0 0 270 74 Kapitaal 1.721 1.732
Agioreserve 2.565 2.549
Herwaarderingsreserves 204 283
Wettelijke en statutaire reserves 280 280
Overige reserves 10.202 8.203 Eigen vermogen 14.972 13.047 Aansprakelijk vermogen 14.972 13.047 15.242 13.121
Vennootschappelijke winst- en verliesrekening over 2004
(in miljoenen euro’s) 2004 2003 2002
Resultaat deelnemingen na belastingen 4.107 3.159 2.199
Overig resultaat na belastingen 2 2 8 Nettowinst 4.109 3.161 2.207
Opgesteld in overeenstemming met artikel 2:402 van het Burgerlijk WetboekDe bij de posten vermelde letters verwijzen naar de toelichting
Vennootschappelijke balans per 31 december 2004na winstverdeling
•2_200960_JR_NED.indd 172•2_200960_JR_NED.indd 172 24-03-2005 11:09:2124-03-2005 11:09:21
173
Jaarrekening 2004
a BankiersDe onder dit hoofd opgenomen bedragen betreffen daggelden en andere interbancaire verhoudingen met groepsmaatschappijen.
b Rentedragende waardepapierenHet onder dit hoofd vermelde bedrag betreft de in waardepapieren belichaamde vorderingen, zoals commercial paper.
c Deelnemingen in groepsmaatschappijenHet door ABN AMRO Bank N.V. aan ABN AMRO Holding N.V. te betalen dividend bedraagt EUR 1.751 miljoen (2003: EUR 677 miljoen), terwijl ABN AMRO Bank N.V. voor een bedrag van EUR 657 miljoen (2003: EUR 335 miljoen) aan dividend ontving van dochtermaatschappijen.
2004 2003 2002
Verloop:
Beginstand 12.656 10.665 11.817
Mutaties (netto) 2.576 1.991 – 1.152 Eindstand 15.232 12.656 10.665
d Overige schuldenOnder overige schulden worden die bedragen opgenomen, die niet overlopend zijn of niet onder andere balansposten gerubriceerd kunnen worden, zoals te vorderen rente.
e Overlopende activa en overlopende passivaOnder overlopende activa en overlopende passiva worden baten en lasten gerubriceerd, die zijn toegerekend aan de verslagperiode, maar waarvan de feitelijke ontvangst of betaling valt in een andere periode.
Toelichting op de vennootschappelijke balans en winst- en verliesrekening (alle bedragen zijn opgenomen in miljoenen euro’s)
•2_200960_JR_NED.indd 173•2_200960_JR_NED.indd 173 24-03-2005 11:09:2124-03-2005 11:09:21
174
Jaarrekening 2004
f Kapitaal en reservesZie voor toelichting punt 16.
g GarantiesABN AMRO Holding N.V. heeft een verklaring van aansprakelijkheidstelling ten behoeve van ABN AMRO Bank N.V. afgegeven. Amsterdam, 17 maart 2005
Raad van Commissarissen Raad van Bestuur
Jhr. mr. A.A. Loudon Mr. R.W.J. GroeninkIr. M.C. van Veen Drs. W.G. JiskootProf. ir. W. Dik Drs. T. de SwaanA. Burgmans Mr. J.Ch.L. KuiperD.R.J. Baron de Rothschild Mr. C.H.A. ColleeMw. drs. L.S. Groenman H.Y. Scott-BarrettMw. drs. T.A. Maas-de BrouwerA.C. MartinezM.V. Pratini de MoraesP. ScaroniLord Sharman of RedlynchA.A. Olijslager
•2_200960_JR_NED.indd 174•2_200960_JR_NED.indd 174 24-03-2005 11:09:2224-03-2005 11:09:22
175
Jaarrekening 2004
ABN AMRO Bank N.V., Amsterdam
NederlandAAGUS Financial Services Group N.V., Amersfoort (67%)AA Interfinance B.V., AmsterdamABN AMRO Assurantie Holding B.V., ZwolleABN AMRO Bouwfonds Nederlandse Gemeenten N.V., Hoevelaken (per 1 april 2005
stemrecht 100%)
ABN AMRO Effecten Compagnie B.V., AmsterdamABN AMRO Mellon Global Securities Services B.V., Amsterdam (50%) (b)ABN AMRO Participaties B.V., AmsterdamABN AMRO Projectontwikkeling B.V., AmsterdamABN AMRO Trustcompany (Nederland) B.V., AmsterdamABN AMRO Ventures B.V., AmsterdamAmstel Lease Maatschappij N.V., UtrechtDelta Lloyd ABN AMRO Verzekeringen Holding B.V., Zwolle (49%) (a)Dishcovery Horeca Expl. Mij B.V., AmsterdamHollandsche Bank-Unie N.V., RotterdamIFN Group B.V., RotterdamNachenius, Tjeenk & Co. N.V., AmsterdamSolveon Incasso B.V., UtrechtStater N.V., Hoevelaken (60% ABN AMRO Bank N.V., 40% ABN AMRO Bouwfonds
Nederlandse Gemeenten N.V.)
Buiten NederlandEuropa
ABN AMRO Asset Management Ltd., LondenABN AMRO Asset Management (Czech) a.s., BrnoABN AMRO Asset Management (Deutschland) A.G., Frankfurt am MainABN AMRO Bank A.O., MoskouABN AMRO Bank (Deutschland) A.G., Frankfurt am MainABN AMRO Bank (Luxembourg) S.A., Luxemburg ABN AMRO Trust Company (Luxembourg) S.A., LuxemburgABN AMRO Bank (Polska) S.A., WarschauABN AMRO Bank (Romania) S.A., BoekarestABN AMRO Bank (Schweiz) A.G., ZürichABN AMRO Capital Ltd., LondenABN AMRO Corporate Finance Ltd., LondenABN AMRO Equities (UK) Ltd., Londen
Belangrijke deelnemingen (Tenzij anders vermeld is het deelnemingspercentage per 17 maart 2005 100% of bijna 100%. Bij de belangrijke deelnemingen, die niet 100% geconsolideerd worden, is afzonderlijk aangegeven of de vermogensmethode (a) of proportionele consolidatie (b) is toegepast.)
ABN AMRO France S.A., Parijs Banque de Neuflize, Parijs Banque Odier Bungener Courvoisier, ParijsABN AMRO Futures Ltd., LondenABN AMRO International Financial Services Company, DublinABN AMRO Investment Funds S.A., LuxemburgABN AMRO Stockbrokers (Ireland) Ltd., DublinABN AMRO Trust Company (Jersey) Ltd., St. HelierABN AMRO Trust Company (Suisse) S.A., GenèveAlfred Berg Holding A/B, StockholmAlfred Berg Asset Management Holding AB, StockholmAntonveneta ABN AMRO Societa di Gestione del Risparmio SpA, Milaan (45%) (a)Artemis Investment Management Ltd., Edinburgh (58%)Aspis Internationaal MFMC, AtheneBanca Antonveneta SpA, Padova (13%) (a)Capitalia SpA, Rome (9%) (a)CM Capital Markets Brokerage S.A., Madrid (45%) (a)Delbrück Bethmann Maffei A.G., Frankfurt am MainHoare Govett Ltd., LondenKereskedelmi és Hitelbank Rt., Boedapest (40%) (a)
Midden-Oosten
Saudi Hollandi Bank, Riad (40%) (a)
Overig Azië
ABN AMRO Asia Ltd., Hongkong ABN AMRO Asia Corporate Finance Ltd., HongkongABN AMRO Asia Futures Ltd., HongkongABN AMRO Asset Management (Asia) Ltd., HongkongABN AMRO Asset Management (Japan) Ltd., TokioABN AMRO Asset Management (India) Ltd., Mumbai (75%)ABN AMRO Asset Management (Taiwan) Ltd., TaipehABN AMRO Bank Berhad, Kuala LumpurABN AMRO Bank (Kazakhstan) Ltd, Almaty (80%)
•2_200960_JR_NED.indd 175•2_200960_JR_NED.indd 175 24-03-2005 11:09:2224-03-2005 11:09:22
176
Jaarrekening 2004
ABN AMRO Bank N.B., Uzbekistan A.O., Tashkent (58%)ABN AMRO Bank (Philippines) Inc., ManillaABN AMRO Central Enterprise Services Private Ltd., MumbaiABN AMRO Management Services (Hong Kong) Ltd., HongkongABN AMRO Securities (India) Private Ltd., Mumbai (75%)ABN AMRO Securities (Japan) Ltd., TokioPT ABN AMRO Finance Indonesia, Jakarta (70%)PT ABN AMRO Manajemen Investasi Indonesia Jakarta (85%)
Australië
ABN AMRO Asset Management (Australia) Ltd., SydneyABN AMRO Australia Ltd., Sydney ABN AMRO Asset Securitisation Australia Pty Ltd., Sydney ABN AMRO Corporate Finance Australia Ltd., Sydney ABN AMRO Equities Australia Ltd., Sydney ABN AMRO Securities Australia Ltd., SydneyABN AMRO Equities Capital Markets Australia Ltd., Sydney
Nieuw-Zeeland
ABN AMRO New Zealand Ltd., Auckland
Noord-Amerika
ABN AMRO Asset Management Canada Ltd, TorontoABN AMRO Bank (Mexico) S.A., Mexico CityABN AMRO North America Holding Company, Chicago (holding company, stemrecht 100%,
kapitaalbelang 91%)
LaSalle Bank Corporation, Chicago LaSalle Bank N.A., Chicago ABN AMRO Financial Services, Inc., Chicago ABN AMRO Asset Management (USA) LLC, Chicago LaSalle Business Credit, Inc., Chicago Standard Federal Bank N.A., Troy ABN AMRO Mortgage Group, Inc., Chicago ABN AMRO WCS Holding Company, New York ABN AMRO Advisory, Inc., Chicago (81%)
ABN AMRO Commodity Finance, Inc., Chicago ABN AMRO Capital (USA) Inc., Chicago ABN AMRO Incorporated, Chicago ABN AMRO Sage Corporation, Chicago ABN AMRO Rothschild LLC, New York (50%) (b) ABN AMRO Leasing, Inc., Chicago ABN AMRO Asset Management Holdings, Inc., Chicago ABN AMRO Asset Management Inc., Chicago Montag & Caldwell, Inc., Atlanta
Latijns-Amerika en het Caraïbisch Gebied
ABN AMRO Asset Management Argentina Sociedad Gerente de FCI S.A.,
Buenos AiresABN AMRO Asset Management (Curaçao) N.V., WillemstadABN AMRO Bank (Chile) S.A., Santiago de ChileABN AMRO Bank (Colombia) S.A., BogotaABN AMRO (Chile) Seguros Generales S.A., Santiago de ChileABN AMRO (Chile) Seguros de Vida S.A., Santiago de ChileABN AMRO Trust Caribbean Holding N.V., WillemstadABN AMRO Securities Holding S.A., São PauloABN AMRO Brasil Participaçôes Financeiras S.A., São Paulo ABN AMRO Brasil Dois Participaçôes São Paulo Banco ABN AMRO Real S.A., São Paulo (86%) Banco Sudameris Brasil S.A., São Paulo (81%) Banco de Pernambuco S.A, Recife Sudameris Vida e Previdencia S.A., São Paulo Real Seguros S.A., São PauloABN AMRO Asset Management Ltda., São PauloReal Paraguaya de Seguros S.A., AsunciónReal Uruguaya de Seguros S.A., Montevideo
•2_200960_JR_NED.indd 176•2_200960_JR_NED.indd 176 24-03-2005 11:09:2324-03-2005 11:09:23
177
Jaarrekening 2004
Voor de deelnemingen van ABN AMRO Bouwfonds Nederlandse Gemeenten N.V. wordt verwezen naar het door deze vennootschap afzonderlijk uitgebrachte jaarverslag.
De lijst van deelnemingen, waaronder die waarvoor een verklaring van aansprakelijk-heidstelling is afgegeven, is gedeponeerd bij het Handelsregister te Amsterdam.
•2_200960_JR_NED.indd 177•2_200960_JR_NED.indd 177 24-03-2005 11:09:2324-03-2005 11:09:23
•2_200960_JR_NED.indd 178•2_200960_JR_NED.indd 178 24-03-2005 11:09:2424-03-2005 11:09:24
Overige gegevens
•2_200960_JR_NED.indd 179•2_200960_JR_NED.indd 179 24-03-2005 11:09:2524-03-2005 11:09:25
180
Overige gegevens
AccountantsverklaringOpdracht
Wij hebben de jaarrekening 2004 van ABN AMRO Holding N.V. te Amsterdam gecontroleerd. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van de leiding van de vennootschap. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen die de leiding van de vennootschap daarbij heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.
Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van het vermogen op 31 december 2004 en van het resultaat over 2004 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW.
Amsterdam, 17 maart 2005
Ernst & Young Accountants
Statutaire bepalingen inzake winstverdelingDe winstverdeling vindt plaats overeenkomstig artikel 37 van de statuten. In hoofdlijnen is deze voor de thans uitstaande soorten dan wel series aandelen als volgt:
1 Aan de houders van preferente, in gewone aandelen converteerbare financieringsaandelen (‘preferente aandelen’) die krachtens besluit van de buitengewone vergadering van aandeelhouders gehouden op 25 augustus 2004 zijn uitgegeven, wordt een dividend uitgekeerd van EUR 0,02604 per aandeel, zijnde 4,65% over het nominale bedrag. Het dividendpercentage voor deze aandelen zal per 1 januari 2011 en vervolgens iedere tien jaar nadien worden herzien op basis van het rekenkundig gemiddelde van de tienjarige in euro gedenomineerde interest rate swap zoals door Reuters gepubliceerd op de dividendberekeningsdata daarvan, verhoogd met een opslag van minimaal 25 basispunten en ten hoogste 100 basispunten (artikel 37, lid 2, sub a.1. en a.2.).
Aan de houders van voorheen in gewone aandelen converteerbare preferente aandelen (‘converteerbare aandelen’) wordt een dividend uitgekeerd van EUR 0,95 per aandeel, zijnde 3,3231% over het op ieder aandeel gestorte bedrag per 1 januari 2004. Het dividend op deze aandelen zal per 1 januari 2014 worden herzien op de wijze zoals beschreven in de statuten (artikel 37, lid 2, sub a.4.).
Aan de houders van preferente aandelen en converteerbare aandelen wordt geen winstuitkering boven de bovengenoemde maxima gedaan (artikel 37, lid 2, sub a.6.).
2 Ten laste van de resterende winst na deze uitkeringen worden zodanige reserves gevormd als de Raad van Bestuur, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, zal vaststellen (artikel 37, lid 2, sub b.).
•2_200960_JR_NED.indd 180•2_200960_JR_NED.indd 180 24-03-2005 11:09:2924-03-2005 11:09:29
181
Overige gegevens
3 Het bedrag dat daarna overblijft wordt als dividend uitgekeerd op de gewone aandelen (artikel 37, lid 2, sub c.).
De Raad van Bestuur kan, onder goedkeuring van de Raad van Commissarissen, het dividend of interimdividend op de gewone aandelen, naar keuze van de houders daarvan, in contanten of geheel dan wel gedeeltelijk in de vorm van gewone dan wel preferente aandelen betaalbaar stellen, mits zij bevoegd is tot de uitgifte van aandelen (artikel 37, lid 3).
Statutaire bepalingen van Holding en Administratiekantoor inzake aandelen en stemrechtenIeder gewoon aandeel van nominaal EUR 0,56 in het kapitaal van ABN AMRO Holding N.V. geeft recht op het uitbrengen van één stem. De preferente aandelen hebben, net als de gewone aandelen, een nominale waarde van EUR 0,56. Elk preferent aandeel geeft recht op één stem. De converteerbare aandelen in het kapitaal hebben een nominale waarde van EUR 2,24 en geven recht op het uitbrengen van vier stemmen. Behoudens bepaalde wettelijke en statutaire uitzonderingen worden besluiten met absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen aangenomen.
Alle preferente aandelen worden gehouden door de Stichting Administratiekantoor Preferente Financieringsaandelen ABN AMRO (de ‘Stichting’), die daartegenover certificaten uitgeeft aan de uiteindelijk begunstigden als bewijs van hun eigendomsrecht ten aanzien van de preferente aandelen.
In tegenstelling tot de oude structuur worden de aan de preferente aandelen verbonden stemrechten, ondanks het feit dat deze formeel berusten bij de Stichting, in de praktijk door de certificaathouders uitgeoefend, aangezien de Stichting onder alle omstandigheden stemvolmachten zal verstrekken aan de certificaathouders. De Stichting zal in principe niet het stemrecht uitoefenen. Het stemrecht dat aan certificaathouders toekomt, wordt berekend op basis van het kapitaalbelang
van de (certificaten van) preferente aandelen in verhouding tot de waarde van de gewone aandelen. Stemrechten op preferente aandelen die bij volmacht aan een certificaathouder zijn verstrekt, komen overeen met het bedrag van de in het bezit van de certificaathouder zijnde certificaten ten opzichte van de slotkoers van het gewoon aandeel op de laatste beursdag op Euronext Amsterdam in de maand voorafgaand aan de bijeenroeping van de aandeelhoudersvergadering.
Behoudens bepaalde uitzonderingen, genieten houders van gewone aandelen bij de uitgifte van gewone aandelen en converteerbare aandelen een voorkeursrecht in verhouding tot hun belang.
In het geval van ontbinding en liquidatie van ABN AMRO Holding N.V. worden de na voldoening van alle schulden resterende activa uitgekeerd allereerst pro rata aan de houders van preferente aandelen en converteerbare aandelen tot een bedrag gelijk aan het totaal opgelopen dividend vanaf het begin van het meest recente volledige boekjaar tot en met de datum van uitkering en vervolgens tot een bedrag gelijk aan de nominale waarde van de preferente aandelen en het op de converteerbare aandelen gestorte bedrag, en tenslotte pro rata aan de houders van gewone aandelen.
Gebeurtenissen na balansdatumOp 9 maart 2005 ging ABN AMRO akkoord met een schikking in een rechtszaak die in de Verenigde Staten door kopers van effecten Worldcom, Inc. was aangespannen
Voorstel voor winstverdelingVerdeling van de nettowinst volgens artikel 37 lid 2 en 3
2004 2003 2002
Dividend preferente aandelen 43 45 45
Dividend converteerbare
preferente aandelen 0 0 1
Toevoeging aan de reserves 2.401 1.572 745
Dividend gewone aandelen 1.665 1.544 1.416 4.109 3.161 2.207
•2_200960_JR_NED.indd 181•2_200960_JR_NED.indd 181 24-03-2005 11:09:3024-03-2005 11:09:30
182
Overige gegevens
bij het District Court for the Southern District of New York. Volgens de schikking zal ABN AMRO een bedrag van in totaal USD 278 miljoen uitkeren aan personen die door Worldcom uitgegeven schuldbewijzen hebben gekocht of anderszins verworven in verband met een emissie in 2001. ABN AMRO is van mening dat de financiële gevolgen van dit akkoord afdoende in de jaarrekening 2004 zijn verwerkt.
International Financial Reporting StandardsDe jaarrekening 2004 is de laatste die volgens in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving wordt gepresenteerd. Vanaf 1 januari 2005 is ABN AMRO, evenals andere beursgenoteerde ondernemingen in Europa, verplicht voor externe verslaggevingsdoeleinden de International Financial Reporting Standards (IFRS) te hanteren. In 2003 en 2004 heeft de bank de noodzakelijke voorbereidingen getroffen om vanaf 2005 volgens dezelfde tijdlijnen als in voorgaande jaren te kunnen blijven rapporteren.
Doordat de IFRS-richtlijnen voor een belangrijk deel direct in de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen zijn opgenomen, is voor Nederlandse ondernemingen de aanpassing aan IFRS in veel opzichten een geleidelijk proces geweest. De belangrijkste IFRS-richtlijn die voor banken gevolgen heeft (IAS 39 – financiële instrumenten) is echter niet in de Nederlandse grondslagen opgenomen. Deze richtlijn, waarbij de toepassing van reële waarde wordt verruimd, ligt ten grondslag aan het merendeel van de verschillen. IAS 39 is onderwerp van voortdurende discussie en zal de komende jaren mogelijk herzien worden om beter aan te sluiten op de door grote banken gehanteerde praktijken voor risicobeheer.
Om in 2005 aan aandeelhouders steeds vergelijkende cijfers te kunnen presenteren, heeft de bank IFRS reeds per 1 januari 2004 ingevoerd door middel van tweevoudige
rapportage. Deze gegevens zullen tegelijk met onze persberichten voor de kwartaalresultaten worden gerapporteerd en de basis vormen voor de vergelijkende cijfers in ons jaarverslag 2005. De overgang naar IFRS per 1 januari 2004 houdt in dat het effect van de toepassing van IFRS op de activa (onder meer kredieten en onroerende zaken), passiva (onder meer pensioenverplichtingen) en uitstaande contracten (onder meer derivaten- en leasecontracten) in de cijfers is verwerkt.
Een overzicht van en toelichting op de gevolgen van IFRS voor onze jaarrekening is opgenomen in het Form 20-F voor de Amerikaanse Securities and Exchange Commission, dat op onze internetsite (www.abnamro.com) is geplaatst.
•2_200960_JR_NED.indd 182•2_200960_JR_NED.indd 182 24-03-2005 11:09:3124-03-2005 11:09:31
183
Overige gegevens
Samenvatting vantoepasselijke regelingen
ActieABN AMRO
Corresponderende Nederlandsebest practice bepalingen*
1 Onafhankelijkheid van externe accountant
Verbod om bepaalde niet aan de controletaak gerelateerde diensten
te verlenen (SOXA art. 201):
Het accountantskantoor dat de jaarrekening van een onderneming
controleert, mag bepaalde niet aan de controletaak gerelateerde diensten
niet verlenen
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Policy on Auditor
Independence’ (#)
III.5.4 en V.2.2
Preautorisatie van diensten (SOXA art. 201-202):
Preautorisatie door het Audit Committee van alle controleopdrachten aan
de externe accountant en toegestane niet daaraan gerelateerde diensten
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Audit Committee
Pre-Approval Policy for External
Audit Firm Services’ (#)
V.1.2 en V.2.2
Openbaarmaking van vergoeding externe accountant en het
aanverwante beleid (SOXA art. 202):
Openbaarmaking aan beleggers van het preautorisatiebeleid van het Audit
Committee en de aan de externe accountant betaalde vergoeding
Openbaarmaking vindt plaats in
het ABN AMRO jaarverslag zoals
gedeponeerd bij de Securities and
Exchange Commission conform
Form 20-F voor 2004 (#)
V.2.2 en V.2.3
Wisseling van partner binnen accountantskantoor (SOXA art. 203):
Het is verplicht om na een aantal jaar binnen het accountantskantoor van
partner te wisselen
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Policy on Auditor
Independence’ (#)
III.5.4; V.2.2; en V.2.3
Accountantsverslag aan het Audit Committee (SOXA art. 204):
De externe accountant moet aan het Audit Committee tijdig
verslag doen over door de vennootschap toegepaste belangrijke
waarderingsgrondslagen en -praktijken, over alternatieve met het
management besproken methoden van verantwoording van financiële
gegevens, met inbegrip van de methode waaraan de externe accountant
de voorkeur geeft, en over andere belangrijke communicatie tussen de
externe accountant en het management
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Policy on Auditor
Independence’ (#)
III.5.4; III.5.9; V.4.1; V.4.2 en V.4.3
Voormalig personeel van accountantskantoor (SOXA art. 206):
Een externe accountant wordt geacht niet onafhankelijk te zijn als
bepaalde leidinggevenden van de vennootschap in het jaar voorafgaand
aan de onderhavige controle in dienst van het accountantskantoor
zijn geweest en bij de controlewerkzaamheden voor de vennootschap
betrokken zijn geweest
Deze beperking is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Policy on Auditor
Independence’ (#)
III.5.4; V.2.2 en V.2.3
Vergoeding aan partner van accountantskantoor (SOXA art. 203):
Verbod voor een partner van het accountantskantoor om een vergoeding
te ontvangen voor het verlenen van niet aan de controletaak gerelateerde
werkzaamheden ten behoeve van de klant waarvan de jaarrekening wordt
gecontroleerd
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Policy on Auditor
Independence’ (#)
III.5.4; V.2.2 en V.2.3
* De volledige tekst van de corresponderende best practice bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het Nederlandse corporate governance
supplement dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com)(#) De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com)
Overzicht van Amerikaanse corporate governance-regelingen op basis van de Sarbanes-Oxley Act 2002 (‘SOXA’)
•2_200960_JR_NED.indd 183•2_200960_JR_NED.indd 183 24-03-2005 11:09:3124-03-2005 11:09:31
184
Overige gegevens
Samenvatting vantoepasselijke regelingen
ActieABN AMRO
Corresponderende Nederlandsebest practice bepalingen*
2 Audit Committee
Toezicht op externe accountant (SOXA art. 301):
Aan het Audit Committee moet verantwoordelijkheid worden
gegeven voor de benoeming, honorering, behoud en toezicht op de
werkzaamheden van de externe accountant
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Rules Governing the
Supervisory Board’s Principles and
Best Practices’ (#)
III.5.4; III.5.5; III.5.8 en III.5.9
Onafhankelijkheid van het Audit Committee (SOXA art. 301):
Alle leden van het Audit Committee moeten onafhankelijk zijn. Om dit te
waarborgen mogen leden van het Audit Committee (anders dan in hun
hoedanigheid als lid van de Raad van Commissarissen of de commissie):
i) geen vergoedingen voor adviesdiensten aannemen; of ii) niet geaffilieerd
zijn met de vennootschap of een van haar dochterbedrijven
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Rules Governing the
Supervisory Board’s Principles and
Best Practices (#)
III.2.2, III.5.1 en III.5.6
Procedures & bescherming klokkenluiders (SOXA art. 301, art. 806 en
art. 1107):
Het Audit Committee moet klokkenluiderprocedures vaststellen voor
i) de ontvangst en behandeling van klachten met betrekking tot de
verslaggeving, de interne controle daarvan en accountantsaangelegen-
heden; en ii) de vertrouwelijke, anonieme melding door medewerkers
van vermoedens ten aanzien van onoorbare verslaggevings- of
accountantspraktijken. Discriminerende maatregelen van de vennootschap
tegen klokkenluiders zijn verboden
De Raad van Bestuur en het
Audit Committee van de Raad
van Commissarissen hebben
een algemeen ‘Whistle Blowing
Policy’ (#) goedgekeurd dat
voorziet in adequate procedures
en beschermingsmaatregelen voor
alle medewerkers om vermoedens
van onoorbare praktijken kenbaar te
maken, waaronder begrepen een
directe rapportagelijn aan het Audit
Committee
II.1.6
Inschakeling van adviseurs door het Audit Committee en hun
vergoeding (SOXA art. 301):
Het Audit Committee moet gemachtigd worden om adviseurs in te
schakelen indien de commissie dit noodzakelijk acht en de vennootschap
moet alsdan voorzien in een adequate vergoeding van dergelijke adviseurs
Deze bepaling is opgenomen in
‘ABN AMRO’s Rules Governing the
Supervisory Board’s Principles and
Best Practices’ (#)
III.1.9 en III.5.4
Financieel expert in Audit Committee (SOXA art. 407):
Bedrijven moeten melden of het Audit Committee minstens één lid
heeft die een ‘onafhankelijk financieel expert’ is en of de desbetreffende
persoon al dan niet onafhankelijk is
Openbaarmaking hiervan vindt
plaats in het Form 20-F
III.5.2 en III.5.7
* De volledige tekst van de corresponderende best practice bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het Nederlandse corporate governance
supplement dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com)(#) De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com)
•2_200960_JR_NED.indd 184•2_200960_JR_NED.indd 184 24-03-2005 11:09:3324-03-2005 11:09:33
185
Overige gegevens
Samenvatting vantoepasselijke regelingen
ActieABN AMRO
Corresponderende Nederlandsebest practice bepalingen*
3 Verklaringen door CEO / CFO
CEO/CFO 906 verklaring (SOXA art. 906):
De Form 20-F moet vergezeld worden door een verklaring van de CEO en
de CFO dat het rapport volledig voldoet aan de rapportagevoorschriften
en in alle materiële opzichten een getrouw beeld geeft van de financiële
positie en de bedrijfsresultaten van de vennootschap
De verklaringen krachtens art. 906
en art. 302 zijn opgenomen bij het
Form 20-F
II.1.3; II.1.4; II.1.5; III.1.8 en V.1.3
CEO/CFO 302 verklaring:
De Form 20-F moet vergezeld worden door een verklaring van de CEO en
de CFO i) dat de in de Form 20-F opgenomen financiële informatie in alle
materiële opzichten een getrouw beeld geeft van de financiële positie,
de bedrijfsresultaten en de kasstromen van de vennootschap; ii) dat
zij verantwoordelijk zijn voor het vaststellen en het handhaven van de
procedures voor openbaarmaking en controle, de effectiviteit daarvan per
het einde van het boekjaar hebben geëvalueerd en een eventuele wijziging
in de interne controle van de vennootschap ten aanzien van de financiële
verslaggeving openbaar hebben gemaakt voorzover deze wijziging van
materieel belang is voor de interne controle; en iii) dat zij alle significante
tekortkomingen en zwaktes in de opzet en de uitvoering van de interne
controle van de financiële verslaggeving alsmede eventuele door het
management of andere medewerkers in dit verband verrichte frauduleuze
handelingen openbaar hebben gemaakt
* De volledige tekst van de corresponderende best practice bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het Nederlandse corporate governance
supplement dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com)(#) De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com)
•2_200960_JR_NED.indd 185•2_200960_JR_NED.indd 185 24-03-2005 11:09:3324-03-2005 11:09:33
186
Overige gegevens
Samenvatting vantoepasselijke regelingen
ActieABN AMRO
Corresponderende Nederlandsebest practice bepalingen*
4 Corporate governance in het algemeen
Beoordeling van interne controle door het management
(SOXA art. 404):
Bedrijven moeten in hun Form 20-F een verslag opnemen van de interne
controle van de vennootschap ten aanzien van de financiële verslaggeving,
waaronder een beoordeling door het management over de effectiviteit
van de interne controle van de financiële verslaggeving. Dit interne
controlerapport moet door de externe accountant worden onderschreven
ABN AMRO zal het rapport waarin
het management zijn oordeel geeft
over de interne controle van de
financiële verslaggeving, en de
bekrachtiging van dit rapport door
de externe accountant voor het
eerst in het Form 20-F opnemen,
dat tezamen met jaarverslag 2006
wordt uitgebracht
II.1.3; II.1.4; II.1.5; III.1.8; V.1.3 en
V.4.3
Verbod op kredietverlening aan bestuurders (SOXA art. 402):
Bedrijven mogen geen leningen verstrekken aan bestuurders,
met uitzondering van bedrijven die in het kader van hun normale
bedrijfsuitoefening financiële diensten verlenen
ABN AMRO verstrekt leningen
aan bestuurders conform de voor
financiële instellingen gemaakte
uitzondering
II.2.8 en III.7.4
Gedragscode (SOXA art. 406):
De onderneming moet bekendmaken of het voor de Chief Executive
Officer en de Senior Financial Officers een gedragscode heeft vastgesteld
De normen waarvan ABN AMRO
verwacht dat deze door haar
medewerkers, met inbegrip van de
CEO en Senior Financial Officers,
worden nageleefd, zijn vastgelegd
in de ‘ABN AMRO Business
Principles’ (#). Deze vormen de
‘gedragscode’ zoals bedoeld in
SOXA
II.1.3
* De volledige tekst van de corresponderende best practice bepalingen (en de toepassing daarvan door ABN AMRO) is opgenomen in het Nederlandse corporate governance
supplement dat op de internetsite van onze bank is geplaatst (www.abnamro.com)(#) De volledige tekst hiervan (of waar van toepassing een samenvatting) is op de internetsite van onze bank geplaatst (www.abnamro.com)
•2_200960_JR_NED.indd 186•2_200960_JR_NED.indd 186 24-03-2005 11:09:3424-03-2005 11:09:34
187
Overige gegevens
ABN AMRO Holding N.V.
Jhr. mr. A.A. Loudon (68) *
– 2006
voorzitter
Oud-Voorzitter Raad van Bestuur
AKZO Nobel N.V.
Ir. M.C. van Veen (70) *#@ – 2005
vice-voorzitter
Oud-Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke Hoogovens N.V.
Prof. ir. W. Dik (66) #@ – 2005
Oud-Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke KPN N.V., oud-Staats-
secretaris van Economische Zaken
A. Burgmans (58) * – 2006
Voorzitter Raad van Bestuur
Unilever N.V.
D.R.J. Baron de Rothschild (62)
– 2007
Senior partner Rothschild & Cie Banque,
voorzitter Rothschild Group (incl.
NM Rothschild & Sons Ltd.)
Mw. drs. L.S. Groenman (64)
– 2007
Oud-Kroonlid Sociaal-Economische
Raad (SER)
Mw. drs. T.A. Maas-de Brouwer
(58) * – 2008
Hay Group bv
A.C. Martinez (65) # – 2006
Oud-Voorzitter, President en Chief
Executive Officer Sears, Roebuck & Co.
Inc., Chicago
M.V. Pratini de Moraes (65)
– 2007
Oud-Minister van Landbouw in Brazilië
P. Scaroni (58) – 2007
Voorzitter Enel S.p.A., Italië
Lord C.M. Sharman of Redlynch
(62) # – 2007
Oud-Voorzitter KPMG International,
Verenigd Koninkrijk
A.A. Olijslager (61) – 2008
Oud-Voorzitter Concerndirectie
Friesland Coberco Dairy Foods
Holding B.V.
De leeftijd (tussen haakjes) en het jaar
van aftreden, c.q. periodiek aftreden,
zijn vermeld. Een curriculum vitae,
met daarin opgenomen belangrijke
nevenfuncties en nationaliteit, ligt
ten kantore van de vennootschap ter
inzage en staat op onze internetsite
www.abnamro.com.
* Lid van het Nomination &
Compensation Committee.
# Lid van het Audit Committee.
@ Treedt af als lid van de Raad van
Commissarissen per 28 april 2005.
Raad van Commissarissen
Raad van Bestuur
Mr. R.W.J. Groenink (55),
(voorzitter)
Drs. W.G. Jiskoot (54)
Drs. T. de Swaan (59)
Mr. J.Ch.L. Kuiper (57)
C.H.A. Collee (52)
H.Y. Scott-Barrett (46)
Secretaris
Mr. H.W. Nagtglas Versteeg
Raad van Advies
J. Aalberts
President-Directeur
Aalberts Industries N.V.
Drs. ing. M.P. Bakker
Voorzitter Raad van Bestuur en
CEO TPG N.V.
J. Bennink
Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke Numico N.V.
Lic. oec. HSG
S.H.M. Brenninkmeijer
Voorzitter Raad van Bestuur
COFRA Holding AG
Dr. ir. R.J.A. van der Bruggen
Voorzitter Raad van Bestuur Imtech N.V.
G.J. Doornbos
Voorzitter LTO Nederland
Ing. R. van Gelder BA
Voorzitter Raad van Bestuur
Koninklijke Boskalis Westminster N.V.
Drs. P.E. Hamming
Voorzitter Hoofddirectie
Koninklijke Vendex KBB N.V.
Mw. N. McKinstry
Voorzitter Raad van Bestuur
Wolters Kluwer N.V.
Ir. G-J. Kramer
President-Directeur Fugro N.V.
A. Nühn
Voorzitter Raad van Bestuur
Sara Lee DE International B.V.
Mr. H.Th.E.M. Rottinghuis
Voorzitter Directie Pon Holdings B.V.
Drs. P.J.J.M. Swinkels
Voorzitter Raad van Bestuur Bavaria N.V.
Dr. J.A.J. Vink
Voorzitter Raad van Bestuur CSM nv
Drs. L.M. van Wijk
President-Directeur
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij N.V.
Situatie per 17 maart 2005
•2_200960_JR_NED.indd 187•2_200960_JR_NED.indd 187 24-03-2005 11:09:3524-03-2005 11:09:35
188
Overige gegevens
Opleiding1973
Nederlands recht, Universiteit van Leiden
Loopbaan1974 – 1975
Staf medewerker Koninklijke Wessanen nv1975 – 1980
Stafmedewerker / uitgever Nederlandse Dagblad Unie1980 – 1988
Uitgever / directeur Intermediair1983 – 1988
Directeur VNU Business Publications Amsterdam1988 – 1990
Algemeen directeur Admedia B.V.1990 – 1992
Voorzitter VNU Magazine Group1992 – 2000
Lid van de Raad van Bestuur van VNU nv (verantwoordelijk voor uitbreiding van VNU in de VS)2000 –
Voorzitter van de Raad van Bestuur van VNU nv
Nevenfuncties- Lid van de Raad van Commissarissen van
PON Holdings B.V.- Lid van de Raad van Commissarissen van
NPM Capital N.V.
Curriculum vitae mr. R.F. van den Bergh
•2_200960_JR_NED.indd 188•2_200960_JR_NED.indd 188 24-03-2005 11:09:3624-03-2005 11:09:36
189
Overige gegevens
Opleiding1974
Handelsrecht, Universiteit Utrecht1989
Harvard Business School (VS: Postgraduate Course – AMP)
Loopbaan1974 – 1993
Diverse functies bij Unilever N.V.1993 – 1996
Lid van de Raad van Bestuur van Heineken N.V.1996 – 2002
Vice-voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V.2002 –
Voorzitter van de Raad van Bestuur van Heineken N.V.
Nevenfuncties- Lid van de Raad van Commissarissen van
Gtech Holdings Corporation, USA- Lid van de Raad van Commissarissen van
Sara Lee/DE International B.V. - Co-voorzitter van ECR Europe- Lid van de Raad van Toezicht van de
Stichting Het Rijksmuseum- Lid van de Raad van Toezicht van de
Stichting Nationaal Fonds Kunstbezit - Lid van de Board of Advisors van AIESEC
Nederland - Lid van de Raad van Toezicht van
Veerstichting
Curriculum vitae mr. A. Ruys
•2_200960_JR_NED.indd 189•2_200960_JR_NED.indd 189 24-03-2005 11:09:3624-03-2005 11:09:36
190
Overige gegevens
Organisatie ABN AMRO Bank N.V.
Mr. R.W.J. Groenink
(voorzitter)
Drs. W.G. Jiskoot
Drs. T. de Swaan (CFO)
Mr. J.Ch.L. Kuiper
Mr. C.H.A. Collee
H.Y. Scott-Barrett (COO)
Raad van Bestuur
Executive Committee
Mr. J.Ch.H. Kuiper
Mr. C.H.A. Collee
Drs. J.P. Schmittmann
F.C. Barbosa
N.R. Bobins
Mr. A.M. Kloosterman
Mr. J.W. Meeuwis
Mr. J.Ch.H. Kuiper
Nederland
Drs. J.P. Schmittmann
(CEO)
CFO
P.A.M. Loven
COO
J. van Hall
Retail
Drs. C.F.H.H. Vogelzang
Advisory
Drs. P.A.M. de Wilt
Corporate Clients
Mr. W. Reehoorn
Risk Management
Drs. A.H. Rikkers
Human Resources
R.T.J. Charlier
Bouwfonds
Mr. H.J. Rutgers
(voorzitter)
Ir. B. Bleker
Drs. J.G.I.M. Reijrink
Noord-Amerika
N.R. Bobins (CEO)
COO/CIO
M. H. Hammock
CFO and Capital Markets
T.C. Heagy
Mortgage
T.M. Goldstein
Specialty Banking
J.R. Newman
Commercial Banking
L. Richman
Personal Financial Services
D.J. Rudis
Chief Credit Officer
T.J. Bulger
Chief Audit Officer
S.C. Mack
Chief Legal Officer
W.J. Miller Jr.
Mr. C.H.A. Collee
Brazilië
F.C. Barbosa (CEO)
Chief Commercial Officer
Drs. M.F. Kerbert
CFO
P.P. Longuini
COO & Risk Management
J.L. Majolo
Empresas - Clients
J.R.G. Teixeira
Treasury and Empresas -
Products
J.M. Berenguer Neto
Consumer Finance
E.E. Souza
New Growth Markets
Mr. A.M. Kloosterman
(CEO)
CFO/COO
J.A. Mirza
Human Resources
R.J. Heddema
Special Relations
Mr. J. Koopman
Asia / Middle East
R. Sobti
Asia Pacific
G.J. Letendre
Saudi Hollandi Bank
P.P.M. Baltussen
International Diamonds &
Jewelry Group
Mr. D.M. Scalongne
Consumer & Commercial Clients
Mr. R.W.J. Groenink
Drs. W.G. Jiskoot
Drs. T. de Swaan
Mr. J.Ch.L. Kuiper
Mr. C.H.A. Collee
H.Y. Scott-Barrett
N.R. Bobins
Drs. J.P. Schmittmann
F.C. Barbosa
Mr. A.M. Kloosterman
P.S. Overmars
Mw. drs. A.E.J.M. Cook-
Schaapveld
Mr. H.G. Boumeester
Drs. R. Teerlink
Group Business Team
•2_200960_JR_NED.indd 190•2_200960_JR_NED.indd 190 24-03-2005 11:09:3624-03-2005 11:09:36
191
Overige gegevens
Mr. C.H.A. Collee
Mr. A.M. Kloosterman
(CEO)
Global Head Private Clients
Drs. J.G. ter Avest
CFO/COO
J.A. Mirza
Human Resources
R.J. Heddema
R.J. Mom
Special Relations & Senior
Bankers Community
Mr. J. Koopman
Marketing, Products & Sales
Management
P.J. Scholten
Netherlands
Drs. J.V.M. Rijpkema
France
J.L. Milin
Germany
R. von Wedel
Switzerland, Luxembourg,
Middle East & Latin America
Mr. E. Bronkhorst
Growth Markets Europe
P.C.A. Lembrechts
Asia Pacific
B. Janssens
Private Clients
Drs. W.G. Jiskoot
Mr. H.G. Boumeester (CEO)
CFO
A.P. Schouws RA
CIO Fixed Income
P.A. Abberley
CIO Equities
K.N. Smith
Funds & 3rd Party Sales
J.D.F Ide
Institutional Sales
F. Goasguen
Retail Sales
Drs. F.L. Kusse
Private Clients Sales
P.L. Croockewit
North America
R. Campbell
Latin America
L.E.P. Maia
Asia Pacific
N.A. Lindman
Human Resources
Mw. C.M. Baker
Asset Management
Executive Committee
Drs. W.G. Jiskoot
D.A. Cole (COO)
Mw. drs. A.E.J.M. Cook-
Schaapveld
S. Gregg
P.S. Overmars
R. van Paridon
Mw. S.A.C. Russell
N. Turner
S.M. Zavatti
Drs. W.G. Jiskoot
Global Clients
Mw. drs. A.E.J.M. Cook-
Schaapveld (Chairman
Global Clients & Head of
Corporates)
Fixed Income
N. Cameron
Corporate Finance
S. Gregg
COO
Mr. J.A. Pruijs
Equity Capital Markets
J.A. de Ruiter
Vice Chairman
The Hon. N. Turner
Financial Institutions & Public
Sector
S.M. Zavatti
Global Markets
P.S. Overmars (Head of
Global Markets)
Equities
T. Boyce
Fixed Income
N.C. Cameron
Fixed Income Trading
G.R. Bird
Foreign Exchange & Futures
J.K. Nelson
Commercial Banking
G.E. Page
Deputy Head
Dr. J. Sijbrand
COO
M.G.J. de Jong
Human Resources
C. Muller
Services
D.A. Cole (CEO)
Asia Pacific
R.R. Davis
IT
M. Geslak
Business Management
A.M. Graham
Operations
W.G.B. Higgins
Americas
R. Larrabure
EMEA
K.A. Payne
Finance
Mw. S.A.C. Russell
Human Resources, Legal &
Communication
O.S. Strugstad
Wholesale Clients
•2_200960_JR_NED.indd 191•2_200960_JR_NED.indd 191 24-03-2005 11:09:3724-03-2005 11:09:37
192
Overige gegevens
H.Y. Scott-Barrett
Drs. R. Teerlink (CEO)
CFO
Mw. C.M.A. Rainbird
Global Corporate Functions
Drs. J.J. Dekker
ACES
Mw. M. Sanyal
Human Resources
Mw. drs. M. Flint
European Payments Centre
Drs. R.M. Langefeld
CIO
L. Gustavsson
Operations
W.G. Higgins
Group Shared Services
H.Y. Scott-Barrett
Mw. A. Cairns (CEO)
EMEA
E.L. Brewer
Asia
P.Y.C. Chow
LATAM
C.A. Migliore
Brazil
S.A.C. Costantini MBA
Netherlands
Drs. A.M. Mol
North America
vacature
Global Transaction Products
D.A. Cotti
Global Transaction Delivery
E. Glassman
Business Re-engineering
M.R. Hampson
Client Service
A. Singh B.Tech., MBA *
CFO
G.K. Dolman ACA
Risk Management
D.A.M.P. Suetens
Strategic Planning
N. Bashir Ahmad MBA
Communications
Mw. C.A. MacFarlan B.Bus
Human Resources
M. Towson MSc, chartered
FCIPD
* ad interim
Transaction Banking Group
Mr. R.W.J. Groenink
Group Compliance
Mw. drs. C.W. Gorter RA
Group Audit
Dr. P.A.M. Diekman RA
Corporate Development
Mr. drs. J.P. Drost
Drs. T. de Swaan
Group Finance
Drs. M.B.G.M.
Oostendorp
Group Legal
Dr. mr. J.J. Kamp
Group Risk Management
E.J. Mahne
Mr. H. Mulder
K.K. Guha
Economisch Bureau
Drs. R.A.R. van den Bosch
H.Y. Scott-Barrett
Corporate Communications
Drs. R.B. Boon
Investor Relations
Drs. R.P. Bruens
Group Human Resources
Mr. E.H. Kok
European Union Affairs &
Market Infrastructure
Mr. drs. G.B.J. Hartsink
Group Functions
Situatie per 17 maart 2005
•2_200960_JR_NED.indd 192•2_200960_JR_NED.indd 192 24-03-2005 11:09:3724-03-2005 11:09:37
193
Overige gegevens
Europese Ondernemingsraad
Dankzij de goede relatie die met de bestuurder is opgebouwd, was de Europese Ondernemingsraad (European Staff Council / ESC) in staat deel te nemen aan discussies over grensoverschrijdende initiatieven en ontwikkelingen binnen de bank. De vroegtijdige betrokkenheid van de ESC in de planningfase maakte een diepgaande en constructieve dialoog mogelijk en vertaalde zich in een grotere invloed op het eindresultaat. Uitgangspunt voor de ESC is steeds geweest de continuïteit van de organisatie veilig te stellen en de toekomst van medewerkers zo goed mogelijk te waarborgen, met inachtneming van de standpunten en invalshoeken van andere belanghebbenden. Helaas is de ESC niet in staat gebleken levensvatbare alternatieven aan te dragen waarmee gedwongen ontslagen voorkomen konden worden. De ESC heeft wel afspraken met de bestuurder gemaakt, die de werkgelegenheidsvooruit-zichten voor de betrokken medewerkers hebben verbeterd.
Tijdens de zes plenaire zittingen in 2004 (vier in Amsterdam, één in Warschau en één in Zürich) sprak de ESC met lokale medewerkers en gaf zij aan de bestuurder de feedback door die zij van medewerkers uit alle delen van Europa had ontvangen. Deze feedback heeft, waar nodig, tot concrete maatregelen geleid.
Belangrijke onderwerpen die in 2004 aan de orde kwamen, waren:• De inrichting van Group Shared Services• Procurement (inkoop)• De outsourcing van het back-office van Asset Management• Kostenbesparingen bij European Equities• Operationele activiteiten van Global Trade Advisory• De wereldwijde regeling privé-beleggingstransacties van Wholesale Clients• De voorgenomen verkoop van ABN AMRO Trust• Het Strategic Ambition Programme van Wholesale Clients• Het wereldwijde HR-transformatie-programma.
Daarnaast heeft de ESC met de bestuurder in zijn algemeenheid van gedachten gewisseld over de strategie van de bank in een veranderende omgeving. Diverse leden van de Raad van Bestuur, waaronder de voorzitter, hebben aan deze discussie deelgenomen.
De ESC spreekt zijn waardering uit voor de relatie met de bestuurder en de mogelijkheid om feedback te geven en invloed op het besluitvormingsproces uit te oefenen.
Amsterdam, 31 december 2004
Europese Ondernemingsraad
•2_200960_JR_NED.indd 193•2_200960_JR_NED.indd 193 24-03-2005 11:09:3824-03-2005 11:09:38
194
Overige gegevens
Het jaar 2004 was het derde jaar van de cyclus 2002-2005 voor het vertegenwoordigend overleg. Belangrijke onderwerpen die in het afgelopen jaar aan de orde kwamen, waren:
• De verkoop van LeasePlan Corporation• De inrichting van Group Shared Services, met onder meer het European Payments Centre en HR Services• De plannen voor IT Global, IT-infrastructuur en applicatieontwikkeling en -onderhoud• Het wereldwijde HR-transformatie-programma.
Het eindbod bij de CAO-onderhandelingen in 2003 leidde tot een verschil van inzicht over de selectie en matching van personeel bij reorganisaties. Vanuit de Centrale Ondernemingsraad (COR) is mede bemiddeld om te komen tot een oplossing die een goede mix vormt tussen de keuze van de beste medewerker en een afspiegeling op basis van leeftijd en diensttijd.
De COR werd tijdig in kennis gesteld van de voorgenomen benoeming van de heer A.A. Olijslager tot nieuw lid van de Raad van Commissarissen.
De COR vergaderde vijf keer met het verantwoordelijke lid van de Raad van Bestuur. Deze overlegvergaderingen vonden voor het merendeel plaats volgens rooster en werden bijgewoond door een of meer leden van de Raad van Commissarissen, die de gelegenheid kregen om actief deel te nemen. Dit regelmatige contact met leden van de Raad van Commissarissen wordt zeer op prijs gesteld.
Het sourcing-beleid was een belangrijk agendapunt in 2004. Daarnaast ontving de COR enkele advies- c.q. instemmingsaanvragen over diverse andere onderwerpen, waaronder de integratie van Group Audit en Audit Inspection van de BU Nederland tot een nieuwe unit Group Audit en de Aandelenoptieregeling.
In november 2004 was er een speciale bijeenkomst met de meeste Nederlandse
Centrale Ondernemingsraad
leden van de Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur met als thema ‘Van business case naar change case bij grote veranderingsprocessen’. Belangrijke onderwerpen waren offshoring, meer aandacht voor het menselijk gedrag en emotie en de methodiek van luisteren en gehoord worden.
In twee vergaderingen van de COR is de voorzitter van de Raad van Bestuur uitvoerig ingegaan op de jaarcijfers 2003 en de halfjaarcijfers 2004. De voorzitter reageerde op het toekomstgerichte karakter van een groot deel van de gestelde vragen met een openheid die karakteristiek is voor de cultuur binnen de bank.
De COR zal zijn rol blijven spelen bij de verdere ontwikkeling van de bank. Namens alle overlegorganen binnen ABN AMRO spreekt de COR zijn waardering uit voor de sfeer van wederzijds vertrouwen die de relatie met de bestuurder kenmerkt.
Amsterdam, 31 december 2004
Centrale Ondernemingsraad
•2_200960_JR_NED.indd 194•2_200960_JR_NED.indd 194 24-03-2005 11:09:3824-03-2005 11:09:38
195
Overige gegevens
AIRBAdvanced Internal Ratings
Based: het hoogste en meest
gedetailleerde niveau van
berekening van het kredietrisico
voor de bepaling van de
solvabiliteit krachtens Bazel
II (het New Capital Accord)
op basis van het gebruik van
interne modellen om risico te
beoordelen.
AMAAdvanced Management
Approaches: het hoogste en
meest gedetailleerde niveau van
berekening van het operationeel
risico voor de bepaling van de
solvabiliteit krachtens Bazel II
(het New Capital Accord) op basis
het gebruik van interne modellen
om risico te beoordelen.
BasispuntEenhonderdste van één
procentpunt.
Bazel IIHet ‘Bazel II raamwerk’,
opgesteld door het Bazels
Comité voor Bankentoezicht,
dat de nieuwe minimale
kapitaalnormen voor banken
bevat.
Beheerd vermogenHet vermogen, inclusief
beleggingsfondsen en
vermogens van particulieren en
instellingen, dat professioneel
wordt beheerd teneinde een
optimaal beleggingsresultaat te
realiseren.
Bank for International Settlements (BIS)De belangrijkse taken van
deze in 1930 opgerichte en
in Bazel gevestigde instelling
zijn het stimuleren van de
samenwerking tussen centrale
banken en het assisteren in
internationale betalingen. De
BIS geeft tevens aanbevelingen
aan banken en toezichthoudende
instanties op het gebied van
risicobeheer, solvabiliteit en de
informatieverstrekking omtrent
financiële derivaten.
BIS-ratioDe solvabiliteitsratio voor
banken, die het vermogen als
percentage van de naar risico
gewogen activa weergeeft,
conform de definitie van de Bank
for International Settlements
(BIS).
BookrunnerHoofd van een effectensyndicaat
dat de inschrijving, toewijzing
en na-markt regelt voor alle
syndicaatsleden.
Core tier 1 ratioHet kernvermogen van de bank,
exclusief preferente aandelen,
als percentage van de totale naar
risico gewogen activa..
Corporate financeActiviteiten op het gebied
van fusies, overnames,
privatiseringen, adviesdiensten
en emissies.
Credit ratingHet door een rating agency
in een letter/cijfercombinatie
weergegeven oordeel omtrent de
kredietwaardigheid van een land,
bedrijf of instelling.
DerivatenFinanciële instrumenten waarvan
de waarde een afgeleide is
van de prijs van een of meer
onderliggende waarden (valuta,
effecten, indices, etc.).
Economisch kapitaalHet voor de bedrijfsvoering
benodigde kapitaal, met
inachtneming van markt-, krediet-
en operationele risico’s.
Economische waardeDe contante waarde van
toekomstige economische winst.
Economische winstNettowinst na belastingen
verminderd met de naar risico
gewogen kapitaalkosten.
GAAPGenerally Accepted Accounting
Principles: algemeen aanvaarde
verslaggevingsregels.
GoodwillHet verschil tussen de
verkrijgingsprijs van een
deelneming of individuele activa
enerzijds en de reële waarde van
de individuele posten anderzijds.
HedgeBescherming van een financiële
positie door hetzij kort hetzij lang
te gaan, vaak met gebruikmaking
van derivaten.
Verklarende woordenlijst
•2_200960_JR_NED.indd 195•2_200960_JR_NED.indd 195 24-03-2005 11:09:3924-03-2005 11:09:39
196
Overige gegevens
International Financial Reporting Standards (IFRS)Verslaggevingsgrondslagen
(voorheen de International
Accounting Standards) die zijn
opgesteld en aanbevolen door
de International Accounting
Standards Board. De Europese
Unie heeft bepaald dat alle
beursgenoteerde naamloze
vennootschappen in de EU deze
grondslagen vanaf boekjaar 2005
moeten toepassen.
Joint ventureSamenwerkingsverband tussen
twee of meer juridisch los van
elkaar staande bedrijven.
KredietequivalentSom van de vervangingswaarde
(indien de tegenpartij niet aan
zijn verplichtingen kan voldoen)
en het potentiële kredietrisico,
berekend als een percentage
van het nominale bedrag. Het
toepasselijke percentage is
afhankelijk van de aard en de
resterende looptijd van het
contract.
Loss Given DefaultHet verlies dat de bank naar
verwachting zal lijden op een
uitzetting als de tegenpartij in
gebreke blijft.
Managing for Value (MfV)Het instrument dat ABN AMRO
gebruikt voor maximering van
waardecreatie. Op basis van MfV
worden de beschikbare middelen
geallloceerd aan die activiteiten
die op lange termijn de hoogste
economische winst genereren.
Twee relevante begrippen in dit
verband zijn economische winst
en economische waarde.
MarktrisicoRisico samenhangend
met fluctuaties in beurs-
en valutakoersen en/of
rentetarieven.
Mortgage Servicing Right (MSR)Het recht op een inkomsten-
stroom uit woninghypotheken
waar tegenover de verplichting
staat om bepaalde admini stra-
tieve werkzaam heden met
betrekking tot de betreffende
hypotheken te verrichten.
Dergelijke rechten en ver-
plichtingen kunnen van derden
worden overgenomen. Tot de
administratieve taken behoren
het innen van aflossingen, rente
en escrow-betalingen door
kredietnemers, het betalen van
belastingen en verzekerings-
premies ten behoeve van
kredietnemers, het bewaken van
betalings achterstanden, het
regelen van executoriale verkoop
en de verantwoording en
uitvoering van betalingen van
hoofdsom en rente aan de
beleggers. Indien bij de verkoop
van een hypotheek portefeuille
het administratief beheer niet
wordt overgedragen, worden de
MSR’s als een actiefpost op de
balans verantwoord.
Notional amountDe hoofdsom van een
derivatencontract.
Non-performing kredietKrediet waarbij twijfel bestaat of
de klant de verplichtingen jegens
de bank kan nakomen.
Opties (aandelen en valuta)Contractueel recht om
gedurende een bepaalde periode
of op een bepaalde datum een
vastgestelde hoeveelheid van
een bepaalde onderliggende
waarde te kopen (calloptie) c.q.
te verkopen (putoptie) tegen een
tevoren vastgestelde prijs.
Preferent aandeelEen aandeel dat per boekjaar bij
voorrang aan de houder ervan
recht geeft op een vast dividend.
Private bankingRicht zich op de ontwikkeling
en uitvoering van het beleid
ten aanzien van vermogende
relaties en kleine/middelgrote
institutionele beleggers.
RAROCRisk Adjusted Return on
Capital: het naar risico gewogen
rendement afgezet tegen de
BIS-kapitaaleisen. Deze maatstaf
geeft een consistent inzicht
in de winstgevendheid van de
bedrijfsactiviteiten.
RenterisicoDe mate waarin fluctuaties in
de lange en de korte rente een
negatief effect hebben op het
resultaat van de bank.
Richtlijn inzake KapitaaltoereikendheidRichtlijn van de Europese Unie
inzake de invoering van het
nieuwe Bazel II Kapitaalakkoord.
Risico gewogen activaHet totaal van de activa en
buitenbalansposten berekend op
basis van de risicograad van de
individuele posten.
•2_200960_JR_NED.indd 196•2_200960_JR_NED.indd 196 24-03-2005 11:09:4024-03-2005 11:09:40
197
Overige gegevens
ScenarioanalyseMethode voor berekening en
beheersing van onder meer
het renterisico. Op basis van
verschillende scenario’s van
toekomstige wijzigingen in de
marktrente, wordt het rentesaldo
ingeschat.
SecuritisatieHerstructurering van kredieten
in de vorm van verhandelbare
effecten.
SolvabiliteitMaatstaf voor het financiële
weerstandsvermogen van een
onderneming, veelal uitgedrukt
in het eigen vermogen als
percentage van het balanstotaal
of – voor banken – in de BIS-ratio.
Structured financeInternationale activiteit gericht op
de kredietverlening in specifieke
product/markt-combinaties, de
ontwikkeling en marketing van
complexe financiële constructies,
de exportfinanciering van
kapitaalgoederen en de
financiering van grootschalige
projecten.
Tier 1 ratioKernvermogen van de bank
uitgedrukt als percentage van de
naar risico gewogen activa.
Totaal rendement voor aandeelhoudersWijziging van de aandelenkoers
vermeerderd met dividend-
rendement.
TreasuryIs verantwoordelijk voor alle
geldmarkt- en valutaoperaties.
TrustConstructie waarbij vermogen
wordt toevertrouwd aan een
trustee, die dat vermogen
beheert.
Uniform Credit Rating (UCR)Een classificatiesysteem voor
kredietwaardigheid. Het geeft
de kans aan dat een tegenpartij
in gebreke blijft bij de betaling
van rente en/of hoofdsom en/of
andere financiële verplichtingen
jegens de bank.
Value-at-Risk (VaR)De statistische analyse van
historische markttrends en
volatiliteiten teneinde de
waarschijnlijkheid in te schatten
dat de verliezen op een
portefeuille een bepaalde bedrag
zullen overschrijden.
ValutarisicoHet prijsrisico samenhangend
met de wijziging van
wisselkoersen.
Vermogen onder administratieHet totale vermogen van klanten
dat voor beleggingsdoeleinden
wordt beheerd door of in
bewaring is gegeven aan een
financieel dienstverlener,
waaronder tevens begrepen het
vermogen van zakelijke klanten
in het kader van bewaarneming,
correspondent banking en/of
werkkapitaal.
Vermogenswaarde per aandeelWaarde van alle activa van een
bedrijf minus vreemd vermogen,
gedeeld door het aantal
uitstaande aandelen.
VolatiliteitEen statistische maatstaf voor
de mate waarin grootheden
(marktprijzen, rentes) in de tijd
fluctueren.
VoorzieningBalanspost tegenover het
totaal van dubieuze of oninbare
kredieten. Aan deze post wordt
het bedrag van de jaarlijkse
voorziening toegevoegd, terwijl
afgeboekte bedragen (na aftrek
van geïnde bedragen) hierop in
mindering worden gebracht.
Waardeveranderingen van vorderingenBedrag dat ten laste van het
resultaat wordt gebracht om
mogelijke verliezen op dubieuze
of oninbare kredieten af te
dekken.
•2_200960_JR_NED.indd 197•2_200960_JR_NED.indd 197 24-03-2005 11:09:4024-03-2005 11:09:40
198
Overige gegevens
ACES ABN AMRO Central Enterprise Services Private Limited
AIRB Advanced International Ratings Based benadering voor kredietrisico’s
ALCO Asset and Liability Committee
AM Asset Management
AMA Advanced Measurement Approaches benadering voor operationele risico’s
BBP Bruto Binnenlands Product
BCB Bazels Comité voor Bankentoezicht
BIS Bank for International Settlement (Bank voor Internationale Betalingen)
BRL Braziliaanse real
BU Business Unit
C&CC Consumer & Commercial Clients
CAD Capital Adequacy Directive (Richtlijn inzake Kapitaaltoereikendheid)
CAO Collectieve Arbeidsovereenkomst
CEO Chief Executive Officer
CFO Chief Financial Officer
COO Chief Operating Officer
CRO Country Risk Officer
CZK Tsjechische koruna
EGM Emerging Growth Markets
EU Europese Unie
EUR Euro
FIPS Financial Institutions & Public Sector
FTE Full time equivalent (voltijdequivalent)
FX Foreign Exchange (vreemde valuta)
GALM Group Asset and Liability Management
GCF Global Corporate Functions
GF Group Functions
GRC Group Risk Committee
GRM Group Risk Management
GSS Group Shared Services
HR Human Resources
IFRS International Financial Reporting Standards
LGD Loss Given Default
LPC LeasePlan Corporation
MfV Managing for Value
MKB Midden- en kleinbedrijf
MRM Market Risk Management
MSR Mortgage Servicing Right
N&C Committee Nomination & Compensation Committee
ORAP Other Risk Approval Process
PC Private Clients
PFS Personal Financial Services
PM Portfolio Management
PSP Performance Share Plan
Afkortingen
•2_200960_JR_NED.indd 198•2_200960_JR_NED.indd 198 24-03-2005 11:09:4124-03-2005 11:09:41
199
Overige gegevens
RAROC Risk adjusted return on capital
RGA Naar risico gewogen activa
RSA Risk Self-Assessment
SBU Strategische Business Unit
SEVP Senior Executive Vice President
SOXA Sarbanes-Oxley Act 2002
TRS Total return to shareholders (totaal rendement voor aandeelhouders)
UCR Uniform Counterparty Rating
USD US dollar
VaR Value-at-Risk
VGPB Van Gogh Preferred Banking
WCS Wholesale Clients
•2_200960_JR_NED.indd 199•2_200960_JR_NED.indd 199 24-03-2005 11:09:4224-03-2005 11:09:42
•2_200960_JR_NED.indd 200•2_200960_JR_NED.indd 200 24-03-2005 11:09:4224-03-2005 11:09:42
ABN AMRO• is een vooraanstaande internationale bank met een rijke historie dieteruggaat tot 1824• is, gemeten naar kernvermogen, de elfde Europese bank en staat op eentwintigste positie op de wereldranglijst• heeft ruim 3.000 vestigingen in bijna 60 landen en gebiedsdelen en teltwereldwijd ongeveer 97.000 medewerkers (FTE’s). Ultimo 2004 bedroeg hetbalanstotaal EUR 609 miljard• staat genoteerd op onder meer Euronext Amsterdam en de New York Stock Exchange.
Onze concernstrategie berust op vijf pijlers:1. Het creëren van waarde voor onze klanten door hen kwalitatief hoogwaardigefinanciële oplossingen te bieden. Oplossingen die zo goed mogelijk aansluitenbij hun huidige behoeften en hun doelstellingen voor de lange termijn2. Een duidelijke focus op:• particuliere en zakelijke klanten in onze thuismarkten (Nederland, het Midden-Westen van de Verenigde Staten en Brazilië) en in bepaalde groeimarktenwereldwijd• geselecteerde grote ondernemingen, met de nadruk op Europa, alsmedefinanciële instellingen• private banking-klanten3. Ten behoeve van onze klanten een optimaal gebruik maken van onzeproducten en de capaciteiten van onze medewerkers4. Het concernbreed delen van kennis en ervaring en een optimalebedrijfsvoering5. Het stimuleren van groei door de allocatie van kapitaal en talent volgensde principes van Managing for Value, het door ons gehanteerde model voorwaardecreërend management.
Wij streven naar duurzame groei ten behoeve van alle belanghebbenden bijonze bank: klanten, aandeelhouders, medewerkers en de samenleving. Hierbijlaten wij ons leiden door de ABN AMRO Waarden en Business Principles.
Wij voeren onze strategie uit via een aantal (Strategische) Business Units((S)BU’s), die elk voor een specifiek klant- of productsegment verantwoordelijkzijn, terwijl bankbreed kennis en ervaring worden gedeeld, naar mogelijkhedenvoor standaardisatie wordt gezocht en steeds nieuwe oplossingen wordenuitgewerkt om klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden.Deze (S)BU’s zijn:• Consumer & Commercial Clients dat bijna 20 miljoen particuliere klanten enMKB-relaties wereldwijd bedient. ABN AMRO behoort in haar drie thuismarktentot de top in deze segmenten. De Business Unit New Growth Markets richt zichop andere regio’s met een hoog groeipotentieel
• Wholesale Clients dat geïntegreerde corporate en investment bankingoplossingen aanbiedt aan meer dan 10.000 bedrijven, instellingen en overheden in bijna 50 landen• Private Clients dat private banking-diensten aan vermogende particulieren en families verleent. Ultimo 2004 bedroeg het vermogen onder administratie EUR 115 miljard• Asset Management dat een van de grootste vermogensbeheerders ter wereld is en vanuit meer dan 20 locaties wereldwijd een vermogen van EUR 161 miljard (ultimo 2004) beheert ten behoeve van particuliere en institutionele beleggers• Transaction Banking Group dat onze productorganisatie is waarin alle activiteiten worden gebundeld die ABN AMRO wereldwijd ontplooit op het gebied van betalings- en handelsverkeer in zowel de particuliere en private banking-markt als de zakelijke markt.
Om concernbreed onze klanten nog betere producten en diensten te kunnen bieden, hebben wij daarnaast de (S)BU-overschrijdende segmenten Consumer (particulier) en Commercial (zakelijk) gevormd. Deze segmenten hebben tot taak om, in nauwe samenwerking met Asset Management, Transaction Banking Group, Wholesale Clients en andere productafdelingen, onze verschillende klantgroepen wereldwijd kwalitatief hoogwaardige oplossingen te bieden.
Dankzij onze relatiegerichte marktbenadering en unieke combinatie van klantsegmenten, producten en geografische markten hebben wij een sterk concurrentievoordeel onder onze klanten in het middensegment. Wij streven ernaar dit voordeel verder uit te bouwen, hetzij door het klantenbestand in het middensegment uit te breiden, hetzij door onze producten te verbeteren.
Profiel
ABN AMRO Holding N.V.
Gustav Mahlerlaan 10
1082 PP Amsterdam
Correspondentieadres:
Postbus 283
1000 EA Amsterdam
Telefoon:
+ 31 (0)20 628 93 93
+ 31 (0)20 629 91 11
Internet:
www.abnamro.com
ABN AMRO Holding N.V., gevestigd te Amsterdam, Handelsregister K.v.K. Amsterdam,
nr. 33220369.
De bank bestaat uit de ter beurze genoteerde onderneming ABN AMRO Holding N.V.,
die haar bedrijf nagenoeg geheel uitoefent via haar volledige dochteronderneming
ABN AMRO Bank N.V., dan wel via de talrijke dochterondernemingen van ABN AMRO Bank N.V.
Colofon
Ontwerp: Eden Design & Communication, Amsterdam
Redactie: Rick Marsland, White Page Ltd.
Fotografie thema ‘Making more possible’: Edwin Walvisch, Heemstede
Druk: De Bussy Ellerman Harms BV, Amsterdam
Productie: Corporate Communications ABN AMRO
Dit verslag is gedrukt op Biotop3
Jaarverslag 2004ABN AMRO Holding N.V.
Jaarverslag 2004
12.0.3.05
top related