1955 - nummer 13 - oktober 1955

19
\ ROSTRA ECONOM I C! IN Dil NUMMER: Voor wle de klok luldt .... ... .. . Welkom . . . ................. ...... ...... .. ... .. ... . Losse flodders .. .... ..... .. ....... .. .... .. .. ..... . . Een nleuw accent In de bedrljfseconomle ..... . ..... . Economlsche wetenschappen aan Amerik. Unlversltelten Het Nederlands Studlecentrum voor Doelmatlge Bedrljfsleldlng .. ... .. ...... ..... ... . ..... . . Aigemene Vergadering S.E.F.-Ieden De Excursie 1955 ... . . . . Economle In 16 tekenlngen .. . ... . Mej. Dra E. Llmperg ........ . Boekbespreklng lraglek der Marktvormers II . Redactloneel .. . .. .. ......... . Lljst van geslaagden pag. " " " " " 2 2 3 3 6 8 9 10 11 14 15 15 16 4e JAARGANG NUMMER 13 OCTOBER 1955

Upload: faculty-association-sefa

Post on 30-Mar-2016

257 views

Category:

Documents


0 download

DESCRIPTION

6 8 9 10 11 14 15 15 16 IN Dil NUMMER: pag. " " 2 2 3 3 " " " v. d. K uij & Sinnerna Aanmeldingsadres: Utrech tsestraat 132 Tel. 45079 en 716175 Tentamen en Praktijkexamen De Academische Boekwinkel P. H. VERMEULEN GRIMBURGWAL 13 t.o. 't Binnengasthuis Amsterdam-C. Telefoon 48312-41674 Opleiding en repetitie voor MAANDBLAD VAN DE STUDIEVERENIGING DER ECONOMISCHE FACULTEIT V AN DE UNIVERSITEIT V AN AMSTERDAM - OCTOBER 1955 Redactie: Redactie-adres: . - V~~r wie de klok luidt: AlT).sterdam-Z . .. ~ ...,

TRANSCRIPT

Page 1: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

\

ROSTRA ECONOM IC!

IN Dil NUMMER:

Voor wle de klok luldt .... . . . .. . Welkom . . . ................. . . . . . . ...... .. ... .. ... . Losse flodders . . .... ..... .. ....... .. .... .. . . ..... . . Een nleuw accent In de bedrljfseconomle ..... . ..... . Economlsche wetenschappen aan Amerik. Unlversltelten Het Nederlands Studlecentrum voor Doelmatlge

Bedrljfsleldlng .. ... .. ...... . . . . . ... . ..... . . Aigemene Vergadering v~n S.E.F.-Ieden De Excursie 1955 ... . . . . Economle In 16 tekenlngen .. . ... . Mej. Dra E. Llmperg ........ . Boekbespreklng lraglek der Marktvormers II . Redactloneel .. . .. .. ......... . Lljst van geslaagden

pag.

" "

"

"

"

2 2

3 3

6 8 9

10 11

14 15

15 16

4e JAARGANG NUMMER 13 OCTOBER 1955

Page 2: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

GRATIS

V ERKR IJG BAAR

DE N I EUW E BOEKENLIJST

VOOR ECONOMIE

De A ca d em ische Boe kw inkel P. H. VERMEU LEN

GRIMBURGWAL 13 t.o. 't Binnengasthuis Amsterdam-C. T elefoon 48312-41 674

B OE K :HO -U DE N Opleiding en repetitie voor

Tentamen en Praktij kexamen

v . d. K uij & Sinnerna

Aanmeldingsadres: Utrech tsestraat 132

Tel. 45079 en 716175

Page 3: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

..., .

RO 5T RA -

E C'O 'N 0 M I CA MAANDBLAD VAN DE STUDIEVERENIGING DER ECONOMISCHE FACULTEIT

V AN DE UNIVERSITEIT V AN AMSTERDAM

Redactie: Redactie-adres: OCTOBER 1955 R. J. van Bemmelen Roerstraat'54hs, A'dam-Z. F. A. Maljers Tel. 72.81.28

VIERDE JAARGANG Mej. A. H. Dudt Administratie-adres: ~ B. Sarphati Koninginneweg 152 NR.13 J. N. Spruit .. ~ AlT).sterdam-Z .

V~~r wie de klok luidt :

P. A. M . . v. PHILIPS , Redacties v'an studentenbladen behu­ren tot de laatste oligarchische ' ele­menten in onze samenleving, die ook in deze tija no'g zonder murmureren , worden getolereerd, In plaats van op te staan teg€n het gruwelijj< nE1po­tisme, waarvan deze redactiecoUeg~s

aan elkaar hangen, accepteert de le­zerskudde integendeel met een zekere tevreden berusting dit verschijnsel als een natuurwet, waaraan toch niet te wrikken valt. Zo zij en blijve het. Im­mers, aJ.leen dankzij deze cooptatie is ,de hechte kastegeest te kweken, die nodig is om ' een gemeenschap­pelij,ke alkeer van dezellde groep scribenten, deftiger: het redactiebeleid op te bouwen, Zoals trouwens te ver­wachter) was, steekt, E1r dus e,en tame--

lijk diepe . zin in de beslaande orde der din'gen. Wanneer nu een ' lid van/ zulk een . re­dactiooele regentenkliek alvall, is het begrijpelijk, dat de acnlerblijvers er behoefle aan gevoelen het verleden af te tasten op vuJ.ling voor een af­scheidsartikel, ciat onvermijdelijk de

. eerste pagina besldal , Deze redac­tionele activiteit is natuurlijk aileen voor de betrokken pe~sonen inleres­sant en zal de gemiddelde lezer (en welke le,zer steekt ooil, boven de middelmaat uit?) slechls malig boeien. Maar een taaie traditie" dient in ere gehouden te worden. Het verdwijnen van Van Phi.lips7Paul, voor zijn (talrijke) vrienden -uII het k,adertje boven'aan" deze pagina, is dan weer zo eer) aanleiding tot het formuleren van eefl aanlal uitgebalan­ceerde volzinn~n, waatin voor ieder, die het lezen wil " de kwaliteiten van de gaande I redacteur worden geeta­lee rd. Lat~n we het kort maken: De ide,ale redacleur is een anonymus, die de lezers niet voortdurend met z'n initialen verveelt 0'1 met hinderlijke opdringerigheid zijn aandeel in de werkzaamheden uitbazuint. Aan deze' maatstaven gemeten benaderde Van Philips het ideaaltype. Van de oprich­ting van "Rostra' Economica" af heeft hij eraan meegewerkt om dit tijdschrift tot een integrerend beslanddeel van onze ' faculteit te maken. Wanneer dit doe I verwezenlijkt wordt, zal dit 'mede aan hem te danken zijn. Red.

Page 4: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

WELKOM -Bij Het verschijnen van· het eerste num­mer van Rostra in dit cursusjaar wil ik de gelegenheid aangrijpen om diege­nen, die voor de eerste maal aan onze faculteit zijn ingeschreven eeri wel­kom toe te . roepen . De weg na'ar de collegebanken zult ge na de eerste keer waarschijnlijk ge­makkelijk kunnen vinden, eerste jaars, maar moeilijker is het de academi sche sleer U eigen te maken, die nu een­maal onverbrekelijk verbonden is aan de opleiding, die U gekozen heel!. Toch wordt U dil eenvoudiger ge­maakt, wanneer U naast het geregel­de collegebezoek, U ook op de hoogte stell van helgeen de faculleit en in het bijzonder de Sludievereniging van de Economische Faculteit U Ie bieden heeit. De studievereniging beoogt het onder­linge contact lussen de studenten in de economische faculteit Ie versterken en de S.E.F. wil dil o.a. be rei ken door middel van het organiseren van lezin­gen, excursies en door de jaarlijkse diesviering. Bovendien heeft de S:E.F. voor U spe­ciaal eerstejaars-studenlen, in overleg met het faculteitsbestuur, besloten om dit jaar een nieuw systeem van studie­krinqen Ie volgen, met hel doel om de eerslejaars sneller mel de materie vertrouwd Ie maken, 'dan veelal tot nu toe het geval was. De S.E.F. is een deel van de drieeenheid, S.E.F., Rostra Economica, en A.I.E.S .E.C. Rostra Economica is de trots van onze facultei!. Het is een periodiek geheel verzorgd door studenten aan onze fa­culteit, waarin U buiten veel lezens­waardige artikelen, verslagen en me­dedelingen kunt aantreffen. Rostra vormt dus a.h.w. een medium tussen de studenten aan de faculleit en het heeft sinds de oprichting uitsluitend voorspoed gekend. De A.I.E.S.E.C. is het instituut v~~r hen, die bemiddeling wensen voor het vol­gen van buitenlandse stages. Ook deze instelling verdient veel lof en biedt aan hen die werkzaam willen zijn in

. de vacanties in het buitenland uitste­kende en interessante stages: Na deze summiere uiteenzetting van wat ge als eerstejaars weten moet, wil ik niet besluiten zonder U de raad qegeven te hebben, intensief mee te leven met datgene, wat buiten het nor­male college rooster vall. Slechts dan kun·t U volop profiteren van de studie­jaren, die ' U slijten zult aan de Alma

1

Mater. Het is volkomen verkeerd voor een economisch student zijn studie in afzondering te beoefenen. De econo­mische studie brengt met zich mee, dat U zich moet oefenen in het dis­cussieren met medestudenten over de onderwerpen, waarmee U te maken krijgl. Slechts discussie over de eco­nomische studie kan U verder in de problemaliek doen doordringen en Uw critisch vermogen sterken. Tracht deze methode van studeren U eigen te maken en een heel scala van boeiende problemen staat U te wach­ten. Ik wens U veel succes.

J. W. Pennink S. E.F. h. I. Praeses

LOSSE FLODDERS Wij zijn in de contramine, geachte Ie.:. ze r, U ook? Wij vinden dat er een veel te grote eenheid heerst in onze Faculleil. Wij ' aChten de Rostra dan ook bij uitstek qeschikt om door het publiceren van de meest hetrogene meningen, critieken en suggesties de.ze eenheid Ie verstoren. Intensievere con­lac ten en meer dynamiek I n ons fa· culteitsleven nemen we als onvermij­delijk op de koop toe. Wij zijn ook lui. Met hun eerstelingen op publicistisch gebied, meestal ge­kenmerkt door een abominab.ele stijl , moeten de c.andidandi De Economist of de E.S. B. maar lastig vallen, vinden enkele redactieleden. Maar de char­mante vertegenwoordigster der jon­gerejaars staat er borg voor, dat het collectieve redactiehart altijd weer vermurwd wordt; dat aile bijdragen welwillend beoordeeld worden, waal nodig bijgeschaafd en veelal nog ge­publiceerd worden ook. Dan is er nog een teer punt. Wij kun­nen noch het Ie zen van, noch het pu­bliceren in de Rostra door Hoogleraren voorkomen. De kloof tussen docEmten en studenten zal daardoor vee I van haar angstwekkendheid verliezen en, we vragen het U, waar blijven we dan? Rest ons slechts de volgende raad : wees nooi! scherp in Uw critiek, ver­spil geen moeite aan afgesleten vol­zinnen en clichesuggesties en probeer in het algemeen gezond verstand, 'hu­mor en een qoede stijl in ere te hou­den. Wees bovenal niet bang Uw· me­ning te uiten. De studietijd is de laatste fase waar nog niet met scherp ge­schoten wordt. Red:

Page 5: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

Een n£euw accent in de bedrijfseconomie De ontwikkeling van boekhouden via inrichtingsleer tot administratieve or­ganisatie en de sterk groeiende be­tekenis van de administratie als instru­ment voor de bedrijlsvoering hebben aan onze laculteit hun weerslag ge­vonden met het instellen van een ver­bijlOnderd bedrijlseconomisch leerstu.k: "De Administratieve Organisatie". Dr R. W. Starr-eveld hield als eerste lector in dit vak op 4 October j .1. een openbare les over "Het Verleden, het

Heden en de Toekomst van de Admi­nistratieve Organisatie". D~ belangstelling was bijlOnder groot en het deed ons vooral genoegen Prof. Limperg aanwezig te zien. De lezing is waarschijnlijk reeds elders gepubliceerd, lOdat wij voor onze le­zers deze . niet behoeven weer te ge­ven. De redactie van "Roslra Economi­ca" is het een eer onze nieuwe do­cent, mede namens de studenten, een hartelijk welkom Ie heten Red.

Economische wetenschappen Amerikaanse Universiteiten

aan Prof. Dr I. J. BRUGMANS

Schrijven over de Verenigde Staten betekent altijd: gevaar lopen van on­toelaatbaar generaliseren. Het · land heeJt een geweldige uitg~strektheid, en elke van de 48 staten heelt zijn eigen signatuur. Dit geldt ook voor het onderwijs, dat geen zaak is van de lederale regering, doch geheel aan het beleid der alzonderlijke staten is overgelaten. Toch is ' er anderzijds een zekere mate van unilormiteit, niet ontstaan door regeling van boven af

, maar door overeenkomstigheid van behoeften, opvattingen en historische achtergrond. De aantekeningen, ' die nu volgen gaan, hebben derhalve een zekere - misschien ware het beter te ze.ggen: onzekere - mate van al­gemene geldigheid, al berusten zij op ervaringen en waarnemingen, gedu­rende het afgelopen academiejaar opgedaan aan de University of Mis­souri te Columbia (Staatsuniversiteit) en aan de (particuliere) Southern Me­thodist University te Dallas (Texas). Een kort bezoek aan de befaamde Harvard Univers<ity Ie Cambridge (Massachusetts) leverde voorts aan­vunende gegevens op. De studenten van Amsterdams econo­mische faculteit willen -uit den aard der zaak een ding vooral vernemen: in hoeverre is het hoger onderwijs ginds anders dan ' hier ? . Het anlwoord luidt : alles is anders, en he! moet ook wei lo zijn. Wie in Nederland de universitaire studie aan­vangt, . heeft reeds een vrij sterke SE;l­lectie ondergalm, in ' dubbele zin: hij behoort · tot een relatief gezien kleine groep, die gedurende vijl of zes jaren .(dikwijls nog meer) voorbereidend

hoger onderwijs heelt mogen genie­ten, en hij heeft daarbij een program­ma algewerkt dat zeker niet gemak-kelijk kan worde n' genoemd. • Hoe anders is dat in de Verenigde Staten! Daar is de "t}igh school" -te vertalen door "middelbare school", vooral niet door "hogeschool" -lot een algemene volksschool geworden, die meer dan 80% van de betrokken leeftijdsklassen binnen haar muren her­bergt. Geeft men zich er bovendien ' rekenschap van, dat de high school geen verplicht programma ,heeft, zo­dat een ieder zijn lijst vanvakken kan kiezen, dan is het duidelijk, dat het einddiploma van de high school wei­nig zegt over de breedte of diepte van de kennis en geesteliJke ontwik-

. keling bij de abiturienl. Inderdaad is de geestelijke bagage, waarmee de "freshman" zijn "College" of univer­siteit binnentreedt, dikwijls opvallend licht. . Er valt dus een tekort in te halen, en dat geschiedt ook. De eerstejaars­student, die zich in Amerika argeloos lOU aanmelden voor de faculteit der economische wetenschappen, lOU· in de meeste gevallen te horen krijgen dal die faculteit. . .. niet bestaal. Hij moet eerst een tweetal jaren 01 meer (Harvard eist zelfs het belil van de bachelorgraad) studeren in de lacui­teil der "arts and sciences" eer hii kan worden toegelaten tot de eigen­lijke vakstudie. Troosten kan hij zich met de z.ekerheid, dat de aspirant­juristen en -medid eveneens ' een twee-of drietal jaren in "arts ·and sciences" moe ten studeren, voordat zij . toegang verkrijgen tot de "school

3

Page 6: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

01 law" resp. "school. 01 medicine" . En ook · kiln hij , troost vinQen in de overweging, dat hij gedurende . die eerste "pre-business~ ' jaren zijn' dorst naar de economische wetenschappen niet ·geheel ongelest . behoelt te late'n, Hij is immers tamelijk vrij in de keuze van ' zijn vakken; hij mag dus, en het wordt hem aangeraden, soms zells voorgeschreven, economie nemen on­der de vakken, die hem moe ten hel ­pen aan het aantal "credit points" hetwelk vereist is om toe gang te krij­gen tot de eigenlijke vakstudie.

Hoe ziet nu zulk een "pre-business curriculum" er uit? Nemen wij South­

,ern Methodist University als voor­beeld. Voor de student.en, die later

' in de economische vakken ,willen doorgaan, zijn enkele vakken ver­plich\. Voor de eerstejaars zijn dit: Engels, Geschiedenis, Natuurweten­schap (natuurkunde, scheikunde, geo­logie 01 biologie) en - daar schrikt de Nederlander van, zeer ten onrechte overigens - lichamelijke oelening; bovendien is wiskunde verplicht voor hen, die dit yak onvoldoende hetiben beoefend op de high school. De VOOI

de tweedejaars verplichte vakken lijn: Engels, (of vergelijkende littera·

. tuur), economie, godsdienst of wijs­begeerte, accouniing en wederom Ii­chamelijke oefening. Daarbij komen dan in beide studiejaren enkele keu­zevakken, londer welke men het hier benodigde aantal van 60 semester­uren niet zou kunnen bereiken ,

In het derde studiejaar begint dan, zowel in Columbia als in Dallas en veelal ook elders, de vakstudie in engere zin . Dat wil zeggen: de stu­dent wordt toegelaten tot de "School 01 business administration". De bena­ming, die in allerlei modilicaties voor­komt, (in Columbia was het "School 01 business and public administration") is typerend: er is een sterke orien­tering naar de praktijk. Ruimer qesteld: het gelijk opgaan van socia Ie ' econo­mie en bedrijlseconomie, dat in Am­sterdam en ook elders in Nederland de grondgedachte van de studie vormt, wordt in Amerika niet als essentieel gevoeld. Zells kan men niet

• zeggen,dat de "school 01 business administration" zich erop toelegt om "all round" bedrijlseconomen op te leiden. Neen, de student kiest van de aanvan'g a·1 een zeer gespecialiseerde studierichting gedurende de twee ja­-ren, die hem tot de graad van "Ba-

..

"

.. eheior in business administration" zul-len voeren . _ 'c _ .,

' In Dallas, waar de- specia.lisatie 'biF . zonder sterk is, kent men de volgen­de studierichfirigen: accouniancy, bankwezen en linancien. bedrijlshuis­houdkundige paedagogie (voor cian­staande leraren), statistiek, verzeke­ringswezen, "Iile insurance marketing" (met de toelichting: ",lor those in-· terested in the selling of life ,insuran­ce"), algemene bedrijfsleiding, indu­striele bedrijlsleiding, " leadership ma­nagement" (bijv. voor leiders van vak­verenigingen en andere organisaties), controle, "marketing", "advertising", kleinhandel, " personeelsadministratie,

.overheidsadministratie, administratie van onroerend goed, bedrijlsrecht; ten­slolte een richting "general business" waarvan het doel is "to avoid narrow specialisation". .

De vraag moet rijzen: zijn er, naast deze ver gaande specialisatie, geen algemene vakken, die voor aile stu­dierichtingen in de school 01 business adminstration als basisva kken .ve'r­plicht zijrr ? Die vakken zijn er inder­daad; in Dallas zijn ,het bedrijfsrecht, linanciering, "management" , "marke­ting" en economische statistiek . Het merkwaardigste van deze lij st is, dat de sociale economie met haar onder- • scheiden onderafdelingen geheel ont­breekt. Dit is geen toevallige omissie, doch een bewust streven. Men wil in Amerika practisch zijn; men wil de stu­denten leren wat zij in het economisch leven moeten "doen" en is van oor­deel, dat diep graven in de theorie daarvoor niet noodzakelijk is. Dege­nen, die zich werkelijk tot theoreti­sche economen willen ontlivikkelen, komen dan ook in het geheel niet in de "school of business administration" doth blijven in de faculteit der"arts and sciences". Slechts enkele univer­siteiten bezitten echter de daarvoor vereiste outillering. De meeste economisten in Amerika treden na een vierjarige studie aan de universiteit het bedrijfsleven 01 de overheidsdienst binnen. Dit is een al­gemeen verschijnsel in dit land: de grote meerderheid der studenten ver­langt niet meer dan een bach~lor­

graad. Slechts enkelen, die bepaalde wetenschappelijke aspiraties hebben, ondernemen een "graduate study" (in Engeland genaamd : "postgraduate study"). De "graduate studies" zijn echter meestal niet ondergebracht bij

, <

Page 7: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

de desbetreffende faculteit, doch sa­mengebracht in een afzonderlijke "gra­duate school", die dan ook een eigen ",dean" als leider heeft. Deze orga­nisatievorm biedt naar men weet het voordee.l, dat iedere student zijn stu­die naar believen kan inrichten zonder door faculteitsgrenzen te worden ge­hinderd. Er is . geen sprake van, dat iedere universiteit in haar "graduate school" volledig behoeft te zijn ge­outilleerd : meestal zijn daar slechts enkele sudierichtingen vertegenwoor­digd. Zo waren er aan de University of Missouri de volgende richtingen : landbouwwetenschap; biologie en na­tuurwetenschappen; paedagogie; in­genieurswetenschappen, met inbegrip van wiskunde; kunst Lfine arts") ; let­terkunde en wijsbegeerte ; journalis­tiek ; moderne en klassieke talen; so­cia Ie wetenschappen ; sociaal werk. Deze opsomming doet zien, dat de economische wetenschappen ontbre­ken, zodat de student, die op dit ter~ rein de hoogste graad wen st te be­reiken, de stad Columbia moet ver­laten en elders zijn arbeid dient voort te zetten. Is derhalve in de Verenigde Staten de "master degree", die de stud"ie aan de "graduate school ' afsluit, slechts voor een kleine minderheid det studenten weggelegd, de doctors­graad is er nog zeldzamer, want de eisen zijn hoog: men moet niet aileen wetenschappelijk onderzoek verkich­ten gedurende ten minste twee jaren, en de resultaten daarvan in een of meer verhandelingen vastleggen, maar moet zich ook nog onderwerpen aan een urenlang mondeling examen, waarbij ieder faculteitslid den candi­daat vragen kan stellen . Wie geen uitgesproken wetenschappelijke car­riere nastreeft, zal zich niet aan deze behandeling onderwerpen.

* * * Het Ame·rikaanse hoger onderwijs on­derscheidt zich derhalve van het Ne­derlandse vooral in twee opzichten: de specialisatie is groter, en de vrij­heid van de studie is groter. Niet de vrijheid In de studie. Wie eenmaal be­paalde vakken na overleg met zijn hoogleraar-adviseur heeft gekozen, m,ag deze niet weder opgeven zon­der toestemming· van de faculteit. Meer nog: er word! nauwlettend op toegezien dat de student inderdaad werkt. De hoogle·raar houdt op elk college

appel (meestal laat hij dit aan ziJn assistent over of aan een daartoe aan-

.... gewezen student) en een afwezigheid van meer dan twee malen achtereen moet worden gerappor(eerd : in Co­lumbia liefst aan vier ins tan ties door middel van formulieren van ve rschil­lende kleur. Bovendien, en dat is be· langrijker, worden op gezette tijden "quizzes" gegeven, hetgeen men op onze middelbare scholen proefwerken zou noemen: kleine schriftelijke exa­mens, die meestal te voren aangekon­digd doch somtijds tot afgrijzen van de studenten onverwacht worden op­gegeven. Het aantal van deze "quizzes" is meestal twee of drie per semester. De student, die niet gewerkt heeft, wordt dus onmiddellijk gesignaleerd. Blijken de resultaten aan het eind van het semester, zoals die alsdan door de docenten aan den faculteitsvoor­zitter worden opgegeven, onvoldoen­de te zijn, dan neemt deze laatste (of, zoals in Dallas, de "dean of in­struction") de nodige maatregelen, waaronder eventueel ook valt: verwij­de ring van de universiteit. Het woord "vrijheid" dient dan ook, wanneer. men over de Amerikaanse universitei­ten spreekt, met enige voorzichtigheid te worden gebruikt.

* * * Meermalen heeft men mij gevraagd: welk stelsel van universitaire studie is nu beter, het Amerikaanse of het Nederlandse? Naar mijn gevoelen is dit een ijdele vraag. Het Amerikaan se systeem is gegrond­V8St op de opvatting, dat het individu zeit het beste weet wat goed voar hem is; het Nederlandse berust op het diepe beset, dat zekere algeme­ne cultuurwaarden moeten worden be­schermd tegen onverstand en gemak­zucht van het individu. In Nederland zou het opgeven van de eis, dat aan de studie in verschillende taculteiten een kla ssieke propaedeuse behoort voorat te gaan, als een nationale ramp worden gevoeld; in Nededand wensen wij eenvoudig geen studenten, die de Franse, Duitse en Engelse taal niet kennen. Er is in Nederland onge­twijfeld een te grote strakheid in de onderwijsprogramma 's, te weinig om te studeren in de richting van eigen voorkeur. Anderzijds begint in de Verenigde Staten het iniicht te dagen, dat met name op de high school -de zwakke stee in het onaerwijsge­bouw - een sterkere gebondenheid

5

Page 8: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

wenselijk ware; vooral beginthet be­sef te - komen, dat de kennis ,van

' vr~emde talen dientte worden I;:>e" vorderd : In ,Nederland begin!' men ten langen leste los te komen van de welhaast onuitroe ibare opvatting, dat op eik cand idaatsexamen een docto-

. raa'lexamen behoort te vOlgen; de on­langs in de economische faculteit in­gestelde baccalaureaatsstudie is een

symptoom van een gedachtenkente­ring in deze en is eentoel;:>uiging naar

. de Amerikaanse ' praktijk, '

Aldus mag men verwachten, dat in de toekomst de grote verschi llen tussen het Amerikaanse en het Nederlandse stelsel niet zullen verdwijnen - dat is noch wense lijk noch mogelijk - maar wei in betekenis zullen verminderen.

Het Nederlands Studiecentrum voor Doelmatige Bedrijfsleiding B. SARPHATI

: ,Een van de vraagstukken, waarnaar vrijwe l over de gehele were ld de belangstell ing van ',het bedrijfsleven uitgaat, is de vorming van degenen, die in bedrijf en maatschappij als lei ­ders zullen worden geroepen,"1.) Een uiterst belangrijke stap in de richting van de oplossing van dit v raagstuk in Nederland was de oprichting van de Stichting " Nederlands Studiecentrum vo.or Doelmatige Bedrijfsleiding". lede r economisch student dient m,i. meer van dit Studiecentrum af te weten dan het 'enkele feit, dat het bestaat en het is dan ook zeer verheugend, dat Prof. v,d. Schroeff, de recto r van het Stu­diecentrum, zo bereidwilliq was in een persoonli jk onde rho ud iets over de Stichting te vertellen . Aan dit gesprek is het volgende ontleend.

DE OPRICHTING

De voorgesch iedeni s van het Studie­centrum gaat terug tot 1951 , toen Dr Paul Rijkens, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Unilever NV, in de jaarvergadering van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Han­del een prae-advies uitbracht, waarin hij wees op de leemte in de oplei­ding van toekomstige ondernemers en bedrijfsleiders en op de noodzaak om zo snel en zo goed mogelijk in deze leemte te voorz ien. De regering hield zich oOk al met dit vraagstuk bezig en had reed s een Staatscommissie in­gesteld. Samen met deze Commissie

, heef! de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel toen de z.q. Commissie Bedrijfs- en Bestuurs­efficiency in het leven geroepen, welke het initiatief tot de oprichting van het Studiecentrum genomen heef!. Bij de voo rbere iding had men de keus

/ 1.) Zie "Maatschappij Belangen" no, 12 - December 1954.

6

uit twee mogelijkheden: t f het Ame­rikaanse systeem volgen en de cur­sus aan een Universiteit ve rbinden, o f een e igen instituut vormen. De oor­sprong van de gehele gedachte ligt n.1. in de Verenigde Staten. In de jaren 1942/1943 stond men daar voor de omschakeling van vredes industrie 'op oorlogsindustrie, wat de behoette aan hoger bedrijfskader deed ontstaan. De "Harva rd Business School" is toen begonnen de z.g. "senior executive cou rses" te geven. In Nederland heeft men echter de andere weg bewandeld en een eigen instituut opgerich t. Van be lang is het hierbij op te mer­ken, dat de Sticht ing geboren is uit en gebaseerd op de samenwerking van het bedrijfsleven, de verschillen­de werkgeve rsorganisatie s en de in­stellingen v~~r economisch en tech­nisch hoger onderwijs (Amsterdam -Gemeentelijke en Vrije Universite it -, Rotterdam, Tilburg, Groningen ell Delft) . Er heeft dus allereerst coordi­natie plaats tussen het bedrijfsleven en het hoger onderwij s; een coordi­natie, die ongetwijfeld voor be ide partijen van zeer groot belang is. Niet minder belangrijk is het feit, dat h'ier ve renigd zijn organisaties van ve rschil ­lende levensbeschouweli jke aard (aile zuilen zijn ve rtegenwoordigd), zodat men met recht van een nationaal in­sti tuut kan spreken.

HET DOEL:

Het Studiecentrum geeft dus cursus­sen, maar wat wil men hiermede be­rei ken? Het beste kan men dit volgens Prof. v.d, Schroeff weergeven 00 de wijze, waarop Harvard het formuleert : " io make the man who participates in it a be tter man in his job, whether in supe rvis ion of productiori, sales ma­nagement, director of personel rela- ·· tions, or any other staff or line fUric-

Page 9: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

r-------------------------------------I

tion. Another, and perhaps even more ~ignifica-nt objective is the develop­ment of men for advancement into po­sitions of wider responsibility". Men moet niet den ken, lOals zo velen nog steeds doen, dat er bij het Centrum

' gedoceerd wordt. Dit gebeurt n.l. in het geheel niet. Men bespreekt een aantal oelangrijke vraagstukken van organisatie en leiding, met de nadruk op leiding (organisatie is immers een middel tot leiding I). Voor ieder on­derwerp wordt een spreker uitgeno­digd, die zonder uitzondering tot de topfiguren in ons land behoort. Wil men enige namen? Hier zijn ze: Prof. Dr J F. ten Doesschate, directeur Kon. Ned. ' Hoogovens en Staalfabrieken N.V.; Prof. Dr G. Holst, oud-directeur research N.V. Philips' Gloeilampenfa­brieken; Ir A. H. Ingen Housz, presi­dent-Oirecteur Kon. Ned. Hoogovens en Staalfabrieken N.V.; O. M. E. Lou­part, lid van het Praesidium van de Raad v an Bestuur van N;V. Philips'

, Gloeilampenfabrieken; Mr J. Menen, directeur der Aigemene Kunstzijde Unie N.V.; Dr L. Neher, oud-directeur­generaal van het Staatsbedrijf der P.T.T.; Ir P. F. S. Otten, voorzitter van het Praesidium van de Raad van Be­stuur van N.V. Philips' Gloeilampenfa­brieken; Dr P. Rijkens, voorzitter van de Raad van Bestuur van Unilever N.V.; D. W. Stork, directeur der Kon. Machinefabriek Gebr. Stork & Co N.V. en vele anderen, waaronder tal van hoogleraren. Op deze wijze draagt men er dus zorg voor, dat ieder on­derwerp op het hoogste niveau in­geleid wordt.

Na de inleiding vindt een openhar­tige discussie plaats. Dit is een van de meest essentiele delen van de cursus, want hier openl zich de mo­gelijkheid tot uitwisseling van e;V6-ring. Men leer! dus eigenlijk van el­kaar, i.p.v. van een docent. Discussie­leider is bij toerbeurt een van de deelnemers, zodat de inleider aan de discussie deelneemt, als ware hij eefl van de cursisten. Daar de deelnemers van verschillende functie zijn (zoals algemeen leidend, technisch, commer­cieel, administratief), is de discussie

. buitengewoon vormend. Men leert n.1. een vraagstuk ook eens van een an­dere kant bezien, dan uitsluitend vanuit het eigen gezichtspunt, waardoor men tevens de lo belangrijke onderlinge relaties tussen de functies leert ken­nen .. Zo tracht men de bedoeling van de cursus "despecialiserend" te werken -- lo dicht mogelijk te be-

nCldereri . . Prof. ' -;' .'d . Schroeff drukt · h'et zelf als voigt uit: "Men moet de deel­nemers leren over de heg te zien van de eigen tuin, waardoor het te specialistische element in de vervullin.g van de functie wordt verdrongen". Dat de kennis en ervaring van de di­verse inleiders bij dit alles van on­schatbare waarde is, is welhaast van­zelfsprekend. Een groot deel van de discussie v indt plaats in werkgroepen, wat een inten­sieve bespreking en bestudering sterk bevorderd, en tijdens " praatjes bij de haard". Dit alles werkt mede om te verkrijgen wat in een Engelse publi­catie van het Studiecentrum lo · kern­achtig wordt genoemd " the utmo st cross-fertilisation of the mind and the best exchange of experiences".

HET PROGRAMMA

Het programma, verdeeld over twee maanden, behandelt problemen uit de volgende vier hoofdgroepen:

1. Bedrijfsleiding en bedrijfsbeleid . 2. De bedrijfsleidinq in haar interne

werkingssfeer. 3. De bedrijfsleiding en de ex terne

invloeden. 4. De bedrijfsleidinq. haar geeste-

lijke instellinq en haar functle.

In de eerste groep worden de ont­wikkellng van het bedrijfsbeleid en I de beleldsformulering, het tot stand ko­men van beslissingen en de bedrijfs­functies in hun onderlinge samenhang behandeld. De tweede groep omvat de behande­ling van vragen van organisatie, com­municatie, personeelsbeleid en con­tr6Ie-technieken. De derde groep beschouwt het be­drijf in het kader van de Nederlandse economische en sociale verhoudingen. Verder w orden behandeld een aantal externe factoren, welke voor de vor- '. ming van het bedrijfsbeleid van be­lang zijn, zoals: conjunctuur, vermo­gensmarkt, industrialisatie, fiscale po­litiek, arbeidsverhoudingen, ontwikke-. ling en betekenis van vakorganisaties en werkgeversverenigingen. De vierde groep behandelt de invloed, die uitgaat van de levensovertuiging op de houding van de bedrijfsleiding. Zij leidt tot een slotbeschouwing, ' waarbij wordt nagegaan, welke eisen aan de leiding moeten worden ge­steld in verband met haar verantwoor-

. delijkheid ten opzichte ' van bedrijf, bedrijfsgenoten en samenleving . Naast deze hoofdpunten w ordt aan-

I

1

Page 10: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

dacht besteed aan zeer belangrijke details: vaardigheden, waarover ieder leider dient te beschikken, zoals ver­gaderingstechniek en conferentielei­ding, rapporteringstechniek e.d.

DE TOELATINGSEISEN:

Vooropgesteld dient te wO'rden, dat een academische graad geen voor­waarde is voor de toelating. Dit zou ook nier juist zijn, aldus Prof. v.d. Schroeff, daar er zeer veel prominen\e figuren zijn, die nooit aan ·een Univer­siteit gestudeerd hebben. De niet­academici nemen onder de deelne­mers zelfs een relatief grote plaats in. In verband hiermede wordt de "back­qround" van de cursisten niet opge­geven; dit zou in bepaalde gevallen aileen maar een zekere weerstand scheppen. Natuurlijk is de scholing van betekenis ,evenals de leeftijd, de ervaring en vooral de rijpheid van de deelnemers .. loals Prof. v.d. Schroell het uitdrukt: "De instelling van de be­trokkene en potenliele ' eigenschappen - uiteraard qesteund door een fond van kennis - bepalen de geschiklheid. De ervaring speelt bij dit alles een zeer grote rol en hiervoor dienen de deelnemers geruime tijd in een lei­dende functie in de praktijk werkzaam te zijn geweest". De aanmelding voor de cursus diont te qeschieden door het bedrijf, waar, mede men bereikl, dat het bedrijf zelf reeds selecteerl. De ervaring leert n.1. dat men inderdaadde "best man" stuurt. leer belangrijk is het hierbij vast te kunnen stellen, dat in onze grootbedrijven ("the big five") de aanwijzing door de Raad van Besluur geschiedt. Dit is een bewijs voor de betekenis, welke men in deze krin­gen hecht aan de keuze van de func­tionarissen, die door het bedrijf naar de cursus worden afgevaardigd. De formeleleeftijdsgrens is gesteld op 35-45 jaar, maar de facto ligt die wei iets· .hoger. De g~middelde leef­tijd van de eerste groep was ruim 40 jaar. De uiteindelijke beoordeling of aan­

. gemelde cursisten toegelaten kunnen worden, berust bij de Rector in over­leg met het Curatorium.

HET BUITENLAND:

Over Arileri1<.a is in he! voorgaande reeds iets opgemerkt. In Engeland heel! men he! z.g. "Administrative Staff College" te Henley, dat van ong. 1947 dateert. Men heel! er een iets ander systeem gevolgd en de · ge-

8

middelde leeftijd van de cursisten ligt lager dan bij het Nederlandse instituut het geval is. In andere landen is men doende met de oprichting van een der­gelijk instituut of bevindt men zich reeds in het eerste begin. Verheugend noemde Prof. v.d. Scllroell de internationale samenwer'king van de verschillende ins1ituten, zowel die in Europa als in de- Vereniqde Staten. Deie samenwerking, welke o.m. be­staat in de geregelde uitwisseling van ervaring, vormt de uitdrukking van de betekenis, die in de gehele We.sterse wereld wordt toegekend aan het vraagstuk van de vorming van leiders, da·1 als €len van ' de brandende vraag­slukken van hel hedendaagse bedrijls­leven kan worden aangemerkt.

Algem. Vergadering van S.E.F.-leden . Op Woensdag 26 October a.s., zal om 3 uur, na afloop der colleges, een Aigemene Ledenvergadering wor.den belegd in zaal 42 van de Universiteit.

Op de agenda staan o.a. de volgende punlen :

Mededelingen.

Jaarverslagen van S.E.F., AI.E.S.E.G. en Rostra.

Aigehele herziening der statuten, waarbij o.a. ter sprake zal komen: Rostra, verschuiving van het vereni­gingsjaar en hel kiesrecht van de 1 e jaars.

Voorstel om de voorzitter der AI.E.S.E.C. commissie-lid van Ilet S.E.F.-bestuur te laten zijn.

Bestuursoverdracht.

Rondvraag.

Het Bestuu r stell candidaat:

F. A. Maljers (Voorzitter) L. M. Redele . J. A H. Lyppens. Mej. A H. Oudt. G. Verrijn Stuart.. R. Vlietman.

Tegencandidaten dienen, voorzien van tenminste 15 . handtekeningen uit~rlijk

17 October te worden ingediend bij de Secretaris.

R. J. van· Bemmelen

Page 11: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

I -

.MEJ. DRA E .. LIMPERG .I _ .. ··,.··. ·r·

Op 1 September j.1. heeft Mej. Lim­perg onze faculteit verlaten, na deze precie s 10 jaar als Conservatrice van het Seminarium voor Bedrijfshuishoud­kunde gediend Ie hebben.Ter gele-

. genheid van di,t afscheid ben ik eens bij ham oj:) bezoek gegaan oni haar het een en ander te laten vertellen over haar verleden op het Seminarium en ham toekomst bij de Nederlandse Huishoudraad.

Wat haar Seminariumtijd betreft stelde Mej. Limperg voorop, dat het werk haar daar buitengewoon goed beval­len was. Verder vertelde zij vele inte­ressante bijzonderheden over de gang van zaken op het Seminarium in de afgelopen 10 jaar.

Toen zij op 1 September 1945 in dienst trad, waren de toestanden nog heel anders dan momenteel. Men zat met de moeilijkheid van hel ve le admini­stralieve werk, dal clan hel enorme

-. aantal sludenlen van vlak na de oorlog verbonden was en daarbij kwam dan nog de uiterst belangrijke taak de as­sistenten, die vlak na de oorlog af­gestudeerd waren, Ie "coach en". Toenlertijd waren aile assislenten n.1. ,nog doctorandi. In 1947 gingen de Di­recleuren ertoe over candidalen als assislent aan Ie stellen. De eerste

groep besond uit 4 candidaten en he! succes van deze verandering bleek al spoedig: deze assistenten stonden dichter bij de candidaatsstof dan de afgestudeerden en voelden beter de moeilijkheden van de can­didandi aan, wat tot een grote ver­betering van de scriptie-besp:rek ing leidde. De resultaten van de bedrijfs­economische vakken voor het examen werden dan ook langzaam maar zeker steeds beler. Naar aanleiding hiervan merkte Mej.

Ben je al eens bij

SCHROD[R & DUrONI geweest?

Het is die prettig modern ingerichte boekhandel op de

KEIZERSGRACHT 516 Vlak bij de Leidsestraat

TOT VANMIDDAGI

/

Page 12: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

Limperg op, dat haar ideaal het z.g. "tutorship" is, ongeveer in de trant van het mentorschap, dat men in Delft kent. Hier ligt haarsinzlens een be­langrijke taak voor de wetenschap­pelijke stat, mits deze aanzienlijk uit­gebreid wordt. Jammer vindt zij, dat het Seminarium tot heden toe haar onderwijzende taak grot~ndeels tot de bedrijfseconomie beperkL Zij zou het werk van de assistenten graag tot de sociaal-economische vakken uitgebreid zien. (Ik zou er hierbij op willen wij- ' zen, dat de instelling van candidandi­studiekringen onder leiding van door de taculteit aangewezen volontair-as­sistenten, een stap in de goede rich­ting iSl) Een hoogtepunt was voor Mej. Lim­perg haar college-geven tijdens de afwezigheid van Prot.Mey. Zij stelde het zeer op prijs, dat zij in de ge~ legenheid was de stot in haar- eigen woorden weer te geven, met de her­innering aan haar eigen moeilijkheden tijdens haar studie. Een steun waren hierbij voor haar ook de scripties, waaruit de moeilijkheden van de can­didandi zo duide.lijk bleken. Een ergernis daarentegen was de kin­derachtige H.B.S.-mentaliteit, die tot uiting kwam - en nog steeds komI! - in het ·· overschrijven van de scrip­ties. Dit is voor Mej. limpehg een bewijs, dat voor velen de. schoolpe­riode nog niet is afgelopen met het eindexamen. Vroeger kwam hel "spie­ken" volgens haar lang niet zoveel voor als tegenwoordig . Mej . . Limperg oaf ons allen nog een goede raad mee en wei de volg.ende: "Gebruik de tijd voora l goed, nu de studie zo is uitgebreid en profiteer van de grote vraag naar economen". Studeren is zeker niet aileen met de neus in de boeken zitten, zo voegde zij hieraan toe, maar zij moest toch wei constateren, dat men niet altijd het juiste evenwicht wist te vinden. Verwonderlijk acht zij het, dat zo wei­nig meisjes economie studeren. In haar tijd kwamen er veel meer meis­jes aan dan nu. De gebrekkige voor­lichting is volgens haar hier de oor .. zaak . van. Zelf heett zij haar steentje tot de voorlichting, die voor het eind­eyamen hoort te liggen, bijgedragen en hier ligt zeker ook een taak voor de vrouweljjke studentenverenigingen. !n de studie zijn veel specialisaties, z.o ging zij verder, die voor de vrouw zeer aantrekkelijk zijn, zoals bijv. de consumentenbelangen, de mense lijke

12

arbeid, het arbeidsrecht, etc., e tc. Ook kunnen meisjes zeer goed tot het candidaatsexamen gaah, wat zij dan dienelO aan te vullen met een se­cretaresse-cursus . Aan meisjes met een dergelijke opleiding is volgens M~j.

limperg grote behoette, daar voor de leidende personen een ·gewone se­cretaresse tegenwoordig niel meer voldoende is. En nu Mej . Limperg's huidige werk­kring. Hierover vertelde zij het vol­gende : Zij is Diirectrice van het Bu­reau van de Nederlandse Huishoud­raad, welk Bureau het werk moet co­ordineren, dat in de stud ie- en con­tactcommissies van de Raad wordt verricht. Er worden door het Bureau contacten onderhouden voor dringen­de aangelegenheden met o.a. de re-' gering, de S.E.R., de verschillende be­drijtschapp.~n en vele internationale organisaties, zoals bijv. de F.A.O. Men maakt er studie van aile economische aangelegenheden, speciaal de consu­ment betreffende, zoals de' inkomens­besteding, distributieproblemen, etc . en daarnaast ty,pische consumenten­belangen als goed wonen, prijzen en kwaliteiten, huishoudelijke apparaten. Het Bureau streett verder naar sam en· werking met buitenlandse organisaties. Men ziet, geen eenvoudige taak voor de Directrice van dit Bureau. De Nederlandse Huishoudraad zeit is een tederatie van vrijwel aile vrou­wenorganisaties in den lande en be-staat ' nu 5 jaar. . Oat Mej. limperg onze faculteit heeH verla ten kunnen wij aileen maar be­treuren. Ik ben van mening, dat zij aan de Universiteit veel goed werk _heeft verricht. Zij stond altijd voor iedereen klaar en was steeds be reid om in studie-aangelegenheden te adviseren. Zij zag haar taak echter ruimer dan haar normale werkzaamheden vereis­

' ten en was voor vele studenten te-vens een steun in persoonlijke moei­lijkheden. Vooral de assistenten en oud-assistenten, die haar tijdens hun seminariumtijd zo goed hebben leren kennen, zullen dit volkomen kunnen onderschrijven. Ik geloof dan ook, dat ik namens aile studenten van onze faculteit spreek, als ik Mej. limpergdank zeg voor wat zij voor ons heett gedaan ef! haar veel succes toewens in haar nieuwe werkkring. .

1) Zie ,;Rostra Economica" no. 12, biz. 5.

Page 13: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

'koos de economische studie. " /

Een u} tst,ekende kelJie, want deze st'Gdie verschaft U de . hechte basIS, waarop U "

Uw toekomst kunt bouwen ,

Zowe!- in de bedrijls- als in de overheidssector zullen in ~teeds toene;"ende mate plaatsen , .,

moeten ' worden bezel. waarvoor grondige economische 'kennis wordt verlangd.

Dank zij Uw studie verkrijgt U ook een inzicht in de rol van het bankwezen. Het con­

tact met de bankier stelt U evenwel d ikwij ls tot ee.n later tijdstip uit,

Wij kunnen U echter ook thans reeds van diens! zijn en nodigen U daarom gaarne uit

voer een persoonlijk onderhoud na telelon ische alspraak met ons hooldkantoOr:

Onze kantoren zijn geopend van 9 uur v,m tot 17,30 n.m.

H. OYENS & ZONEN N.v.

' KEIZERSGRACHT 279-283, AMSTERDAM, TELEFOON 63363

DEVIEZENBANK.

Bijkantoren te 's·Gravenhage, Haarlem, Roermond, Zutphen

Bankiers seder! 1797

Regelmatige passagiersdienst tussen ROTTERDAM, LE HAVRE, SOUTHAMPTON,

COSH (Ierland) en NEW YORK met geregelde afvaarten naar CANADA

~~JF "It's good to be on a well-run ship"

Page 14: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

BOEKBESPREKING Prof. Mr l Val khoff, Rechtssoc iologische

Elementen in de Nederlandse Rechtswetenschap van de XIXde Eeuw

In niet meer dan .120 kleine .bladziJden schetst Prof. Valkhof( op overzichte-· lijke wijze het ontstaan en de groei van een empirisch-inductieve instelling bij de Neqerlandse jurist. . Dit leidde tot eeri bestlidering ' van· de voar de rechtsvorming relvante toestanden en verhoudingen in het maatschappelijk leven, rechtssociologie genaamd.

Ook voor de niet specialistisch in de rechtssociologie ge"interesseerde is dit werkje het lezen waard als voorbeeld van de onderlinge be"invloeding der wetenschappen. Eenvlotte leestech­niek, die het hem mogelijk maakt de talloze citaten en namen, die het be­toog ads.trueren, over te slaan is daar­bij wei gewenst.

Vooral van de natuurwetenschappen onderging .. het recht een sterke in­vloed. De ,evolutieleer welke Darwin

in 18.59 fun~eerde met zijn "On tile Origin of Species by Means of Natural Selection", oefende ook buiten de biologie grote invloed uit. Met name op de anthropologische en sociologi­sche wetenschappen zoals die van het recht, <;Ie geschiedenis, en de taai. De gedachte aan eeh absoluut natuurrecht raakte steeds meer op de achtergrond.

Op economisch gebied onderging de jurist vooral ·invloed van de histor.isch­economische school (W. Roscher, K. Knies, B. Hildebrand), die eveneens een exact historische en meer relati­vistische beschouwing v.d. werkelijk­

heid bepleitte i.t.t. de deductieve ana­lyse van algemeen geldende wetten welke overheerste bij de Physiocraten en de Klassieken. Ook de verhouding tussen economie en recht komt hier en daar ter sprake. 'Op biz. 27 haalt Prof. Valkhoff Tellegen aan, die zegt

• 4

dat de rechtswetenschap leer! hoe het is, doch dat het waarom vaak aileen door de volkshui shoudkunde beant­woord zal kunnen worden. In dit verband is de opvatting interes­sant die N. Wiemer, de Amerikaanse

voorman der 'Cybernetica, er op na houdt over het recht. Hij ziet in de rechtsproblematiek primair een com­nunicatievraagstuk en beschouwt l1et

recht als een ' "interpratietechniek". Men zou ku'rmen zeggen dat het recht tot taak heeft het rechtsgevoel in on­dubbelzinnige taalformules vast te leg­gen, waarbij de inhoud van het f''1chts­gevoel bepaald kim worden met be­hulp vansociologie, psycho logie, eco­nom ie, etc.

Prof. Valkhoff kon in dit korte bestek zelden diep op de inhoud van de ge-

l _

bruikte begrippen (als historische rechtsschool, de. volksgeest . als rechts­bron, etc.) ingaan en verondEHstelt deze klaarblijkelijk bekend. Jammer is, dat ook vaak een motive ring ontbreekt van de gehuldigde opvattingen. Op biz. 21 vinden we b. v. het volgende:

"N. Okma bestreed de patuurweten­schappelijke methode en visie in de rechtswetenschap. Terecht". Waarom dit terecht is, wo~dt niet verme'ld. Het boekje is dan ook vooral van be­schrijvende aard en het achterin op­

genomen personenregister maakt het tot een wegwijzer voor wie zich ver­der in deze materie wil verdiepen.

Het uiterlijk is aantrekkelijk en de ty­pografische verzorging uitstekend. H. D. Tjeenk Willink & Zoon N.V. geeft het uit voor f 4.50 (gebonden).

.R. lv. B.

Wij hopen, dat Hoogleraren en afge­studeerden . van onze' Faculteit dit ver­heugend initiatief v. Prof. Valkhoff . wil­len navolgen en hun ' publicaties ter recensering aan de Rostra wilen stu­reno Red .

Page 15: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

TRAGIEK DJER MARKTVORMERS II De olieman, waarover ik vorige' ffiaand spraK', Kreeg langzamerhand weer plezier in het leven. Hij wilde het marktvormen beoefenen als yak En naar de supermarkt-vorm streven,

Hi) ging de bekende handboek-en opslaan; Misschien ·kon hij daaruit een vormpje gebruiken. Van het duopolie vroeg hij echtscheiding aan, Tenslotte koos hij nummer 64 van Eucken.

Intussen had Kondratief zich op d'andere zijde gevleid (Want - lezer - ook de Russen hebben twee kanten !) De olieman bezat echter een volkomen elasticiteit En dacht : Andere tijden, andere isoquanten.

Onder het mom van oliepolypoliepolitiek Leidde hij een pseudomarkt met functionele integratie, . Maar een poliep heette hij bij 't publiek; D'e rest verwierp men als fonetische permutatie.

Hij vluchtte in de top van de wankele bedrijfskolom 'Daar bungelde aan een zijden draad zijn rent. Men zeg!, dat hij slechis 's nachts. naar beneden klom Uit angst voor de finaal-verbolgen consument.

Hier en daar sprak men al van nationaliseren, Men sc:ho ld hem een monopsonoide diet, Maar hij bleef gewoon integraal calculeren 'En floot onbewogen het economisch motiet.

REDACTIONEEL Copy voor het volgende num­mer s.v.p. v66r 15 November a.s. Clan het redactieadres toe­zenden.

He! redactie-adres luid t sinds 1 October j.1. als voigt :

p.a. B. Sarphati, Roerstraat 54 hs. Amsterdam-Z. Tel. 72.81.28

De 1 e jaarsstudenten, die er

prijs op stellen een nummer van

"Rostra Economica" met talrijke

photo's van de h60gleraren en

lectoren te ontvangen, kunnen

zich tot he t redactie-adres wen­

den.

iJ Economisch-Statistische Berichten Uitgave van het ,.;

Nederlands Eeonomisch Instituut -

:~ Indien U niet lilles op economisch gebied kunt lezen, dan ku~t ~

U "E.-S.B." onmogelijk missen. Studentenabonnementen f 23.-per kalenderjaar.

'. Administratie-adres: PIETER DE HOOCHWEG 120, ROTTERDAM - . ~

Tel. K 1800-38040 - Giro 8408

, 1- ,. •

15

Page 16: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

/

LI]ST V AN GESLAAGDEN 10 JUN] 1955 - 28 SEPTEMBER 1955

DOCTORAALEXAMEN CANDIDAATSEXAMEN 732 733 734 735 736 737 738 739 740 741 742 743 744 745 746 747 748 · 749 750 751 752 753 754 755 756 757

10-6-'55 18-6-'55

20-6-'55 27-6-'55 28-6-'55

5-7 -'55

6-7-'55

7-7-'55 8-7-'55

9-7-'55

M~j. Y. Bergmans H. Zomerplaag P. H. van der Weiden R. J. Niehe Ph. J. Hillen J. T. Baron P. Leijenaar H. K. Vos S. G. Velds H. Grondel J. J. ' Klant K. A. de Groot L. Mensonides P. J. F. van der Sanden A. J. de Roij D. Slettenhaar Gan Soan Ben Mej . H. C. C. Wiechmann O. van Wengen J. C. van 't Loo Mej . P. Bouma ' M. de Jong J. L~ Lang R: van der Brug' A. Verhagen J. J. D. Konijn

P. Velthuys Cz. ·econ. drs Tel. Zaandam (02980) 331 5

'. '

repeteert:

Bedrijlseconomische- en

Sociaaleconomische onderderdelen

voor het candidaatsexame~

Bedrijlseconomische

onderdelen voor het

baccalaureaats- en :

'doctoraalexamen '

1410 18-6-'55 P. E. V. Frijmerslim 1 "'11 24-6-'55 M. A. Geerlofs 1412 R. N. A. Ram90nne, 1413 P. V. Grondhoud 1414 R. G. Wagne~ 1415 28-6-'55 Ong Hwie Yang 1416 F. Groen 1417 R. A. H. · Rijnbeek 1418 F. J. Rinsma . 1419 - 1-7-'55 S. H .. Rauch 1420 J. A. 'Gostelie 1421 J. Dieters 1422 ./ J. C., de Ruijter 1423 B. Verbeek 1424 5-7-'55 Njoo Liem Djie Pik 1425 G. J. de Maret Tak 1426 6-7-'55 b. c. de Boer 1427 N. J. Gratama 1428 B. Groenenboom 1429 U. G . Titulaer 1430 A. J. M. Kok 1431 A. J. A. Lugard 1432 G. C. C. Pels Rijcken 1433 7 -7 -'55 F. J. Noorbergen 1434 19-9-'55 E. Nypels

J. W. Vet econ. drs Tel. 34416

repeteert:

Sociaalec0.nomische onderdelen

voor het baccal~ureaats- en

docto;aa lexa men

'Marnixstraat 290

, Kamer 309 Amsterdam centrum Vijzebtraat 38

Inlichtingen en- besprekingen: Woensdag 3 tot 4 uur, 01 na Maandag 11 tot 1.2 uur, alspraak, ook ,gedurende .. o{ na a!spraak: behalve de vacanties in Augustus

16

Page 17: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

dacht besteed aan zeer belangrijke details : vaardigheden, waarover ieder leider dient te beschikken, zoals ver­gaderingstechniek en conferentielei­ding, rapporteringstechniek e.d.

DE TOELATINGSEISEN:

Vooropgesteld dient te wo·rden, dat een academische graad geen voor­waarde is voor de toelating. Dit zou ook niet juist zijn, aldus Prof. v.d. SchroeH, daar er zeer vee I prominente figuren zijn, die nooit aan een Univer­siteit gestudeerd hebben. De niet­academici nemen onder de deelne­mers zelfs een relaHef grote plaats in. In verband hiermede wordt de "back­qround" van de cursisten niet opge­geven; dit zou in bepaalde gevallen aileen maar een zekere weerstand scheppen. Natuurlijk is de scholing van betekenis ,evenals de leeftijd, de ervaring en vooral de rijpheid van de deelnemers. Zoals Prof. v.d. Schroeff het uitdrukt: "De instelling van de be­trokkene en potentiele eigenschappen - uiteraard qesteund door een fond van kennis - bepalen de geschiktheid. De ervaring speell bij dit alles een zeer grote rol en hiervoor dienen de deelnemers geruime tijd in een lei­dende functie in de praktijk werkzaam te zijn geweest". De aanmelding voor de cursus diant te qeschieden door het bedrijf, waar, mede men bereikt, dat het bedrijf zeit reeds selecteert. De ervaring leert n.1. dat men inderdaadde "best man" stuurt. Zeer belangrijk is het hierbij vast te kunnen stellen, dat in onze grootbedrijven ("the big five") de aanwijzing door de Raad van Bestuur geschiedt. Dit is een bewijs voor de betekenis, welke men in dele krin­gen hecht aan de keuze van de func­tionarissen, die door het bedrijf naar de cursus worden afgevaardigd. De formele . Ieeftijdsgren ~ is gesteld op 35-45 jaar, maar de facto ligt die wei iets hoger. De g~middelde leef­tijd van de eerste groep was ruim 40 jaar. De uiteindelijke beoordeling of aan­gemelde cursisten toegelaten kunnen worden, berust bij de Rector in over­leg met het Curatorium.

HET BUITENLAND :

Over Arherika is in he! voorgaande reeds iets opgemerkt. In Engeland heel! men he! z.g. "Administrative StaH College" te Henley, dat van ong. 1947 dateert. Men heeft er een iets ander systeem gevolgd en de · ge-

8

middelde leeftijd van de cursisten ligt lager dan bij het Nederlandse instituut het geval is. In andere landen is men doende met de oprichting van een der­gelijk instituut of bevindt men zich reects in het eerste begin. Verheugend noemde Prof. v.d. Schroeff de internationale samenwerking van de verschillende instituten, zowel die in Europa als in de· Vereniqde Staten. Deie samenwerking, welke o.m. be­staat in de geregelde uitwisseling van ervaring, vormt de uitdrukking van de betekenis, die in de gehele Westerse we reid wordt toegekend aan het vraagstuk van de vorming van leiders, da.! als een van de brandende vraag­stukk-en van het hedendaagse bedrijfs­leven kan worden aangemerkt.

Algem. Vergadering van S.E.F.-leden . Op Woensdag 26 October a.s., zal om 3 uur, na afloop der COlleges, een Aigemene Ledenvergadering wo~den

belegd in zaal 42 van de Universiteit.

Op de agenda staan o.a. de volgende punten :

Mededelingen.

Jaarverslagen van S.E.F., AI .E.S. E.G. en Rostra.

Aigehele herziening der statuten, waarbij o.a. ter sprake zal komen : Rostra, verschuiving van het vereni­gingsjaar en het kiesrecht van de 1 e jaars.

Voorstel om de voorzitter der AI.E.S.E.C. commissie-lid van het S.E.F.-bestuur te laten zijn.

Bestuursoverdracht.

Rondvraag.

Het Bestuu r stell candidaat:

F. A Maljers (Voorzitter) L. M. Redele. J. A. H. Lyppens. Mej. A H. Oudt. G. Verrijn Stuart. R. Vlietman.

Tegencandidaten dienen, voorzien van tenminste 15 handtekeningen uiterlijk 17 . October te worden ingediend bij de Secretaris.

R. J. van Bemmelen

Page 18: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

-AMSTE LODAMUM

Levorancier v.h. Amst. S tud. Corps

Typt Uw script ie, dictaten, etc . op

wetenschappelijk verantwoorde wijze

O. Z . Achterburgwal 212 - Amsterdam-C. t.o. Oudemanhuispoort - T elefoon 43443

VERSPREI DE GESCHRIFTEN VA N PROF. Dr N. J. POLAK

verzameld door H. T. Go, Econ. Drs J. P. Klkkert, Econ. Drs

Deel I: Bedrijfshuishoudkunde.

Deel II : Aigemene Economische Vraagstukken, Econo­

mische Politiek, M onetaire Pol itiek, Belastingen,

Accountancy, Verschillende O nderwerpen .

Deel I en II tezamen f 27.50.

Voor studerenden is deel 1 in een eenvoudiger uitvoe­

ring, als STUDIEBUNDEL, verkrijgbaar voor flO .•.

Een prospectus wordt op Illlnvraag gaarne grat is toegezonden.

J. M U U SSE S - UITGEVER - PURM EREN D l EVERING OOK VIA DE BOEKHANDEL

Koopt en verkoopt Uw STUDIEBOEKEN bij

Boekhandel J. de Sle.gte AMSTERDAM, KALVERSTRAAT 11-13 (NaastRest. Winkels)

TELEFOON 32540

Page 19: 1955 - Nummer 13 - oktober 1955

l

w. GRADER Econ. Drs

repeteert

Doctoraal exam en : Sociale en Bedrijfseconomie

ROERSTRAAT 102hs TELEFOON 717915

K. DE POUS ECON. DRS

repeteert v oor

VEERSTRAAT 8 A msterd a m-Z.

Telef. 71.55.88

CANDIDA A TS- EN DOCTORAAL-EXAMEN

de onderdelen

SOCIALE ECONOMIE EN BEDRIJFSECONOMIE

-