oprnieuw.weebly.comoprnieuw.weebly.com/.../workshop_over_bewust_beeldgebruik.docx · web viewveel...

Voorstelling nieuwe leerplannen opr

Doelbewust gebruik van beelden en foto’s in diverse communicatiesettings

9 maart 2016

Annemie Dillen

Sint-Ursula instituut Lier

Barbara De Jonghe

Burgerschool Roeselare

Leerplandoelstellingen

62 – Passend beeld kiezen bij een boodschap

63 – Zelf beelden produceren op micro- en mesoniveau, rekening houdend met standaardregels voor visuele communicatie

45 – Bij de start van groepscommunicatie, een stappenplan opstellen

46 – Analyseren van diverse doelgroepen in diverse contexten

48 – Samenwerken in team

49 – Wat is storytelling (voorbeeld) en brainstorming in team (toepassing)

66 – Eenvoudige video’s en digitale geluidsfragmenten maken en aanpassen

67 – Tekst en beeld in een concrete vorm gieten, rekening houdend met het medium en het doel

En in beperkte mate

11 – Kenmerken, functie en betekenis van beelden afleiden aan de hand van een aantal welbepaalde criteria28 – Aan de hand van een gegeven communicatiesituatie, diverse doelen van communicatie bepalen met focus op de ontvanger en boodschapper53 – Diverse teksten schrijven, aangepast aan de doelstelling80 – Aan de hand van concrete voorbeelden aantonen hoe de maatschappij/ een organisatie gebruik maakt van waarnemingspsychologie om communicatie te verduidelijken81 - De planmatige aanpak van organisatiecommunicatie herkennen en het belang ervan begrijpen

Workshop: Doelbewust gebruik van beelden en foto’s in diverse communicatiesettings 2

1 STILSTAANDE BEELDEN

1) Een minicursus fotograferen (compositie)


1.1.1 Algemeen

Veel beginners in de fotografie maken volop gebruik van het middelste autofocus punt – lekker in het midden, meestal het grootste punt – en plaatsen mede hierdoor het onderwerp van de foto precies in het midden. Zo lang de foto scherp is en de persoon herkenbaar is, is dit zeker niet fout, maar er is zoveel meer mogelijk. Hoe breng je het onderwerp zo in beeld dat het ook een mooie, creatieve, gebalanceerde en/of interessante foto wordt?

Als je begint met fotograferen, moet je niet verwachten dat je meteen de prachtigste platen maakt. Je moet vooral veel geduld hebben, en plezier moet voorop staan. Met veel oefening worden je foto's steeds mooier! En dan heb je het foto-virus te pakken!!

1.1.2 Hoe lezen onze hersenen een beeld?

Zoals op onderstaande figuur duidelijk zal worden, bekijken we een beeld van links naar rechts en terug.Sommigen schrijven dit toe aan de cultuur. In landen waar men van rechts naar links leest en schrijft, zou dit bijgevolg net omgekeerd zijn.

Conclusie: Wat linksboven staat, zien we (onbewust) eerst, wat rechtsonder staat negeren we in eerste instantie.

1.1.3 Rangorde van de elementen

Als je een foto neemt, moet je je steevast afvragen wat je nu precies wilt tonen; het ene element kan de aandacht afleiden van het andere.Er bestaat een eenvoudig lijstje volgens belangrijkheid, waarbij het eerste altijd voorrang heeft op de volgende:1) Levende elementen (en mensen zijn nog belangrijker dan dieren)2) Bewegende elementen3) Vaste elementenPraktisch gezien is het dus geen goed idee om bijvoorbeeld je vriendin te fotograferen vóór één of ander historisch gebouw met de bedoeling het gebouw te tonen met je vriendin ervoor als bewijs dat zij er wel degelijk was.Ten eerste wordt je vriendin minuscuul klein als je het volledige gebouw op de foto wil krijgen, ten tweede zal je vriendin “onrust” veroorzaken op de foto omdat je oog niet weet


naar wat het moet kijken; je vriendin (omdat het een levend element is) of het gebouw (omdat het zo dominant aanwezig is).

Een voorbeeld aan de hand van een foto:

Je ziet deze mooie wagen in de verte aankomen, je hebt je fototoestel in de hand en besluit er snel een foto van te maken. Alles ziet er bij thuiskomst goed uit - scherpte, beweging - en dan stoot je op de vrouw die naast de bestuurder zit. En of je nu wil of niet, je kunt er je ogen niet van afhouden, en deze keer niet omdat ze zo mooi is, maar omdat ze “leeft”. Je ogen en hersenen nemen het levende element vóór het bewegende, met als resultaat dat de vrouw meer in het oog springt dan de wagen.


1.1.4 De gulden snede

De gulden snede (ook bekend als “de regel van drie”) is wellicht de bekendste en meest toegepaste regel.Gelukkig is de regel ook erg gemakkelijk toe te passen; een tekening maakt alles duidelijk:

Je verdeelt het kader horizontaal en verticaal in drie gelijke delen. Waar de lijnen elkaar snijden, ontstaat een krachtpunt. De lijnen zelf noemen we krachtlijnen. Onze hersenen ervaren onderwerpen die zich op een krachtpunt bevinden als “aangenamer”.Het is dus ten sterkste afgeraden om je onderwerp in het midden te plaatsen!Als je een zonsondergang of iets dergelijks fotografeert, leg je de horizon best op een horizontale krachtlijn.Enkele foto’s ter verduidelijking (het gebroken stuk is hier het onderwerp van de foto): Krachtpunt:

De paal staat op een verticale krachtlijn, waardoor je aandacht naar de paal gaat. Het stuk kapotte paal ligt op een krachtpunt waardoor je er (ongewild) op gefocust blijft. Dit beeld voelt “goed” aan.

Nu dezelfde foto, maar met de paal weg van de krachtlijn en het gebroken stuk weg van het krachtpunt:


Nog enkele voorbeelden:


1.1.5 Het gebruik van massa’s

Zoals je al hebt kunt lezen, is het oog geneigd om zich te focussen op wat dominant aanwezig is in de foto.


De 2 standbeelden bevinden zich op een krachtpunt. Zoals je intussen weet, kijken we eerst naar onderwerpen die op een krachtpunt liggen, maar in dit geval dus niet.En waarom niet? Het gebouw is zo dominant aanwezig (en daarbij komt nog de dominerende kleur) dat je oog meteen daarheen getrokken wordt. Enkel de vlaggen kunnen hier storend werken.Als je deze echter wegdenkt heb je het ideale voorbeeld van hoe je aandacht naar iets getrokken wordt door enkel zijn massa. Massa’s kunnen elkaar ook compenseren om zo tot een evenwichtig beeld te komen.Stel, je fotografeert een grote olietanker op zee. Om tot een evenwichtige foto te komen kan je dan een klein vissersbootje dat verderop vaart, mee in de foto nemen

1.1.6 Perspectief: Verander je gezichtspunt

Loop ook om je onderwerp heen, probeer nieuwe hoeken te vinden, dichter bij te komen, ander licht te zoeken, details uit te lichten, etc. Ga door je knieën, klim op muurtjes… Kortom, verander je gezichtspunt en probeer de kijker te verrassen.

Het is belangrijk dat je tijdens het fotograferen niet steeds op ooghoogte schiet.Door te experimenteren met verschillende posities zul je uiteenlopende resultaten krijgen.Het perspectief brengt ook een zeker gevoel met zich mee.Enerzijds is er het vogelperspectief, dat het onderwerp als “klein” laat aanvoelen, anderzijds heb je het kikvorsperspectief dat het onderwerp er groot en machtig laat uitzien.

Enkele voorbeelden van vogelperspectief:



http://www.flickr.com/photos/kennethverburg/267914857/

En twee van kikvorsperspectief:

1.1.7 Lijnen

Gebruik elementen zoals beekjes, muurtjes, elektriciteitsdraden en weggetjes om het oog naar een onderwerp te leiden. Door de lijnen te volgen van deze elementen kijk je dieper de foto in. Lijnen zijn een van de belangrijkste elementen (naast – gekleurde – vlakken) om een compositie mee te bepalen.


http://bp1.blogger.com/_hNDU5BR2sY0/SGU3sjKw7gI/AAAAAAAABmk/ZdtJQEJPs4A/s1600-h/27-juni-.jpg

1.1.8 Het gebruik van plannen

In een foto kun je drie plannen verwerken, namelijk het voorplan, het middenplan en het achterplan.Het is niet nodig om dit in iedere foto te verwerken, al is het wel aan te raden om er ten minste 2 in je foto’s te stoppen, zoals in volgende foto:


http://www.flickr.com/photos/kennethverburg/817990956/

De takken bevinden zich op het voorplan, de bomen op het achterplan. Je zou kunnen denken dat de bomen het middenplan vormen en de lucht het achterplan. De bomen en de lucht zijn echter zodanig versmolten dat je niet van een apart plan kan spreken.


1.1.9 Symmetrie en asymmetrie

Bij veel composities zal je wel eens getwijfeld hebben of je de foto symmetrisch of asymmetrisch zou nemen.Als je veel tijd hebt, kun je natuurlijk meerdere foto’s maken, maar het is natuurlijk leuker om meteen goed zitten.Hier zijn er geen regels die je moet volgen, enkel wat algemene opmerkingen.Meestal is het een persoonlijke keuze en smaken verschillen nu eenmaal.Enkele tips die je bij je keuze kunnen helpen:· Symmetrie wordt meestal als mooi en aangenaam ervaren; zo hangt de schoonheid van het menselijke gezicht onder andere af van de symmetrie ervan. · Symmetrie brengt rust en evenwicht in een foto.· Te veel rust en evenwicht kan een saaie foto tot gevolg hebben.· Asymmetrie kan dus de foto “breken”, wat kan resulteren in een meer spannende foto.


Hier vind je een voorbeeld van symmetrische en asymmetrische composities.


1.1.10 Houd het simpel

De sterkste foto’s zijn vaak het eenvoudigst. Probeer niet te veel elementen in de foto op te nemen die de aandacht kunnen afleiden, waardoor het niet meteen duidelijk is wat het onderwerp van de foto is. De kunst van het weglaten is één van de grootste wapens die een fotograaf kan hebben, ondanks dat fotografie vooral een vertellend medium is. Ook een simpel onderwerp zegt vaak meer dan duizend woorden.

Een blad op steen, extreem simpel, maar hierdoor wordt wel direct het onderwerp duidelijk. Het steen en blad contrasteren met elkaar door kleur, maar ook door ‘hardheid’.

1.1.11 Macrofoto’s

Alledaagse voorwerpen worden in close-up vaak toch een erg interessant onderwerp. Vooral als je niet meteen kunt zien wat het is. Kom dichter bij het onderwerp (of zoom in) dan je in eerste instantie wilt. Probeer het onderwerp behoorlijk je beeld te laten vullen (bijvoorbeeld door maar 1/3 deel van de foto niet door het onderwerp te laten vullen. Kijk maar eens hoeveel meer interessanter een macro foto van een bloem is dan een setje bloemen van een afstand genomen. Hiermee voorkom je ook dat in de achtergrond storende elementen (prullenbakken, drukke achtergronden) op de foto komen en afleiden van het onderwerp.



http://fotocompetitie.upc.nl/original/550523/lieveheersbeestje/macro_lieveheersbeestje_natuur_macrofotografie_close_up_detailop.jpg

1.1.12 Gebruik van een kader

Vaak wordt een foto mooier wanneer je hem voorziet van een ‘natuurlijk’ (meestal: goed uitgezocht) kader.


http://fotografie.blog.nl/files/2009/09/wl-090519-569.jpg

1.1.13 Kleuren

Felle kleuren brengen leven in de brouwerij.

Rood prikkelt letterlijk het meest de zintuigen. Vandaar dat het vaak als alarmkleur dienstdoet. In een foto springt het er ook direct uit. Is het onderwerp van een foto rood, dan ondersteunt dit de compositie. In andere gevallen leidt het rood af van het hoofdonderwerp en doet het afbreuk aan de plaat.

Groen is qua gevoeligheid een goede tweede. Toch knalt het niet zo als rood. Kleurkenners beweren zelfs dat groen kalmeert. Men associeert het met weidse velden en bossen. Het is de kleur die in de natuur het meest voorkomt. Omdat de basiskleur blauw het oog het minst prikkelt, stoort het niet snel op een foto. Sterker nog, diepblauwe luchten werken juist ruimtelijk en creëren dieptewerking. Geel springt er wel direct uit. Het fungeert daarom vaak als waarschuwingskleur. Net als bij rood geldt voor geel dat er maar weinig van nodig is om toch de aandacht van de kijker te trekken.


1.1.14 Moment van de dag

Als het regent, denk je niet direct aan fotograferen. Toch kan regenweer erg boeiende en interessante foto’s opleveren. In de regen zelf fotograferen is bijna onmogelijk. Net voor of net na een regenbui kan je wel mooie foto’s maken.

Aan het begin en het eind van de dag en bij onbewolkt weer verlicht de zon het landschap met een licht-oranje gloed. Onopvallende landschappen krijgen dan een warme toon. Fotografen noemen dit het ‘gouden licht’.

Fotografeer eenzelfde landschap op verschillende momenten van de dag en kijk wat het licht met het landschap doet.

1.1.15 Let op je achtergrond!

De achtergrond op je foto bepaalt mee héél de foto. Als je geen achtergrond nodig hebt voor je foto, zorg dan voor een puur witte achtergrond. Een witte deur of muur kan, maar zorg dan voor een effen witte achtergrond (zonder omlijstingen, krukken, plintjes, afstekende vloer…).

Ofwel neem je een achtergrond die past bij je onderwerp.

Of je kan in je achtergrond werken met contrasten (vb groen gras als kleurcontrast voor een persoon in een roze kleedje).

Zorg er ook voor dat je onderwerp niet tegen je achtergrond ‘plakt’.


1.1.16 Experimenteren met je camera: opdracht

1 Neem een thema naar keuze (je pet, fitness, opr, een klaslokaal, ‘rood’…) en maak 9 foto’s met telkens een andere focus:

1 Maak een foto waarin je iets bijzonders doet met kleurgebruik.

2 Maak een foto in kikvorsperspectief

3 Maak een foto vanuit vogelperspectief

4 Maak een macro foto

5 Maak een foto waarin een duidelijke lijn zit.

6 Maak een foto waarin je een duidelijk kader rond je foto creëert.

7 Maak een duidelijk symmetrische en een duidelijk asymmetrische foto.

8 Maak drie foto’s waarin je duidelijk rekening houdt met het principe van de gulden snede.

9 Maak een foto waarin je duidelijk het voorplan en het achterplan kan onderscheiden.

2 Geef nu elk van je 9 foto’s een passende titel.

Al een eerste oefening op copywriting!

Maak één document van je foto’s met hun titels en hun onderwerp/focus (!).

Upload het geheel op smartschool . Deadline: ……………………………………………………..


2) Sprekende beelden

Beelden hebben stopkracht: ze kunnen de aandacht trekken en vasthouden. Ze kunnen sfeer scheppen en zo mensen verleiden om de bijbehorende tekst te lezen. En ze kunnen mensen raken en verbinden.

Mensen kijken vaak eerst naar de beelden, voor ze de eigenlijke tekst lezen. Beelden worden vaak ook beter onthouden dan woorden. Daarom is het belangrijk dat je aandacht besteedt aan de beelden die je gebruikt ter ondersteuning van een tekst, affiche, website... Deze richtlijnen kunnen je hierbij helpen.

Klaar eerst uit welke doelstelling, welke functie een beeld moet vervullen bij een tekst. De functie zal immers mee de sfeer of het imago bepalen dat beeld moet uitstralen.

Ga voor beelden van mensen, eerder dan beelden van dingen, gebouwen, landschappen of dieren. Is de boodschap bedoeld voor verschillende doelgroepen, breng die dan ook allemaal in beeld. Dit hoeft niet noodzakelijk in één beeld te zijn, maar wel doorheen de hele boodschap.

Portretteer je mensen, zorg er dan voor dat ze in de camera kijken. Dat levert een meer appellerend beeld op dan wanneer mensen weg van de camera kijken.

Kies - in de mate dat het gepast is - beelden waarop mensen glimlachen, lachen, verrast zijn of vrolijk kijken. Levensvreugde en plezier zijn aantrekkelijk.

Let op met humor, beeldspraak en symbolen in afbeeldingen. Ze worden niet altijd juist begrepen. Creativiteit in beelden is welkom, zolang ze de boodschap maar ondersteunt en de verstaanbaarheid van de boodschap niet (onbedoeld) moeilijker maakt.

Beelden zijn goed, maar niet als achtergrond van tekst. Ze interfereren met de tekst en maken de tekst moeilijker leesbaar.

Plaats bij de beelden die je gebruikt een bijschrift. Zo weet de lezer meteen weet wie of wat er wordt afgebeeld en wat het doel van de afbeelding is (afhankelijk van het doel waarin het beeld wordt gebruikt).

Tip! De kracht van beelden komt maar tot uiting als ze functioneel zijn en van een goede kwaliteit. In het andere geval geldt: beter geen beeld, dan een slecht beeld.

(uit: communicerenmetarmen.be)

Enkele voorbeelden over de functies van beelden in webdesign:

1 Sfeer scheppen vb www.aandacht.be


http://www.aandacht.be/

Let hier ook op het gebruik van pastelkleuren, in heel de website, en op de witruimte tussen alles. Zelfs de tekst is niet in puur zwart. Welke sfeer ademt dit uit?

2 Een product voorstellenVb www.ethias.be: verzekeren versus sparen: hoe breng je die abstracte termen in beeld?

3 Op de gevoelens inwerkenVb http://www.msf-azg.be/nlLet op de harde kleuren die gebruikt worden: rood – zwart – wit. Dit versterkt de kracht van de foto’s en geeft een sterk, urgent gevoel.


http://www.msf-azg.be/nl

http://www.ethias.be/

3) Zoeken van passende beelden voor diverse media

Wanneer je als professionele organisatie op zoek gaat naar beelden die je kan gebruiken voor promotiemateriaal, maak je meestal ofwel zelf beelden (door een interne of externe fotograaf), of je zoekt in een beeldbank (meestal betalend). Zo volg je de wetten rond copyright.De bedoeling van onderstaande opdracht is om via het internet beelden te zoeken die passen in onderstaande situaties. Dit wil zeggen dat je de wetten op copyright niet volgt. Dit is dus een oefening op het selecteren van goede beelden, volgens doelgroep en doelstelling. Wanneer je ooit deze opdracht krijgt voor professionele doeleinden, zal je je dus wel moeten houden aan de wetten op copyright!

Opdracht in de klas

1 Je krijgt elk 15 minuten om voor onderstaande case individueel telkens 1 gepaste foto te vinden. Je slaat beide foto’s op in een Word-document waarop jouw naam staat. Je drukt dit document af in zwart-wit.

2 Vervolgens zet je je per twee om elkaars foto’s te bespreken. Je maakt in hetzelfde Word-document een nieuwe pagina waarin je elkaars foto’s zet, telkens met je eigen naam eronder. Bovendien noteer je de voor- en nadelen aan elkaars foto’s, zoals je die besproken hebt. Je kiest uiteindelijk van elk van de twee cases de beste foto eruit. Je hebt hiervoor 20 minuten tijd. Je drukt ook dit document af in zwart-wit (elke persoon drukt dit af).

3 Vervolgens zet je je per vier. Je maakt opnieuw een nieuwe pagina in Word waarin je de twee gekozen foto’s van elk groepje zet (dus in totaal vier foto’s), plus de namen van de vier personen in jouw groep. Opnieuw bespreek je elkaars foto’s (de twee foto’s die je overhoudt na stap 2). Je bespreekt opnieuw de voor- en nadelen van elkaars foto’s en noteert die in dat Word-document. Uiteindelijk kies je opnieuw de beste foto voor elk van de twee cases. Dit Word-document drukt ook iedereen af EN je doet een upload op Smartschool, cursus projecten, map ‘zoeken van passende beelden’. Je krijgt hiervoor 20 minuten.

4 We komen samen in de klas en bespreken de beelden die jullie het best vonden van jullie vier. Dan kiezen we klassikaal het beste beeld van de klas.

De cases

1 Je loopt stage aan het onthaal van een rusthuis. Er wordt een bingo-avond georganiseerd. Jij maakt de affiche. Je zoekt een passend beeld voor op de affiche.

2 Een hotel in Lier zoekt personeel voor aan de onthaalbalie en wil vooral allochtone mensen aanmoedigen om te solliciteren. Jij zoekt een passend beeld voor bij de vacature.


Individuele opdracht voor thuis

Je zoekt beelden voor onderstaande cases. Zorg dat je alle beelden afdrukt in kleur EN uploadt op smartschool. Vergeet je naam, klas en het vak niet te vermelden.

1 Om meer blindegeleidehonden te kunnen opleiden, organiseert het Belgisch centrum voor geleidehonden een inzamelactie. In winkels wordt een spaarpotje gelegd waar mensen hun kleingeld in kunnen steken. De tekst voorziet de organisatie. Jij zorgt voor het beeld op het potje.

2 Zoek een beeld dat op de voorpagina van de schoolbrochure van een kleuterschool hartje Borgerhout zou kunnen staan.

3 Alle scholen in Vlaanderen die de richting opr aanbieden, willen reclame maken voor de richting en gaan een website maken. Je zoekt drie tot vijf foto’s die sprekend zijn om de richting te promoten en die kunnen gebruikt worden op de website.

4 Brussels Airlines biedt een nieuwe bestemming aan: Marrakech. Ze sturen hierover een mailing naar al hun klanten. Zoek een passende foto die ze kunnen gebruiken als beginfoto in de mailing, om mensen warm te maken om een citytrip naar Marrakech te boeken.

5 Fedasil is op zoek naar oude schoenen voor de asielzoekers die ze opvangen. Het is begin november en met de koude wintermaanden in het vooruitzicht, is de nood aan tweedehands schoenen enorm, de asielzoekers hebben vaak enkel sandalen. Mensen kunnen de schoenen binnenbrengen in hun centrum in Steenokkerzeel. Ze verspreiden affiches om mensen aan te moedigen hun oude schoenen binnen te brengen. Jij zorgt voor het beeld op de affiche.

6 Probleemstelling: De vrouwen (en mama’s en zussen en dochters) van de voetballers van SK Bakwalde komen niet meer naar de training en matchen van hun mannen kijken. Maak zelf een fotoreeks van 6 à 8 beelden met telkens 1 woord of zin onder om het imago van SK Bakwalde wat aantrekkelijker te maken voor de vrouwelijke aanhangsels van de voetballers. De fotoreeks komt in een diashow op de website van de ploeg.

7 Probleemstelling: Kauwgom kampt met een serieus imagoprobleem, vooral bij de ‘gezaghebbenden’. Moeders willen niet dat hun kinderen het goedje kauwen, leerkrachten zijn er allergisch aan en ook de politie beboet je als je een kauwgom op straat gooit. Vijzel het imago van kauwgom op bij deze doelgroep (‘gezaghebbenden’) met een fotoreeks van 6 à 8 beelden met telkens 1 woord of zin onder. De foto’s worden gebruikt als affiches langs de autoweg of als advertentie in kranten.

8 Probleemstelling: Steeds meer ouders zetten hun kind met de auto af op school. Kinderen denken hier zelf natuurlijk niet bij na. Maak 6 à 8 beelden met telkens 1 woord of zin onder zodat kinderen bij hun ouders gaan zeuren om met de fiets naar school te mogen rijden.


Leeftijdsgroep: kies zelf uit: 4 tot 6 jaar, 6 tot 9 jaar of 10 tot 14 jaar. De fotoreeks komt in affiches op lagere scholen (of middenscholen) te hangen.

Beoordelingscriteria voor deze opdracht

1 Doelgroepenkennis: zal de doelgroep zich hierdoor aangesproken voelen?2 Onderwerp van de beelden: variatie, doordacht, origineel… 3 Foto: compositie en kwaliteit van de foto4 Woord of zin (bij de laatste drie opdrachten): treffend? + past het bij het beeld?5 Waar je meerdere foto’s moet zoeken: Vormt alles een geheel? 6 Coveren je foto’s de gehele opdracht? 7 Wordt je doelstelling behaald?


2 BEWEGENDE BEELDEN

Hoe maak je een goede bedrijfsfilm?

Een goede bedrijfsfilm presenteert je bedrijf overtuigend en maakt impact op je klanten. Maar hoe maak je zo’n bedrijfsvideo? Het begint bij het uitwerken van een sterk verhaal. Met deze handige tips zorg je ervoor dat je een ijzersterke boodschap hebt en maximaal impact maakt.

1 Doe eerst inspiratie op en bekijk veel bedrijfsfilms.

Er is al veel gemaakt, dus je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden. Doe daar je voordeel mee. Bekijk veel voorbeelden en let op wat jij goed vindt. Archiveer de favorieten, zodat je deze als inspiratie kunt gebruiken.

Enkele inspirerende voorbeelden: Erasmushogeschool Brussel, Willy Naessens Group (storytelling), Wij zijn Ingelmunster

2 Bekijk je bedrijf vanuit de ogen van je klanten.

Het lijkt misschien vreemd, maar een bedrijfsfilm draait eigenlijk niet om je bedrijf. Het gaat uiteindelijk om je klanten. Het heeft weinig betekenis om alleen maar te laten zien wat je doet. Dat raakt je klanten niet. Zij willen weten: “What’s in it for me?” Bedenk daarom goed wat je klanten belangrijk vinden. Met welke problemen lopen ze en welke oplossingen biedt je als bedrijf?

Vertaal sterke punten van je bedrijf in concrete klantenvoordelen. Bijvoorbeeld, je hebt een grote voorraad. Dat is leuk, maar wat heeft de klant eraan? Precies, je kan hierdoor snel leveren! Dat is het klantvoordeel dat je moet communiceren.

3 Gebruik storytelling voor meer beleving.

De term ‘storytelling’ zegt het eigenlijk al: vertel een verhaal. Met een goed verhaal creëer je beleving en geef je de boodschap betekenis. Ga voor het verhaal van je bedrijf op zoek naar de echte toegevoegde waarde van je bedrijf: wat drijft jou, waarom doet je bedrijf er toe? Bijvoorbeeld, rijdt een transportbedrijf vrachtwagens rond of zorgen zij dat er in de winkels altijd verse producten liggen? Dat laatste natuurlijk!

Een verhaal brengt structuur. Dankzij structuur is je boodschap beter te volgen én makkelijker te onthouden. Gebruik voor de bedrijfsfilm een duidelijke kop-romp-staart opbouw.


4 Activeer de klant in de eerste 20 seconden

De kop van het verhaal – ongeveer de eerste 20 seconden van de bedrijfsvideo – is cruciaal. Dan bepalen klanten namelijk of ze het de moeite waard vinden om verder te kijken. Je moet klanten in die eerste 20 seconden dus activeren, anders klikken de meesten weer weg. Dit noemen wij de 20-seconden-regel.

Hoe activeer je klanten dan? Zorg dat je een herkenbaar probleem of situatie schetst waardoor ze zich aangesproken voelen. Dat is reden genoeg om te blijven kijken. Presenteer je bedrijf of product vervolgens als de oplossing. Op die manier prikkel je klanten en maak je de bedrijfsfilm extra overtuigend.

5 Houd de boodschap simpel.

Een goed verhaal is altijd simpel. Hoe lastiger het is om te begrijpen, hoe sneller we onze aandacht verliezen en hoe minder overtuigend het is. Zorg daarom dat de bedrijfsfilm een simpel verhaal vertelt. Een goede aanpak hiervoor is om zaken terug te brengen naar de kern. Wat is nu ‘bottom-line’ waar het om draait?

6 Maak een korte bedrijfsvideo.

Tijd is schaars, zeker online. Een korte bedrijfsfilm maken is daarom essentieel. Hoe langer, hoe lastiger het is om de aandacht vast te houden tot het einde. Een goede lengte is 1 tot 2 minuten. Om de boodschap binnen die tijd over te brengen, is het essentieel dat je keuzes maakt en details durft weg te laten. Houd in gedachte dat je niet alles hoeft te vertellen en vooral klanten nieuwsgierig moet maken naar meer.

7 Vertel je verhaal in actieve vorm.

De manier hoe je het verhaal vertelt, is minstens zo belangrijk als het verhaal zelf. Vertel altijd in actieve vorm en zo vermijd je de leidende vorm. Met activerende teksten is je verhaal kortweg krachtiger. Bijvoorbeeld: “Dit levert u veel op.” klinkt sterker dan “Dit kan u veel opleveren.”. Gebruik ook altijd spreektaal in plaats van schrijftaal dat je in brochures gebruikt. Woorden als ‘echter’ of ‘immers’ staan echt op de zwarte lijst!

8 Durf te claimen dat je goed bent.

Je moet overtuigd zijn van jezelf en durven claimen dat je ergens de beste in bent. Nuanceer niet, want dat haalt de kracht uit de boodschap. Dit geldt zowel voor de voordelen van je bedrijf als voor je woordkeuze. Vermijd woorden als ‘vaak’ of ‘meestal’. Dat soort woorden brengen in gedachte meteen de zin mee ‘maar niet altijd’ en vlakken je boodschap dus af.

9 Zorg dat je tijdloos blijft.

Een goede bedrijfsvideo gebruik je jaren. Zorg daarom dat je de boodschap tijdloos maakt en vermijd informatie die verjaren, zoals het 50-jarig bestaan. Dit soort informatie verkort de


houdbaarheid. Onnodig, want het is makkelijk te vermijden. Gebruik bijvoorbeeld de tekst “Sinds 1950” als je het over de bestaansperiode van het bedrijf hebt.

10 Besef dat de bedrijfsfilm niet op zichzelf staat.

Een bedrijfsvideo staat niet op zichzelf; het is onderdeel van je complete marketing. Zorg daarom dat het goed aansluit op je overige uitingen, zoals website en brochures. Zo versterkt het elkaar en krijg je een consistente communicatie. Dit geldt zowel voor de inhoud als de vorm.

11 Bewaar de montage-versie van de bedrijfsvideo altijd.

Je bedrijf staat niet stil. Zorg daarom dat het ruwe beeldmateriaal en de montage bewaard worden na oplevering. Als er dan toch wat verandert, bijvoorbeeld het logo, dan kan dit simpel bijgewerkt worden.

12 Maak de bedrijfsfilm goed vindbaar!

Gek genoeg zien we het nog vaak dat bedrijven eigenlijk niet goed hebben nagedacht over de publicatie. Bedrijfsfilms blijven daarom vaak een beetje verstopt. Zonde! Werk van te voren een eenvoudig publicatieplan uit. Wat niet mag ontbreken: een prominente plek op de website, uploaden op Youtube met een slimme, aantrekkelijke titel en delen via social media. Opdracht in de klas: promotiefilmpje maken voor stad Roeselare

1 Doel:

Jullie maken een promotiefilmpje voor de stad Roeselare van 2 à 3 minuten.

Jullie krijgen verschillende doelgroepen: groep 1: sportievelingen, groep 2: 12-18 jarigen,

groep 3: kunst- en cultuurliefhebbers, groep 4: gepensioneerden

2 Verloop:

1) Stap 1: bekijken en bespreken promotiefilmpjes

Wat vind je goed/slecht? (vergelijk met workshop VIVES – worden de geziene

technieken toegepast en wat is het resultaat?)

vergelijk de filmpjes (bvb sfeer, mogelijke doelgroep …)

doe INSPIRATIE op


2) Stap 2: groepswerk: afbakenen brainstorm en bepalen concept

Vooraleer je start met filmen, en zelfs met het uitwerken van je scenario, beantwoord je

best volgende vragen:

Het doel: wat is de bedoeling van ons filmpje? Mensen informeren of overhalen om

te komen?

Welke boodschap willen we overbrengen? Probeer die boodschap zo beknopt

mogelijk te verwoorden, liefst zelfs in één zin. Hou die zin ook voortdurend voor ogen

bij het verderwerken aan het filmpje.

Doelpubliek: voor wie maak je het filmpje (hoofdzakelijk)? Een filmpje voor pubers

zal er (hopelijk) helemaal anders uitzien dan een filmpje voor bejaarden. Dus: wie is

ons doelpubliek (leeftijd, geslacht,…)? En wat zijn hun interesses? Wat spreekt hen

aan? Denk hierbij aan zoveel mogelijk (bvb pubers hebben meestal minder geld uit te

geven dan volwassen/bejaarde mensen). Interview jouw doelgroep naar hun

interesses en behoeften.

Met de antwoorden op die vragen kun je naar de volgende stap, namelijk brainstormen en

het concept bepalen. Zoals we hebben gezien in de workshop cameratechnieken bij Vives is

het erg belangrijk om van ons filmpje een mooi samenhangend geheel te hebben. Zomaar

willekeurig 10 plaatsen in Roeselare in beeld brengen zonder enig verhaal is dus DE MANIER

om je publiek te VERVELEN. De eerste stap bij het schrijven van je scenario is dan ook een

concept/verhaallijn verzinnen.

Enkele aandachtspunten hierbij zijn:

Welke sfeer wil je dat het filmpje uitstraalt? (bvb licht humoristisch, spontaan,

serieus …) Hoe moet het filmpje overkomen?

Welke gevoelens wil je overbrengen? En hoe ga je dat doen?

Laat je mensen spreken? Interview? Of enkel beelden van de stad?

Gebruik je woorden/tekst? Of enkel beeld?

Vaak gebruikte genres:

o Een verteller met voice-over


o Getuigenis/interviews

o Een bekende persoon gebruiken (bvb burgemeester/schepen/bekende

inwoner)

Wees zo creatief mogelijk (denk aan de geziene voorbeelden)

Welk genre muziek gebruik je?

Voorbeelden:

Eén persoon fietst door Roeselare en houdt halt bij bepaalde zaken

Het leven van een persoon … beginnend bij de materniteit in Roeselare, de

kleuterschool, de lagere school, het zwembad, de bioscoop, de trouwzaal van

Roeselare, het bejaardentehuis, het kerkhof …

Een BR (Bekende Roeselaarnaar) geeft een rondleiding in de stad

Hou zeker rekening met het volgende:

Wees realistisch qua timing/verhaallijn. Het is een promotiefilmpje en geen

langspeelfilm…

Je film/concept moet van de eerste seconde goed en aantrekkelijk zijn, anders ben je

je publiek kwijt.

3) Stap 3: script en storyboard

Eens al de bovenstaande knopen zijn doorgehakt en vragen beantwoord ga je verder met

het schrijven van je script/scenario:

Je schrijft uit welke zaken je in beeld wilt brengen (welke gebouwen, welke straten, welke

uitzichten), hoe je ze wilt in beeld brengen (overview? Iemand volgen?), hoe je de

verplaatsing in beeld wil brengen (vb. de fietsende persoon zie je vertrekken en even later

aankomen bij de volgende locatie OF de fietsende persoon vertrekt, je ziet hem (een deel

van) de weg afleggen maar je laat het beeld 10x sneller dan gewoonlijk afspelen), welke

overgangen wil je gebruiken tussen de verschillende scènes in je filmpje, …


Bovendien ga je van 5 belangrijke scenes uit je script een shooting board maken (zie

voorbeeld in stap 1). Je tekent dus wat je gaat filmen en hoe (bvb pan of zoom).

Op deze manier ben je perfect voorbereid voor de volgende stap.

4) Stap 4: het eigenlijke filmen.

Zie hiervoor de tips van de workshop VIVES.

Film alles 3 keer, zo heb je zeker een versie die goed is en dus zonder storende

achtergrond/geluiden.

Indien mogelijk film je tegelijkertijd met 2 camera’s vanuit verschillende

perspectieven.

5) Stap 5: monteren.

Dit gebeurt in de lessen ICT met MovieMaker of IMovie.

6) Evaluatie:

De evaluatie gebeurt als volgt:

Afbakening & concept (originaliteit) /10

Scenario & uitwerking / 10

Filmen zelf (rekening gehouden met tips VIVES, dus deftig gefilmd) /10

Eindresultaat filmpje /10


oprnieuw.weebly.comoprnieuw.weebly.com/.../workshop_over_bewust_beeldgebruik.docx · web viewveel...

Documents