20170409, 19.00 noordwolde zingt naar .. pasen
TRANSCRIPT
Welkom
Noordwolde zingt naar …. Pasen Organist Johannes de Vries
mmv kornettisten
VDD Opw 392 Mijn Jezus
Mijn Jezus, ik hou van U (Opw 392) t. & m. A. Gordon; v. E. Zuiderveld-Nieman
Mijn Jezus, ik hou van U (Opw 392) t. & m. A. Gordon; v. E. Zuiderveld-Nieman
Mijn Jezus, ik hou van U (Opw 392) t. & m. A. Gordon; v. E. Zuiderveld-Nieman
Mijn Jezus, ik hou van U (Opw 392) t. & m. A. Gordon; v. E. Zuiderveld-Nieman
Welkom
Noordwolde zingt naar …. Pasen Organist Johannes de Vries
mmv kornettisten
Zingen lofliederenELB 357 – 1, 3, 5JdH 205 – 1, 3, 4
Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357)
t. H. Hasper; m. L. van Beethoven
Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357)
t. H. Hasper; m. L. van Beethoven
Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357)
t. H. Hasper; m. L. van Beethoven
Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357)
t. H. Hasper; m. L. van Beethoven
Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357)
t. H. Hasper; m. L. van Beethoven
Vreugde, vreugde, louter vreugde (EL 357)
t. H. Hasper; m. L. van Beethoven
Zingen lofliederenJdH 205 – 1, 3, 4
1 Rijst op, rijst op voor Jezus,
gij helden van het kruis! Verhoogt Zijn krijgsbanieren
te midden van 't gedruis. Door strijd tot d'overwinning
leidt Jezus keer op keer, tot ied're vijand valle
voor Zijne voeten neer.
3 Rijst op, rijst op voor Jezus, steun op Zijn kracht alleen: uw eigen arm is macht'loos,
hoe groot uw kracht ook scheen. Doet aan Gods wapenrusting en waakt en bidt en strijdt; roept plicht u in gevaren, gehoorzaamt t' allen tijd
4 Rijst op, rijst op voor Jezus, de strijd is kort van duur; na al het krijgsgekletter
komt 't overwinningsuur. Aan hen, die overwinnen,
geeft Hij de zegekroon; zij zullen met Hem heersen voor eeuwig in Zijn troon.
Gebedaansluitend Opw 464
Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)
t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)
t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)
t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)
t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)
t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
Wees stil voor het aangezicht van God (EL 241)
t. & m. D.J. Evans; v. P. van Essen
ELB 185 – 1, 2, 4Leer mij
Leer mij uw weg (EL 185)
t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey
Leer mij uw weg (EL 185)
t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey
Leer mij uw weg (EL 185)
t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey
Leer mij uw weg (EL 185)
t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey
Leer mij uw weg (EL 185)
t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey
Leer mij uw weg (EL 185)
t. J. de Heer; m. B. Mans / C. Ramsey
Gods wereld
Marcus 12 : 13 – 34 NBV13 Ze stuurden enkele farizeeën en
herodianen naar Jezus toe om Hem een ongeoorloofde uitspraak te ontlokken. 14 Toen ze bij Jezus gekomen waren, zeiden ze tegen Hem: ‘Meester, we
weten dat U oprecht bent en dat U zich aan niemand iets gelegen laat liggen.
U kijkt niemand naar de ogen, maar geeft in alle oprechtheid onderricht over de weg van God. Is het toegestaan belasting te
betalen aan de keizer of niet? Moeten we betalen of niet?’ 15 Maar omdat Hij hun
huichelarij doorzag, antwoordde Hij: ‘Waarom stelt u Mij op de proef? Laat Mij eens een geldstuk zien.’ 16 Ze gaven Hem een munt en Hij vroeg hun: ‘Van wie is dit
een afbeelding en van wie is het opschrift?’ ‘Van de keizer,’ antwoordden ze.
17 Toen zei Jezus tegen hen: ‘Geef wat van de keizer is aan de keizer, en geef aan God wat God toebehoort.’ En ze
waren met stomheid geslagen.18 Er kwamen enkele sadduceeën naar Jezus toe; volgens de sadduceeën is er
geen opstanding uit de dood. Ze vroegen Hem: 19 ‘Meester, Mozes
heeft ons het volgende voorgeschreven:
“Als iemand sterft en een vrouw achterlaat, maar geen kinderen, moet zijn broer die vrouw bij zich nemen en
nakomelingen verwekken voor zijn broer.” 20 Er waren eens zeven broers.
De eerste nam een vrouw en stierf zonder nakomelingen; 21 de tweede nam haar tot vrouw, maar stierf ook
zonder nakomelingen; en met de derde ging het net zo.
22 Geen van de zeven kreeg nakomelingen. Het laatst van allen stierf de vrouw. 23 Wiens
vrouw zal ze dan zijn bij de opstanding, wanneer ze opstaan uit de dood? Alle zeven zijn ze immers met haar getrouwd geweest.’ 24 Jezus antwoordde: ‘Dwaalt u niet? U kent
blijkbaar de Schriften niet en evenmin de macht van God. 25 Want wanneer de mensen
uit de dood opstaan, trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze
als engelen in de hemel.
26 Wat betreft de opwekking van de doden, hebt u in het boek van Mozes in het gedeelte over de doornstruik
niet gelezen dat God tegen hem zei: “Ik ben de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob”? 27 Hij is
geen God van doden, maar van levenden; u dwaalt vreselijk!’
28 Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze
discussieerden, en gemerkt had dat Hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle
geboden het belangrijkste gebod?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God,
is de enige Heer;
30 heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw
kracht.” 31 Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er
zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ 32 De schriftgeleerde zei tegen Hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt
is waar;
hij alleen is God en er is geen andere god dan hij, 33 en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht
en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent
veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ 34 Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei
tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’
En niemand durfde Hem nog een vraag te stellen.
Gods wereldDe conflictgesprekken tussen Jezus en de
leiders gaan nog even door. Over het betalen van belasting, over de opstanding
van de doden, en over wat van alle geboden het belangrijkste gebod is. Jezus discussieert met verschillende groepen Joden, zoals de
farizeeën en de sadduceeën.
Allemaal hebben ze hun eigen ideeën over de verhouding van religie en politiek, hun eigen theologische
opvattingen, en hun eigen interpretaties van de Joodse wet.
Belangrijker dan de verschillen tussen deze groepen …….. en in de gemeente, is wat Jezus met zijn antwoorden laat zien van het koninkrijk van God. Geef
de wereldlijke macht wat haar toebehoort, en geef God wat van God
is. Geloof in God als een God van levenden, ook na de dood.
En weet dat God liefhebben én je naaste als jezelf het allerbelangrijkste is. Jezus legt er zijn tegenstanders het
zwijgen mee op.
Welke van deze drie antwoorden van Jezus brengt voor jou het koninkrijk
van God het meest tot leven? En dan?
Opw 268 Hij kwam bij ons ….
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Hij kwam bij ons heel gewoon (Opw 268) t. & m. G. Kendrick; E. & R. Zuiderveld-Nieman
Opw 400Liefde was het …
Liefde was het onuitputt’lijk (EL 119) t. L. v.d. Broek; m. T.J. Williams
Liefde was het onuitputt’lijk (EL 119) t. L. v.d. Broek; m. T.J. Williams
Liefde was het onuitputt’lijk (EL 119) t. L. v.d. Broek; m. T.J. Williams
Liefde was het onuitputt’lijk (EL 119) t. L. v.d. Broek; m. T.J. Williams
Op het scherpst van de snedenaar Marcus 12 : 38 - 44
38 Tijdens Zijn onderricht zei Jezus: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag
in dure gewaden rondlopen en eerbiedig begroet willen worden op het marktplein, 39 en een ereplaats willen in de synagogen en bij feestmaaltijden:
40 ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn
lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’
41 Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek hoe de mensen er geld in
wierpen. Veel rijken gooiden veel geld in de kist. 42 Er kwam ook een arme
weduwe, die er twee muntjes in gooide, ter waarde van niet meer dan
een quadrans. 43 Hij riep zijn leerlingen bij zich en zei tegen hen:
‘Ik verzeker jullie: deze arme weduwe heeft meer in de offerkist gedaan dan
alle anderen die er geld in hebben gegooid; 44 want die hebben gegeven van hun overvloed, maar zij heeft van
haar armoede alles gegeven wat ze had, haar hele levensonderhoud.’
Op het scherpst van de snede
Bij zijn onderwijs in de tempel is Jezus even raadselachtig als duidelijk. De mensen luisteren graag naar Hem.
Voelen ze aan hoe hHij spreekt vanuit de Joodse heilige boeken (Psalm 110:1,
Jesaja 10:2), maar tegelijk iets brengt dat radicaal nieuw is? Jezus raakt aan hun verlangen naar het koninkrijk van God.
In de tijd van de Bijbel was een weduwe heel kwetsbaar. Ze had geen man om in haar levensonderhoud te voorzien. Volgens de Joodse wet had ze recht op een deel van de oogst die
de mensen aan de tempel gaven (Deuteronomium 14:28-29). Maar in dit verhaal is het andersom: de weduwe geeft juist alles wat ze heeft aan de
tempel.
Al het geld waarvan ze moet leven. Het is veel meer dan de rijken hebben
gegeven van het geld dat ze overhadden. Het maakt haar een
voorbeeld voor de mensen die Jezus onderwijst.
Waarom zou deze vrouw alles wat ze heeft geven?
Geef jij God iets wat echt belangrijk voor je is,
wat voor jou echt iets op het spel zet?bv TIJD? Er zijn vele taken in de
gemeente.
ZG 146 O Lam dat lijdt
O lam dat lijdt en duldt en draagt (ZGz 146) t. A.F. Troost; m. E. Miller
O lam dat lijdt en duldt en draagt (ZGz 146) t. A.F. Troost; m. E. Miller
Vrouwen
Mannen
O lam dat lijdt en duldt en draagt (ZGz 146) t. A.F. Troost; m. E. Miller
G 189 – 1, 2, 3, 4Mijn Verlosser
Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis (LvdK 189)
t. A. van den Berg; m. C.F. Witt
Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis (LvdK 189)
t. A. van den Berg; m. C.F. Witt
Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis (LvdK 189)
t. A. van den Berg; m. C.F. Witt
Mijn verlosser hangt aan ‘t kruis (LvdK 189)
t. A. van den Berg; m. C.F. Witt
G 174 – 1, 2, 3Ik wil mij ….
1Ik wil mij gaan vertroosten
in Jesu lijden groot.Al heeft 't gestaan ten boosten,
het mocht nog worden goed.Al om mijn zondig levenben ik met druk bevaân.Dat wil ik gaan begeven.
o Jesu, zie mij aan!
2Mijn zuchten en mijn kermen
zie aan, genadig God!Eilaas, wil mijns ontfermen,
al heb ik uw gebodversmaad te meen'ger ure,
ik wil mij beetren gaan.Dit doet mijn herte treuren:
o Jesu, zie mij aan!
3De tijd heb ik verloren,
die Gij mij hebt verleend.Naar U wild' ik niet horen,
in zonden was 'k versteend.Zeer traag ben ik tot deugden,
al heb ik goed vermaan.Oorsprong der eeuwge vreugden,
o Jesu, zie mij aan!
Dankgebed,aansluiten Onze Vader opw 436
Onze Vader in de hemel,heilig is uw naam.
Laat uw koninkrijk spoedig komen.Laat uw wil worden gedaan.
In de hemel,zo ook hier op aard'.
2x
Want van U is het koninkrijk,de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.Want van U is het koninkrijk,de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.
Onze Vader in de hemel,geef ons daaglijks brood.
En vergeef ons onze schulden,gelijk ook wij dat doen.
Hen vergeven die ons iets schuldig zijn.
Want van U is het koninkrijk,de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.Want van U is het koninkrijk,de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.
En leidt ons niet in verzoeking,maar verlos ons van het kwaad.
Want van U is het koninkrijk,de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.Want van U is het koninkrijk,de kracht en de heerlijkheid,
tot in eeuwigheid.
Amen. Amen.
collecte 1ste Radiokerkdiensten2de eigen gemeente
Slotliederen: Joh. de Heer 399 NLB 425 (Zegenlied)
1 Middelpunt van ons verlangen, Trooster van 't ontrust gemoed,
Jezus, onze dankb're zangen loven Uwe liefdegloed.
Gij woudt van de hemel dalen op deez' diep bedorven aard
en voor ons de schuld betalen, die ons bang gemoed bezwaart.
2 Liefde, Gij moest spottaal horen, die U drong door merg en been. Ja, Gij droegt Uws Vaders toren,
Gij voor allen, Gij alleen. Welk een beker moest Gij drinken
op het aak'lig Golgotha! Daar liet G' U aan 't kruishout klinken,
daar aanbidden w' Uw genâ!
3 Liefd in U is al ons leven;
Gij, Gij zijt ons hoogste goed. Ja, Uw kruis heeft ons gegeven, wat ons eeuwig juichen doet.
O, hoe zijn w aan U verbonden, Jezus, Redder, 's Vaders Zoon!
Onze harten onze monden, juichen dankbaar tot Uw troon!
Slotliederen: NLB 425 (Zegenlied)
Vervuld van uw zegen (LB 425)
t. R. Zuiderveld; m. traditional Wales
Vervuld van uw zegen (LB 425)
t. R. Zuiderveld; m. traditional Wales
Een gezegende week.