de school als oase v2 - oaseonderwijs · de cijfers over angst1, depressie2, burn-out3, stress4 en...
Post on 21-Jun-2020
10 Views
Preview:
TRANSCRIPT
2
Voor iedereen
die in de werkelijke potentie
van onze menselijke geest gelooft
en om de toekomst van de mensheid
en onze planeet geeft
3
Voorwoord...............................................................................
Hoofdstuk 1 (Ver)ander onderwijs................................................
DEEL I – HET PROBLEEM
Hoofdstuk 2 Onderwijs in onze wereld..........................................
Hoofdstuk 3 Waarom onderwijzen we kinderen?.............................
Hoofdstuk 4 Een verkeerd uitgangspunt met kwalijke
gevolgen................................................................
DEEL II – DE OPLOSSING
Hoofdstuk 5 Gezondheid als leidend principe.................................
Hoofdstuk 6 Vier eerste stappen..................................................
DEEL III – DAN NOG DIT
Hoofdstuk 7 Ja, maar... .............................................................
Hoofdstuk 8 Laatste harde woorden.............................................
Wie durft? ................................................................................
4
6
11
15
20
25
29
38
57
61
4
Dit eBook is het resultaat van vele jaren denken,
observeren, ervaren en reflecteren. Als leerkracht en
pedagoog heb ik veel gezien en meegemaakt wat me
onthulde hoe vreemd en ongezond ons onderwijs eigenlijk
is. Hoeveel onnodige maar ingrijpende problemen we ermee
veroorzaken. Voor individuele mensen (kinderen), maar ook
voor onze wereld als geheel.
Het is ook het product van een sterk gevoel van onvrede.
Van de ervaring me niet echt thuis te voelen in een
maatschappij die om zulke andere waarden lijkt te draaien
dan mijn eigen. Van een sterk gevoel van verzet om deel uit
te moeten maken van een samenleving met zoveel normen
die onzinnig of scheef lijken.
Mijn gevoel en elke vezel in mijn lijf zegt mij dat ons
onderwijs anders moet. En mijn verstand zegt me dat het
ook anders kan. En in dit eBook hoop ik – in grote lijnen –
mijn visie op onderwijs uiteen te zetten.
Ik wil hiermee mensen graag prikkelen om op een andere
manier tegen vanzelfsprekendheden aan te kijken. Uitdagen
om het ‘normale’ eens flink tegen het licht te houden en te
twijfelen aan de geldigheid van waar we mee bezig zijn.
Ik wil niets voorschrijven. Niemand hoeft het eens te zijn
met wat ik in dit eBook schrijf. Het is mijn persoonlijke kijk
op werkelijkheid. Ik hoop alleen dat lezers mijn boodschap
serieus willen overwegen. Dat ze bereid zijn om – in elk
5
geval tijdelijk – de dingen vanuit een ander perspectief te
bekijken. Even mee te gaan in mijn denkwereld.
Het is uitdrukkelijk niet mijn bedoeling om mensen te
kwetsen of op de kast te jagen, maar ik heb mijzelf ook niet
gecensureerd. Ik heb mij niet in bochten gewrongen om elke
mogelijkheid dat ik iemand boos of van streek maak uit te
sluiten, ten koste van mijn visie op de werkelijkheid.
Ik hoop dat mijn verhaal een verandering in gang zet, of
bijdraagt aan de verandering die al gaande is. Een nieuwe
manier van denken en kijken veroorzaakt. Een lont is die het
kruitvat van frustratie en ontevredenheid laat ontploffen in
een beheerste explosie van verstandige opstandigheid. Het
liefst op grote schaal. Ik hoop dat het voor ons als
samenleving van binnenuit onmogelijk wordt om op de oude
voet verder te gaan.
We zitten op een verkeerd spoor met z’n allen en ik ben
ervan overtuigd dat wij mensen het in ons hebben om een
veel prettiger en mooiere wereld te maken. Om een rijk en
betekenisvol leven te hebben. Als we onszelf maar gezond
weten te maken en als we maar op grote schaal gezond
opgroeien en stoppen met een economisch model te dienen.
Een gezond leven en een gezonde wereld is waar we
allemaal naar verlangen en wat we nodig hebben. Voor
minder zouden we het niet moeten doen. En onderwijs
speelt hierin een sleutelrol.
Luuk Kolthof – juli 2018
6
“Education is the most powerful weapon
which you can use to change the world”
Nelson Mandela
7
Onderwijs zou iets totaal anders kunnen zijn dan
het nu is. We zitten helemaal niet vast aan hoe we
het tot nu toe hebben gedaan. Het zal misschien
de nodige tijd en energie kosten om van koers te
veranderen, maar onmogelijk is het geenszins. We
zijn veel inventiever en flexibeler dan we
misschien denken en we moeten de kracht van
onze menselijke geest niet onderschatten.
8
Als we zouden willen en als we de noodzaak ervan tot in
de diepste vezels van ons lijf zouden voelen, zouden we
onderwijs rijk, fantasievol en inspirerend kunnen
maken. De magie van de natuur zichtbaar en voelbaar
de school binnen halen en kinderen veel te
verwonderen geven.
We zouden kinderen kunnen leren de rijkdom en diepte
van hun eigen geest te leren kennen en gebruiken. Hoe
ze open, gevoelig en evenwichtig in deze wereld kunnen
leven.
We hoeven kinderen niet vanaf het eerste moment vol
te stampen met kennis, maar zouden ze ook eerst
kunnen inspireren tot een onderzoekende en
nieuwsgierige levenshouding. We zouden ervoor kunnen
zorgen dat hun geest soepel, speels en spontaan blijft
en niet vastroest in patronen en gewoontes.
We hoeven van leren niet iets lineairs en geforceerds te
maken. Het hoeft geen worsteling of opgave te zijn die
veel vraagt van zowel leerling als leerkracht. We zouden
ruimte kunnen geven voor het natuurlijke leergedrag en
de natuurlijke ritmes van kinderen.
We hoeven kinderen ook helemaal niet te leren op de
gebaande paden te blijven, op zeker te spelen en we
hoeven de kans op falen niet zo klein mogelijk te
maken. We zouden kinderen en onszelf net zo goed
kunnen stimuleren om juist het onbekende op te
zoeken, dingen uit te proberen, speels te werk te gaan
en risico’s te nemen.
9
We hoeven kinderen niet in toom te houden en in te
perken. We zouden ze zoveel mogelijk autonomie en
zeggenschap kunnen geven en ze helpen leren om te
gaan met vrijheid, in plaats van te laten wennen aan
onvrijheid.
We hoeven niet zo vroeg mogelijk te beginnen met
formeel leren. We zouden er ook eerst voor kunnen
zorgen dat kinderen plezier krijgen in school en
gefascineerd raken door de wereld om hen heen. Ze
leren vragen te stellen in plaats van naar het ‘goede’
antwoord te rennen.
We zouden van onderwijs een reis kunnen maken waar
kinderen zich volledig bij betrokken voelen. Iets wat
hen raakt, prikkelt en voedt. Van school een plek
maken die grote waarde en diepe betekenis voor hen
heeft.
We zouden onszelf en kinderen een hoop onnodige
strubbelingen kunnen besparen door MET hun natuur te
werken, in plaats van ertegen te gaan, zoals we nu veel
te vaak doen.
Onderwijs kan veel meer ‘vanzelf’ gaan en veel minder
energie kosten. Het hoeft helemaal niet met veel stress
en druk gepaard te gaan. Lesgeven zou een
ontspannen, bevredigende en dankbare taak moeten
zijn!
10
We hoeven alleen maar een radicale omslag in ons
denken te maken...
11
Deel I
Het probleem
12
“Sadly, it's much easier to create a desert
than a forest.”
James Lovelock
13
Onderwijs vindt plaats in onze wereld. Binnen
onze maatschappij. Dat is misschien een open
deur van heb ik jou daar, maar wel heel belangrijk
om helder bewust van te zijn.
Als we niet expliciet beseffen dat ons onderwijs en onze
wereld intiem met elkaar verweven zijn, dan is het ook
moeilijk om te snappen waar de problemen die ons
onderwijs plagen vandaan komen. Want het
kernprobleem van ons onderwijs begint niet in het
14
onderwijs, maar in onze wereld. Of beter gezegd, in
onze economie
Een flinke mismatch
Onze economie past namelijk helemaal niet zo goed bij
ons. Onze maatschappij – die zo zwaar leunt op haar
economische structuren – sluit eigenlijk barslecht aan
bij hoe wij als mensen in elkaar zitten. Bij wie wij als
mensen zijn. Bij onze behoeften en bij hoe wij werken.
Als je er oog voor krijgt, lijkt het bijna alsof onze wereld
‘ontworpen’ is voor een ander wezen dan de mens.
Door hoogontwikkelde technologie is onze wereld
behoorlijk goed in staat om in onze materiële behoeften
te voorzien – in ons deel van de wereld in elk geval nog
wel – maar als het aankomt op ‘zielsaangelegenheden’
(onze niet-materiële behoeften) leven we niet bepaald
in een rijke, voedende wereld.
Onze wereld – en ons ‘innerlijke wezen’ – wordt meer
en meer geregeerd, beperkt en gecorrumpeerd door
een economisch systeem dat betekenisloze groei,
genadeloze efficiëntie en leeg consumentisme eist en
steeds minder ruimte overlaat voor natuurlijk gedrag,
organische processen, onze biologische ritmes en
ontspanning.
Gezond en evenwichtig leven is geen
vanzelfsprekendheid in onze maatschappij. Onze wereld
staat onder steeds groter wordende druk en wordt
steeds meer gekenmerkt door geniepige vormen van
15
dwang, stress en een houding van forceren. Dat wordt
op meer en meer plekken zichtbaar en voelbaar.
We zitten met z’n allen op een doordenderende trein.
De cijfers over angst1, depressie2, burn-out3, stress4 en
verslaving5 vertellen een heel duidelijk verhaal.
De vervuiling6, vergiftiging en vernietiging7 van natuur
en milieu, de verspilling van grondstoffen in onze
wegwerpcultuur en de groeiende ongelijkheid tussen
arm en rijk8 maken het plaatje af.
We leven niet in een ontspannen en gezonde wereld.
Vanuit een ‘innerlijk’ perspectief gezien is onze wereld
een behoorlijke woestijn. In en voor die woestijn
proberen wij ons onderwijs te geven en daar gaat het
mis...
1 Bijna 20% van de Nederlanders heeft ooit in het leven last gehad van een angststoornis.
Bij kinderen en jeugdigen komen angststoornissen relatief vaak voor. De prevalentie wordt
geschat op 2% tot 6%. (Bron: https://www.angst.nl/angst/epidemiologie) 2 In Nederland krijgt bijna 20 procent van de volwassenen (18-64 jaar) ooit in het leven te
maken met een depressie. In absolute aantallen maken zo’n 546.500 volwassenen per jaar een depressieve episode door. Inclusief jongeren en ouderen hebben naar schatting bijna
800.000 mensen een stemmingsstoornis.
(Bron: https://www.trimbos.nl/themas/depressie/depressie-feiten-en-cijfers/) 3 Ruim 14 procent van de werknemers in Nederland had in 2014 burn-outklachten. In het
onderwijs heeft 1 op de 5 werknemers ermee te maken.
(Bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2015/47/cbs-en-tno-een-op-de-zeven-werknemers-
heeft-burn-outklachten) 4 Ruim de helft van de Nederlanders heeft last van stressgerelateerde lichamelijke klachten
(Bron: https://www.gezondheidsnet.nl/stress-en-burn-out/half-nederland-heeft-lichamelijke-
klachten-door-stress) 5 In totaal zijn er in Nederland 2.000.000 mensen die verslaafd zijn of een middel
misbruiken.
(Bron: https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/hoeveel-mensen-zijn-verslaafd-en-hoeveel-
zijn-er-in-behandeling/) 6 Bron: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/nieuwe-schatting-plastic-in-oceanen/
7 Bijna de helft van de oorspronkelijke bossen op aarde is al verdwenen. Per jaar verdwijnt
bijna 7,9 miljoen hectare natuurlijk bos.
(Bron: https://www.wnf.nl/wat-wnf-doet/themas/bossen/ontbossing.htm) 8 Bron: https://www.volkskrant.nl/economie/kloof-tussen-arm-en-rijk-groeit-snel-in-
nederland~b7c6a917/
16
“It is no measure of health to be well
adjusted to a profoundly sick society”
J. Krishnamurti
17
De problemen die ons onderwijs plagen beginnen
al direct aan de basis en zelfs de meeste
onderwijsvernieuwingen – hoe goed bedoeld en
knap uitgedacht ook – laten deze basis
ongemoeid. We blijven voortbouwen op dezelfde
ondeugdelijke fundering: het huidige WAAROM
van ons onderwijs.
WAAROM we onderwijzen bepaalt HOE we onderwijzen.
HOE we onderwijzen vormt kinderen veel meer dan
18
WAT we onderwijzen. En hoe we kinderen (willen)
vormen zou de belangrijkste vraag moeten zijn van
iedereen die in het onderwijs werkzaam is, want hoe we
kinderen nu vormen, bepaalt hoe onze toekomst eruit
zal zien.
We moeten hier heel kritisch naar kijken en onszelf niet
voor de gek houden met mooi klinkende verhalen. We
vertellen in onze schoolgidsen misschien dat ‘we een
veilig pedagogische klimaat creëren, waarin ieder kind
zichzelf mag en kan zijn’, en dat we ‘kritische burgers’
willen afleveren, maar doen we dat ook daadwerkelijk,
in de dagelijkse praktijk?
Wat we doen zegt namelijk meer over ons waarom –
dat vaak impliciet is – dan wat we zeggen. Actions
speak louder than words, zoals dat in het Engels zo
mooi heet.
Dus, welk verhaal vertellen we kinderen – los van onze
intenties en goede bedoelingen – met de manier waarop
we onderwijzen? Met de structuren waar we ze in
houden?
Wat zeggen onze routines en patronen? Aan welke
regels moeten kinderen zich houden? En hoe zorgen we
ervoor dat ze dat doen? Waar straffen en belonen we ze
voor? Hoe praten we tegen ze? Wat zeggen we tegen
ze? Wat laten we ze de hele dag doen? Wat verbieden
we hen? Wat dragen we hen op? Hoe gedragen we ons
ten opzichte van hen? Hoe stellen we ons ten opzichte
van hen op? Hoeveel vrijheid en zeggenschap geven we
19
ze over zichzelf? In welke mate stemmen we ons
onderwijs af op hoe kinderen in elkaar zitten?
Klaarstomen voor de economie
We laten kinderen grotendeels serieus – zittend achter
een bureautje – theoretisch, droog werk doen. We laten
ze weinig uitproberen of ontdekken en hebben spelen
verbannen naar de pauzes en speciale momenten. We
geven ze weinig autonomie of zeggenschap en bepalen
vrijwel alles voor hen: wat ze doen, wanneer ze dat
doen en hoe ze dat doen.
We leren ze regels en protocollen volgen om tot de
‘juiste’ uitkomsten te komen. Methodes en
leeropbrengsten zijn boven alles verheven. Alles wordt
getoetst en gemeten. De klok en het rooster zijn
leidend.
Daarbij is veel van wat we op scholen doen erop gericht
om zogenaamd ‘positief’ gedrag bij kinderen te trainen
en opstandige en ongehoorzame neigingen zoveel
mogelijk in te dammen of te ontmoedigen.
Hoe vaak zeggen leerkrachten zoiets als ‘Nou moet jij
eens even heel goed naar mij luisteren!9’ En hoe vaak
iets als ‘Nou moet jij je eens even helemaal niks van
mij aantrekken en gewoon doen wat jij denkt dat goed
is!’ Dat dit laatste een grappig beeld oproept, zegt
genoeg.
9 Waarmee we – vrijwel zonder uitzondering – eigenlijk ‘gehoorzamen’ bedoelen.
20
Het heeft er alle schijn van dat we er – bewust of
onbewust – altijd van zijn uitgegaan dat onderwijs dient
om kinderen klaar te stomen voor de economie. Dat het
belangrijk is dat we van kinderen ‘aangepaste’ burgers
maken die passen in – en geld opleveren voor – een
economisch systeem dat is gericht op efficiëntie,
prestatie en groei.
Kinderen moeten geschikt gemaakt worden voor een
kantoorleven, lijkt het wel – klaslokalen zijn vaak net zo
functioneel ingericht als kantoren – en scholen worden
daarom gerund als efficiënte bedrijven.
Iedereen moet netjes in het gelid lopen. Kinderen
moeten gemakkelijk te ‘managen’ gemaakt worden. Te
autonome, intense of afwijkende kinderen worden al
gauw gezien als probleem. Ze zijn lastig of zelfs
vervelend.
Op dit moment werken we vanuit een ontzettend
onverstandig uitgangspunt.
21
“The cause ceasing, the effect ceases also”
Edward Coke
22
Het uitgangspunt dat school dient om van
kinderen aan onze economie aangepaste mensen
moet maken, zet een hele ketting van
onfortuinlijke effecten in gang die uiteindelijk
leiden tot onderwijs dat onnodig veel energie kost
en vermijdbare hoeveelheden druk en stress
oplevert. Onderwijs bovendien dat het ongezonde
van onze wereld in stand houdt.
23
Het ‘bedrijfsmodel’ dat we voor ons onderwijs hanteren
zorgt er namelijk voor dat we starre, lineaire,
onnatuurlijke structuren opzetten die vooral zijn gericht
op efficiëntie en meetbare opbrengsten.
Deze structuren sluiten bijzonder slecht aan bij hoe
kinderen – of eigenlijk mensen in het algemeen – in
elkaar zitten. Bij de ‘complete’ mens. Wij zijn speelse,
organische, veranderlijke wezens. Naast een ratio
hebben we ook intuïtie en creativiteit. We leren niet
alleen theoretisch, maar ook praktisch en actief.
Onderzoekend en uitproberend. Met al onze zintuigen
en onze emoties.
De manier waarop we ons onderwijs inrichten –
gebaseerd op het uitgangspunt dat kinderen moeten
worden klaargestoomd voor de economie – maakt
school dus niet bijster aantrekkelijk voor kinderen. Ze
staan er onder druk, ervaren stress, worden gehaast en
moeten veel van hun natuurlijke gedrag een groot deel
van de dag onderdrukken. Wat de nodige spanningen
oplevert. Spanningen die vooral zichtbaar worden in
‘vrije’ situaties.
Scholen zijn hierdoor geen rijke, inspirerende plekken
waar kinderen het liefst van alles zijn. Als ze mogen
kiezen zijn ze er – uitzonderingen daargelaten – liever
niet. Ze worden er veel te snel uit hun ‘magische’ en
speelse belevingswereld gehaald en de serieuze, saaie,
‘echte’ wereld in gesleurd.
24
Dit betekent dat we – om hen er toch door heen te
slepen – gebruik moeten maken van allerlei vormen van
dwang, autoriteit, straf. Of dat we ze op verschillende
manieren moeten ‘verleiden’ om mee te werken. Door
prestaties en gehoorzaam gedrag te belonen. Vanzelf
gaat het in elk geval allerminst. Zoals (beginnende)
leerkrachten maar al te vaak merken.
Deze dwang is een enorme aanslag op de autonomie
van kinderen. Het is ook niet bevorderlijk voor hun
gevoeligheid en zet een gezonde relatie tussen leerling
en leerkracht op spanning. Om nog maar te zwijgen van
wat het doet met het zelfbeeld van kinderen en hun
ideeën over het leven.
Verzet, conflict en strijd zijn geen toevallige
bijkomstigheden, maar logische, onvermijdelijke en
terechte(!) gevolgen van de manier waarop we
onderwijs bedrijven.
Onderwijs vanuit ons huidige uitgangspunt moet wel
een hoop stress en bakken vol energie kosten. Efficiënt
werken is uiteindelijk helemaal niet efficiënt.
25
Deel II
De oplossing
26
“Individuality is only possible if it unfolds
from wholeness”
David Bohm
27
De oplossing is heel eenvoudig, hoewel dat niet
betekent dat het ook gemakkelijk is: We hoeven
‘alleen maar’ een nieuw en compleet ander
uitgangspunt te kiezen van waaruit we ons
onderwijs opbouwen. Een leidend principe dat
niet de hiervoor beschreven problemen creëert.
Wat zou er gebeuren als we als uitgangspunt zouden
nemen dat onderwijs ervoor moet zorgen dat kinderen
zo gezond, evenwichtig en gevoelig mogelijke mensen
worden en blijven? Als we zouden zeggen: Onderwijs
moet kinderen niet klaarstomen voor de wereld, maar
er tegenwicht aan bieden? Als we ons uiterste best
28
zouden doen om de heelheid van kinderen te
beschermen en dit tot onze voornaamste
verantwoordelijkheid zouden verheffen?
Hoe zou ons onderwijs eruit zien als we met z’n allen
zouden zeggen dat onderwijs kinderen in de eerste
plaats het gevoel moet geven dat ze door scholing
steeds meer in staat zijn HUN leven – het is van
NIEMAND anders – vorm te geven naar eigen wensen
en behoefte? En dat onderwijs hen ook moet helpen
deze wensen en behoeften te leren kennen.
Hoe enorm veel waarde en betekenis zou onderwijs dan
wel niet krijgen voor kinderen? Hoe betrokken zouden
ze er wel niet bij raken? Hoe graag zouden ze er wel
niet aan willen bijdragen? En hoeveel
doorzettingsvermogen zouden ze wel niet hebben als
iets even moeilijk of saai is? Hoeveel energie zouden ze
wel niet hebben voor school?
Dat zou toch alles op z’n kop zetten? Onderwijs gaat
dan immers om hen. Ze voelen dan aan alles dat school
in HUN belang is. En om wie anders zou het moeten
gaan?
De vraag is: Hoe zouden we onderwijs dan opbouwen?
Dat is zoektocht die OASEonderwijs in gang wil zetten
en die begint dus bij het fundament van onderwijs.
29
Een andere bril
Als vanuit dit andere uitgangspunt naar ons onderwijs
kijken, dan zetten we eigenlijk een andere bril op. We
zien dan een onderwijssysteem dat er schokkend
incompetent en behoorlijk grimmig uitziet. Een systeem
waarin leerkrachten keihard moeten werken en dat veel
stress en frustratie veroorzaakt, maar dat weinig voor
kinderen ‘doet’, geen diepe betekenis heeft en voor
niemand echt aantrekkelijk is of waardevol voelt.
Het is niet gemakkelijk om onze oude bril af te zetten
en een nieuwe op te zetten. We zijn namelijk zwaar
geconditioneerd door dezelfde maatschappij, door
dezelfde (onderwijs)systemen als die waarin we
werken. We zijn er van jongs af aan zo in
ondergedompeld dat we het als iets compleet normaals
en vanzelfsprekends zijn gaan zien.
Maar als we in termen van gezondheid en autonomie
gaan denken en kijken, dan zullen we in ons onderwijs
dingen gaan zien die ons eerst niet opvielen. Dan
kunnen we aan een fundamentele verandering
beginnen.
Deze nieuwe zienswijze vormt de absolute kern van
OASEonderwijs.
30
“Education is a progressive discovery of
our own ignorance”
Will Durant
31
Hoe onderwijs er precies moet komen uit te zien
om aan de eis van gezondheid te voldoen valt niet
te zeggen. Het is ook niet van bovenaf op te
leggen. Elk team, elke school, elke leerling-
populatie is anders. Bovendien zal het
veranderingsproces zelf weer nieuwe inzichten
opleveren. Iedere school, elke leerkracht zal eigen
oplossingen moeten zoeken.
32
Over hoe we een bevrijdende koersverandering in gang
kunnen zetten, valt echter wel iets te zeggen. We
kunnen namelijk een aantal stappen zetten die weinig
tijd hoeven te kosten, omdat het vooral om een omslag
in denken en kijken gaat.
Deze stappen zijn:
1. De ongezondheid van ons huidige onderwijs en
onze wereld (h)erkennen KIEZEN voor gezondheid
2. Stoppen met volgzaam zijn, maar opstandig
worden
3. Beseffen dat een kind geen enkele verplichting
heeft aan school of de wereld, maar
leerkrachten/scholen wel een
verantwoordelijkheid hebben voor het kind
4. Van school een lerende en onderzoekende
organisatie maken
1. De ongezondheid van ons huidige onderwijs en
onze wereld (h)erkennen en KIEZEN voor
gezondheid
Dit is de allerbelangrijkste stap en – zoals gezegd – de
kern van OASEonderwijs.
Een koersverandering zal een hoop tijd en energie
kosten en zal gepaard gaan met moeilijke periodes,
tegenslagen en frustraties. Het zal een enorme klus
zijn.
Daarvoor moeten we over sterke, diepverankerde
drijfveren beschikken. De verandering kan niet gezien
33
worden als zomaar een interessant project om
onderwijs leuker te maken of hier en daar aan te
passen, maar moet als een noodzaak gevoeld worden.
Als het besef dat onderwijs anders moet niet echt diep
aanwezig is – als de urgentie niet sterk gevoeld wordt –
dan kun je er beter niet aan beginnen en is het
verstandiger om op de oude voet verder te gaan. Dat
bespaart een hoop onnodige onrust.
Als die noodzaak wel tot in de tenen gevoeld wordt, dan
zijn we klaar om te veranderen. Waar een wil is,
ontstaat een weg.
2. Stoppen met volgzaam zijn, maar opstandig
worden
Een nieuw uitgangspunt met een compleet andere
manier van werken gaat in tegen allerlei ingesleten
patronen, tradities, verwachtingen, conventies en
normen. Ook – of misschien zelfs vooral! – tegen onze
eigen ingesleten patronen, tradities, verwachtingen,
conventies en normen. En misschien zelfs – als het
nodig is – tegen regels, eisen en voorschriften.
Om toch een koersverandering in gang te zetten – en
dus tegen de stroom in te gaan – zullen we sterk in
onze schoenen moeten staan. We zullen een rebelse,
opstandige houding moeten aannemen.
De meeste mensen zijn echter gevormd door het
systeem dat ons behoorlijk gehoorzaam en
conformistisch heeft gemaakt. Misschien zijn we zelfs
34
gaan geloven dat opstandigheid een onvolwassen,
puberale eigenschap is.
Maar niets is minder waar! Volgzaam zijn en braaf doen
wat er van je verwacht wordt is juist onvolwassen en
kinderlijk.
Als je echt volwassen bent, volg je je eigen – goed
doordachte – pad. Je neemt de volle
verantwoordelijkheid voor wat je doet. Je staat op
tegen wat in jouw ogen niet goed is. Je gaat liever op je
bek en word liever neergesabeld in een poging het
juiste te doen, dan dat je slaagt en goedkeuring krijgt
voor het verkeerde.
Een opstandige houding is misschien wel het grootste
struikelblok voor echte veranderingen in het onderwijs.
Veel mensen in het onderwijs zijn namelijk zorgzame
types. Dat betekent dat zij in hoge mate ‘agreeable’
zijn. Voor vrouwen – die in overgrote meerderheid zijn
in het primair onderwijs - geldt dit nog sterker.10
Agreeableness is een zeer nuttige, misschien zelfs
noodzakelijke eigenschap als je met kinderen werkt,
maar er zit ook een nadeel aan: Het zorgt ervoor dat
mensen niet zo gemakkelijk conflict aangaan of tegen
de stroom in zwemmen. Agreeable mensen houden niet
10
Agreeableness comprises traits relating to altruism, such as empathy and kindness.
Agreeableness involves the tendency toward cooperation, maintenance of social harmony,
and consideration of the concerns of others (as opposed to exploitation or victimization of
others). Women consistently score higher than men on Agreeableness and related measures,
such as tender-mindedness.
(bron: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3149680/)
35
van tegenstand en willen absoluut niet als ‘lastig’ gezien
worden.
Wie de stap naar fundamenteel ander onderwijs wil
zetten, zal dus bereid moeten zijn enige meegaandheid
aan de kant te schuiven en plezier moeten leren krijgen
in opstandigheid. En de angst om niet in de pas te lopen
moeten overwinnen.
Als we niet bereid of in staat zijn om conflicten aan te
gaan, kunnen we beter niet aan het proces beginnen.
Een sterk gevoelde urgentie – zoals beschreven bij stap
1 – is echter goede brandstof voor de noodzakelijke
rebelsheid. Een rebelsheid die bovendien kan groeien
tijdens het proces.
3. Beseffen dat een kind geen enkele verplichting
heeft aan school of de wereld, maar
leerkrachten/scholen wel verantwoordelijkheid
hebben voor het kind
Zolang we – bewust of onbewust – geloven dat een kind
iets verplicht is aan school, geloven we ook dat we het
recht hebben om macht over hem of haar uit te
oefenen, te dwingen en te straffen. Alles wat we doen
en zeggen zal een reflectie zijn van dit geloof en onze
systemen zullen erdoor gevormd worden. Hoe goed
onze intenties of bedoelingen verder ook zijn.
Met zo’n geloof kunnen we onmogelijk een werkelijk
gezonde school opbouwen, want we zullen dan niet
maximaal gevoelig kunnen zijn voor de behoeften en de
aard van kinderen en allerlei vormen van dwang blijven
36
gebruiken. Daarom is het besef dat kinderen geen
verplichtingen aan school hebben zo’n belangrijke stap
die de boel flink op scherp zet.
Echt beseffen wil zeggen dat je het in het diepst van we
wezen voelen. Dat het net zo waar en vanzelfsprekend
voor ons is als het feit dat je van regen nat wordt. Dat
we net zoveel weerzin voelen tegen het idee (dat
kinderen iets verplicht zijn aan school) als tegen het
idee van bijvoorbeeld slavernij.
Dan kunnen we namelijk niet meer op de oude manier
verder werken. Kinderen dwingen en verplichten roept
dan een sterke weerstand of zelfs weerzin in ons op. En
dan moeten we wel op zoek naar alternatieven.
4. Van school een lerende en onderzoekende
organisatie maken
Het is nu eenmaal zo dat we onderwijs tot nu toe niet
vanuit gezondheid als uitgangspunt hebben opgebouwd.
Scholen werken volgens het oude principe en
leerkrachten zijn opgeleid voor – en gewend geraakt
aan – de ‘oude’ manier van werken.
Ook is er geen kant en klaar werkplan dat we kunnen
gebruiken. Er is niet echt een sjabloon of blauwdruk
voorhanden. En er zijn nauwelijks voorbeelden om te
volgen. We gaan onbekend terrein in.
Dit vraagt een onderzoekende en lerende houding. Een
aftastende, uitproberende manier van werken en een
bereidheid om fouten te maken en verkeerde afslagen
37
te nemen. We moeten een bepaalde mate van
onzekerheid kunnen tolereren – wat lastig kan zijn,
aangezien het huidige onderwijssysteem onzekerheid
juist zoveel mogelijk heeft geprobeerd uit te bannen.
Ook vraagt het een vermogen om ons oordeel tijdelijk
op te schorten. We moeten niet meteen positieve
veranderingen verwachten. Tegenslagen, (tijdelijke)
toename in onrust of werkdruk of tegenvallende
resultaten willen niet zeggen dat we op de verkeerde
weg zitten.
Alleen een school die een lerende organisatie is, met
een team dat ontzettend graag met en van elkaar wil
leren en elkaar op blinde vlekken kan wijzen, kan met
succes een koersverandering richting gezondheid in
gang zetten.
Een school die leeropbrengsten durft los te laten en
volledig gaat focussen op het leren zelf, met het
vertrouwen dat dit zijn vruchten zal afwerpen.
Leerkrachten die bereid zijn te twijfelen aan wat ze
denken te weten, die durven te kijken naar hun eigen
overtuigingen en leerlingen als hun leermeesters
kunnen zien, die kunnen het avontuur aan en –
misschien nog belangrijker – zullen er plezier aan
beleven en grote voldoening uit halen.
38
Deel III
Dan nog dit
39
“Nothing will ever be attempted if all
possible objections must first be
overcome”
Samuel Johnson
40
Deze gids biedt natuurlijk geen kant-en-klare
oplossingen voor alle problemen die je kunt
tegenkomen als je een veranderingsproces in
gaat. Er zijn vele bezwaren tegen te bedenken.
Degene die – hopelijk – weggenomen kunnen
worden, worden hier gepresenteerd en
beantwoord.
֍
41
Je beschrijft allemaal zaken die veel meer bij de
opvoeding dan bij onderwijs horen. Ouders hebben toch
de primaire verantwoordelijkheid voor de behoeften en
gezondheid van kinderen? Onderwijs moet geen
substituut voor opvoeding worden. Ouders hebben de
verantwoordelijkheid over de opvoeding, scholen over
onderwijs.
Ouders hebben uiteraard de primaire en grootste
verantwoordelijkheid over hun kind. Zij hebben hen op
de wereld gezet, dus het is aan hen om er zo goed
mogelijk voor te zorgen.
Maar bestaat er werkelijk zo’n harde scheiding tussen
onderwijs en opvoeding? Zijn zij niet deel van dezelfde
beweging? Kunnen we ze los zien? Vormt onderwijs
kinderen niet net zo goed als opvoeding dat doet? Kan
onderwijs zonder duidelijk opvoedkundig aspect
überhaupt bestaan?
Iedereen die met kinderen te maken heeft, die een
(grote) invloed heeft op hun ontwikkeling heeft de
verantwoordelijkheid om hier zorgvuldig mee om te
gaan. Iedereen die een bijdrage levert aan de vorming
van kinderen zou goed moeten nadenken over de
invloed die hij of zij heeft. Iedereen die een belangrijke
rol speelt in het leven van een kind is in feite een
opvoeder. We dragen allemaal de verantwoordelijkheid
voor de gezondheid van de maatschappij.
42
Het klinkt een beetje alsof je onderwijs vooral tot iets
leuks en moeiteloos wilt maken. Maar je hebt toch ook
doorzettingsvermogen nodig? Je moet toch leren
omgaan met tegenslag? Het leven is niet alleen maar
leuk.
Het leven is inderdaad niet alleen maar leuk. En
onderwijs hoeft helemaal niet leuk te zijn. Onderwijs
moet betekenisvol zijn. Het moet zin en waarde hebben
voor kinderen.
Als iets zin heeft voor ons, hoeven we ons niet – of veel
minder – te forceren. We zijn dan veel beter in staat om
met tegenslag om te gaan. Om door te zetten als het
moeilijk is. Zo leren we de aard van doorzetten echt
kennen. Op een natuurlijke manier.
Als iets geen betekenis voor ons heeft en het is even
moeilijk, dan zijn we snel geneigd om op te geven. En
als opgeven geen optie is – omdat er van alle kanten
druk op ons wordt gelegd – dan gaan we ons op allerlei
manieren onder ons werk uit te komen. We worden dan
erg creatief in vermijdend gedrag. Is dat wat we willen?
En als we ons niet kunnen of durven te onttrekken aan
het werk dat we ‘moeten’ doen, dan leren we onszelf
wel te forceren. We raken afgedwaald bij ons eigen
gevoel van waarde en zin. We stompen onszelf af. Is
dat een houding die we kinderen graag willen aanleren?
Kinderen willen leren. Heel simpel. En als je werkelijk
iets wilt leren, omdat het betekenis voor je heeft, dan
43
kom je genoeg obstakels, hindernissen, tegenslagen en
moeilijkheden tegen op je pad. Het vraagt meer dan
voldoende doorzettingsvermogen en creatieve
oplossingen om je iets eigen te maken. Zelfs als het
‘leuk’ is. Daarvoor hoeven we school niet expres tot een
worsteling te maken door er iets saais en
oninspirerends van te maken.
En als school als geheel veel betekenis heeft voor
kinderen, dan zijn die paar onderdelen die niet zoveel
betekenis hebben – zoals bijvoorbeeld
werkwoordvervoegingen – niet zo’n groot probleem.
Dan heeft onderwijs genoeg waarde om daar even
overheen te stappen. Het zijn dan molshopen, in plaats
van bergen.
Het lijkt er een beetje op dat je onderwijs de schuld
geeft van alle problemen in de wereld. Dat is toch
onzin?
Het is niet interessant om in termen van schuld te
praten. Het punt is dat onderwijs een oplossing kan
bieden voor de problemen in de wereld. Dat legt een
hoop verantwoordelijkheid – en niet schuld – in de
schoot van onderwijs.
Als we die verantwoordelijkheid niet oppakken en niets
doen om de koers van de wereld te wijzigen – of die
koerst juist handhaven en bestendigen – dan maken we
ons wél schuldig aan de problemen.
44
Daarbij moet ook gezegd worden dat onderwijs niet
alleen de verantwoordelijkheid is van degenen die erin
werkzaam zijn. Iedereen is er verantwoordelijk voor.
Het is in ieders belang dat ons onderwijs verandert. We
worden er allemaal door beïnvloed. We zijn er allemaal
door gevormd. We zijn allemaal deel van de
maatschappij.
Dit is allemaal leuk en aardig, maar
onderwijsvernieuwingen zijn al zo vaak geprobeerd! Er
verandert misschien hier en daar wel iets, maar het is
nog nooit gelukt om het in de kern te veranderen, zoals
je hier betoogt.
Het is inderdaad al vaak geprobeerd. Denkers uit het
verleden zeiden al soortgelijke dingen. Soms lees je
ideeën van honderden jaren geleden die onmiddellijk
toepasbaar zijn op het heden. En het heeft tot nu toe
inderdaad weinig verschil gemaakt. Maar betekent dit
dat we moeten stoppen met proberen? Dat we het maar
moeten opgeven?
Voordat de gebroeders Wright hun eerste succesvolle
poging om te vliegen ondernamen hadden ze vele
malen gefaald. En zij niet alleen. Velen probeerden het,
maar slaagden niet. Charles Goodyear probeerde vele
dingen uit om rubber bruikbaar te krijgen voor banden.
Zonder resultaat. Totdat hij ontdekte dat het met
zwavel wél werkte. Thomas Edison probeerde allerlei
materialen uit als gloeidraad en liet zich niet
ontmoedigen door de tegenvallende resultaten.
45
Soms is de tijd gewoon niet rijp voor nieuwe ideeën.
Misschien is de tijd nu wel rijp voor grote veranderingen
in het onderwijs. Misschien is de onvrede inmiddels
groot genoeg. Of is de urgentie duidelijk genoeg.
Misschien ook niet, we weten het niet, maar dat is geen
reden om het niet te proberen. Als we het intelligent en
verstandig aanpakken, hebben we weinig te verliezen.
Je doet net alsof alles aan het onderwijs en de wereld
slecht is. Er gaat toch ook een hoop goed? Waarom zo’n
negatieve houding? Bereiken we niet veel meer met een
positieve instelling?
Natuurlijk is niet alles slecht of verkeerd aan het
onderwijs of aan de wereld. Maar dat geldt ook voor
bijvoorbeeld een jeugdbende. Die biedt
verschoppelingen een soort familie, structuur,
veiligheid. Ze leren er nieuwe vaardigheden. Lid zijn
van zo’n bende geeft hun leven zin. Maar is een
jeugdbende daarmee in zijn totaliteit iets goeds?
Er gaat een hoop goed in het onderwijs en leerkrachten
doen hun uiterste best, maar we zitten op een verkeerd
spoor. Een spoor waarop het heel lastig is om het goede
te laten bloeien en uit te breiden. We werken onszelf
tegen in onze goede bedoelingen, doordat het systeem
die goede bedoelingen tegenwerkt.
En ook in de wereld gaat een hoop goed. Er zijn vele
mensen die zich dagelijks inzetten voor een betere
46
wereld. Maar het (economische) systeem waar we in
zitten richt een hoop schade aan. En dat maakt dat ‘het
goede’ doen vechten tegen de bierkaai wordt.
Daarbij is het negatieve zien, benoemen en erkennen
niet hetzelfde als het hebben van een negatieve
houding. Dat zou het zijn, als we er de conclusie ‘het
heeft geen zin om hier iets mee te doen, want het lukt
toch niet’ aan vast zouden knopen. Maar we kunnen
juist wel iets doen.
Een positieve instelling alleen is niet genoeg om ons in
beweging te krijgen. Een al te positieve houding kan
ons zelfs verhinderen om in actie te komen. Omdat we
dan de neiging kunnen hebben om het negatieve te
negeren of er een positieve draai aan te geven, uit
angst dat het onze positiviteit aantast. Een positieve
kijk op de dingen kan heel goed uit angst voortkomen.
We hebben naast vertrouwen ook een sterk gevoel van
onvrede en urgentie nodig om genoeg energie los te
maken om werkelijk veranderingen in gang te zetten.
Frustratie en ontevredenheid kunnen een krachtige
brandstof zijn, als we ze goed gebruiken.
Er zijn al zoveel van dit soort initiatieven. Waarom
hebben we er nog één nodig?
Waarom hebben we meer dan één soort tandpasta?
Waarom bestaat er niet maar één boek? Eén film? Eén
huisdier? Mensen verschillen nu eenmaal in hun
47
voorkeuren en smaak. Wat de één aanspreekt, spreekt
de ander niet aan. Wat de één inspirerend vindt, zegt
de ander helemaal niets. Hoe meer aanbod er op dit
gebied is, hoe groter de kans is dat mensen zich door
één ervan aangesproken voelt. Dat er iets bij zit voor
iedereen.
Diversiteit is daarbij een groot goed. Het maakt ons
sterk en flexibel. De verschillen in aanpak bieden
kansen om te reflecteren en kritisch te zijn naar onszelf.
De verschillende initiatieven kunnen elkaar aanvullen of
prikkelen om scherper na te denken of de krachten te
bundelen.
Misschien bloedt een groot deel van dit soort
initiatieven dood. Misschien dit initiatief ook wel. Maar
dat is niet erg. Als er voldoende en gevarieerd aanbod
is, dan is de kans dat een aantal het overleeft en groot
wordt veel waarschijnlijker.
Al dat gepraat over vrijheid en autonomie is leuk, maar
de maatschappij draait nu eenmaal op mensen die ‘in
het gareel lopen’ , zich aanpassen en hun werk doen.
Als iedereen maar gewoon doet waar ‘ie zin in heeft,
omdat ‘ie dat op school heeft geleerd, dan wordt het
een zootje!
Kinderen leren te doen waar ze ‘zin in hebben’ is
helemaal niet het doel van het onderwijs dat hier
betoogd wordt. Het gaat erom dat leren echte, diepe
48
betekenis krijgt en dat onderwijs bijdraagt aan de
gezondheid van kinderen en de mensheid.
Het gaat erom dat je kinderen leert onderscheid te
maken tussen wat nodig en nuttig is en wat niet
onnodig en nuttig is. Dat je ze leert zinnige prioriteiten
te stellen. En op basis daarvan vrij te zijn om te kiezen
of je ergens je tijd en energie aan wil besteden. Dat
betekent ook dat je je verlangens – je ‘zin’ – niet een te
groot gewicht geeft, als die geen hoge prioriteit hebben.
Als iedereen vanuit betekenis en gezonde prioriteiten
zijn werk zou doen, dan zou de maatschappij
waarschijnlijk prima functioneren. Met vrijheid en
autonomie. Misschien zelfs wel beter dan nu, omdat we
onze energie minder zouden verspillen aan onnodige
zaken.
Er is ook een groot verschil tussen je kunnen aanpassen
en aangepast zijn. Als je geleerd hebt om een flexibele
en nuchtere houding te hebben, dan kun je je prima
aanpassen in situaties dat het nodig is. Maar je kunt
ook tegen de stroom in gaan als dat nodig is.
Als je aangepast bent dan heb je nauwelijks een keuze.
Dan pas je je onbewust aan aan wat ‘normaal’ is in je
omgeving. Je kleurt mee zonder dat je het door hebt. Je
zult niet snel tegen de stroom in gaan. Ook niet als dat
nodig is. Je loopt mee met de kudde, ook al loopt die
kudde richting een afgrond.
49
We hebben mensen nodig die mee kunnen lopen, maar
ook met hetzelfde gemak uit de meute kunnen stappen.
En dat bereiken we niet door kinderen van jongs af aan
te leren zich te conformeren en gehoorzaam te zijn.
Het is natuurlijk goed om iets te proberen om de wereld
gezonder te maken, maar de realiteit is dat het de
meeste mensen koud laat, omdat ze bijvoorbeeld al
genoeg aan hun hoofd hebben. De kans van slagen is
dus niet erg groot.
Dat de kans van slagen niet heel groot is, is geen reden
om het niet te proberen. Rosa Parks dacht
waarschijnlijk ook niet dat haar weigering om haar
plaats in de bus af te staan uiteindelijk tot de
afschaffing van de rassenwetten in de VS zou leiden.
Toch gebeurde dat.
De meeste mensen zijn misschien inderdaad
onverschillig over de zaken die in dit eBook worden
beschreven, of zijn er in elk geval niet heel
gepassioneerd over. Misschien hebben veel mensen
inderdaad al genoeg aan hun hoofd.
Maar misschien is het ook helemaal niet nodig dat
iedereen hier wildenthousiast van wordt. Misschien is
het genoeg als er voldoende ‘leidende’, invloedrijke
figuren op de juiste plekken zitten. Mensen die kunnen
inspireren en motiveren.
50
Het grootste deel van de mensen loopt graag mee met
de rest. Dat is nu eenmaal zo. Daar zit verder geen
waardeoordeel in. Dat kun je als een probleem zien,
maar je kunt er ook gebruik van maken. Het betekent
namelijk ook dat zodra er een beweging op gang komt,
de ‘volgers’ uiteindelijk ook wel meelopen.
Zo hoeven er dus geen enorme massa’s in één keer op
de been te worden gebracht, maar slechts een ‘klein’
vooroplopend clubje. Die vormen het eerste kleine
sneeuwballetje dat naar benedenrolt en langzaam aan
een lawine vormt.
Je hebt het regelmatig over de mensheid als geheel of
over de hele wereld. Nederland is maar een klein
landje. Hoeveel impact kunnen wij nou hebben op de
toekomst?
Als je naar de geschiedenis kijkt, dan heeft ons kleine
landje vaak een vrij grote invloed gehad. Lang niet
altijd een onverdeeld positieve invloed, maar het toont
wel aan dat de grootte van een land niet zo belangrijk is
voor de invloed die je hebt.
Een virus is ook extreem klein vergeleken met ons lijf
en toch weet het ons van tijd tot tijd op de knieën te
krijgen. Als het maar genoeg cellen weet te infecteren.
En zo werkt het ook met ideeën. Als je waarde schept
met wat je doet, dan zullen anderen je vanzelf volgen.
Als je genoeg anderen ‘besmet’ met je ideeën en als die
51
ideeën van voldoende kwaliteit zijn, dan kun je een
impact hebben.
Bovendien leven wij in één van de welvarendste,
veiligste en stabielste landen in de wereld. Dat geeft
ons de mogelijkheid en daarmee de plicht om nieuwe
wegen te zoeken en een voorbeeldrol te vervullen. En
zelfs als het geen effect heeft op grotere schaal, dan is
er hier in elk geval meer gezondheid.
Werken zonder straf en beloning? Dus als het ene kind
het ander pest of slaat, dan mag ik er niets van
zeggen? Het zal dan een lekker zootje worden!
Natuurlijk mag je daar wel iets van zeggen. Sterker
nog, je moet daar iets van zeggen. Je moet je in dat
geval een sterke leider tonen en de veiligheid bewaken.
Je emoties en je lichaamstaal inzetten om duidelijk te
maken dat er een grens is overschreden.
Je kunt en moet daarmee het ongewenste gedrag
stoppen. Maar daarna is het de kunst om direct de
behoeften van zowel de dader als het slachtoffer in het
oog te houden en niet alleen die van het slachtoffer.
Geen korte termijn beslissingen nemen, maar juist aan
de lange termijn denken.
Je richten op het uitbreiden van de sociale
vaardigheden en het empathisch vermogen van de
dader. Door zelf empathisch te zijn. Door zelf geen
macht uit te oefenen over een ander. Door zelf niet een
52
ander een rotgevoel of een gevoel van machteloosheid
te geven. Door een voorbeeld te zijn. De meeste
kinderen – zolang ze niet te beschadigd zijn – zullen
hier op langere termijn veel beter op reageren dan op
straf.
Natuurlijk kan het zijn dat je te maken hebt met
uitzonderlijk beschadigde kinderen en/of met kinderen
met heel geringe gewetensontwikkeling. Als bij hen
alleen straf werkt, dan zul je wel moeten straffen.
Maar laten we dat dan vooral zien als laatste redmiddel
en het bewust gebruiken om de veiligheid voor andere
kinderen te garanderen, zonder ons te laten leiden door
onze eigen beschadigingen, onze irritatie, stress of
afkeer en zonder er op de automatische piloot op terug
te grijpen.
Gaan kinderen niet alleen maar doen wat ze leuk vinden
als je ze autonomie geeft? Als ze alles zelf mogen
kiezen, waarom zouden ze dan nog voor moeilijke
dingen kiezen? En hoe krijg je ze dan zover dat ze
saaiere dingen ook leren, wat toch nodig is?
Het is van groot belang om in de gaten te houden dat er
een gigantisch verschil bestaat tussen daadwerkelijke
autonomie en gevoelde of ervaren autonomie. Een kind
hoeft niet compleet autonoom te zijn, maar zou zich wel
zoveel mogelijk autonoom moeten voelen.
53
De werkelijke mate van autonomie moet meegroeien
met de mogelijkheden van het kind. Hoe meer een kind
van zichzelf en van de wereld snapt, hoe meer overzicht
het heeft, hoe meer echte autonomie je kunt geven.
Een peuter laat je kiezen tussen twee truien, een
veertienjarige zoekt zijn eigen kleding uit.
Het is dus niet wenselijk om een kind helemaal vrij te
laten en van jongs af aan zijn eigen leerproces vorm te
laten geven. Dat kan een kind nog helemaal niet op een
verantwoorde manier. Een kind heeft geen behoefte aan
absolute vrijheid, dat is beangstigend, als je nog niet de
kennis en vaardigheden hebt om ermee om te gaan.
Vergelijk het met water. Hartstikke leuk en relatief
veilig voor een peuter als het gaat om een badje met
een laagje van twintig centimeter. Extreem
beangstigend en gevaarlijk als het de eindeloze oceaan
is. In het badje voelt de peuter zich veilig en daarmee
vrij – of autonoom – om de mogelijkheden ervan te
verkennen.
Grenzen vormen daarmee – misschien wat contra-
intuïtief – een belangrijke voorwaarde om een optimaal
gevoel van autonomie te geven. Binnen goed gestelde –
bij het kind passende – grenzen, voelt een kind zich
vrijer dan in totale vrijheid.
Daarbij vormt het leren van de wat saaiere dingen
waarschijnlijk niet zo’n probleem als een kind eenmaal
de ervaring heeft dat leren plezierig is en school echt
iets toevoegt aan zijn leven. De minder interessante
54
aspecten van formeel leren zijn niet zo’n obstakel als
het een paar molshopen zijn in een veld van avontuur.
Als je als school ook bewezen hebt dat je het beste met
een kind voor hebt en een toevoeging bent – in plaats
van iets wat vooral forceert en afneemt – dan zullen ze
ook veel gemakkelijker geloven en accepteren dat de
saaie dingen ook nodig zijn en veel meer bereid zijn ze
te doen.
Je zegt dat je wilt onderwijzen voor een nieuwe,
gezondere wereld. Maar die wereld hebben we nu niet
en misschien over dertig jaar nog niet. Hoe kunnen de
kinderen die ‘anders gevormd’ zijn dan aarden in een
ongezonde wereld?
Het onderwijzen voor een nieuwe, gezondere wereld is
niet zo zeer een kwestie van ‘anders’ vormen als wel
van completer, evenwichtiger of ‘heler’ vormen. Het is
voor een gezond iemand niet onmogelijk om in een
ongezonde wereld te leven, maar voor een aangepast
iemand wel om gezond te leven.
Het is in een ongezonde wereld moeilijker om gezond te
zijn dan om ongezond te zijn. Het vraagt meer van je.
Als je kinderen leert om gezond te zijn, moet je ze dus
een groter pakket aan vaardigheden leren dan ze nodig
hebben om ongezond –aangepast aan een ongezonde
wereld – te leven.
55
Iemand die jarenlang vele technieken op de gitaar heeft
geleerd kan wel een punknummer meespelen, maar
iemand die zichzelf alleen punk heeft leren spelen geen
menuet van Bach kan spelen.
Waarom zeg je dat de wereld ongezond is? Zo zwart-wit
is dat toch helemaal niet? Dat laten de cijfers die je
aanhaalt ook zien. Als bijvoorbeeld twee miljoen
mensen verslaafd zijn, dan zijn nog altijd 15 miljoen
mensen niet verslaafd, toch?
Gezondheid is inderdaad een kwestie van gradatie. Het
is de vraag waar je de grens legt. En daarbij moet je
ook rekening houden met de trend. De richting die de
‘getallen’ op gaan. Veel ongezonde zaken in onze
wereld vertonen een stijgende lijn. De ontwikkeling
ervan gaat soms ook steeds sneller.
Dus wanneer zeg je dat iets ongezond is? Als er een
bepaald kritiek niveau is bereikt? Een toestand waarvan
herstel bijna onmogelijk of in elk geval heel moeilijk
wordt? Of voorkom je dat dit kritieke niveau bereikt
wordt?
Stel dat een dokter zegt dat je nergens zorgen over
hoeft te maken, dat je gezond bent en dat behandeling
niet nodig is omdat slechts tien procent van je longen is
aangetast door tuberculose. Is dat een goede,
verantwoordelijke arts? Zou je die uitslag als patiënt als
een opluchting ervaren?
56
Zouden we niet op dezelfde manier naar onze wereld
moeten kijken? Oppassen dat we ons uitsluitend op het
positieve focussen en een te optimistische blik hebben?
Je bent wel erg negatief over school. Er wordt toch al
van alles gedaan om het beter te maken? Bijvoorbeeld
het werken met weektaken, zodat kinderen zelf kunnen
bepalen wanneer ze welke taak doen. Daar reageren
kinderen vaak heel goed op!
Het is prijzenswaardig dat er dingen ondernomen
worden, aangezien dat de nodige energie kost. Maar
veranderen zulke maatregelen het onderwijs in de kern?
Maken we onderwijs er echt gezond mee? Of is het
meer alsof je mondkapjes geeft tegen schadelijke stof,
in plaats van dat je de lucht schoonmaakt?
Dat kinderen goed reageren op dit soort ‘verbeteringen’
zegt misschien veel meer over de ‘uitgehongerde’
toestand van kinderen dan over de verbetering. Over de
enorme behoefte aan autonomie bijvoorbeeld.
Iemand die wekenlang alleen maar oud, droog brood
krijgt te eten is superblij als hij op een dag voortaan
een verse boterham met een plakje kaas krijgt. Maar is
zijn eetpatroon daarmee gezond te noemen? Heeft hij
nu een rijk diëet?
Dit soort lapmiddelen – ook al komen ze uit een goed
hart – zijn meer zoethoudertjes die ervoor zorgen dat
het ongezonde systeem gewoon kan doordraaien. Het
57
zijn reddingsboeien die zorgen dat de drenkeling niet
verdrinkt, maar hij is er nog niet mee uit het water. Ze
komen niet voort uit een fundamenteel andere manier
van denken en veranderen niets fundamenteels aan hoe
we kinderen vormen.
58
“Growth is painful. Change is painful. But,
nothing is as painful as staying stuck
where you do not belong.”
N. R. Narayana Murthy
59
Moegestreden leerkrachten die hun
oorspronkelijke motivatie om les te geven naar de
achtergrond zien verdwijnen. Onrustige leerlingen
die constant in het gareel gehouden en
aangejaagd moeten worden. Het is geen zeldzaam
beeld in onderwijsland. Lesgeven is lang niet
altijd het ontspannen dankbare beroep dat het
zou kunnen zijn.
60
Dat kunnen we natuurlijk – lekker makkelijk – op het
bordje van de ouders gooien: ZIJ voeden hun kinderen
niet meer goed op, geven niet genoeg grenzen en
maken verwende prinsjes en prinsesjes van hun kroost.
Ook kunnen we het neerleggen bij de wildgroei aan
kinderen met één of andere diagnose. Of de schuld
geven aan de overheid die ons opzadelt met de
onmogelijke opdracht van passend onderwijs. Allemaal
in zekere mate waar.
Maar we kunnen ook de hand in eigen boezem steken
en eens kritisch kijken naar waar we nou helemaal mee
bezig zijn, zoals we in dit eBook hebben gedaan. Naar
hoe dom we onderwijs eigenlijk benaderen en hoeveel
onnodige problemen we er zelf in inbouwen. En naar
hoe braaf en slaafs we eigenlijk meedoen aan een
onzinnig systeem waar niemand echt bij gebaat is.
Omdat het ‘nu eenmaal zo gaat’.
We vinden zoveel rare dingen compleet vanzelfsprekend
en nemen allerlei onzin aan alsof het de normaalste
zaak van de wereld is. We lijken er vanuit te gaan dat
onderwijs kinderen moet klaarstomen voor de
maatschappij. Dat is een absurd uitgangspunt en DAAR
beginnen de problemen.
Want welk kind – dat goed bij z’n hoofd is – laat zich
nou zonder slag of stoot in een onnodig beperkende mal
geperst worden? Welk kind is er nou gemotiveerd om
deel te gaan uit maken van een star, onspeels systeem,
dat een ongezonde nadruk legt op efficiëntie en
prestaties?
61
Verwachten we nou serieus dat kinderen gewillig
meewerken met onderwijs dat zo’n druk op hen legt,
altijd haast heeft, hen op allerlei manieren dwingt en
forceert en hun vrijheid en zeggenschap ernstig
inperkt? En welk kind wordt er nou graag constant in de
gaten gehouden, beoordeeld en gecorrigeerd, in zowel
prestaties als in zijn gedrag?
Een gemiddelde volwassene zou om minder een
zenuwinzinking krijgen! Geen wonder dat onderwijs
zoveel energie kost! Het zou ons totaal niet moeten
verbazen dat de burn-outcijfers onder leerkrachten zo
hoog zijn! Eerder dat ‘slechts’ één op de vijf met burn-
outverschijnselen rondloopt...
Hoe aantrekkelijk is onderwijs nou helemaal, als je het
bekijkt door de ogen van een kind? Waarom houden we
ons huidige onderwijssysteem in stand, alsof het de
enige mogelijke of enige juiste manier van werken is?
Waarom worden de onvrede en frustratie die op vele
scholen bijna tastbaar aanwezig is onder leerkrachten
zo weinig omgezet in opstandige actie, in plaats van in
stress, geklaag en passief verzet, terwijl we
ondertussen gewoon braaf in het gareel blijven lopen?
Ja, dat ZIJN kritische vragen en daar ZIT een hard
oordeel in. Maar zachte heelmeesters maken stinkende
wonden. Als we echte verbetering willen – gezond
ontspannen onderwijs en een evenwichtige wereld
bevolkt door kleurrijke mensen met een levendige,
actieve geest – dan zullen we door de zure appel
62
moeten heen bijten en behoorlijk wat bittere pillen
moeten slikken. Het alternatief is dat we blijven
doormodderen zoals we nu doen, tot het ECHT niet
meer gaat.
Blijven we in de woestijn, of maken we van school
een OASE? De keuze is aan ons...
63
OASEonderwijs is een niet-commercieel initiatief, dat nu
nog in de kinderschoenen staat. Het is de bedoeling dat
het gaat groeien en daar kunnen we jouw hulp goed bij
gebruiken. We zijn daarom op zoek naar mensen die:
de OASEFilosofie helpen verspreiden
promotiemateriaal kunnen maken
het concept helpen uitbreiden en concreter maken
die bijeenkomsten helpen organiseren
het initiatief juridisch en financieel volwassen
helpen maken.
Kijk voor meer details over wat je voor OASEonderwijs
zou kunnen betekenen op oaseonderwijs.nl/sluit-je-
aan/.
Verder worden vragen, opmerkingen, feedback en
opbouwende kritiek naar aanleiding van dit eBook erg
op prijs gesteld, dus schroom niet om contact op te
nemen!
Contactgegevens
We zijn telefonisch te bereiken op 06 23349429 of per
e-mail via info@oaseonderwijs.nl
Kijk voor meer informatie en achtergrondartikelen op
oaseonderwijs.nl.
Wie weet tot ziens!
64
top related