WorksheetNiveau 3b | Song 5 | Lesson B

© Groove.me Pagina 1

Big Time Rush

Your favourite showLees de tekst. Wat is jouw favoriete TV programma?

Guess the meaning a Lees de flash info. Kijk dan naar de woorden hieronder. In de tekst bij opdracht 1 zijn ze

onderstreept. Lees het stukje tekst dat erbij hoort. Kun je de betekenis raden? Schrijf de betekenis op. Als je het niet weet, laat je het lijntje leeg.

1

2

read

words

People in The UK watch a lot of TV. They watch about four hours of TV every day.

Many people are watching their favourite shows in the evening at eight o’clock. Most

kids watch TV in the afternoon. They often watch their favourite shows after school

at four o’clock or later at half past five.

When do you watch TV and what’s your favourite show?

Your comments

I watch TV in the morning and in the afternoon. My favourite TV show is Ultimate

Sports Day because I love playing football myself.

Martha, Northampton, England

Newsround is the best! It’s a news magazine for children. I watch it every day.

I think it is really important for kids to know what is happening around the world.

Newsround is at 7:40 in the evening.

Benjamin, Glasgow, Scotland

I always watch Cop School, that’s in the afternoon around five o’clock. It’s really

interesting! It’s one of my favourites because it shows how the police force works.

And I want to be a police officer later, so…

Henry, Luton, England

I watch TV all day. My favourite TV show is Big Time Rush. It is about the adventures of

a boy band. I really love pop music. And I think the boys are so cute. I love their songs!

Hafsah, West Bromwich, England

My favourite TV show is Deadly 60 because I love animals. I also like to find out all

the interesting facts about the really dangerous animals. I know everything about

lions, cheetahs and tigers!

Cayden, Eastbourne, England

What’s your favourite?

Flash info

Woorden raden

Soms kun je raden wat Engelse

woorden betekenen, bijvoorbeeld omdat:

- ze op Nederlandse woorden lijken;

- de tekst eromheen je op weg helpt.

1 people

2 hours

3 afternoon

4 because

5 important

6 interesting

7 all day

8 dangerous

b Controleer met een woordenboek of je antwoorden juist waren. Vul nu ook de lege lijntjes in.

WorksheetNiveau 3b | Song 5 | Lesson B

© Groove.me Pagina 2

Big Time Rush

About the text a Lees de tekst bij opdracht 1. Bij wie horen deze hobby’s? Schrijf de naam op.

b Beantwoord de vragen over de tekst.

1 Hoeveel uur tv kijken de mensen in Engeland elke dag.

2 Wat is Newsround?

3 Wat wil Henry later worden?

4 Wie kijken er ‘s middags tv?

When are they doing it?a Lees de flash info. Lees de zinnen en kijk naar de plaatjes. Schrijf de juiste tijden voor de zinnen.

3

4

read

grammar

1 At half past two, Susie is walking the dog.

2 , Granddad is having a cup of coffee.

3 , Thomas is getting up.

4 , the family is having dinner.

5 , Ashley and Laura are cycling to school.

6 , mum is reading the newspaper.

Flash info

Zo vraag je en zeg je hoe laat het is. Hoe laat is het? What’s the time?

Het is één uur. It is one o’clock.

Het is half drie. It is half past two.

Het is kwart over vier. It is a quarter past four.

Het is kwart voor vijf. It is a quarter to five.

Het is vijf over drie. It is five past three.

Het is vijf voor drie. It is five to three.

b Hoe is dit bij jou? Schrijf de tijd op.

1 I get out of bed at

2 School starts at

3 School ends at

4 I watch TV at

5 I go to bed at

muziek voetbal dieren

WorksheetNiveau 3b | Song 5 | Lesson B

© Groove.me Pagina 3

Big Time Rush

What’s on TV?a Kijk naar de televisiegids hieronder.

Beantwoord de vragen.

b Lees de flash info. Oefen dan het gesprekje met je klasgenoot. Ben je klaar? Wissel van rol.

c Oefen het gesprekje nog een paar keer en wissel steeds van rol. Kies uit de programma’s in de televisiegids bij opdracht a.

Flash info

Als je zegt of vraagt hoe laat iets begint of

eindigt, zeg je:

When does it start/end? Wanneer begint/eindigt het?

It starts at one o’clock. Het begint om één uur.

It ends at half past three. Het eindigt om half vier.

Channel 1 News and weather18.00-18.30

Match of the dayFootball clubs Chelsea vs. Man United18.30-20.00

Strictly come dancingWho are the best dancers?20.00-21.00

Channel 2 Dublin ZOOReality about the animals and their keepers in the Dublin zoo18.15-18.45

NewsroundNews magazine for kids18.45-19.30

Big Time RushIn this episode, the boys are going to Hollywood19.30-20.30

The VoiceSemi-finals20.30-21.30

Channel 3 Cartoon marathonSpongebob, Phineas & Ferb & Mickey Mouse 18.00-20.00

Horrible historiesFun facts about history for kids20.00-20.30

Holiday storiesReality TV 20.30-21.00

5 read speak

Naar welk programma kijk je als …

1 je van voetbal houdt?

2 je van dieren houdt?

3 je van tekenfilms houdt?

4 je van geschiedenis houdt?

5 je van dansen houdt?

6 je wilt weten wat voor weer het wordt?

Guess what!?

It starts at half

past seven.

It ends at half

past eight.Big Time Rush

is on TV!

What?And when

does it end?

Cool! When

does it start?

ExtraNiveau 3b | Song 5 | Lesson B

© Groove.me Pagina 4

Big Time Rush

Do you know these words?a Trek een lijn naar alle woorden die met televisie te maken hebben. Ken je een woord niet?

Zoek het dan op in het woordenboek.

b Vraag nu aan een klasgenoot wat de woorden betekenen. Kies om de beurt een woord. Doe het zo: What’s remote control in Dutch? That’s afstandsbediening.

Your favourite TV programmeMaak een fact sheet van je favoriete tv-programma. Schrijf op:- de naam van het programma;- wanneer het op TV is;- wie erin meespelen (of wie het presenteert);- waar het over gaat;- waarom het jouw favoriete programma is.Vergeet niet er een foto (of een tekening) bij te doen!

Tell your classmatesVertel nu je klasgenoten over jouw favoriete televisieprogramma. Gebruik je fact sheet!

read

write

speak

6

7

8 *

TV fact sheetName: ...It starts at ...The actors/presenters are: ...It’s about ...I like it because ...

television

presentercheese show

airportremote control viewers

invitationpencil

programme

blackboard

episode

pupil

backstage

planesTV guide channel

news and weather

WorksheetNiveau 3b | Song 5 | Lesson B

© Groove.me Pagina 5

Big Time Rush

Vragen of vertellen waar iemand is of niet is

De tijd

Words to know

Where is Carlos? Waar is Carlos?

He is at school. Hij is op school.

He isn’t at the beach. Hij is niet op het strand.

Where are they? Waar zijn ze?

They are on the hill. Ze zijn op de heuvel.

They aren’t in the backyard. Ze zijn niet in de achtertuin.

Words and phrases

Als je zegt wat je nu aan het doen bent, gebruik je de ing-vorm:

Als je zegt wat je in een bepaalde situatie zou doen, zeg je:

I am listening to music. Ik ben naar muziek aan het luisteren.

He is kicking off his shoes. Hij is zijn schoenen aan het uitschoppen.

They are jumping up and down. Ze zijn op en neer aan het springen.

I would give it all to you. Ik zou alles aan jou geven.

I would give everybody a present. Ik zou iedereen een cadeau geven.

In plaats van I would kun je ook zeggen I’d:

I’d give it all to you. Ik zou alles aan jou geven.

I’d dream out loud. Ik zou hardop dromen.

in the backyard in de achtertuin

in the air in de lucht

at the beach op het strand

at the festival op het festival

on the hill op de heuvel

on the island op het eiland

kick off uitschoppen

get up opstaan

shake schudden, trillen

jump springen

throw gooien

dream dromen

because omdat

important belangrijk

interesting interessant

cute schattig

dangerous gevaarlijk

people mensen

hour uur

all day de hele dag

lion leeuw

tiger tijger

cheetah jachtluipaard

Hoe laat is het? What’s the time?

Het is één uur. It is one o’clock.

Het is half drie. It is half past two.

Het is kwart over vier. It is a quarter past four.

Het is kwart voor vijf. It is a quarter to five.

Het is vijf over drie. It is five past three.

Het is vijf voor drie. It is five to three.

When does it start/end? Wanneer begint/eindigt het?

It starts at one o’clock. Het begint om één uur.

It ends at half past three. Het eindigt om half vier.